Chords for W-Dreej - WEEJ HALDE VAN ALLES
Tempo:
114.9 bpm
Chords used:
F
Bb
C
Gb
B
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[Bb] [A] [G] [C]
[F] Na, na, na, na, na, na, na, na, na, na, na, na, [Bb] na, na, [F] na, na, na, na, [C] na, na, na, [F] na, na, na, na, na, na.
Denk aan de lachend [Bb] bek, de [F] vaste lovens schet,
Die zich in deze [G] divisie zonder [C] lek kan vull [F]'n.
En met een [Bb] instrument, [F] achter de nieuwsaam [Bb] rent,
En met [F] bedraak de [C] sterren van de [F] reem ons pult.
En [D] wij houden [Am] van [Bb] alles, Juizon [F] van [Bb] alles,
Wordt [F] rode glijbij [G] goed feest [C] geworden is,
[Bb] Bloot en lach [F] maar mossiner, [A] het een [Dm] god wil bieder,
[Bb] De [F] zon, yespie, de [C] vurder geen [F] hapje miks,
Na, na, na, na, na, na, na, na, na, na, na, na, na, [Bb] na, na, na, na, [F] na, na, [C] na, [F] na.
na.
Denk aan dat einde [Bb] klinkt, wat [F] het geweldig vindt, verkleed met pak en [G] manden op een [C] wintergroen.
[F] Glundrend en [Bb] enthousiast, heel [F] pas je neintje [Bb] vast.
En [F] man die denkt, was [D] nooit een tied, maar
[F] blieven stolt.
En [D] die [A] handen van [Bb] alles, jouw zoen [F] van [Bb] alles, wat [F] door het leven een [G] eindelijk feest
[C] geworden is.
[Bb] Loopt te lachen, [F] maar verschieden.
[A] De twaalf [Dm] rooden [Bb] bieden.
De [F] zon je schieten,
[C] voor dat zie je [F] wat je mist.
Na na na na na na na na na na [Bb] na na na na [F] na.
[C] [F]
Denk aan de geest van [Bb] nood, die [F] stilt te bloed de sjoe.
Het is onvergetelijk [G] wat hij zo [C]
[F] overleefd.
Zing vasteloven, [Bb] schreek [F] ergens en groet de [Bb] wie.
Geeft [F] vasteloven [C] op de wie's [F] waarin ons steekt.
[D] En wij [Am] houden van [Bb] alles, jou [F] zoe van [Bb] alles.
Wat [F] door het leven [G] eigenlijk [C] feestgehoorig is.
[Bb] Lopen lach [F] maar verschijnen, [A] de dromen [Dm] overwinden.
[Bb] Dus [F] om geschieden [D] we dat geen [F] hartje
[Dm] mist.
Wij houden net wie ook van [F] vasteloven.
Vasteloven.
[Dm] En feest de ganse dag, wij [C] zenden over.
Over.
Over.
En [Dm] wij houden [Am] van alles.
[D] En [Eb] wij [Bb] houden van [B] alles, jou zoe [Gb] van [B] alles.
Wat [Gb] door het leven [Ab] eigenlijk [Db] feestgehoorig is.
[B] Lopen lach [Gb] maar verschijnen, [Bb] de dromen [Ebm] overwinden.
[B] Dus [Gb] om geschieden we [Db] dat geen [Gb] hartje mist.
[Ebm] En wij [Bbm] houden van [B] alles, jou zoe [Gb] van [B] alles.
Wat [Gb] door het leven [Ab] eigenlijk [Db] feestgehoorig is.
[B] Lopen lach [Gb] maar verschijnen, [Bb] de dromen [Ebm] overwinden.
[B] Dus [Gb] om geschieden [Db] we dat geen [Gb] hartje [B] mist.
Dus [Gb] om geschieden [Db] we dat geen, geen, geen, geen, geen [Gb] hartje mist.
Dus om geschieden we dat geen, geen, geen, geen, geen hartje mist.
