Chords for The Four Tak - Waarom Moet Ik Nu Lijden
Tempo:
83.2 bpm
Chords used:
Bb
Eb
F
C
Ab
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[Ab]
[Bb] [D] [Eb]
Dit [Cm] is het verhaal [Bb] van een jongeman, die vele jaren [Eb] onschuldig in de gevangenis heeft toegebracht.
En door de kortzichtigheid [Bb] van veel mensen, alles verloor wat hem [Eb] zo dierbaar was.
Waarom moet ik [Ab] nu lijden voor [Bb] iets wat een [Eb] ander heeft gedaan?
Waarom [Ab] wil men niet geloven [Bb] dat ik niets heb [Eb] misdaan?
Het was die [Bb] avond, stil op straat.
In een steeg, [Eb] achter een poort, lag een meisje.
Ik knielde bij haar neer [Bb] om te helpen.
Plotseling [Fm] greep een voorbijgaande [Eb] agent me in mijn kraag.
Meteen werd ik [Bb] meegenomen naar het bureau als verdachte.
[Bb] [Ab] Duizenden vragen werden [Eb] mij gesteld.
Hoe onschuldig ik ook was, niemand geloofde mij.
[Bb] Het bloed dat aan mijn hand kleefde, [Eb] was voor hen het bewijs.
Waarom moet [Ab] ik nu lijden [Bb] voor iets wat een ander [Eb] heeft gedaan?
Waarom wil men [Ab] niet geloven [Bb] dat ik niets heb [Eb] misdaan?
[C]
[F] Maar ook mijn [C] meisje liet mij in de steek.
Slechts [A] eenmaal kwam ze naar [F] me toe om haar goed [Am] afscheid te nemen.
Ze gaf me de ring die ik haar [C] had gegeven.
Ik kreeg voor het laatst [F] nog een zoek.
Waarom [Bb] moet ik nu lijden [C] voor iets wat een ander [F] heeft gedaan?
Waarom wil [Bb] men niet geloven [C] dat ik niets heb [F] [F] misdaan?
Waarom [Bb] moet ik nu lijden voor iets [C] wat een [F] ander heeft gedaan?
Waarom [Bb] wil men niet geloven
[C] dat ik niets heb [F] misdaan?
[Bb] [D] [Eb]
Dit [Cm] is het verhaal [Bb] van een jongeman, die vele jaren [Eb] onschuldig in de gevangenis heeft toegebracht.
En door de kortzichtigheid [Bb] van veel mensen, alles verloor wat hem [Eb] zo dierbaar was.
Waarom moet ik [Ab] nu lijden voor [Bb] iets wat een [Eb] ander heeft gedaan?
Waarom [Ab] wil men niet geloven [Bb] dat ik niets heb [Eb] misdaan?
Het was die [Bb] avond, stil op straat.
In een steeg, [Eb] achter een poort, lag een meisje.
Ik knielde bij haar neer [Bb] om te helpen.
Plotseling [Fm] greep een voorbijgaande [Eb] agent me in mijn kraag.
Meteen werd ik [Bb] meegenomen naar het bureau als verdachte.
[Bb] [Ab] Duizenden vragen werden [Eb] mij gesteld.
Hoe onschuldig ik ook was, niemand geloofde mij.
[Bb] Het bloed dat aan mijn hand kleefde, [Eb] was voor hen het bewijs.
Waarom moet [Ab] ik nu lijden [Bb] voor iets wat een ander [Eb] heeft gedaan?
Waarom wil men [Ab] niet geloven [Bb] dat ik niets heb [Eb] misdaan?
[C]
[F] Maar ook mijn [C] meisje liet mij in de steek.
Slechts [A] eenmaal kwam ze naar [F] me toe om haar goed [Am] afscheid te nemen.
Ze gaf me de ring die ik haar [C] had gegeven.
Ik kreeg voor het laatst [F] nog een zoek.
Waarom [Bb] moet ik nu lijden [C] voor iets wat een ander [F] heeft gedaan?
Waarom wil [Bb] men niet geloven [C] dat ik niets heb [F] [F] misdaan?
Waarom [Bb] moet ik nu lijden voor iets [C] wat een [F] ander heeft gedaan?
Waarom [Bb] wil men niet geloven
[C] dat ik niets heb [F] misdaan?
Key:
Bb
Eb
F
C
Ab
Bb
Eb
F
_ _ _ _ _ [Ab] _ _ _
_ [Bb] _ _ _ [D] _ [Eb] _ _ _
_ _ Dit [Cm] is het verhaal [Bb] van een jongeman, _ _ die vele jaren [Eb] onschuldig in de gevangenis heeft toegebracht.
