Chords for Ziesjoem! - Plök d'n daag
Tempo:
170.25 bpm
Chords used:
E
B
A
F
Bb
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[A]
[E] [B]
[E] [A]
[E] [B] [Abm]
[E]
Soms scheelt niet alles van alleen, [A] soms zit het niks [E] met.
Oh, soms zit [B] het niks toen [E] met.
Dan maakt een dag niet lang en gijn me [A] liever vreugd [E] naar bed.
Oh, gijn liever [B] vreugd naar [E] bed.
Het werk is soms moe, het is [A] niet altijd even.
[E] Oh, niet altijd [B] even.
[E]
Gaan denk aan die volk of die [A] neus, neem vandaag [E] weer terug.
Oh, dat is [B] pas echt [E] geluk.
[A] Blijft een dag, zolang [E] het mag.
Laat de [B] vroeg naar wijde, laat de vroeg [E] naar wijde.
Blijft [A] een dag, zolang [E] het mag.
Dan is [B] het leven pas [E] geslaagd.
Blijft [A] een dag, zolang [E] het mag.
Laat de [B] vroeg naar wijde, [E] laat de vroeg naar wijde.
Blijft [A] een dag, zolang [E] het mag.
Dan is [B] het leven pas [E] geslaagd.
Soms maakt het eten mee, dan is [A] de wien een beetje [E] zoer.
Oh, de wien [B] een beetje
[E] zoer.
Pak fles op, dan drukken aan en doe [A] gaart water bij [E] de wien.
Want dan regent het [B] weer zonder [E]
chimie.
[A] Blijft een dag, zolang [E] het mag.
Laat de [B] vroeg naar wijde, [E] laat de vroeg naar wijde.
Blijft [A] een dag, zolang [E] het mag.
Dan is [B] het leven pas [E] geslaagd.
Blijft [A] een dag, zolang [E] het mag.
Laat de [B] vroeg naar wijde, laat de [E] vroeg naar wijde.
Blijft [A] een dag, zolang [E] het mag.
Dan is het [B] leven pas [E]
geslaagd.
[B] Nu als het wrelt, maak het verschelt.
[Gb] De zuiste zon [B] weer strijden.
Geluk is teruggevuld.
Zit [Gb] het lepiek
[B] achterna.
[A] Blijft een dag, zolang [E] het mag.
Laat de [B] vroeg naar wijde, laat de [E] vroeg naar wijde.
Blijft [A] een dag, zolang [E] het mag.
Dan is [B] het leven pas [E] [D] geslaagd.
La [Bb] la la, la la [F] la la.
La la [C] la la la, la la [F] la la la.
La [Bb] la la.
[F]
[C] [F] Blijft [Bb] een dag, zolang [F] het mag.
Laat de [C] vroeg naar wijde, [F] laat de vroeg naar wijde.
Blijft [Bb] een dag, zolang [F] het mag.
Dan is [C] het leven pas [F] geslaagd.
[E] [B]
[E] [A]
[E] [B] [Abm]
[E]
Soms scheelt niet alles van alleen, [A] soms zit het niks [E] met.
Oh, soms zit [B] het niks toen [E] met.
Dan maakt een dag niet lang en gijn me [A] liever vreugd [E] naar bed.
Oh, gijn liever [B] vreugd naar [E] bed.
Het werk is soms moe, het is [A] niet altijd even.
[E] Oh, niet altijd [B] even.
[E]
Gaan denk aan die volk of die [A] neus, neem vandaag [E] weer terug.
Oh, dat is [B] pas echt [E] geluk.
[A] Blijft een dag, zolang [E] het mag.
Laat de [B] vroeg naar wijde, laat de vroeg [E] naar wijde.
Blijft [A] een dag, zolang [E] het mag.
Dan is [B] het leven pas [E] geslaagd.
Blijft [A] een dag, zolang [E] het mag.
Laat de [B] vroeg naar wijde, [E] laat de vroeg naar wijde.
Blijft [A] een dag, zolang [E] het mag.
Dan is [B] het leven pas [E] geslaagd.
Soms maakt het eten mee, dan is [A] de wien een beetje [E] zoer.
Oh, de wien [B] een beetje
[E] zoer.
