Chords for Te Kaapren Varen - Jongens van Jan de Witt
Tempo:
120 bpm
Chords used:
Em
B
G
Am
D
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[B] [Em] [D] [B]
[Em]
Allen die willen te kaperen, varen [Am] naar de [Em]
Alstertsei, goud uit.
Verme jongens, toeren, knapen, gaan aan boord en zingen [G] luid.
Jan Piet Joris en [B] Corné, die hebben waarde, die [G] hebben waarde.
Jan Piet Joris en Corné, [B] die hebben waarde, zij [Em] varen mee.
Los het anker, hijs de zeilen, Holland, Florido, Twintelau.
Toppie D en Speyserijen, [Am] de Zee, [Em] die loont zij [G] een vrouw.
Jan Piet Joris en Corné, [B] hijsende zeilen, [G] hijsende zeilen.
Jan Piet Joris en [B] Corné, hijsende zeilen, zij [Em] kiezen thee.
De storm die roeit, de masten kraken, [Am] golven [Em] zo hoog als een huis glaneer.
Op het dek op een zeeman die staat te braken, hij neemt nog een slok, maar niet [G] van het weer.
Jan Piet Joris en [B] Corné, golven en stormen, stormen en [G] golven.
Jan Piet Joris en [B] Corné, golven en stormen, [Em] hoezee, hoezee.
Hoezee!
En ze zingen
Hee, ho, hee, [D] ho, [Em] hee, ho, hee, ho, [D] hee, ho, [Em]
hee, ho, hee, ho, hee, ho. Hee!
Zeven maanden op de baren, scheurpark in Gollendaag.
De stuurman roept we gaan het klagen, loont in zich [G] Patavia.
Jan Piet Joris en Corné, [B] vieren het anker, vieren [Em] het [G] anker.
Jan Piet Joris en [B] Corné, vieren het anker, het [Em] schip staat bree.
[Am] Op de [Em] Wal daar kun je [Am] zuipen, in [Em] je neven branden wijn.
Met nog partij dan aardehoeren [Am] en [Em] kateren, druiperen en [G] dintere pijn.
Jan Piet Joris en Corné, [B] hijsen en zuipen, [G] zuipen en hijsen.
Jan Piet Joris en [B] Corné, hijsen en zuipen, dan [Em] terug naar zee.
IJzeren kerels, houten wolken, [Am] [Em] dobberens op de oceaan.
[Am] Ben je [Em] een kerel, heb je klote [Am] tijd, dan op [Em] de Wal niet [G] staan.
Jan Piet Joris en [B] Corné, die hebben klote, [Em] die hebben [G] klote.
Jan Piet Joris en [B] Corné, die hebben klote, zij [Em] varen mee.
Mensen zingen!
[E]
[Em] Jeho!
Jeho!
[D] [G] Jeho!
[B] Jeho!
[Em] Jeho!
Jeho!
Jeho!
Jeho!
[N]
[Em]
Allen die willen te kaperen, varen [Am] naar de [Em]
Alstertsei, goud uit.
Verme jongens, toeren, knapen, gaan aan boord en zingen [G] luid.
Jan Piet Joris en [B] Corné, die hebben waarde, die [G] hebben waarde.
Jan Piet Joris en Corné, [B] die hebben waarde, zij [Em] varen mee.
Los het anker, hijs de zeilen, Holland, Florido, Twintelau.
Toppie D en Speyserijen, [Am] de Zee, [Em] die loont zij [G] een vrouw.
Jan Piet Joris en Corné, [B] hijsende zeilen, [G] hijsende zeilen.
Jan Piet Joris en [B] Corné, hijsende zeilen, zij [Em] kiezen thee.
De storm die roeit, de masten kraken, [Am] golven [Em] zo hoog als een huis glaneer.
Op het dek op een zeeman die staat te braken, hij neemt nog een slok, maar niet [G] van het weer.
Jan Piet Joris en [B] Corné, golven en stormen, stormen en [G] golven.
