Chords for wimmie de ring
Tempo:
102.1 bpm
Chords used:
Eb
Ab
Db
Fm
Bbm
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[Ab]
En toen het ging, [Db] zij zei nog [Eb] ik wacht hier op jou, waar je ook bent, ik blijf [Ab] je trouw.
[Eb] [Fm] Ik schreef haar vaak, maar toch een [Db] brief kwam nooit van haar, [Bbm]
maar [Ab] geloof me dit had
ik [Eb] van jou niet [Ab] verwacht.
[Eb]
[Ab] Jij was mijn vriend, [Db] jij leerde [Eb] haar kennen door mij, jij weet hoeveel ik van [Ab] haar hou.
[Eb] [Fm] En nu kom ik thuis en daar voor [Db] haar deur sta jij [Bbm] dan en [Ab] direct zie ik aan [Eb] je hand,
jij draagt [Ab] haar ring, wat valt er te zeggen [Eb] dan?
[Ab] De ring die jij draagt aan je hand, heb ik ooit [Db] [Eb] gedragen.
[Ab] De ring die jij draagt, beantwoordt voor mij [Db] alle [Cm] vragen.
[Fm]
Ik [Db] kom thuis [Eb] en mijn plaats is [Ab] bezet, ik [Db] [Eb] herkende meteen [Ab] de ring die jij draagt,
die heeft zij aan mij ooit [Db] [Eb]
gegeven.
[Ab] De ring die jij draagt, ontneemt mij het geluk van [Db] mijn [Eb]
leven.
[Fm] [Db] Iedereen [Eb] weet we zijn uit [Ab] elkaar, want [Db] de ring die jij [Eb] draagt is [Ab] van haar.
[Db] [Eb]
[Ab] Als jij haar ziet, zeg haar dan [Eb] dat ik er weer ben,
[Ab] [Eb] en zeg dan dat ik haar [Ab] wel ben.
[Eb] [Fm] Maar zeg niet dat ik veel [Db] verdriet om haar [Bbm] had, [Db] ook [Ab] al begrijp ik niet [Fm] wat [Eb] er met ons is [Ab] gebeurd,
wat valt er te zeggen [Eb] dan?
[Ab] De ring die jij draagt aan je hand, heb ik ooit [Db] [Eb] gedragen.
[Ab] De ring die jij draagt, beantwoordt voor mij [Db] alle [Eb] vragen.
[Fm]
Ik [Db] kom thuis en mijn [Eb] plaats is [Ab] bezet, ik [Db] herkende [Eb] meteen [Ab] de ring die jij draagt,
die heeft zij aan mij ooit [Db] [Eb]
gegeven.
[Ab] De ring die jij draagt, ontneemt mij het geluk van [Db] mijn [Eb]
leven.
[Fm] [Db] Iedereen weet we [Eb] zijn [Ab] uit elkaar, want [Db] de ring die jij [Eb] draagt,
[Ab] De ring die jij draagt aan je hand, heb ik ooit [Db] [Eb] gedragen.
[Ab] De ring die jij draagt, beantwoordt voor mij [Db] alle [Eb] vragen.
[Fm]
Ik [Db] kom thuis en mijn [Eb] plaats is [Ab] bezet, ik [Db] herkende [Eb] meteen [Ab] de ring die jij draagt,
die heeft zij aan mij [Db] ooit [Eb] gegeven.
[Ab] De ring die jij draagt, ontneemt mij het geluk [Db] van mijn [Eb] leven.
[Fm] [Db] Iedereen weet we [Eb] zijn [Ab] uit elkaar, [Bbm] want de ring die jij [Eb] draagt is [Ab] van haar.
[Db] [Eb] [Ab]
[N]
En toen het ging, [Db] zij zei nog [Eb] ik wacht hier op jou, waar je ook bent, ik blijf [Ab] je trouw.
[Eb] [Fm] Ik schreef haar vaak, maar toch een [Db] brief kwam nooit van haar, [Bbm]
maar [Ab] geloof me dit had
ik [Eb] van jou niet [Ab] verwacht.
[Eb]
[Ab] Jij was mijn vriend, [Db] jij leerde [Eb] haar kennen door mij, jij weet hoeveel ik van [Ab] haar hou.
[Eb] [Fm] En nu kom ik thuis en daar voor [Db] haar deur sta jij [Bbm] dan en [Ab] direct zie ik aan [Eb] je hand,
jij draagt [Ab] haar ring, wat valt er te zeggen [Eb] dan?
[Ab] De ring die jij draagt aan je hand, heb ik ooit [Db] [Eb] gedragen.
[Ab] De ring die jij draagt, beantwoordt voor mij [Db] alle [Cm] vragen.
[Fm]
Ik [Db] kom thuis [Eb] en mijn plaats is [Ab] bezet, ik [Db] [Eb] herkende meteen [Ab] de ring die jij draagt,
die heeft zij aan mij ooit [Db] [Eb]
gegeven.
[Ab] De ring die jij draagt, ontneemt mij het geluk van [Db] mijn [Eb]
leven.