Pak fles op, dan drukken aan en doe [A] gaart water bij [E] de wien.
Want dan regent het [B] weer zonder [E]
chimie.
[A] Blijft een dag, zolang [E] het mag.
Laat de [B] vroeg naar wijde, [E] laat de vroeg naar wijde.
Blijft [A] een dag, zolang [E] het mag.
Dan is [B] het leven pas [E] geslaagd.
Blijft [A] een dag, zolang [E] het mag.
Laat de [B] vroeg naar wijde, laat de [E] vroeg naar wijde.
Blijft [A] een dag, zolang [E] het mag.
Dan is het [B] leven pas [E]
geslaagd.
[B] Nu als het wrelt, maak het verschelt.
[Gb] De zuiste zon [B] weer strijden.
Geluk is teruggevuld.
Zit [Gb] het lepiek
[B] achterna.
[A] Blijft een dag, zolang [E] het mag.
Laat de [B] vroeg naar wijde, laat de [E] vroeg naar wijde.
Blijft [A] een dag, zolang [E] het mag.
Dan is [B] het leven pas [E] [D] geslaagd.
La [Bb] la la, la la [F] la la.
La la [C] la la la, la la [F] la la la.
La [Bb] la la.
[F]
[C] [F] Blijft [Bb] een dag, zolang [F] het mag.
Laat de [C] vroeg naar wijde, [F] laat de vroeg naar wijde.
Blijft [Bb] een dag, zolang [F] het mag.
Dan is [C] het leven pas [F] geslaagd.
Key:
E
B
A
F
Bb
E
B
A
_ _ [A] _ _ _ _ _ _
[E] _ _ _ _ [B] _ _ _ _
[E] _ _ _ _ [A] _ _ _ _
[E] _ _ _ _ [B] _ _ [Abm] _ _
[E] _ _ _ _ _ _ _
Soms scheelt niet alles van alleen, [A] soms zit het niks [E] met. _ _
_ Oh, _ _ soms zit [B] het niks toen [E] met. _ _
Dan maakt een dag niet lang en gijn me [A] liever vreugd [E] naar bed. _ _
_ Oh, _ _ gijn liever [B] _ vreugd naar [E] bed. _ _ _
_ _ Het werk is soms moe, het is [A] niet altijd even.
[E] _ _ _ _ Oh, _ _ _ niet altijd [B] _ even.
[E] _
_ _ _ Gaan denk aan die volk of die [A] neus, neem _ vandaag [E] weer terug.
_ _ _ Oh, _ _ dat is [B] pas echt [E] geluk.
_ _ _ _ _ [A] Blijft een dag, zolang [E] het mag.
Laat de [B] vroeg naar wijde, laat de vroeg [E] naar wijde.
Blijft [A] een dag, zolang [E] het mag.
Dan is [B] het leven pas [E] _ geslaagd.
Blijft [A] een dag, zolang [E] het mag.
Laat de [B] vroeg naar wijde, [E] laat de vroeg naar wijde.
Blijft [A] een dag, zolang [E] het mag.
Dan is [B] het leven pas [E] _ _ geslaagd.
_ _ _ Soms maakt het eten mee, dan is [A] de wien een beetje [E] zoer.
_ _ _ Oh, _ _ de wien [B] een beetje _
[E] zoer.
_ Pak fles op, dan drukken aan en doe [A] gaart water bij [E] de wien.
_ _ _ Want dan _ regent het [B] weer zonder [E]
chimie.
_ _ _ _ _ [A] Blijft een dag, zolang [E] het mag.
Laat de [B] vroeg naar wijde, [E] laat de vroeg naar wijde.
Blijft [A] een dag, zolang [E] het mag.
Dan is [B] het leven pas [E] _ geslaagd.
Blijft [A] een dag, zolang [E] het mag.
Laat de [B] vroeg naar wijde, laat de [E] vroeg naar wijde.
Blijft [A] een dag, zolang [E] het mag.
Dan is het [B] leven pas [E] _ _ _
geslaagd.
_ _ _ [B] Nu als het wrelt, maak het verschelt.
[Gb] De zuiste zon [B] weer strijden.
