Smurfenbier Chords by Vader Abraham
Tempo:
84.35 bpm
Chords used:
C
F
G
D
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[F] Lala, lalala, [C] lalalala, lala, [F] [C] lalala.
En nu komt het eerste couplet in.
In Smurfenland [G] is een brouwerij,
[C] Dan kouwen ze bier [F] van rijsterbrei.
[C] Het is niet zoet [G] en het is niet zuur,
[F] Het smaakt naar bier [C] en het is niet duur.
Smurfen zijn [G] haast overal,
[C] Dus oog op [F] het carnaval.
[C] En is er een [G] bruilocht in de stad,
[F] Dan hebben ze [C] Smurfenbier gehad.
Bier, bier, Smurfenbier,
[F] Je wordt niet dronken, maar je hebt [C] plezier.
Bier, bier, Smurfenbier,
Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
Het tweede Smurfen, Smurfen, Smurf.
Kom [G] je ze tegen op de straat,
[C] Smurf [F] dan, nee, maak wel gier.
[C] Want ze zijn [G] zeer muzikaal,
[F] Het spreekt dan ook [C] de Smurfentaal.
Ze [G] dansen op het linkerbein,
[C] Het rechterstadsmurf nergens heen.
Kijk waar je loopt, [G] want ze zijn maar klein,
[F] Anders zullen [C] wij geen Smurfen zijn.
Bier, bier, Smurfenbier,
Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
Bier, bier, Smurfenbier,
Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
Zet [G] je zorgen aan de kant,
[C] Net als [F] bij ons in Smurfenland.
We maken [G] plezier de hele [F] nacht.
De problemen zijn [C] voor drie's van acht.
Die lost [G] die samen op [C] met Hans.
Wij doen [F] ondertussen de Smurfendans.
Goed [G] gesmurfd en nog niet nat,
[F] Wij zullen het niet lang hebben.
Bier, bier, [C] Smurfenbier,
Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
Bier, bier, Smurfenbier,
Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier,
[C] Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
[F] Bier, bier, Smurfenbier,
[C] Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier,
Je wordt niet dronken, maar [C] je hebt plezier.
Bier, bier, Smurfenbier,
Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier,
Je wordt niet dronken, maar [C] je hebt plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier,
Je [C] wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier,
Je wordt niet dronken, maar je [C] hebt plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier,
Je [C] wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier,
Je [C] wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
Bier, [F] bier, [D] Smurfenbier,
Je wordt niet [C]
dronken, maar je hebt plezier.
[F] [C] [F] [C]
En nu komt het eerste couplet in.
In Smurfenland [G] is een brouwerij,
[C] Dan kouwen ze bier [F] van rijsterbrei.
[C] Het is niet zoet [G] en het is niet zuur,
[F] Het smaakt naar bier [C] en het is niet duur.
Smurfen zijn [G] haast overal,
[C] Dus oog op [F] het carnaval.
[C] En is er een [G] bruilocht in de stad,
[F] Dan hebben ze [C] Smurfenbier gehad.
Bier, bier, Smurfenbier,
[F] Je wordt niet dronken, maar je hebt [C] plezier.
Bier, bier, Smurfenbier,
Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
Het tweede Smurfen, Smurfen, Smurf.
Kom [G] je ze tegen op de straat,
[C] Smurf [F] dan, nee, maak wel gier.
[C] Want ze zijn [G] zeer muzikaal,
[F] Het spreekt dan ook [C] de Smurfentaal.
Ze [G] dansen op het linkerbein,
[C] Het rechterstadsmurf nergens heen.
Kijk waar je loopt, [G] want ze zijn maar klein,
[F] Anders zullen [C] wij geen Smurfen zijn.
Bier, bier, Smurfenbier,
Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
Bier, bier, Smurfenbier,
Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
Zet [G] je zorgen aan de kant,
[C] Net als [F] bij ons in Smurfenland.
We maken [G] plezier de hele [F] nacht.
De problemen zijn [C] voor drie's van acht.
Die lost [G] die samen op [C] met Hans.
Wij doen [F] ondertussen de Smurfendans.
Goed [G] gesmurfd en nog niet nat,
[F] Wij zullen het niet lang hebben.
Bier, bier, [C] Smurfenbier,
Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
Bier, bier, Smurfenbier,
Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier,
[C] Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
[F] Bier, bier, Smurfenbier,
[C] Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier,
Je wordt niet dronken, maar [C] je hebt plezier.
Bier, bier, Smurfenbier,
Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier,
Je wordt niet dronken, maar [C] je hebt plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier,
Je [C] wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier,
Je wordt niet dronken, maar je [C] hebt plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier,
Je [C] wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier,
Je [C] wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
Bier, [F] bier, [D] Smurfenbier,
Je wordt niet [C]
dronken, maar je hebt plezier.
[F] [C] [F] [C]
Key:
C
F
G
D
C
F
G
D
_ _ [F] _ Lala, lalala, [C] lalalala, lala, [F] _ _ [C] lalala. _
En nu komt het eerste couplet in.
