TOPPOP: Vader Abraham - Smurfenbier Chords
Tempo:
85.45 bpm
Chords used:
C
F
G
Am
D
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
La la la [C] la la la la la la la la
En nu komt het eerste couplet.
In [G] Smurfenland is een [C] brouwerij.
Daar kouwen ze [F] bier van.
[C] Het is niet [G] zoet en het is niet [F] zeur.
Het waard naar [C] bier en het is niet duur.
Smurfen [G] zijn haast [C] overal.
Dus ook [F] van het
[C] En is er een [G] bruiloft in de [F] stad.
Dan hebben ze [C] Smurfenbier gehad.
Bier, [F] bier, Smurfenbier.
Je wordt niet [G] dronken, maar [C] je hebt plezier.
Bier, [F] bier, [C] Smurfenbier.
Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
Het tweede is Smurf Smurf het Bed.
Kom je ze tegen [G] op de straat.
[C] Smurf dan
[F] [C] Want ze zijn [G] zeer muzikaal.
[F] Het spreekt dan ook [C] de Smurfentaal.
Ze dansen op [G] het [C] linkerbein.
Het [F] rechterstadsmurf nergens [C] heen.
Kijk waar je loopt, [G] want ze zijn maar [F] klein.
Anders zullen [C] wij geen Smurfen zijn.
Bier, [F] bier, Smurfenbier.
Je wordt niet [G] dronken, maar je [C] hebt plezier.
Bier, bier, Smurfenbier.
Je wordt niet [G] dronken, maar je [C] hebt plezier.
[Am] [C] Zet je zorgen [G] aan de kant.
Net als bij ons in Smurfenland.
We maken plezier de hele [F] nacht.
De problemen zijn [C] voor dries van acht.
Die lost die samen [G] op met [C] Hans.
Wij doen ondertussen de Smurfendans.
Goed gesmurfd [G] en toch niet nat.
[F] Wij hebben het niet [C] nat.
Bier, bier, [F] Smurfenbier.
Je wordt niet dronken, maar je hebt [C] plezier.
Bier, bier, Smurfenbier.
Je wordt niet dronken, [G] maar je hebt [C] plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier.
Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
[C] Ben je alweer verkeerd aan het Smurfen?
Nou, ze.
Ja, maar ik hoor het [G] toch.
[C] Ja, ze.
Bier, [F] bier, Smurfenbier.
Je wordt niet dronken, maar je [C] hebt plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier.
Je wordt niet dronken, [G] [C] maar je hebt plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier.
Je wordt niet dronken, maar je [C] hebt plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier.
Je wordt niet [G] dronken, maar [C] je hebt plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier.
Je wordt niet dronken, maar [C] je hebt plezier.
[F] Bier, bier, Smurfenbier.
Je wordt niet [G] dronken, maar [C] je hebt plezier.
Bier, [F] bier, [C] Smurfenbier.
Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
[F] Bier, bier, Smurfenbier.
Je wordt niet [C] dronken, maar je hebt plezier.
Bier, bier, Smurfenbier.
[D] Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
[C] [F] [N]
En nu komt het eerste couplet.
In [G] Smurfenland is een [C] brouwerij.
Daar kouwen ze [F] bier van.
[C] Het is niet [G] zoet en het is niet [F] zeur.
Het waard naar [C] bier en het is niet duur.
Smurfen [G] zijn haast [C] overal.
Dus ook [F] van het
[C] En is er een [G] bruiloft in de [F] stad.
Dan hebben ze [C] Smurfenbier gehad.
Bier, [F] bier, Smurfenbier.
Je wordt niet [G] dronken, maar [C] je hebt plezier.
Bier, [F] bier, [C] Smurfenbier.
Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
Het tweede is Smurf Smurf het Bed.
Kom je ze tegen [G] op de straat.
[C] Smurf dan
[F] [C] Want ze zijn [G] zeer muzikaal.
[F] Het spreekt dan ook [C] de Smurfentaal.
Ze dansen op [G] het [C] linkerbein.