_ _ Geluk is _ teruggevuld.
Zit [Gb] het lepiek _
[B] achterna. _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [A] Blijft een dag, zolang [E] het mag.
Laat de [B] vroeg naar wijde, laat de [E] vroeg naar wijde.
Blijft [A] een dag, zolang [E] het mag.
Dan is [B] het leven pas [E] _ [D] geslaagd.
La [Bb] la la, la la [F] la la.
La la [C] la la la, la la [F] la la la.
La [Bb] la la.
_ _ [F] _ _ _ _
[C] _ _ _ _ [F] _ _ Blijft [Bb] een dag, zolang [F] het mag.
Laat de [C] vroeg naar wijde, [F] laat de vroeg naar wijde.
Blijft [Bb] een dag, zolang [F] het mag.
Dan is [C] het leven pas [F] _ geslaagd. _
[E] _ _ _ _ [B] _ _ _ _
[E] _ _ _ _ [A] _ _ _ _
[E] _ _ _ _ [B] _ _ [Abm] _ _
[E] _ _ _ _ _ _ _
Soms scheelt niet alles van alleen, [A] soms zit het niks [E] met. _ _
_ Oh, _ _ soms zit [B] het niks toen [E] met. _ _
Dan maakt een dag niet lang en gijn me [A] liever vreugd [E] naar bed. _ _
_ Oh, _ _ gijn liever [B] _ vreugd naar [E] bed. _ _ _
_ _ Het werk is soms moe, het is [A] niet altijd even.
[E] _ _ _ _ Oh, _ _ _ niet altijd [B] _ even.
[E] _
_ _ _ Gaan denk aan die volk of die [A] neus, neem _ vandaag [E] weer terug.
_ _ _ Oh, _ _ dat is [B] pas echt [E] geluk.
_ _ _ _ _ [A] Blijft een dag, zolang [E] het mag.
Laat de [B] vroeg naar wijde, laat de vroeg [E] naar wijde.
Blijft [A] een dag, zolang [E] het mag.
Dan is [B] het leven pas [E] _ geslaagd.
Blijft [A] een dag, zolang [E] het mag.
Laat de [B] vroeg naar wijde, [E] laat de vroeg naar wijde.
Blijft [A] een dag, zolang [E] het mag.
Dan is [B] het leven pas [E] _ _ geslaagd.
_ _ _ Soms maakt het eten mee, dan is [A] de wien een beetje [E] zoer.
_ _ _ Oh, _ _ de wien [B] een beetje _
[E] zoer.
_ Pak fles op, dan drukken aan en doe [A] gaart water bij [E] de wien.
_ _ _ Want dan _ regent het [B] weer zonder [E]
chimie.
_ _ _ _ _ [A] Blijft een dag, zolang [E] het mag.
Laat de [B] vroeg naar wijde, [E] laat de vroeg naar wijde.
Blijft [A] een dag, zolang [E] het mag.
Dan is [B] het leven pas [E] _ geslaagd.
Blijft [A] een dag, zolang [E] het mag.
Laat de [B] vroeg naar wijde, laat de [E] vroeg naar wijde.
Blijft [A] een dag, zolang [E] het mag.
Dan is het [B] leven pas [E] _ _ _
geslaagd.
_ _ _ [B] Nu als het wrelt, maak het verschelt.
[Gb] De zuiste zon [B] weer strijden.
_ _ Geluk is _ teruggevuld.
Zit [Gb] het lepiek _
[B] achterna. _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [A] Blijft een dag, zolang [E] het mag.
Laat de [B] vroeg naar wijde, laat de [E] vroeg naar wijde.
Blijft [A] een dag, zolang [E] het mag.
Dan is [B] het leven pas [E] _ [D] geslaagd.
La [Bb] la la, la la [F] la la.
La la [C] la la la, la la [F] la la la.
La [Bb] la la.
_ _ [F] _ _ _ _
[C] _ _ _ _ [F] _ _ Blijft [Bb] een dag, zolang [F] het mag.
Laat de [C] vroeg naar wijde, [F] laat de vroeg naar wijde.
Blijft [Bb] een dag, zolang [F] het mag.
Dan is [C] het leven pas [F] _ geslaagd. _