_ En door de kortzichtigheid [Bb] van veel mensen, _ _ alles verloor wat hem [Eb] zo dierbaar was. _ _
_ Waarom moet ik [Ab] nu lijden voor [Bb] iets wat een [Eb] ander heeft gedaan? _ _
_ Waarom [Ab] wil men niet geloven [Bb] dat ik niets heb [Eb] _ misdaan? _
_ Het was die [Bb] avond, stil op straat. _ _
In een steeg, [Eb] achter een poort, lag een meisje.
Ik knielde bij haar neer [Bb] om te helpen. _ _
Plotseling [Fm] greep een voorbijgaande [Eb] agent me in mijn kraag. _
_ Meteen werd ik [Bb] meegenomen naar het bureau als verdachte.
[Bb] _ [Ab] Duizenden vragen werden [Eb] mij gesteld. _ _ _
Hoe onschuldig ik ook was, niemand geloofde mij. _
[Bb] Het bloed dat aan mijn hand kleefde, [Eb] was voor hen het bewijs. _
Waarom moet [Ab] ik nu lijden _ [Bb] voor iets wat een ander [Eb] heeft gedaan? _ _
_ Waarom wil men [Ab] niet geloven _ [Bb] dat ik niets heb [Eb] misdaan?
_ [C] _
[F] Maar ook mijn [C] meisje liet mij in de steek. _ _
Slechts [A] eenmaal kwam ze naar [F] me toe om haar goed [Am] afscheid te nemen.
Ze gaf me de ring die ik haar [C] had gegeven. _
Ik kreeg voor het laatst [F] nog een zoek. _ _
_ _ Waarom [Bb] moet ik nu lijden [C] voor iets wat een ander [F] heeft gedaan? _ _
_ Waarom wil [Bb] men niet geloven [C] dat ik niets heb [F] _ [F] misdaan? _
_ Waarom [Bb] moet ik nu lijden voor iets [C] wat een [F] ander heeft gedaan? _ _
Waarom _ [Bb] wil men niet geloven _
[C] dat ik niets heb [F] misdaan? _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ [Bb] _ _ _ [D] _ [Eb] _ _ _
_ _ Dit [Cm] is het verhaal [Bb] van een jongeman, _ _ die vele jaren [Eb] onschuldig in de gevangenis heeft toegebracht.
_ En door de kortzichtigheid [Bb] van veel mensen, _ _ alles verloor wat hem [Eb] zo dierbaar was. _ _
_ Waarom moet ik [Ab] nu lijden voor [Bb] iets wat een [Eb] ander heeft gedaan? _ _
_ Waarom [Ab] wil men niet geloven [Bb] dat ik niets heb [Eb] _ misdaan? _
_ Het was die [Bb] avond, stil op straat. _ _
In een steeg, [Eb] achter een poort, lag een meisje.
Ik knielde bij haar neer [Bb] om te helpen. _ _
Plotseling [Fm] greep een voorbijgaande [Eb] agent me in mijn kraag. _
_ Meteen werd ik [Bb] meegenomen naar het bureau als verdachte.
[Bb] _ [Ab] Duizenden vragen werden [Eb] mij gesteld. _ _ _
Hoe onschuldig ik ook was, niemand geloofde mij. _
[Bb] Het bloed dat aan mijn hand kleefde, [Eb] was voor hen het bewijs. _
Waarom moet [Ab] ik nu lijden _ [Bb] voor iets wat een ander [Eb] heeft gedaan? _ _
_ Waarom wil men [Ab] niet geloven _ [Bb] dat ik niets heb [Eb] misdaan?
_ [C] _
[F] Maar ook mijn [C] meisje liet mij in de steek. _ _
Slechts [A] eenmaal kwam ze naar [F] me toe om haar goed [Am] afscheid te nemen.
Ze gaf me de ring die ik haar [C] had gegeven. _
Ik kreeg voor het laatst [F] nog een zoek. _ _
_ _ Waarom [Bb] moet ik nu lijden [C] voor iets wat een ander [F] heeft gedaan? _ _
_ Waarom wil [Bb] men niet geloven [C] dat ik niets heb [F] _ [F] misdaan? _
_ Waarom [Bb] moet ik nu lijden voor iets [C] wat een [F] ander heeft gedaan? _ _
Waarom _ [Bb] wil men niet geloven _
[C] dat ik niets heb [F] misdaan? _ _
_ _ _ _ _ _ _ _