In Smurfenland [G] is een brouwerij,
[C] Dan kouwen ze bier [F] van rijsterbrei.
[C] Het is niet zoet [G] en het is niet zuur,
[F] Het smaakt naar bier [C] en het is niet duur.
Smurfen zijn [G] haast overal,
[C] Dus oog op [F] het carnaval.
[C] En is er een [G] bruilocht in de stad,
[F] Dan hebben ze [C] Smurfenbier gehad.
Bier, bier, Smurfenbier,
[F] Je wordt niet dronken, maar je hebt [C] plezier.
Bier, bier, Smurfenbier,
Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
Het tweede Smurfen, Smurfen, Smurf.
Kom [G] je ze tegen op de straat,
[C] Smurf [F] dan, nee, maak wel gier.
[C] Want ze zijn [G] zeer muzikaal,
[F] Het spreekt dan ook [C] de Smurfentaal.
Ze [G] dansen op het linkerbein,
[C] Het rechterstadsmurf nergens heen.
Kijk waar je loopt, [G] want ze zijn maar klein,
[F] Anders zullen [C] wij geen Smurfen zijn.
Bier, bier, Smurfenbier,
Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
Bier, bier, Smurfenbier,
Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier. _ _
Zet [G] je zorgen aan de kant,
[C] Net als [F] bij ons in Smurfenland.
We maken [G] plezier de hele [F] nacht.
De problemen zijn [C] voor drie's van acht.
Die lost [G] die samen op [C] met Hans.
Wij doen [F] ondertussen de Smurfendans.
Goed [G] gesmurfd en nog niet nat,
[F] Wij zullen het niet lang hebben.
Bier, bier, [C] Smurfenbier,
Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
Bier, bier, Smurfenbier,
Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier,
[C] Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier. _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ [F] Bier, bier, Smurfenbier,
[C] Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier,
Je wordt niet dronken, maar [C] je hebt plezier.
Bier, bier, Smurfenbier,
Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier,
Je wordt niet dronken, maar [C] je hebt plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier,
Je [C] wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier,
Je wordt niet dronken, maar je [C] hebt plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier,
Je [C] wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier,
Je [C] wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
Bier, [F] bier, [D] Smurfenbier,
Je wordt niet _ [C]
dronken, maar je hebt plezier.
[F] _ _ _ [C] _ _ _ _ _ [F] _ _ _ [C] _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
En nu komt het eerste couplet in.
In Smurfenland [G] is een brouwerij,
[C] Dan kouwen ze bier [F] van rijsterbrei.
[C] Het is niet zoet [G] en het is niet zuur,
[F] Het smaakt naar bier [C] en het is niet duur.
Smurfen zijn [G] haast overal,
[C] Dus oog op [F] het carnaval.
[C] En is er een [G] bruilocht in de stad,
[F] Dan hebben ze [C] Smurfenbier gehad.
Bier, bier, Smurfenbier,
[F] Je wordt niet dronken, maar je hebt [C] plezier.
Bier, bier, Smurfenbier,
Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
Het tweede Smurfen, Smurfen, Smurf.
Kom [G] je ze tegen op de straat,
[C] Smurf [F] dan, nee, maak wel gier.
[C] Want ze zijn [G] zeer muzikaal,
[F] Het spreekt dan ook [C] de Smurfentaal.
Ze [G] dansen op het linkerbein,
[C] Het rechterstadsmurf nergens heen.
Kijk waar je loopt, [G] want ze zijn maar klein,
[F] Anders zullen [C] wij geen Smurfen zijn.
Bier, bier, Smurfenbier,
Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
Bier, bier, Smurfenbier,
Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier. _ _
Zet [G] je zorgen aan de kant,
[C] Net als [F] bij ons in Smurfenland.
We maken [G] plezier de hele [F] nacht.
De problemen zijn [C] voor drie's van acht.
Die lost [G] die samen op [C] met Hans.
Wij doen [F] ondertussen de Smurfendans.
Goed [G] gesmurfd en nog niet nat,
[F] Wij zullen het niet lang hebben.
Bier, bier, [C] Smurfenbier,
Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
Bier, bier, Smurfenbier,
Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier,
[C] Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier. _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ [F] Bier, bier, Smurfenbier,
[C] Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier,
Je wordt niet dronken, maar [C] je hebt plezier.
Bier, bier, Smurfenbier,
Je wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier,
Je wordt niet dronken, maar [C] je hebt plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier,
Je [C] wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier,
Je wordt niet dronken, maar je [C] hebt plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier,
Je [C] wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
Bier, [F] bier, Smurfenbier,
Je [C] wordt niet dronken, maar je hebt plezier.
Bier, [F] bier, [D] Smurfenbier,
Je wordt niet _ [C]
dronken, maar je hebt plezier.
[F] _ _ _ [C] _ _ _ _ _ [F] _ _ _ [C] _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _