Chords for Tandenpoetsen - Jokie Muziekclip - Efteling
Tempo:
108.35 bpm
Chords used:
E
A
D
B
C#m
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[D] Pak je [E] tandenborstel en je [A] tandpasta.
Kijk maar goed wat Jokie [D] doet.
[E] En doe hem maar na.
[A]
Poetsen, [D] poetsen, poetsen.
[E] Poetsen, [A] poetsen, poetsen.
Poetsen, [D] poetsen, poetsen.
[E] Twee keer op [A] een dag.
[E] Eerst ga [A] je op en [E] neer, op en neer, [A] op en neer.
[E] Eerst ga [A] je op en neer [B] door je hele [E] mond.
Zo ga [A] je op en neer, [E] op en neer, [A] op en neer.
[E] Zo ga [A] je op en neer [B] en blijft je mond [E] gezond.
[A] Poetsen, [D] poetsen, poetsen.
[E] Poetsen, [A] poetsen, poetsen.
Poetsen, [D] poetsen, poetsen.
[E] Twee keer op [A] een dag.
Wat kun jij goed poetsen zeg.
[E] We gaan snel [A] weer verder.
[E] Nu ga [A] je heen en weer, heen en weer, heen en weer.
[E] Nu ga [A] je heen en [B] weer door je [E] hele mond.
Zo ga [A] je heen en [E] weer, heen en weer, [A] heen en weer.
[E] Zo ga [A] je heen en [B] weer en blijft je [E] mond gezond.
[A] Poetsen, [D] poetsen, [E] poetsen.
Poetsen, [A] poetsen, poetsen.
Poetsen, [D] poetsen, [E] poetsen.
Twee keer [A] op een dag.
Heel goed.
Nu gaan we verder [E] met de achterkant van je [A] tanden.
[E] Denk goed [A] aan de [E] achterkant, [A] achterkant, [E] achterkant.
Poets ook [A] goed de [B] achterkant en houd je [E] tanden wit.
Zijn je kiezen [A] ook goed schoon, heel goed schoon, wit en schoon.
Poets ook al je kiezen goed [B] voor een [E] schoon gebied.
[A] Poetsen, [D] poetsen, [E] poetsen.
Poetsen, [A] poetsen, poetsen.
Poetsen, [D] poetsen, [E] poetsen.
Twee keer op een [A] dag.
Poetsen, [D] poetsen, [E] poetsen.
Poetsen, [A] poetsen, poetsen.
Poetsen, [D] poetsen, [E] poetsen.
[D] Twee [C#m] keer [E] op [A] een dag.
Kijk maar goed wat Jokie [D] doet.
[E] En doe hem maar na.
[A]
Poetsen, [D] poetsen, poetsen.
[E] Poetsen, [A] poetsen, poetsen.
Poetsen, [D] poetsen, poetsen.
[E] Twee keer op [A] een dag.
[E] Eerst ga [A] je op en [E] neer, op en neer, [A] op en neer.
[E] Eerst ga [A] je op en neer [B] door je hele [E] mond.
Zo ga [A] je op en neer, [E] op en neer, [A] op en neer.
[E] Zo ga [A] je op en neer [B] en blijft je mond [E] gezond.
[A] Poetsen, [D] poetsen, poetsen.
[E] Poetsen, [A] poetsen, poetsen.
Poetsen, [D] poetsen, poetsen.
[E] Twee keer op [A] een dag.
Wat kun jij goed poetsen zeg.
[E] We gaan snel [A] weer verder.
[E] Nu ga [A] je heen en weer, heen en weer, heen en weer.
[E] Nu ga [A] je heen en [B] weer door je [E] hele mond.
Zo ga [A] je heen en [E] weer, heen en weer, [A] heen en weer.
[E] Zo ga [A] je heen en [B] weer en blijft je [E] mond gezond.
[A] Poetsen, [D] poetsen, [E] poetsen.
Poetsen, [A] poetsen, poetsen.
Poetsen, [D] poetsen, [E] poetsen.
Twee keer [A] op een dag.
Heel goed.
Nu gaan we verder [E] met de achterkant van je [A] tanden.
[E] Denk goed [A] aan de [E] achterkant, [A] achterkant, [E] achterkant.
Poets ook [A] goed de [B] achterkant en houd je [E] tanden wit.
Zijn je kiezen [A] ook goed schoon, heel goed schoon, wit en schoon.
Poets ook al je kiezen goed [B] voor een [E] schoon gebied.
[A] Poetsen, [D] poetsen, [E] poetsen.
Poetsen, [A] poetsen, poetsen.
Poetsen, [D] poetsen, [E] poetsen.
Twee keer op een [A] dag.
Poetsen, [D] poetsen, [E] poetsen.
Poetsen, [A] poetsen, poetsen.
Poetsen, [D] poetsen, [E] poetsen.
[D] Twee [C#m] keer [E] op [A] een dag.
