De Woonboot Chords by Stef Ekkel
Tempo:
97.025 bpm
Chords used:
G
D
C
Gm
F#
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[Gm]
[G] [D]
[G] [F#] [D]
[G] Meles en Leentje, dat [D] waren twee mensen,
Hielden het gewoon net [G] als de rest.
Ze wilden graag trouwen, maar hadden [C] geen woning.
[G] En daaraan had [D] Leentje geweldig [G] de pest.
Maar op een dag, toen [D] moest het gebeuren,
Ze kochten een bootje, [G] het was wel geen pracht,
Maar dat kon hen niet schelen, ze [C] waren gelukkig.
En [G] legden hun bootje [D] bij ons in de gracht.
En we [G] hebben een
[C#] [D] boomstool, en een schuitje,
[G] Visseltjes in de jaag, en een jufje, een diertje,
[C] Een stool, [E] om [G] daarin [D] de [G] rust te halen maar.
[D]
[G] Maar op een morgen zei [D] verlopst ze, Leentje,
Kijk nou eens Leentje, hoe dat nou [G] toch komt,
Ik zit hier verdorie met [C] mijn voeten in het water,
[G] Er zit een [D] gat als een [G] vuist in de rond,
Het water steekt snel en de [D] meubels die dreven,
De kans op verdrinking die was [G] toen heel groot,
Want geen van beiden konden [C] ze zwemmen,
Ze [G] dreven de deur [D] uit op hun [G] tafelpoot.
En we hebben een
[C#] [D] boomstool, en een schuitje,
[G] Visseltjes in de jaag, en een diertje,
Bij [C] ons aan de Amstel, [Gm] om [G] daarin [D]
[G] de rust te halen maar.
[F#] [D]
[G] We hebben de schuit naar [D] de helling getrokken,
Daar stopten ze heel [G] vakkundig het lek,
Leentje kon toen [C] haar meubels gaan poetsen,
Want de [G] stof van hun [D] clubje zag blauw van [G] de drek,
Maar ze lagen niet lang bij [D] ons in de Amstel,
Toen kwam er een smerig zooi [G] met een pet,
Hij zei jullie moeten neerweg [C] wezen mensen,
[G] Jullie hebben de [D] Amstel met dat [G] broodje besmet.
En [Am] we hebben [G] een boomstool, en een [D] schuitje,
Visseltjes [G] in de jaag, en een diertje,
Bij ons [C] aan de Amstel, [Gm] om daarin [G] ons bootje,
[D] De rust [G] halen [F#] maar.
[D]
[G] Ze hebben de schuit uit de [D] Amstel getrokken,
Ze protesteerden [G] maar dat gaf hen geen biet,
Want je moet weten het is [C] jammer de pet maar,
Die [G] moeten ze hebben [D] en de [G] grootte dus niet.
En we hebben een
[C] [D] boomstool, en een schuitje,
Dit [G] is ons ideaal, en een diertje,
Bij [C] ons aan de Amstel, [G] om daarin ons [D] bootje,
De [G] rust halen maar.
En we hebben een boomstool [Am] in de [D]
Amstel,
En een schuitje, dit is [G] ons ideaal,
En een diertje, bij [C] ons aan de Amstel,
[G] Om daarin ons
[D] bootje, de [G] rust halen [C] maar.
[G] Wat zei je?
[N]
[G] [D]
[G] [F#] [D]
[G] Meles en Leentje, dat [D] waren twee mensen,
Hielden het gewoon net [G] als de rest.
Ze wilden graag trouwen, maar hadden [C] geen woning.
[G] En daaraan had [D] Leentje geweldig [G] de pest.
Maar op een dag, toen [D] moest het gebeuren,
Ze kochten een bootje, [G] het was wel geen pracht,
Maar dat kon hen niet schelen, ze [C] waren gelukkig.
En [G] legden hun bootje [D] bij ons in de gracht.
En we [G] hebben een
[C#] [D] boomstool, en een schuitje,
[G] Visseltjes in de jaag, en een jufje, een diertje,
[C] Een stool, [E] om [G] daarin [D] de [G] rust te halen maar.
[D]
[G] Maar op een morgen zei [D] verlopst ze, Leentje,
Kijk nou eens Leentje, hoe dat nou [G] toch komt,
Ik zit hier verdorie met [C] mijn voeten in het water,
[G] Er zit een [D] gat als een [G] vuist in de rond,
Het water steekt snel en de [D] meubels die dreven,
De kans op verdrinking die was [G] toen heel groot,
Want geen van beiden konden [C] ze zwemmen,
Ze [G] dreven de deur [D] uit op hun [G] tafelpoot.