[F] Na, na, na, na, na, na, na, na, na, na, na, na, [Bb] na, na, [F] na, na, na, na, [C] na, na, na, [F] na, na, na, na, na, na.
Denk aan de lachend [Bb] bek, de [F] vaste lovens schet,
Die zich in deze [G] divisie zonder [C] lek kan vull [F]'n.
En met een [Bb] instrument, [F] achter de nieuwsaam [Bb] rent,
En met [F] bedraak de [C] sterren van de [F] reem ons pult.
En [D] wij houden [Am] van [Bb] alles, Juizon [F] van [Bb] alles,
Wordt [F] rode glijbij [G] goed feest [C] geworden is,
[Bb] Bloot en lach [F] maar mossiner, [A] het een [Dm] god wil bieder,
[Bb] De [F] zon, yespie, de [C] vurder geen [F] hapje miks,
Na, na, na, na, na, na, na, na, na, na, na, na, na, [Bb] na, na, na, na, [F] na, na, [C] na, [F] na.
na.
Denk aan dat einde [Bb] klinkt, wat [F] het geweldig vindt, verkleed met pak en [G] manden op een [C] wintergroen.
[F] Glundrend en [Bb] enthousiast, heel [F] pas je neintje [Bb] vast.
En [F] man die denkt, was [D] nooit een tied, maar
[F] blieven stolt.
En [D] die [A] handen van [Bb] alles, jouw zoen [F] van [Bb] alles, wat [F] door het leven een [G] eindelijk feest
[C] geworden is.
[Bb] Loopt te lachen, [F] maar verschieden.
[A] De twaalf [Dm] rooden [Bb] bieden.
De [F] zon je schieten,
[C] voor dat zie je [F] wat je mist.
Na na na na na na na na na na [Bb] na na na na [F] na.
[C] [F]
Denk aan de geest van [Bb] nood, die [F] stilt te bloed de sjoe.
Het is onvergetelijk [G] wat hij zo [C]
[F] overleefd.
Zing vasteloven, [Bb] schreek [F] ergens en groet de [Bb] wie.
Geeft [F] vasteloven [C] op de wie's [F] waarin ons steekt.
[D] En wij [Am] houden van [Bb] alles, jou [F] zoe van [Bb] alles.
Wat [F] door het leven [G] eigenlijk [C] feestgehoorig is.
[Bb] Lopen lach [F] maar verschijnen, [A] de dromen [Dm] overwinden.
[Bb] Dus [F] om geschieden [D] we dat geen [F] hartje
[Dm] mist.
Wij houden net wie ook van [F] vasteloven.
Vasteloven.
[Dm] En feest de ganse dag, wij [C] zenden over.
Over.
Over.
En [Dm] wij houden [Am] van alles.
[D] En [Eb] wij [Bb] houden van [B] alles, jou zoe [Gb] van [B] alles.
Wat [Gb] door het leven [Ab] eigenlijk [Db] feestgehoorig is.
[B] Lopen lach [Gb] maar verschijnen, [Bb] de dromen [Ebm] overwinden.
[B] Dus [Gb] om geschieden we [Db] dat geen [Gb] hartje mist.
[Ebm] En wij [Bbm] houden van [B] alles, jou zoe [Gb] van [B] alles.
Wat [Gb] door het leven [Ab] eigenlijk [Db] feestgehoorig is.
[B] Lopen lach [Gb] maar verschijnen, [Bb] de dromen [Ebm] overwinden.
[B] Dus [Gb] om geschieden [Db] we dat geen [Gb] hartje [B] mist.
Dus [Gb] om geschieden [Db] we dat geen, geen, geen, geen, geen [Gb] hartje mist.
Dus om geschieden we dat geen, geen, geen, geen, geen hartje mist.