[Fm] [Db] Iedereen [Eb] weet we zijn uit [Ab] elkaar, want [Db] de ring die jij [Eb] draagt is [Ab] van haar.
[Db] [Eb]
[Ab] Als jij haar ziet, zeg haar dan [Eb] dat ik er weer ben,
[Ab] [Eb] en zeg dan dat ik haar [Ab] wel ben.
[Eb] [Fm] Maar zeg niet dat ik veel [Db] verdriet om haar [Bbm] had, [Db] ook [Ab] al begrijp ik niet [Fm] wat [Eb] er met ons is [Ab] gebeurd,
wat valt er te zeggen [Eb] dan?
[Ab] De ring die jij draagt aan je hand, heb ik ooit [Db] [Eb] gedragen.
[Ab] De ring die jij draagt, beantwoordt voor mij [Db] alle [Eb] vragen.
[Fm]
Ik [Db] kom thuis en mijn [Eb] plaats is [Ab] bezet, ik [Db] herkende [Eb] meteen [Ab] de ring die jij draagt,
die heeft zij aan mij ooit [Db] [Eb]
gegeven.
[Ab] De ring die jij draagt, ontneemt mij het geluk van [Db] mijn [Eb]
leven.
[Fm] [Db] Iedereen weet we [Eb] zijn [Ab] uit elkaar, want [Db] de ring die jij [Eb] draagt,
[Ab] De ring die jij draagt aan je hand, heb ik ooit [Db] [Eb] gedragen.
[Ab] De ring die jij draagt, beantwoordt voor mij [Db] alle [Eb] vragen.
[Fm]
Ik [Db] kom thuis en mijn [Eb] plaats is [Ab] bezet, ik [Db] herkende [Eb] meteen [Ab] de ring die jij draagt,
die heeft zij aan mij [Db] ooit [Eb] gegeven.
[Ab] De ring die jij draagt, ontneemt mij het geluk [Db] van mijn [Eb] leven.
[Fm] [Db] Iedereen weet we [Eb] zijn [Ab] uit elkaar, [Bbm] want de ring die jij [Eb] draagt is [Ab] van haar.
[Db] [Eb] [Ab]
[N]
Key:
Eb
Ab
Db
Fm
Bbm
Eb
Ab
Db
_ [Ab] _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
En toen het ging, [Db] zij zei nog [Eb] ik wacht hier op jou, _ _ waar je ook bent, ik blijf [Ab] je trouw. _ _
[Eb] [Fm] Ik schreef haar vaak, maar toch een [Db] brief kwam nooit van haar, [Bbm] _
maar [Ab] geloof me dit had
ik [Eb] van jou niet [Ab] _ verwacht.
_ [Eb] _
[Ab] Jij was mijn vriend, [Db] jij leerde [Eb] haar kennen door mij, _ _ jij weet hoeveel _ ik van [Ab] haar hou. _ _
[Eb] [Fm] En nu kom ik thuis en daar voor [Db] haar deur sta jij [Bbm] dan en [Ab] direct zie ik aan [Eb] je hand,
jij draagt [Ab] haar ring, wat valt er te zeggen [Eb] dan?
[Ab] De ring die jij draagt aan je hand, heb ik ooit [Db] _ [Eb] gedragen. _ _
[Ab] De ring die jij draagt, beantwoordt voor mij [Db] alle [Cm] vragen.
[Fm] _
Ik [Db] kom thuis [Eb] en mijn plaats is [Ab] bezet, ik [Db] [Eb] herkende meteen [Ab] de ring die jij draagt,
die heeft zij aan mij ooit [Db] _ [Eb]
gegeven.
_ _ [Ab] De ring die jij draagt, ontneemt mij het geluk van [Db] mijn [Eb]
leven.
[Fm] _ _ [Db] Iedereen [Eb] weet we zijn uit [Ab] elkaar, want [Db] de ring die jij [Eb] draagt is [Ab] van haar. _ _ _
_ [Db] _ [Eb] _ _ _ _
[Ab] Als jij haar ziet, zeg haar dan [Eb] dat ik er weer ben, _ _
[Ab] [Eb] en zeg dan dat _ ik haar [Ab] wel ben. _ _ _
[Eb] [Fm] Maar zeg niet dat _ ik veel [Db] verdriet om haar _ [Bbm] had, [Db] ook [Ab] al begrijp ik niet [Fm] wat [Eb] er met ons is [Ab] gebeurd,
wat valt er te zeggen [Eb] dan?
[Ab] De ring die jij draagt aan je hand, heb ik ooit [Db] _ [Eb] gedragen. _ _
[Ab] De ring die jij draagt, beantwoordt voor mij [Db] alle [Eb] vragen.
[Fm] _
Ik [Db] kom thuis en mijn [Eb] plaats is [Ab] bezet, ik [Db] herkende [Eb] meteen [Ab] de ring die jij draagt,
die heeft zij aan mij ooit [Db] _ [Eb]
gegeven.