En we hebben een
[C#] [D] boomstool, en een schuitje,
[G] Visseltjes in de jaag, en een diertje,
Bij [C] ons aan de Amstel, [Gm] om [G] daarin [D]
[G] de rust te halen maar.
[F#] [D]
[G] We hebben de schuit naar [D] de helling getrokken,
Daar stopten ze heel [G] vakkundig het lek,
Leentje kon toen [C] haar meubels gaan poetsen,
Want de [G] stof van hun [D] clubje zag blauw van [G] de drek,
Maar ze lagen niet lang bij [D] ons in de Amstel,
Toen kwam er een smerig zooi [G] met een pet,
Hij zei jullie moeten neerweg [C] wezen mensen,
[G] Jullie hebben de [D] Amstel met dat [G] broodje besmet.
En [Am] we hebben [G] een boomstool, en een [D] schuitje,
Visseltjes [G] in de jaag, en een diertje,
Bij ons [C] aan de Amstel, [Gm] om daarin [G] ons bootje,
[D] De rust [G] halen [F#] maar.
[D]
[G] Ze hebben de schuit uit de [D] Amstel getrokken,
Ze protesteerden [G] maar dat gaf hen geen biet,
Want je moet weten het is [C] jammer de pet maar,
Die [G] moeten ze hebben [D] en de [G] grootte dus niet.
En we hebben een
[C] [D] boomstool, en een schuitje,
Dit [G] is ons ideaal, en een diertje,
Bij [C] ons aan de Amstel, [G] om daarin ons [D] bootje,
De [G] rust halen maar.
En we hebben een boomstool [Am] in de [D]
Amstel,
En een schuitje, dit is [G] ons ideaal,
En een diertje, bij [C] ons aan de Amstel,
[G] Om daarin ons
[D] bootje, de [G] rust halen [C] maar.
[G] Wat zei je?
[N]
Key:
G
D
C
Gm
F#
G
D
C
_ _ _ _ [Gm] _ _
[G] _ _ _ [D] _ _ _
[G] _ _ [F#] _ [D] _ _ _
[G] Meles en Leentje, dat [D] waren twee mensen,
Hielden het gewoon net [G] als de rest.
Ze wilden graag trouwen, maar hadden [C] geen woning.
[G] En daaraan had [D] Leentje geweldig [G] de pest.
Maar op een dag, toen [D] moest het gebeuren,
Ze kochten een bootje, [G] het was wel geen pracht,
Maar dat kon hen niet schelen, ze [C] waren gelukkig.
En [G] legden hun bootje [D] bij ons in de gracht.
En we [G] hebben een _ _ _ _
[C#] _ [D] _ boomstool, _ en een schuitje, _
[G] Visseltjes in de jaag, _ en een jufje, een _ diertje, _
[C] Een _ stool, [E] om [G] daarin _ _ _ [D] de [G] rust te halen maar.
_ [D] _ _ _
[G] Maar op een morgen zei [D] verlopst ze, Leentje, _
Kijk nou eens Leentje, hoe dat nou [G] toch komt,
Ik zit hier verdorie met [C] mijn voeten in het water,
[G] Er zit een [D] gat als een [G] vuist in de rond,
Het water steekt snel en de [D] meubels die dreven,
De kans op verdrinking die was [G] toen heel groot,
Want geen van beiden konden [C] ze zwemmen,
Ze [G] dreven de deur [D] uit op hun [G] tafelpoot.
En we hebben een _ _ _ _
[C#] _ [D] _ _ boomstool, _ en een _ schuitje, _
[G] Visseltjes in de jaag, _ en een _ diertje,
Bij [C] ons aan de Amstel, [Gm] om [G] daarin _ _ _ [D] _
[G] de rust te halen maar.
[F#] _ _ [D] _ _
[G] We hebben de schuit naar [D] de helling getrokken,
Daar stopten ze heel [G] vakkundig het lek,
Leentje kon toen [C] haar meubels gaan poetsen,
Want de [G] stof van hun [D] clubje zag blauw van [G] de drek,
Maar ze lagen niet lang bij [D] ons in de Amstel,
Toen kwam er een smerig zooi [G] met een pet,
Hij zei jullie moeten neerweg [C] wezen mensen,
[G] Jullie hebben de [D] Amstel met dat [G] broodje besmet.
En [Am] we hebben [G] een _ boomstool, en een _ [D] _ _ schuitje,
_ _ _ _ _
Visseltjes [G] in de jaag, _ en een _ diertje,
Bij ons [C] aan de _ Amstel, [Gm] om daarin [G] ons bootje,
[D] De rust [G] halen [F#] maar.
