Chords for Wat Is 't Mooi
Tempo:
139.5 bpm
Chords used:
G
D
A
C
Bm
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[A]
[G] [A] [E]
[A]
[G] [D]
Ik zit achter mijn huis en [Bm] de zand die brandt erop.
[G] De eerste stralen van het [A] jorg richt het hele bos weer op.
[D] De vogel zingt het hoogste lied, [Bm] maar er giet geen engel lied.
[G] Het klinkt alleen wat anders mooi, [A] dus dat stoort mij dan nu niet.
[G] In de koelkast trek [A] ik een fles brood, zeven stukken worst en [Bm] een plaatjaars.
[G] Ik duik weer snel [A] de hangmaar in [G] en doe geen flink [A] kaartje vandaag.
[C] Oh, [G] wat [D] is het mooi!
Ik [C] roep de geur van [G] vestgemaakt graas en [D] opgescheurd haar.
[C]
Oh, [G] wat is [D] het wat nog mooier!
Een [C] mens is zonder hart een [G] mens groet, de zomer [A] is mooi.
[D] [G] [E] [A]
[G] [D]
Het laat stikkende avond en [Bm] er is geen zuchtje weer.
[G] Ik pak mijn fiets gewoon richting daar, [A] het eerste zomerveest begint.
[D] Laaie evert, die zakt langzaam weg [Bm] achter de horizon.
[G] Ze lacht traalend, zwaai ik uit [A]
en ik denk tot morgenzond.
[G] In de verte zie ik [A] ten naast haar met [D] minst licht van [Bm] bonken voor.
Op [G] zo'n super [A] zomeravond is geen middag in Zuid -Karoov.
[C]
Oh, [G] [D] wat is het mooi!
[C] Ik roep de geur van [G] vestgemaakt graas en [D]
opgescheurd haar.
[C]
Oh, [G] wat is het [D] wat nog mooier!
[C] Een mens is zonder hart een [G] mens groet, de zomer [A] is mooi.
[D] Mijn koppen [G] bloed, mijn [D] zonnenstraal, het mooiste [E] seizoen van [A] allemaal.
[D] Als ieder weer buiten [G] maakt, is iedereen [D] blij, [G] oh zomer [A] blijft toch [D] bij mij.
[C] Oh,
[G] [D]
[C] ik roep de geur van
[G] vestgemaakt graas en [D] opgescheurd haar.
[C] Oh,
[G] wat [D] is het wat nog mooier!
[C] Een mens is zonder hart een [G] mens groet, de zomer [D] is mooi.
Wat is het wat nog [C] mooier!
[G] Wat is het wat [Bm]
[E] [C] nog mooier!
[G] [D]
[C] [A]
Wat [D] nog mooier!
Een [C] mens is zonder hart een [G] mens groet, de zomer [D] is mooi.
[G] [A] [E]
[A]
[G] [D]
Ik zit achter mijn huis en [Bm] de zand die brandt erop.
[G] De eerste stralen van het [A] jorg richt het hele bos weer op.
[D] De vogel zingt het hoogste lied, [Bm] maar er giet geen engel lied.
[G] Het klinkt alleen wat anders mooi, [A] dus dat stoort mij dan nu niet.
[G] In de koelkast trek [A] ik een fles brood, zeven stukken worst en [Bm] een plaatjaars.
[G] Ik duik weer snel [A] de hangmaar in [G] en doe geen flink [A] kaartje vandaag.
[C] Oh, [G] wat [D] is het mooi!
Ik [C] roep de geur van [G] vestgemaakt graas en [D] opgescheurd haar.
[C]
Oh, [G] wat is [D] het wat nog mooier!
Een [C] mens is zonder hart een [G] mens groet, de zomer [A] is mooi.
[D] [G] [E] [A]
[G] [D]
Het laat stikkende avond en [Bm] er is geen zuchtje weer.
[G] Ik pak mijn fiets gewoon richting daar, [A] het eerste zomerveest begint.
[D] Laaie evert, die zakt langzaam weg [Bm] achter de horizon.
[G] Ze lacht traalend, zwaai ik uit [A]
en ik denk tot morgenzond.
[G] In de verte zie ik [A] ten naast haar met [D] minst licht van [Bm] bonken voor.