_ _ [Ab] De ring die jij draagt, ontneemt mij het geluk van [Db] mijn [Eb]
leven.
[Fm] _ _ [Db] Iedereen weet we [Eb] zijn [Ab] uit elkaar, want [Db] de ring die jij [Eb] draagt,
[Ab] De ring die jij draagt aan je hand, heb ik ooit [Db] _ [Eb] gedragen. _ _
[Ab] De ring die jij draagt, beantwoordt voor mij [Db] alle [Eb] vragen.
[Fm] _
Ik [Db] kom thuis en mijn [Eb] plaats is [Ab] bezet, ik [Db] herkende [Eb] meteen [Ab] de ring die jij draagt,
die heeft zij aan mij [Db] ooit [Eb] gegeven.
_ _ [Ab] De ring die jij draagt, ontneemt mij het geluk [Db] van mijn [Eb] leven.
[Fm] _ _ [Db] Iedereen weet we [Eb] zijn [Ab] uit elkaar, [Bbm] want de ring die jij [Eb] draagt is [Ab] van haar. _ _ _
_ [Db] _ _ [Eb] _ [Ab] _ _
_ _ _ _ _ [N] _
_ _ _ _ _ _
En toen het ging, [Db] zij zei nog [Eb] ik wacht hier op jou, _ _ waar je ook bent, ik blijf [Ab] je trouw. _ _
[Eb] [Fm] Ik schreef haar vaak, maar toch een [Db] brief kwam nooit van haar, [Bbm] _
maar [Ab] geloof me dit had
ik [Eb] van jou niet [Ab] _ verwacht.
_ [Eb] _
[Ab] Jij was mijn vriend, [Db] jij leerde [Eb] haar kennen door mij, _ _ jij weet hoeveel _ ik van [Ab] haar hou. _ _
[Eb] [Fm] En nu kom ik thuis en daar voor [Db] haar deur sta jij [Bbm] dan en [Ab] direct zie ik aan [Eb] je hand,
jij draagt [Ab] haar ring, wat valt er te zeggen [Eb] dan?
[Ab] De ring die jij draagt aan je hand, heb ik ooit [Db] _ [Eb] gedragen. _ _
[Ab] De ring die jij draagt, beantwoordt voor mij [Db] alle [Cm] vragen.
[Fm] _
Ik [Db] kom thuis [Eb] en mijn plaats is [Ab] bezet, ik [Db] [Eb] herkende meteen [Ab] de ring die jij draagt,
die heeft zij aan mij ooit [Db] _ [Eb]
gegeven.
_ _ [Ab] De ring die jij draagt, ontneemt mij het geluk van [Db] mijn [Eb]
leven.
[Fm] _ _ [Db] Iedereen [Eb] weet we zijn uit [Ab] elkaar, want [Db] de ring die jij [Eb] draagt is [Ab] van haar. _ _ _
_ [Db] _ [Eb] _ _ _ _
[Ab] Als jij haar ziet, zeg haar dan [Eb] dat ik er weer ben, _ _
[Ab] [Eb] en zeg dan dat _ ik haar [Ab] wel ben. _ _ _
[Eb] [Fm] Maar zeg niet dat _ ik veel [Db] verdriet om haar _ [Bbm] had, [Db] ook [Ab] al begrijp ik niet [Fm] wat [Eb] er met ons is [Ab] gebeurd,
wat valt er te zeggen [Eb] dan?
[Ab] De ring die jij draagt aan je hand, heb ik ooit [Db] _ [Eb] gedragen. _ _
[Ab] De ring die jij draagt, beantwoordt voor mij [Db] alle [Eb] vragen.
[Fm] _
Ik [Db] kom thuis en mijn [Eb] plaats is [Ab] bezet, ik [Db] herkende [Eb] meteen [Ab] de ring die jij draagt,
die heeft zij aan mij ooit [Db] _ [Eb]
gegeven.
_ _ [Ab] De ring die jij draagt, ontneemt mij het geluk van [Db] mijn [Eb]
leven.
[Fm] _ _ [Db] Iedereen weet we [Eb] zijn [Ab] uit elkaar, want [Db] de ring die jij [Eb] draagt,
[Ab] De ring die jij draagt aan je hand, heb ik ooit [Db] _ [Eb] gedragen. _ _
[Ab] De ring die jij draagt, beantwoordt voor mij [Db] alle [Eb] vragen.
[Fm] _
Ik [Db] kom thuis en mijn [Eb] plaats is [Ab] bezet, ik [Db] herkende [Eb] meteen [Ab] de ring die jij draagt,
die heeft zij aan mij [Db] ooit [Eb] gegeven.
_ _ [Ab] De ring die jij draagt, ontneemt mij het geluk [Db] van mijn [Eb] leven.
[Fm] _ _ [Db] Iedereen weet we [Eb] zijn [Ab] uit elkaar, [Bbm] want de ring die jij [Eb] draagt is [Ab] van haar. _ _ _
_ [Db] _ _ [Eb] _ [Ab] _ _
_ _ _ _ _ [N] _