Ome Jan Chords by Willeke Alberti
Tempo:
100 bpm
Chords used:
Em
A
D
Eb
B
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[Em] [A] [Gb] [B] [Em]
[A] [D] Mijn moeder had een broertje, [Gbm] dat was mijn oma Jan.
[Am] En elke [B] zondagmiddag [Em] kwam die altijd even aan.
[Gm] Hij hield niet van familie, [D] van kinderen hield [B] hij wel.
[Bm] Hij bleef zijn [E] hele leven [Em] een echte [A] vrijzel.
[D] Ik kreeg van oma Jan ineens mijn [Gbm] allereerste fiets.
[Am] Hij zei, die is [B] voor jou mop en [Em]
verdeler in het niets.
[Gm] Thuis was het echt geen vetkots, [D] het was [Gb] [Bm] altijd feest.
[E] Want iedereen was blij als [D] oma Jan weer was [A] [D] geweest.
Want we gingen op vakantie [Bm] van het geld van oma Jan.
[Em] En niemand leek te weten hoe [A] die aan die centen kwam.
[Gbm] Dat kon ons weinig schelen, dus [B] we namen het ervan.
[Em] Niets te klagen, niet [A] na te vragen.
[D] Want hebben we het plezier gehad [Bm] van oma Jan zijn geld.
[Em] En daarom was ook iedereen [A]
enorm op hem gesteld.
[Gbm] En waar hij aan had, heeft [B] nog niemand ons verteld.
Of [Em] die lieve [A] [D] oma Jan.
[Bm] [Em] [A] [D] Toen ik wat ouder werd, [Gbm] kreeg ik al snel een baan.
[A] En het werd voor mij [B] een raad voor [Em] hoe mijn oom dat had gedaan.
[Gm] Hij had geen baan op erfenis [D] en zat maar voor [B] de buis.
[Bm] Dat zag ik als [E] ik langs reed [G] op weg van werk [A] naar huis.
[D] Het viel me op dat oma Jan [Gbm] zich toch wel vreemd gedroeg.
[Am] Je zag hem nooit [B] met vrienden [Em] op de cellen in de kroeg.
[Gm] Hij kwam steeds minder vaak, maar het [D] was [Bb] [Bm] altijd prijs.
[E] Want als hij daar nog langs kwam, [D] dan kon we [A] op reis.
Want [D] we gingen op vakantie van [Bm] het geld van oma Jan.
[Em] En niemand leek me weten hoe [A] hij aan die centen kwam.
[Gbm] Dat kon ons weinig schelen, dus [B] we namen het ervan.
Niets [Em] te klagen, niet [A] na te vragen.
[D] Want hebben we het plezier gehad [Bm] van oma Jan zijn geld.
[Em] En daarom was ook iedereen [A] enorm op hem gesteld.
[Gbm] En waar hij het vanaf ging [B] vroeg niemand ons verteld.
Oh, [Em] die [A] lieve [D] oma Jan.
[Bm] [Fm]
[Bb] [Eb] Nu heb ik maanden niets gehoord [Gm] en ben naar hem op zoek.
[Bbm] Ik vind hem in [C] een kamertje, [Fm]
verloren in een boek.
[Abm] En dan vertelt hij zijn verhaal, [Eb]
onthult hij zijn [Gm] geheim.
[Eb] Hoe hij het voor [F] elkaar kreeg, [Fm] zo'n goede oom [Bb] te zijn.
[Eb] Wanneer ik hem vertel, dat ik [Gm] echt heel veel van hem hou.
[Bbm] Krijgt hij tranen in [C] de ogen [Fm] en hij toont opeens verhaal.
[Abm] Het wordt wel even wennen voor [Eb] ons [B] [Cm] allebei.
[F] Ah, die stalen tralies [Eb] tussen oma Jan [Bb] en mij.
Want [Eb] we gingen op vakantie van [Cm] het geld van oma Jan.
[Fm] En niemand leek me weten hoe [Bb] hij aan die centen kwam.
[Gm] Dat kon ons bij de scheren dus [C] we namen het vergang.
Niks [Fm] te klagen, niet [Bb] naar tragen.
[Eb] Want we hebben een plezier gehad [Cm] van oma Jan zijn geld.
[Fm] En daarom was ook iedereen [Bb] enorm op hem gesteld.
[Gm] En waar hij het vanaf ging [C] vroeg niemand ons verteld.
Oh, [Fm] die [Bb] lieve [Eb] oma Jan.
[Cm] Oh, [Fm] die [Bb] lieve [Eb] oma Jan.
[Cm] Oh, [Fm] die lieve [Bb] [Eb] oma Jan.
De volgende [Cm] weken ben [Fm] ik weer bij hem.
[Bb] Oh, [Eb] die lieve oma Jan.