Op [G] zo'n super [A] zomeravond is geen middag in Zuid -Karoov.
[C]
Oh, [G] [D] wat is het mooi!
[C] Ik roep de geur van [G] vestgemaakt graas en [D]
opgescheurd haar.
[C]
Oh, [G] wat is het [D] wat nog mooier!
[C] Een mens is zonder hart een [G] mens groet, de zomer [A] is mooi.
[D] Mijn koppen [G] bloed, mijn [D] zonnenstraal, het mooiste [E] seizoen van [A] allemaal.
[D] Als ieder weer buiten [G] maakt, is iedereen [D] blij, [G] oh zomer [A] blijft toch [D] bij mij.
[C] Oh,
[G] [D]
[C] ik roep de geur van
[G] vestgemaakt graas en [D] opgescheurd haar.
[C] Oh,
[G] wat [D] is het wat nog mooier!
[C] Een mens is zonder hart een [G] mens groet, de zomer [D] is mooi.
Wat is het wat nog [C] mooier!
[G] Wat is het wat [Bm]
[E] [C] nog mooier!
[G] [D]
[C] [A]
Wat [D] nog mooier!
Een [C] mens is zonder hart een [G] mens groet, de zomer [D] is mooi.
Key:
G
D
A
C
Bm
G
D
A
_ _ _ _ _ _ [A] _ _
_ _ [G] _ _ [A] _ _ [E] _ _
_ _ _ _ _ _ [A] _ _
[G] _ _ _ _ [D] _ _ _ _
Ik zit achter mijn huis en [Bm] de zand die brandt _ erop.
[G] De eerste stralen van het [A] jorg richt het hele bos weer op. _
[D] De vogel zingt het hoogste lied, [Bm] maar er giet geen engel lied. _
[G] Het klinkt alleen wat anders mooi, [A] dus dat stoort mij dan nu niet. _
[G] In de koelkast trek [A] ik een fles brood, zeven stukken worst en [Bm] een plaatjaars. _ _
[G] Ik duik weer snel [A] de hangmaar in [G] en doe geen flink [A] kaartje _ _ vandaag. _
[C] Oh, _ _ [G] _ _ wat [D] is het mooi!
_ _ _ _ Ik [C] roep de geur van [G] vestgemaakt graas en [D] opgescheurd haar.
_ _ _ _ [C] _
_ Oh, _ [G] _ _ wat is [D] het wat nog mooier!
Een _ [C] mens is zonder hart een [G] mens groet, de zomer [A] is _ mooi. _ _ _ _
[D] _ [G] _ _ [E] _ _ [A] _ _ _
_ [G] _ _ [D] _ _ _ _
Het laat stikkende avond en [Bm] er is geen zuchtje weer.
[G] Ik pak mijn fiets gewoon richting daar, [A] het eerste _ zomerveest begint. _
[D] Laaie evert, die zakt _ langzaam weg [Bm] achter de horizon. _ _
[G] Ze lacht traalend, zwaai ik uit [A]
en ik denk tot _ morgenzond. _ _
[G] In de verte zie ik [A] ten naast haar met [D] minst licht van [Bm] bonken voor.
Op [G] zo'n super _ [A] _ _ zomeravond is geen middag in Zuid _ -Karoov.
_ [C] _
_ Oh, [G] _ _ _ [D] wat is het mooi!
_ _ _ _ [C] Ik roep de geur van [G] vestgemaakt graas en [D]
opgescheurd haar.
_ _ _ _ _ [C] _
Oh, _ [G] _ _ wat is het [D] wat nog mooier!
_ _ [C] Een mens is zonder hart een [G] mens groet, de zomer [A] is _ _ _ _ _ mooi. _
_ _ [D] Mijn koppen [G] bloed, mijn _ [D] _ zonnenstraal, het mooiste [E] seizoen van _ [A] allemaal.
_ [D] Als ieder weer buiten [G] maakt, is iedereen [D] blij, [G] oh zomer [A] blijft toch [D] bij _ _ mij.
_ _ _ _ [C] Oh, _ _
[G] _ _ _ _ [D] _ _ _ _
_ _ _ [C] ik roep de geur van _
[G] vestgemaakt graas en [D] opgescheurd haar. _ _
_ _ _ _ [C] _ Oh, _
[G] _ _ wat [D] is het wat nog mooier!