Jan Piet Joris en [B] Corné, golven en stormen, [Em] hoezee, hoezee.
Hoezee!
En ze zingen
Hee, ho, hee, [D] ho, [Em] hee, ho, hee, ho, [D] hee, ho, [Em]
hee, ho, hee, ho, hee, ho. Hee!
Zeven maanden op de baren, scheurpark in Gollendaag.
De stuurman roept we gaan het klagen, loont in zich [G] Patavia.
Jan Piet Joris en Corné, [B] vieren het anker, vieren [Em] het [G] anker.
Jan Piet Joris en [B] Corné, vieren het anker, het [Em] schip staat bree.
[Am] Op de [Em] Wal daar kun je [Am] zuipen, in [Em] je neven branden wijn.
Met nog partij dan aardehoeren [Am] en [Em] kateren, druiperen en [G] dintere pijn.
Jan Piet Joris en Corné, [B] hijsen en zuipen, [G] zuipen en hijsen.
Jan Piet Joris en [B] Corné, hijsen en zuipen, dan [Em] terug naar zee.
IJzeren kerels, houten wolken, [Am] [Em] dobberens op de oceaan.
[Am] Ben je [Em] een kerel, heb je klote [Am] tijd, dan op [Em] de Wal niet [G] staan.
Jan Piet Joris en [B] Corné, die hebben klote, [Em] die hebben [G] klote.
Jan Piet Joris en [B] Corné, die hebben klote, zij [Em] varen mee.
Mensen zingen!
[E]
[Em] Jeho!
Jeho!
[D] [G] Jeho!
[B] Jeho!
[Em] Jeho!
Jeho!
Jeho!
Jeho!
[N]
Key:
Em
B
G
Am
D
Em
B
G
_ _ _ [B] _ [Em] _ _ [D] _ [B] _
[Em] _ _ _ _ _ _ _ _
_ Allen die willen te kaperen, varen [Am] naar de [Em]
Alstertsei, goud uit.
Verme jongens, toeren, knapen, gaan aan boord en zingen [G] luid.
Jan Piet Joris en [B] Corné, die hebben waarde, die [G] hebben waarde.
Jan Piet Joris en Corné, [B] die hebben waarde, zij [Em] varen mee. _ _ _ _ _
_ Los het anker, hijs de zeilen, Holland, Florido, Twintelau.
Toppie D en Speyserijen, [Am] de Zee, [Em] die loont zij [G] een vrouw.
Jan Piet Joris en Corné, [B] hijsende zeilen, [G] hijsende zeilen.
Jan Piet Joris en [B] Corné, hijsende zeilen, zij [Em] kiezen thee. _ _ _ _ _
_ De storm die roeit, de masten kraken, [Am] golven [Em] zo hoog als een huis glaneer.
Op het dek op een zeeman die staat te braken, hij neemt nog een slok, maar niet [G] van het weer.
Jan Piet Joris en [B] Corné, golven en stormen, stormen en [G] golven.
Jan Piet Joris en [B] Corné, golven en stormen, [Em] hoezee, hoezee.
_ Hoezee!
En ze zingen_
Hee, ho, hee, [D] ho, [Em] hee, ho, hee, ho, [D] hee, ho, [Em] _ _ _
_ hee, ho, hee, ho, hee, ho. Hee!
_ _ Zeven maanden op de baren, scheurpark in Gollendaag.
De stuurman roept we gaan het klagen, loont in zich [G] Patavia.
Jan Piet Joris en Corné, [B] vieren het anker, vieren [Em] het [G] anker.
Jan Piet Joris en [B] Corné, vieren het anker, het [Em] schip staat bree.
_ _ _ _ _ _ [Am] Op de [Em] Wal daar kun je [Am] zuipen, in [Em] je neven branden wijn.
Met nog partij dan aardehoeren [Am] en [Em] kateren, druiperen en [G] dintere pijn.