[Cm] Oh, [Fm] die [Bb] lieve [Eb] oma Jan.
[A] [D] Mijn moeder had een broertje, [Gbm] dat was mijn oma Jan.
[Am] En elke [B] zondagmiddag [Em] kwam die altijd even aan.
[Gm] Hij hield niet van familie, [D] van kinderen hield [B] hij wel.
[Bm] Hij bleef zijn [E] hele leven [Em] een echte [A] vrijzel.
[D] Ik kreeg van oma Jan ineens mijn [Gbm] allereerste fiets.
[Am] Hij zei, die is [B] voor jou mop en [Em]
verdeler in het niets.
[Gm] Thuis was het echt geen vetkots, [D] het was [Gb] [Bm] altijd feest.
[E] Want iedereen was blij als [D] oma Jan weer was [A] [D] geweest.
Want we gingen op vakantie [Bm] van het geld van oma Jan.
[Em] En niemand leek te weten hoe [A] die aan die centen kwam.
[Gbm] Dat kon ons weinig schelen, dus [B] we namen het ervan.
[Em] Niets te klagen, niet [A] na te vragen.
[D] Want hebben we het plezier gehad [Bm] van oma Jan zijn geld.
[Em] En daarom was ook iedereen [A]
enorm op hem gesteld.
[Gbm] En waar hij aan had, heeft [B] nog niemand ons verteld.
Of [Em] die lieve [A] [D] oma Jan.
[Bm] [Em] [A] [D] Toen ik wat ouder werd, [Gbm] kreeg ik al snel een baan.
[A] En het werd voor mij [B] een raad voor [Em] hoe mijn oom dat had gedaan.
[Gm] Hij had geen baan op erfenis [D] en zat maar voor [B] de buis.
[Bm] Dat zag ik als [E] ik langs reed [G] op weg van werk [A] naar huis.
[D] Het viel me op dat oma Jan [Gbm] zich toch wel vreemd gedroeg.
[Am] Je zag hem nooit [B] met vrienden [Em] op de cellen in de kroeg.
[Gm] Hij kwam steeds minder vaak, maar het [D] was [Bb] [Bm] altijd prijs.
[E] Want als hij daar nog langs kwam, [D] dan kon we [A] op reis.
Want [D] we gingen op vakantie van [Bm] het geld van oma Jan.
[Em] En niemand leek me weten hoe [A] hij aan die centen kwam.
[Gbm] Dat kon ons weinig schelen, dus [B] we namen het ervan.
Niets [Em] te klagen, niet [A] na te vragen.
[D] Want hebben we het plezier gehad [Bm] van oma Jan zijn geld.
[Em] En daarom was ook iedereen [A] enorm op hem gesteld.
[Gbm] En waar hij het vanaf ging [B] vroeg niemand ons verteld.
Oh, [Em] die [A] lieve [D] oma Jan.
[Bm] [Fm]
[Bb] [Eb] Nu heb ik maanden niets gehoord [Gm] en ben naar hem op zoek.
[Bbm] Ik vind hem in [C] een kamertje, [Fm]
verloren in een boek.
[Abm] En dan vertelt hij zijn verhaal, [Eb]
onthult hij zijn [Gm] geheim.
[Eb] Hoe hij het voor [F] elkaar kreeg, [Fm] zo'n goede oom [Bb] te zijn.
[Eb] Wanneer ik hem vertel, dat ik [Gm] echt heel veel van hem hou.
[Bbm] Krijgt hij tranen in [C] de ogen [Fm] en hij toont opeens verhaal.
[Abm] Het wordt wel even wennen voor [Eb] ons [B] [Cm] allebei.
[F] Ah, die stalen tralies [Eb] tussen oma Jan [Bb] en mij.
Want [Eb] we gingen op vakantie van [Cm] het geld van oma Jan.
[Fm] En niemand leek me weten hoe [Bb] hij aan die centen kwam.
[Gm] Dat kon ons bij de scheren dus [C] we namen het vergang.
Niks [Fm] te klagen, niet [Bb] naar tragen.
[Eb] Want we hebben een plezier gehad [Cm] van oma Jan zijn geld.
[Fm] En daarom was ook iedereen [Bb] enorm op hem gesteld.
[Gm] En waar hij het vanaf ging [C] vroeg niemand ons verteld.
Oh, [Fm] die [Bb] lieve [Eb] oma Jan.
[Cm] Oh, [Fm] die [Bb] lieve [Eb] oma Jan.
[Cm] Oh, [Fm] die lieve [Bb] [Eb] oma Jan.
De volgende [Cm] weken ben [Fm] ik weer bij hem.
[Bb] Oh, [Eb] die lieve oma Jan.
[Cm] Oh, [Fm] die [Bb] lieve [Eb] oma Jan.