_ _ _ [C] Een mens is zonder hart een [G] mens groet, de zomer [D] is mooi. _ _
Wat is het wat nog [C] mooier! _ _ _
[G] _ _ Wat is het wat [Bm] _ _
[E] _ _ _ _ [C] _ nog mooier!
[G] _ _ _ _ [D] _ _ _ _
_ _ _ _ [C] _ _ [A] _
Wat _ _ _ [D] nog mooier!
_ _ Een [C] mens is zonder hart een [G] mens groet, de zomer [D] is mooi. _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ [G] _ _ [A] _ _ [E] _ _
_ _ _ _ _ _ [A] _ _
[G] _ _ _ _ [D] _ _ _ _
Ik zit achter mijn huis en [Bm] de zand die brandt _ erop.
[G] De eerste stralen van het [A] jorg richt het hele bos weer op. _
[D] De vogel zingt het hoogste lied, [Bm] maar er giet geen engel lied. _
[G] Het klinkt alleen wat anders mooi, [A] dus dat stoort mij dan nu niet. _
[G] In de koelkast trek [A] ik een fles brood, zeven stukken worst en [Bm] een plaatjaars. _ _
[G] Ik duik weer snel [A] de hangmaar in [G] en doe geen flink [A] kaartje _ _ vandaag. _
[C] Oh, _ _ [G] _ _ wat [D] is het mooi!
_ _ _ _ Ik [C] roep de geur van [G] vestgemaakt graas en [D] opgescheurd haar.
_ _ _ _ [C] _
_ Oh, _ [G] _ _ wat is [D] het wat nog mooier!
Een _ [C] mens is zonder hart een [G] mens groet, de zomer [A] is _ mooi. _ _ _ _
[D] _ [G] _ _ [E] _ _ [A] _ _ _
_ [G] _ _ [D] _ _ _ _
Het laat stikkende avond en [Bm] er is geen zuchtje weer.
[G] Ik pak mijn fiets gewoon richting daar, [A] het eerste _ zomerveest begint. _
[D] Laaie evert, die zakt _ langzaam weg [Bm] achter de horizon. _ _
[G] Ze lacht traalend, zwaai ik uit [A]
en ik denk tot _ morgenzond. _ _
[G] In de verte zie ik [A] ten naast haar met [D] minst licht van [Bm] bonken voor.
Op [G] zo'n super _ [A] _ _ zomeravond is geen middag in Zuid _ -Karoov.
_ [C] _
_ Oh, [G] _ _ _ [D] wat is het mooi!
_ _ _ _ [C] Ik roep de geur van [G] vestgemaakt graas en [D]
opgescheurd haar.
_ _ _ _ _ [C] _
Oh, _ [G] _ _ wat is het [D] wat nog mooier!
_ _ [C] Een mens is zonder hart een [G] mens groet, de zomer [A] is _ _ _ _ _ mooi. _
_ _ [D] Mijn koppen [G] bloed, mijn _ [D] _ zonnenstraal, het mooiste [E] seizoen van _ [A] allemaal.
_ [D] Als ieder weer buiten [G] maakt, is iedereen [D] blij, [G] oh zomer [A] blijft toch [D] bij _ _ mij.
_ _ _ _ [C] Oh, _ _
[G] _ _ _ _ [D] _ _ _ _
_ _ _ [C] ik roep de geur van _
[G] vestgemaakt graas en [D] opgescheurd haar. _ _
_ _ _ _ [C] _ Oh, _
[G] _ _ wat [D] is het wat nog mooier!
_ _ _ [C] Een mens is zonder hart een [G] mens groet, de zomer [D] is mooi. _ _
Wat is het wat nog [C] mooier! _ _ _
[G] _ _ Wat is het wat [Bm] _ _
[E] _ _ _ _ [C] _ nog mooier!
[G] _ _ _ _ [D] _ _ _ _
_ _ _ _ [C] _ _ [A] _
Wat _ _ _ [D] nog mooier!
_ _ Een [C] mens is zonder hart een [G] mens groet, de zomer [D] is mooi. _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _