Chords for Tino Martin - Samen zijn / Jij liet me vallen (Live in de Ziggo Dome)

Ik wil u even voorstellen aan mijn grote vriend en vaste producer Justin Piepelebos.
Hij is verantwoordelijk [C] voor [Em] eigenlijk bijna al [F] mijn liedjes.
Ja, [G] ja, ja, ja, ja.
[Em] [Am] Doe wat je wil, jij liet me vallen.
[Dm] Gevierde man, noem het maar op.
[G] _ [C] Hallo!
[Cm] _ _ [Dm] [F] Het leek mij mooi [G] om een liedje samen te [F] zingen.
[C] _
[Dm] Met al die ellende om ons heen en [C] alle nare dingen, de aanslagen.
[F] _ [C] Volgens mij is het gewoon [Dm] heel verstandig om samen te blijven.
Samen komen we overal [G] overheen.
Samen [F] sta je sterk.
[G] Samen zijn. _
[C] Vriendje, mag ik even met je praten?
Want het verwacht wat er middels tegen gebeurt.
[E] Heb [F] jij dat ook?
Het gevoel van angst dat je me bekruipt.
[C] Als je alleen bent. _
[Em] Want [G] het is alsof [Am] de dagen zonder jou [B] zo [Am] hoog en bijna leeg [Dm] zijn.
_ [A] _ [Dm] Heb [G] jij dat ook?
Het gevoel van onrust dat je me kruipt.
Als het niet voor altijd door kan [Em] blijven [Am] gaan.
[Dm] Die twijfel zal voor ons [C] blijven bestaan.
[F] Kom op, met z'n allen.
_ [G] _ [C] _
Samen zijn [C] is samen lachen.
Leven voor dicht door [F] dicht bij elkaar te zijn.
_ [Dm] _ Samen zijn is sterker dan de sterkste storm.
Gekleurder dan het grauwe om [G] je heen.
[F]
[Em] Want samen zijn, [B] ja met z'n [Am] twee.
Dat [Dm] wil [F] toch [C] iedereen.
[F] Doe het nog een keer.
Meiden, zingen jullie mee?
[C]
Samen zijn [C] is samen lachen.
Samen huilen.
Leven door dicht bij [F] elkaar te zijn.
[C] _ [Dm] _ Samen zijn is sterker [F] dan de sterkste [Dm] storm.
[C] Gekleurder dan het [G] grauwe om je heen.
[Em] Want samen [B] zijn, ja met z'n [Am] twee.
_ [Dm] [D] Dat wil [G] toch iedereen.
_ _ _ [C] _ _
[F] Wow, [C] was dat mooi zeg.
Dank jullie wel.
[F] _ [C] _
Ik zag je daar [G] lopen.
Jij was alleen.
[Gm] Jouw trots was niet meer [Dm] je ding.
Mijn mondpil opend, [G] het voelde [Gm] meteen.
[Dm] Omdat ik niet [G] goed met [C] je ging.
Hoe gaat het?
[F]
[C] Jij was altijd degene [Em] die zoden en prompten.
[E] Alles liet zien [F] wat je [Am] had.
[Dm] Al het geluk [A] van je slalomte.
[Dm] Dat heb jij achteraf verkeerd [C] ingeschaald.
_ Jij liep me vallen, zat in de buurt.
Waar het slecht bij me ging, [Dm] daar zat je niet bij.
[G] Zonder berinken of gelozen, zo uitgekierd.
Zijn die woorden [C] dat je meer aan het voeten [F] moest.
[C] Jij liep me vallen, [G] wou meer van het leven.
Maar [C] zie ik, [F] je maakte me [D] boos.
[C] Dat je niet voor mij [A] koos.
Want [Dm] ik dacht dat [C] het heel anders zou [D] gaan.
[C] _ Ziegoedie.
[D] _ [C] _
Om jou te vragen [G] hoe het nu gaat.
Hoe gaat het hier?
[C] Ik weet dat het me toch [Dm] pijn zal doen.
[F] Ik moet je laten.
Hé, [G] wat doet het nergens?
Hoe gaat het?
Gisteravond nog op tv samen?
[C] [F] Jij [C] was altijd degene [G] die zoden en prompten.
[C] [E] Schoonheid is wat [F] je verzag. _
[Dm] Het [A] geluk waar jij staat lompen.
[Dm] Heb jij [F] achteraf, en jongens gaat hij goed, verkeerd in geschap.
_ [C] Jij liep me vallen, [G] zat in de bureen.
[C] Waar het slecht bij me ging.
[Dm] _ Zonder berinken of [G] gelozen, zo uitgekierd.
Zijn die woorden [C] dat je meer aan het voeten [F] moest.
[C] Jij liep me vallen, [G] gauw meer van een leeft.
[C] Zie ik je daar [F] is laat.
Maakte me [Fm] boos, [C] dat je niet voor mij [A] koos.
[Dm] Ik dacht dat het heel anders [F] zou gaan.
_ [G] _ [D] _ _ _ _
_ _ [Em] _ [G] Jij [A] _ _ _
_ _ [D] _ [G] [D] liep me vallen, zat in de bureen.
Waar het slecht bij me ging.
[Em] Daar zat je niet mee.
[A] Zonder berinken of gelozen, zo uitgekierd.
[G] Zijn die woorden [D] dat je meer aan het voeten [G] moest.
[D] Jij liep me vallen, gauw meer van een leeft.
Zie ik je [G] daar is laat.
Maakte me [Gm] boos, [D] dat je niet voor mij [B] koos.
[Em] Ik dacht dat het [B] heel anders _ [D] zou gaan.
[G] _ [D] _ [G] _ [D] _ _ _ _ _ _