_ [D] _ _
[G] Ze hebben de schuit uit de [D] Amstel getrokken,
Ze protesteerden [G] maar dat gaf hen geen biet,
Want je moet weten het is [C] jammer de pet maar,
Die [G] moeten ze hebben [D] en de [G] grootte dus niet.
En we hebben een _ _ _ _
[C] _ [D] _ boomstool, _ en een schuitje,
Dit [G] is ons _ ideaal, en een _ diertje,
Bij [C] ons aan de Amstel, [G] om daarin ons [D] bootje,
De [G] rust halen maar.
En we hebben een boomstool _ [Am] in de [D]
Amstel,
_ En een schuitje, dit is [G] ons ideaal,
_ En een diertje, _ bij [C] ons aan de _ Amstel,
[G] Om daarin ons _
[D] bootje, de [G] rust halen [C] maar.
[G] _ Wat zei je?
_ [N] _
[G] _ _ _ [D] _ _ _
[G] _ _ [F#] _ [D] _ _ _
[G] Meles en Leentje, dat [D] waren twee mensen,
Hielden het gewoon net [G] als de rest.
Ze wilden graag trouwen, maar hadden [C] geen woning.
[G] En daaraan had [D] Leentje geweldig [G] de pest.
Maar op een dag, toen [D] moest het gebeuren,
Ze kochten een bootje, [G] het was wel geen pracht,
Maar dat kon hen niet schelen, ze [C] waren gelukkig.
En [G] legden hun bootje [D] bij ons in de gracht.
En we [G] hebben een _ _ _ _
[C#] _ [D] _ boomstool, _ en een schuitje, _
[G] Visseltjes in de jaag, _ en een jufje, een _ diertje, _
[C] Een _ stool, [E] om [G] daarin _ _ _ [D] de [G] rust te halen maar.
_ [D] _ _ _
[G] Maar op een morgen zei [D] verlopst ze, Leentje, _
Kijk nou eens Leentje, hoe dat nou [G] toch komt,
Ik zit hier verdorie met [C] mijn voeten in het water,
[G] Er zit een [D] gat als een [G] vuist in de rond,
Het water steekt snel en de [D] meubels die dreven,
De kans op verdrinking die was [G] toen heel groot,
Want geen van beiden konden [C] ze zwemmen,
Ze [G] dreven de deur [D] uit op hun [G] tafelpoot.
En we hebben een _ _ _ _
[C#] _ [D] _ _ boomstool, _ en een _ schuitje, _
[G] Visseltjes in de jaag, _ en een _ diertje,
Bij [C] ons aan de Amstel, [Gm] om [G] daarin _ _ _ [D] _
[G] de rust te halen maar.
[F#] _ _ [D] _ _
[G] We hebben de schuit naar [D] de helling getrokken,
Daar stopten ze heel [G] vakkundig het lek,
Leentje kon toen [C] haar meubels gaan poetsen,
Want de [G] stof van hun [D] clubje zag blauw van [G] de drek,
Maar ze lagen niet lang bij [D] ons in de Amstel,
Toen kwam er een smerig zooi [G] met een pet,
Hij zei jullie moeten neerweg [C] wezen mensen,
[G] Jullie hebben de [D] Amstel met dat [G] broodje besmet.
En [Am] we hebben [G] een _ boomstool, en een _ [D] _ _ schuitje,
_ _ _ _ _
Visseltjes [G] in de jaag, _ en een _ diertje,
Bij ons [C] aan de _ Amstel, [Gm] om daarin [G] ons bootje,
[D] De rust [G] halen [F#] maar.
_ [D] _ _
[G] Ze hebben de schuit uit de [D] Amstel getrokken,
Ze protesteerden [G] maar dat gaf hen geen biet,
Want je moet weten het is [C] jammer de pet maar,
Die [G] moeten ze hebben [D] en de [G] grootte dus niet.
En we hebben een _ _ _ _
[C] _ [D] _ boomstool, _ en een schuitje,
Dit [G] is ons _ ideaal, en een _ diertje,
Bij [C] ons aan de Amstel, [G] om daarin ons [D] bootje,
De [G] rust halen maar.
En we hebben een boomstool _ [Am] in de [D]
Amstel,
_ En een schuitje, dit is [G] ons ideaal,
_ En een diertje, _ bij [C] ons aan de _ Amstel,
[G] Om daarin ons _
[D] bootje, de [G] rust halen [C] maar.
[G] _ Wat zei je?
_ [N] _