Key:
F
Bb
C
Gb
B
F
Bb
C
_ _ _ _ _ _ _ _
[Bb] _ _ [A] _ _ [G] _ _ [C] _ _
[F] Na, na, na, na, na, na, na, na, na, na, na, na, [Bb] na, na, [F] na, na, na, na, [C] na, na, na, [F] na, na, na, na, na, na. _ _ _ _ _ _ _
Denk aan de lachend [Bb] bek, de [F] vaste lovens schet,
Die zich in deze [G] divisie zonder [C] lek kan vull [F]'n.
En met een [Bb] instrument, [F] achter de nieuwsaam [Bb] rent,
En met [F] bedraak de [C] sterren van de [F] reem ons pult.
En [D] wij houden [Am] van [Bb] alles, Juizon [F] van [Bb] alles,
Wordt [F] rode glijbij [G] goed feest [C] geworden is,
[Bb] Bloot en lach [F] maar mossiner, [A] het een [Dm] god wil bieder,
[Bb] De [F] zon, yespie, de [C] vurder geen [F] hapje miks,
Na, na, na, na, na, na, na, na, na, na, na, na, na, [Bb] na, na, na, na, [F] na, na, [C] na, [F] na.
na. _
_ _ _ _ _ _ _ _
Denk aan dat einde [Bb] klinkt, wat [F] het geweldig vindt, verkleed met pak en [G] manden op een [C] wintergroen.
[F] _ Glundrend en [Bb] enthousiast, heel [F] pas je neintje [Bb] vast.
En [F] man die denkt, was [D] nooit een tied, maar
[F] blieven stolt.
En [D] die [A] handen van [Bb] alles, jouw zoen [F] van [Bb] alles, wat [F] door het leven een [G] eindelijk feest
[C] geworden is.
[Bb] Loopt te lachen, [F] maar verschieden.
[A] De twaalf [Dm] rooden [Bb] bieden.
De [F] zon je schieten,
[C] voor dat zie je [F] wat je mist.
Na na na na na na na na na na [Bb] na na na na [F] na.
_ [C] _ _ [F] _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
Denk aan de geest van [Bb] nood, die [F] stilt te bloed de sjoe.
Het is onvergetelijk [G] wat hij zo [C] _
[F] overleefd.
Zing vasteloven, [Bb] schreek [F] ergens en groet de [Bb] wie.
Geeft [F] vasteloven [C] op de wie's [F] waarin ons steekt.
[D] En wij [Am] houden van [Bb] alles, jou [F] zoe van [Bb] alles.
Wat [F] door het leven [G] eigenlijk [C] feestgehoorig is.
[Bb] Lopen lach [F] maar verschijnen, [A] de dromen [Dm] overwinden.
[Bb] Dus [F] om geschieden [D] we dat geen [F] hartje _
[Dm] mist.
_ Wij houden net wie ook van [F] vasteloven.
_ _ Vasteloven. _ _
[Dm] _ _ _ En feest de ganse dag, wij [C] zenden over.
Over.
Over.
En [Dm] wij houden [Am] van alles.
_ [D] En [Eb] wij [Bb] houden van [B] alles, jou zoe [Gb] van [B] alles.
Wat [Gb] door het leven [Ab] eigenlijk [Db] feestgehoorig is.
[B] Lopen lach [Gb] maar verschijnen, [Bb] de dromen [Ebm] overwinden.
[B] Dus [Gb] om geschieden we [Db] dat geen [Gb] hartje mist.
[Ebm] En wij [Bbm] houden van [B] alles, jou zoe [Gb] van [B] alles.
Wat [Gb] door het leven [Ab] eigenlijk [Db] feestgehoorig is.
[B] Lopen lach [Gb] maar verschijnen, [Bb] de dromen [Ebm] overwinden.
[B] Dus [Gb] om geschieden [Db] we dat geen [Gb] hartje [B] mist.