Jan Piet Joris en Corné, [B] hijsen en zuipen, [G] zuipen en hijsen.
Jan Piet Joris en [B] Corné, hijsen en zuipen, dan [Em] terug naar zee.
_ _ _ _ _ _ _
IJzeren kerels, houten wolken, [Am] [Em] dobberens op de oceaan.
[Am] Ben je [Em] een kerel, heb je klote [Am] tijd, dan op [Em] de Wal niet [G] staan.
Jan Piet Joris en [B] Corné, die hebben klote, [Em] die hebben [G] klote.
Jan Piet Joris en [B] Corné, die hebben klote, zij [Em] varen mee.
_ _ _ _ Mensen zingen!
[E]
[Em] Jeho!
Jeho!
[D] [G] Jeho!
_ [B] Jeho!
[Em] Jeho!
_ _ _ Jeho! _
Jeho!
_ Jeho! _ _ _
_ _ _ _ _ _ [N] _ _
[Em] _ _ _ _ _ _ _ _
_ Allen die willen te kaperen, varen [Am] naar de [Em]
Alstertsei, goud uit.
Verme jongens, toeren, knapen, gaan aan boord en zingen [G] luid.
Jan Piet Joris en [B] Corné, die hebben waarde, die [G] hebben waarde.
Jan Piet Joris en Corné, [B] die hebben waarde, zij [Em] varen mee. _ _ _ _ _
_ Los het anker, hijs de zeilen, Holland, Florido, Twintelau.
Toppie D en Speyserijen, [Am] de Zee, [Em] die loont zij [G] een vrouw.
Jan Piet Joris en Corné, [B] hijsende zeilen, [G] hijsende zeilen.
Jan Piet Joris en [B] Corné, hijsende zeilen, zij [Em] kiezen thee. _ _ _ _ _
_ De storm die roeit, de masten kraken, [Am] golven [Em] zo hoog als een huis glaneer.
Op het dek op een zeeman die staat te braken, hij neemt nog een slok, maar niet [G] van het weer.
Jan Piet Joris en [B] Corné, golven en stormen, stormen en [G] golven.
Jan Piet Joris en [B] Corné, golven en stormen, [Em] hoezee, hoezee.
_ Hoezee!
En ze zingen_
Hee, ho, hee, [D] ho, [Em] hee, ho, hee, ho, [D] hee, ho, [Em] _ _ _
_ hee, ho, hee, ho, hee, ho. Hee!
_ _ Zeven maanden op de baren, scheurpark in Gollendaag.
De stuurman roept we gaan het klagen, loont in zich [G] Patavia.
Jan Piet Joris en Corné, [B] vieren het anker, vieren [Em] het [G] anker.
Jan Piet Joris en [B] Corné, vieren het anker, het [Em] schip staat bree.
_ _ _ _ _ _ [Am] Op de [Em] Wal daar kun je [Am] zuipen, in [Em] je neven branden wijn.
Met nog partij dan aardehoeren [Am] en [Em] kateren, druiperen en [G] dintere pijn.
Jan Piet Joris en Corné, [B] hijsen en zuipen, [G] zuipen en hijsen.
Jan Piet Joris en [B] Corné, hijsen en zuipen, dan [Em] terug naar zee.
_ _ _ _ _ _ _
IJzeren kerels, houten wolken, [Am] [Em] dobberens op de oceaan.
[Am] Ben je [Em] een kerel, heb je klote [Am] tijd, dan op [Em] de Wal niet [G] staan.
Jan Piet Joris en [B] Corné, die hebben klote, [Em] die hebben [G] klote.
Jan Piet Joris en [B] Corné, die hebben klote, zij [Em] varen mee.
_ _ _ _ Mensen zingen!
[E]
[Em] Jeho!
Jeho!
[D] [G] Jeho!
_ [B] Jeho!
[Em] Jeho!
_ _ _ Jeho! _
Jeho!
_ Jeho! _ _ _
_ _ _ _ _ _ [N] _ _