Key:
E
A
D
B
C#m
E
A
D
_ [D] Pak je [E] tandenborstel en je [A] tandpasta.
Kijk maar goed wat Jokie [D] doet.
[E] En doe hem maar na.
[A] _ _
Poetsen, [D] poetsen, poetsen.
[E] Poetsen, [A] poetsen, poetsen.
Poetsen, [D] poetsen, poetsen.
[E] Twee keer op [A] een dag.
[E] Eerst ga [A] je op en [E] neer, op en neer, [A] op en neer.
[E] Eerst ga [A] je op en neer [B] door je hele [E] mond.
Zo ga [A] je op en neer, [E] op en neer, [A] op en neer.
[E] Zo ga [A] je op en neer [B] en blijft je mond [E] gezond.
[A] Poetsen, [D] poetsen, poetsen.
[E] Poetsen, [A] poetsen, poetsen.
Poetsen, [D] poetsen, poetsen.
[E] Twee keer op [A] een dag.
Wat kun jij goed poetsen zeg.
[E] We gaan snel [A] weer verder. _
[E] Nu ga [A] je heen en weer, heen en weer, heen en weer.
[E] Nu ga [A] je heen en [B] weer door je [E] hele mond.
Zo ga [A] je heen en [E] weer, heen en weer, [A] heen en weer.
[E] Zo ga [A] je heen en [B] weer en blijft je [E] mond gezond.
[A] Poetsen, [D] poetsen, [E] poetsen.
Poetsen, [A] poetsen, poetsen.
Poetsen, [D] poetsen, [E] poetsen.
Twee keer [A] op een dag.
Heel goed.
Nu gaan we verder [E] met de achterkant van je [A] tanden. _
[E] Denk goed [A] aan de [E] achterkant, [A] achterkant, [E] achterkant.
Poets ook [A] goed de [B] achterkant en houd je [E] tanden wit.
Zijn je kiezen [A] ook goed schoon, heel goed schoon, wit en schoon.
Poets ook al je kiezen goed [B] voor een [E] schoon gebied.
[A] Poetsen, [D] poetsen, [E] poetsen.
Poetsen, [A] poetsen, poetsen.
Poetsen, [D] poetsen, [E] poetsen.
Twee keer op een [A] dag.
Poetsen, [D] poetsen, [E] poetsen.
Poetsen, [A] poetsen, poetsen.
Poetsen, [D] poetsen, [E] poetsen.
[D] Twee [C#m] keer _ [E] op [A] een dag. _ _
Kijk maar goed wat Jokie [D] doet.
[E] En doe hem maar na.
[A] _ _
Poetsen, [D] poetsen, poetsen.
[E] Poetsen, [A] poetsen, poetsen.
Poetsen, [D] poetsen, poetsen.
[E] Twee keer op [A] een dag.
[E] Eerst ga [A] je op en [E] neer, op en neer, [A] op en neer.
[E] Eerst ga [A] je op en neer [B] door je hele [E] mond.
Zo ga [A] je op en neer, [E] op en neer, [A] op en neer.
[E] Zo ga [A] je op en neer [B] en blijft je mond [E] gezond.
[A] Poetsen, [D] poetsen, poetsen.
[E] Poetsen, [A] poetsen, poetsen.
Poetsen, [D] poetsen, poetsen.
[E] Twee keer op [A] een dag.
Wat kun jij goed poetsen zeg.
[E] We gaan snel [A] weer verder. _
[E] Nu ga [A] je heen en weer, heen en weer, heen en weer.
[E] Nu ga [A] je heen en [B] weer door je [E] hele mond.
Zo ga [A] je heen en [E] weer, heen en weer, [A] heen en weer.
[E] Zo ga [A] je heen en [B] weer en blijft je [E] mond gezond.
[A] Poetsen, [D] poetsen, [E] poetsen.
Poetsen, [A] poetsen, poetsen.
Poetsen, [D] poetsen, [E] poetsen.
Twee keer [A] op een dag.
Heel goed.
Nu gaan we verder [E] met de achterkant van je [A] tanden. _
[E] Denk goed [A] aan de [E] achterkant, [A] achterkant, [E] achterkant.
Poets ook [A] goed de [B] achterkant en houd je [E] tanden wit.
Zijn je kiezen [A] ook goed schoon, heel goed schoon, wit en schoon.
Poets ook al je kiezen goed [B] voor een [E] schoon gebied.
[A] Poetsen, [D] poetsen, [E] poetsen.
Poetsen, [A] poetsen, poetsen.
Poetsen, [D] poetsen, [E] poetsen.
Twee keer op een [A] dag.
Poetsen, [D] poetsen, [E] poetsen.
Poetsen, [A] poetsen, poetsen.
Poetsen, [D] poetsen, [E] poetsen.
[D] Twee [C#m] keer _ [E] op [A] een dag. _ _