Dus [Gb] om geschieden [Db] we dat geen, geen, geen, geen, geen [Gb] hartje mist. _ _
Dus om geschieden we dat geen, geen, geen, geen, geen hartje mist. _ _ _ _ _ _
[Bb] _ _ [A] _ _ [G] _ _ [C] _ _
[F] Na, na, na, na, na, na, na, na, na, na, na, na, [Bb] na, na, [F] na, na, na, na, [C] na, na, na, [F] na, na, na, na, na, na. _ _ _ _ _ _ _
Denk aan de lachend [Bb] bek, de [F] vaste lovens schet,
Die zich in deze [G] divisie zonder [C] lek kan vull [F]'n.
En met een [Bb] instrument, [F] achter de nieuwsaam [Bb] rent,
En met [F] bedraak de [C] sterren van de [F] reem ons pult.
En [D] wij houden [Am] van [Bb] alles, Juizon [F] van [Bb] alles,
Wordt [F] rode glijbij [G] goed feest [C] geworden is,
[Bb] Bloot en lach [F] maar mossiner, [A] het een [Dm] god wil bieder,
[Bb] De [F] zon, yespie, de [C] vurder geen [F] hapje miks,
Na, na, na, na, na, na, na, na, na, na, na, na, na, [Bb] na, na, na, na, [F] na, na, [C] na, [F] na.
na. _
_ _ _ _ _ _ _ _
Denk aan dat einde [Bb] klinkt, wat [F] het geweldig vindt, verkleed met pak en [G] manden op een [C] wintergroen.
[F] _ Glundrend en [Bb] enthousiast, heel [F] pas je neintje [Bb] vast.
En [F] man die denkt, was [D] nooit een tied, maar
[F] blieven stolt.
En [D] die [A] handen van [Bb] alles, jouw zoen [F] van [Bb] alles, wat [F] door het leven een [G] eindelijk feest
[C] geworden is.
[Bb] Loopt te lachen, [F] maar verschieden.
[A] De twaalf [Dm] rooden [Bb] bieden.
De [F] zon je schieten,
[C] voor dat zie je [F] wat je mist.
Na na na na na na na na na na [Bb] na na na na [F] na.
_ [C] _ _ [F] _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
Denk aan de geest van [Bb] nood, die [F] stilt te bloed de sjoe.
Het is onvergetelijk [G] wat hij zo [C] _
[F] overleefd.
Zing vasteloven, [Bb] schreek [F] ergens en groet de [Bb] wie.
Geeft [F] vasteloven [C] op de wie's [F] waarin ons steekt.
[D] En wij [Am] houden van [Bb] alles, jou [F] zoe van [Bb] alles.
Wat [F] door het leven [G] eigenlijk [C] feestgehoorig is.
[Bb] Lopen lach [F] maar verschijnen, [A] de dromen [Dm] overwinden.
[Bb] Dus [F] om geschieden [D] we dat geen [F] hartje _
[Dm] mist.
_ Wij houden net wie ook van [F] vasteloven.
_ _ Vasteloven. _ _
[Dm] _ _ _ En feest de ganse dag, wij [C] zenden over.
Over.
Over.
En [Dm] wij houden [Am] van alles.
_ [D] En [Eb] wij [Bb] houden van [B] alles, jou zoe [Gb] van [B] alles.
Wat [Gb] door het leven [Ab] eigenlijk [Db] feestgehoorig is.
[B] Lopen lach [Gb] maar verschijnen, [Bb] de dromen [Ebm] overwinden.
[B] Dus [Gb] om geschieden we [Db] dat geen [Gb] hartje mist.
[Ebm] En wij [Bbm] houden van [B] alles, jou zoe [Gb] van [B] alles.
Wat [Gb] door het leven [Ab] eigenlijk [Db] feestgehoorig is.
[B] Lopen lach [Gb] maar verschijnen, [Bb] de dromen [Ebm] overwinden.
[B] Dus [Gb] om geschieden [Db] we dat geen [Gb] hartje [B] mist.
Dus [Gb] om geschieden [Db] we dat geen, geen, geen, geen, geen [Gb] hartje mist. _ _
Dus om geschieden we dat geen, geen, geen, geen, geen hartje mist. _ _ _ _ _ _