Het [F] rechterstadsmurf nergens [C] heen.
Kijk waar je loopt, [G] want ze zijn maar [F] klein.
Anders zullen [C] wij geen Smurfen zijn.
Bier, [F] bier, Smurfenbier.
Je wordt niet [G] dronken, maar je [C] hebt plezier.
Bier, bier, Smurfenbier.
Je wordt niet [G] dronken, maar je [C] hebt plezier.
[Am] [C] Zet je zorgen [G] aan de kant.
Net als bij ons in Smurfenland.
We maken plezier de hele [F] nacht.
De problemen zijn [C] voor dries van acht.
Die lost die samen [G] op met [C] Hans.
Wij doen ondertussen de Smurfendans.
Goed gesmurfd [G] en toch niet nat.
[F] Wij hebben het niet [C] nat.
Bier, bier, [F] Smurfenbier.
Je wordt niet dronken, maar je hebt [C] plezier.
Bier, bier, Smurfenbier.
Je wordt niet dronken, [G] maar je hebt [C] plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier.
Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
[C] Ben je alweer verkeerd aan het Smurfen?
Nou, ze.
Ja, maar ik hoor het [G] toch.
[C] Ja, ze.
Bier, [F] bier, Smurfenbier.
Je wordt niet dronken, maar je [C] hebt plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier.
Je wordt niet dronken, [G] [C] maar je hebt plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier.
Je wordt niet dronken, maar je [C] hebt plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier.
Je wordt niet [G] dronken, maar [C] je hebt plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier.
Je wordt niet dronken, maar [C] je hebt plezier.
[F] Bier, bier, Smurfenbier.
Je wordt niet [G] dronken, maar [C] je hebt plezier.
Bier, [F] bier, [C] Smurfenbier.
Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
[F] Bier, bier, Smurfenbier.
Je wordt niet [C] dronken, maar je hebt plezier.
Bier, bier, Smurfenbier.
[D] Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
[C] [F] [N]
Key:
C
F
G
Am
D
C
F
G
La la _ la [C] la la la la la la la la _ _ _ _ _
En nu komt het eerste couplet.
In [G] Smurfenland is een [C] brouwerij.
Daar kouwen ze [F] bier van.
[C] Het is niet [G] zoet en het is niet [F] zeur.
Het waard naar [C] bier en het is niet duur.
Smurfen [G] zijn haast [C] overal.
Dus ook [F] van het_
[C] En is er een [G] bruiloft in de [F] stad.
Dan hebben ze [C] Smurfenbier gehad.
Bier, [F] bier, Smurfenbier.
Je wordt niet [G] dronken, maar [C] je hebt plezier.
Bier, [F] bier, [C] Smurfenbier.
Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
Het tweede is Smurf Smurf het Bed.
Kom je ze tegen [G] op de straat.
[C] Smurf dan_
[F] _ [C] Want ze zijn [G] zeer muzikaal.
[F] Het spreekt dan ook [C] de Smurfentaal.
Ze dansen op [G] het [C] linkerbein.
Het [F] rechterstadsmurf nergens [C] heen.
Kijk waar je loopt, [G] want ze zijn maar [F] klein.
Anders zullen [C] wij geen Smurfen zijn.
Bier, [F] bier, Smurfenbier.
Je wordt niet [G] dronken, maar je [C] hebt plezier.
Bier, bier, Smurfenbier.
Je wordt niet [G] dronken, maar je [C] hebt plezier.
_ [Am] _ [C] Zet je zorgen [G] aan de kant.
Net als bij ons in Smurfenland.
We maken plezier de hele [F] nacht.
De problemen zijn [C] voor dries van acht.
Die lost die samen [G] op met [C] Hans.
Wij doen ondertussen de Smurfendans.
Goed gesmurfd [G] en toch niet nat.
[F] Wij hebben het niet [C] nat.
_ Bier, bier, [F] Smurfenbier.
Je wordt niet dronken, maar je hebt [C] plezier.
Bier, bier, Smurfenbier.