Key:
Em
A
D
Eb
B
Em
A
D
[Em] _ [A] _ _ [Gb] _ _ [B] _ _ [Em] _
_ [A] _ [D] Mijn moeder had een broertje, [Gbm] dat was mijn oma Jan.
[Am] En elke [B] zondagmiddag [Em] kwam die altijd even aan.
[Gm] Hij hield niet van familie, [D] van kinderen hield [B] hij wel.
[Bm] Hij bleef zijn [E] hele leven [Em] een echte [A] vrijzel.
[D] Ik kreeg van oma Jan ineens mijn [Gbm] allereerste fiets.
[Am] Hij zei, die is [B] voor jou mop en [Em]
verdeler in het niets.
[Gm] Thuis was het echt geen vetkots, [D] het was [Gb] [Bm] altijd feest.
[E] Want iedereen was blij als [D] oma Jan weer was [A] [D] geweest.
Want we gingen op vakantie [Bm] van het geld van oma Jan.
[Em] En niemand leek te weten hoe [A] die aan die centen kwam.
[Gbm] Dat kon ons weinig schelen, dus [B] we namen het ervan.
[Em] Niets te klagen, niet [A] na te vragen.
_ [D] Want hebben we het plezier gehad [Bm] van oma Jan zijn geld.
[Em] En daarom was ook iedereen [A]
enorm op hem gesteld.
[Gbm] En waar hij aan had, heeft [B] nog niemand ons verteld.
Of [Em] die lieve [A] _ [D] oma Jan.
[Bm] _ _ [Em] _ _ [A] _ [D] Toen ik wat ouder werd, [Gbm] kreeg ik al snel een baan.
[A] En het werd voor mij [B] een raad voor [Em] hoe mijn oom dat had gedaan.
[Gm] Hij had geen baan op erfenis [D] en zat maar voor [B] de buis.
[Bm] Dat zag ik als [E] ik langs reed [G] op weg van werk [A] naar huis.
[D] Het viel me op dat oma Jan [Gbm] zich toch wel vreemd gedroeg.
[Am] Je zag hem nooit [B] met vrienden [Em] op de cellen in de kroeg.
[Gm] Hij kwam steeds minder vaak, maar het [D] was [Bb] [Bm] altijd prijs.
[E] Want als hij daar nog langs kwam, [D] dan kon we [A] op reis.
Want [D] we gingen op vakantie van [Bm] het geld van oma Jan.
[Em] En niemand leek me weten hoe [A] hij aan die centen kwam.
[Gbm] Dat kon ons weinig schelen, dus [B] we namen het ervan.
Niets [Em] te klagen, niet [A] na te vragen.
_ [D] Want hebben we het plezier gehad [Bm] van oma Jan zijn geld.
[Em] En daarom was ook iedereen [A] enorm op hem gesteld.
[Gbm] En waar hij het vanaf ging [B] vroeg niemand ons verteld.
Oh, [Em] die [A] lieve [D] oma Jan.
[Bm] _ _ [Fm] _
_ [Bb] _ [Eb] Nu heb ik maanden niets gehoord [Gm] en ben naar hem op zoek.
[Bbm] Ik vind hem in [C] een kamertje, [Fm]
verloren in een boek.
[Abm] En dan vertelt hij zijn verhaal, [Eb]
onthult hij zijn [Gm] geheim.
[Eb] Hoe hij het voor [F] elkaar kreeg, [Fm] zo'n goede oom [Bb] te zijn.
_ [Eb] Wanneer ik hem vertel, dat ik [Gm] echt heel veel van hem hou.
[Bbm] Krijgt hij tranen in [C] de ogen [Fm] en hij toont opeens verhaal.
[Abm] Het wordt wel even wennen voor [Eb] ons [B] [Cm] allebei.
[F] Ah, die stalen tralies [Eb] tussen oma Jan [Bb] en mij.
Want [Eb] we gingen op vakantie van [Cm] het geld van oma Jan.
[Fm] En niemand leek me weten hoe [Bb] hij aan die centen kwam.
[Gm] Dat kon ons bij de scheren dus [C] we namen het vergang.
Niks [Fm] te klagen, niet [Bb] naar tragen.
[Eb] Want we hebben een plezier gehad [Cm] van oma Jan zijn geld.
[Fm] En daarom was ook iedereen [Bb] enorm op hem gesteld.
[Gm] En waar hij het vanaf ging [C] vroeg niemand ons verteld.
Oh, [Fm] die [Bb] lieve [Eb] oma Jan.
_ [Cm] Oh, [Fm] die [Bb] lieve [Eb] oma Jan.
[Cm] Oh, [Fm] die lieve [Bb] _ [Eb] oma Jan.
De volgende [Cm] weken ben [Fm] ik weer bij hem.
[Bb] Oh, [Eb] die lieve oma Jan.
_ [Cm] Oh, [Fm] die [Bb] lieve [Eb] oma Jan.