Je wordt niet dronken, [G] maar je hebt [C] plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier.
Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
[C] Ben je alweer verkeerd aan het Smurfen?
Nou, ze.
Ja, maar ik hoor het [G] toch.
[C] Ja, ze.
Bier, [F] bier, Smurfenbier.
Je wordt niet dronken, maar je [C] hebt plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier.
Je wordt niet dronken, [G] [C] maar je hebt plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier.
Je wordt niet dronken, maar je [C] hebt plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier.
Je wordt niet [G] dronken, maar [C] je hebt plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier.
Je wordt niet dronken, maar [C] je hebt plezier.
[F] Bier, bier, Smurfenbier.
Je wordt niet [G] dronken, maar [C] je hebt plezier.
Bier, [F] bier, [C] Smurfenbier.
Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
[F] Bier, bier, Smurfenbier.
Je wordt niet [C] dronken, maar je hebt plezier.
Bier, bier, Smurfenbier.
[D] Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
_ [C] _ _ _ [F] _ _ [N] _
En nu komt het eerste couplet.
In [G] Smurfenland is een [C] brouwerij.
Daar kouwen ze [F] bier van.
[C] Het is niet [G] zoet en het is niet [F] zeur.
Het waard naar [C] bier en het is niet duur.
Smurfen [G] zijn haast [C] overal.
Dus ook [F] van het_
[C] En is er een [G] bruiloft in de [F] stad.
Dan hebben ze [C] Smurfenbier gehad.
Bier, [F] bier, Smurfenbier.
Je wordt niet [G] dronken, maar [C] je hebt plezier.
Bier, [F] bier, [C] Smurfenbier.
Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
Het tweede is Smurf Smurf het Bed.
Kom je ze tegen [G] op de straat.
[C] Smurf dan_
[F] _ [C] Want ze zijn [G] zeer muzikaal.
[F] Het spreekt dan ook [C] de Smurfentaal.
Ze dansen op [G] het [C] linkerbein.
Het [F] rechterstadsmurf nergens [C] heen.
Kijk waar je loopt, [G] want ze zijn maar [F] klein.
Anders zullen [C] wij geen Smurfen zijn.
Bier, [F] bier, Smurfenbier.
Je wordt niet [G] dronken, maar je [C] hebt plezier.
Bier, bier, Smurfenbier.
Je wordt niet [G] dronken, maar je [C] hebt plezier.
_ [Am] _ [C] Zet je zorgen [G] aan de kant.
Net als bij ons in Smurfenland.
We maken plezier de hele [F] nacht.
De problemen zijn [C] voor dries van acht.
Die lost die samen [G] op met [C] Hans.
Wij doen ondertussen de Smurfendans.
Goed gesmurfd [G] en toch niet nat.
[F] Wij hebben het niet [C] nat.
_ Bier, bier, [F] Smurfenbier.
Je wordt niet dronken, maar je hebt [C] plezier.
Bier, bier, Smurfenbier.
Je wordt niet dronken, [G] maar je hebt [C] plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier.
Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
[C] Ben je alweer verkeerd aan het Smurfen?
Nou, ze.
Ja, maar ik hoor het [G] toch.
[C] Ja, ze.
Bier, [F] bier, Smurfenbier.
Je wordt niet dronken, maar je [C] hebt plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier.
Je wordt niet dronken, [G] [C] maar je hebt plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier.
Je wordt niet dronken, maar je [C] hebt plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier.
Je wordt niet [G] dronken, maar [C] je hebt plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier.
Je wordt niet dronken, maar [C] je hebt plezier.
[F] Bier, bier, Smurfenbier.
Je wordt niet [G] dronken, maar [C] je hebt plezier.
Bier, [F] bier, [C] Smurfenbier.
Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
[F] Bier, bier, Smurfenbier.
Je wordt niet [C] dronken, maar je hebt plezier.
Bier, bier, Smurfenbier.
[D] Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
_ [C] _ _ _ [F] _ _ [N] _