_ [A] _ [D] Mijn moeder had een broertje, [Gbm] dat was mijn oma Jan.
[Am] En elke [B] zondagmiddag [Em] kwam die altijd even aan.
[Gm] Hij hield niet van familie, [D] van kinderen hield [B] hij wel.
[Bm] Hij bleef zijn [E] hele leven [Em] een echte [A] vrijzel.
[D] Ik kreeg van oma Jan ineens mijn [Gbm] allereerste fiets.
[Am] Hij zei, die is [B] voor jou mop en [Em]
verdeler in het niets.
[Gm] Thuis was het echt geen vetkots, [D] het was [Gb] [Bm] altijd feest.
[E] Want iedereen was blij als [D] oma Jan weer was [A] [D] geweest.
Want we gingen op vakantie [Bm] van het geld van oma Jan.
[Em] En niemand leek te weten hoe [A] die aan die centen kwam.
[Gbm] Dat kon ons weinig schelen, dus [B] we namen het ervan.
[Em] Niets te klagen, niet [A] na te vragen.
_ [D] Want hebben we het plezier gehad [Bm] van oma Jan zijn geld.
[Em] En daarom was ook iedereen [A]
enorm op hem gesteld.
[Gbm] En waar hij aan had, heeft [B] nog niemand ons verteld.
Of [Em] die lieve [A] _ [D] oma Jan.
[Bm] _ _ [Em] _ _ [A] _ [D] Toen ik wat ouder werd, [Gbm] kreeg ik al snel een baan.
[A] En het werd voor mij [B] een raad voor [Em] hoe mijn oom dat had gedaan.
[Gm] Hij had geen baan op erfenis [D] en zat maar voor [B] de buis.
[Bm] Dat zag ik als [E] ik langs reed [G] op weg van werk [A] naar huis.
[D] Het viel me op dat oma Jan [Gbm] zich toch wel vreemd gedroeg.
[Am] Je zag hem nooit [B] met vrienden [Em] op de cellen in de kroeg.
[Gm] Hij kwam steeds minder vaak, maar het [D] was [Bb] [Bm] altijd prijs.
[E] Want als hij daar nog langs kwam, [D] dan kon we [A] op reis.
Want [D] we gingen op vakantie van [Bm] het geld van oma Jan.
[Em] En niemand leek me weten hoe [A] hij aan die centen kwam.
[Gbm] Dat kon ons weinig schelen, dus [B] we namen het ervan.
Niets [Em] te klagen, niet [A] na te vragen.
_ [D] Want hebben we het plezier gehad [Bm] van oma Jan zijn geld.
[Em] En daarom was ook iedereen [A] enorm op hem gesteld.
[Gbm] En waar hij het vanaf ging [B] vroeg niemand ons verteld.
Oh, [Em] die [A] lieve [D] oma Jan.
[Bm] _ _ [Fm] _
_ [Bb] _ [Eb] Nu heb ik maanden niets gehoord [Gm] en ben naar hem op zoek.
[Bbm] Ik vind hem in [C] een kamertje, [Fm]
verloren in een boek.
[Abm] En dan vertelt hij zijn verhaal, [Eb]
onthult hij zijn [Gm] geheim.
[Eb] Hoe hij het voor [F] elkaar kreeg, [Fm] zo'n goede oom [Bb] te zijn.
_ [Eb] Wanneer ik hem vertel, dat ik [Gm] echt heel veel van hem hou.
[Bbm] Krijgt hij tranen in [C] de ogen [Fm] en hij toont opeens verhaal.
[Abm] Het wordt wel even wennen voor [Eb] ons [B] [Cm] allebei.
[F] Ah, die stalen tralies [Eb] tussen oma Jan [Bb] en mij.
Want [Eb] we gingen op vakantie van [Cm] het geld van oma Jan.
[Fm] En niemand leek me weten hoe [Bb] hij aan die centen kwam.
[Gm] Dat kon ons bij de scheren dus [C] we namen het vergang.
Niks [Fm] te klagen, niet [Bb] naar tragen.
[Eb] Want we hebben een plezier gehad [Cm] van oma Jan zijn geld.
[Fm] En daarom was ook iedereen [Bb] enorm op hem gesteld.
[Gm] En waar hij het vanaf ging [C] vroeg niemand ons verteld.
Oh, [Fm] die [Bb] lieve [Eb] oma Jan.
_ [Cm] Oh, [Fm] die [Bb] lieve [Eb] oma Jan.
[Cm] Oh, [Fm] die lieve [Bb] _ [Eb] oma Jan.
De volgende [Cm] weken ben [Fm] ik weer bij hem.
[Bb] Oh, [Eb] die lieve oma Jan.
_ [Cm] Oh, [Fm] die [Bb] lieve [Eb] oma Jan.