afscheidsbrief-De sunstreams Chords
Tempo:
124.7 bpm
Chords used:
A
E
F
Bb
D
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[G]
[A] [Bm] [D] [Gbm] [E]
[A]
Ik ging vlug naar huis zoals altijd, [E] na een lange [A] zware dag.
Maar toen ik thuis kwam, was er niemand, [B] alleen een briefje [E] dat daal-aard.
[A] Ik wou eerst nog even wachten, toen [E] zag ik het [A] was van ja.
En je schreef, ik heb u verlaten, omdat [E] ik niet meer [A] van je hou.
[E] [D]
Wat moet [Dbm] ik onze [A] kinderen zeggen, [D]
zonder [E] afscheid geen [A] idee.
Hoe [D]
moet ik al [Dm] het schuim [A] gaan weggen, heel de [E] wereld [A] stort ineen.
Ik stond daar wel eens niet geloven, jij [E] was alles mijn [A] idool.
Ik hoorde niet de deurbel klinken, de [B] kinderen kwamen thuis [E] van school.
[A] En toen zij mijn tranen zagen, [E] keken zij me [A] platend aan.
Zeg wat is er met jouw papie, wie [E] heeft jou zo'n pijn [A] gedaan.
[E]
[D] Wat moet [E] ik [Ab] onze kinderen [A] zeggen,
[D] zonder [E] afscheid geen [A] idee.
[D] Hoe moet ik al [Dm] het schuim [A] gaan weggen, heel de [E] wereld stort [A] ineen.
[F] Was het [Bb] voor jou dan zo eenpoudig, dat [F] je alles [Bb]
achterliep.
We waren zoveel jaren samen, denk je [C] dan niet aan [F] ons verdriet.
[Bb] Jij ziet nooit die kinderogen, hoe ze [F] praaten [Bb] elke dag.
Dat hun allerliefste mamie, [F] toch weer heel gauw [Bb] komen mag.
[F] [Eb]
[F] [Eb] [Bb]
[Eb]
[F] [Eb] [Bb]
[Eb] Hoe moet ik al [Ebm] het schuim [Bb] gaan weggen, heel [Gm] de [F] wereld [Bb] stort ineen.
Heel de [F] wereld [Bb] stort ineen.
[N]
[A] [Bm] [D] [Gbm] [E]
[A]
Ik ging vlug naar huis zoals altijd, [E] na een lange [A] zware dag.
Maar toen ik thuis kwam, was er niemand, [B] alleen een briefje [E] dat daal-aard.
[A] Ik wou eerst nog even wachten, toen [E] zag ik het [A] was van ja.
En je schreef, ik heb u verlaten, omdat [E] ik niet meer [A] van je hou.
[E] [D]
Wat moet [Dbm] ik onze [A] kinderen zeggen, [D]
zonder [E] afscheid geen [A] idee.
Hoe [D]
moet ik al [Dm] het schuim [A] gaan weggen, heel de [E] wereld [A] stort ineen.
Ik stond daar wel eens niet geloven, jij [E] was alles mijn [A] idool.
Ik hoorde niet de deurbel klinken, de [B] kinderen kwamen thuis [E] van school.
[A] En toen zij mijn tranen zagen, [E] keken zij me [A] platend aan.
Zeg wat is er met jouw papie, wie [E] heeft jou zo'n pijn [A] gedaan.
[E]
[D] Wat moet [E] ik [Ab] onze kinderen [A] zeggen,
[D] zonder [E] afscheid geen [A] idee.
[D] Hoe moet ik al [Dm] het schuim [A] gaan weggen, heel de [E] wereld stort [A] ineen.
[F] Was het [Bb] voor jou dan zo eenpoudig, dat [F] je alles [Bb]
achterliep.
We waren zoveel jaren samen, denk je [C] dan niet aan [F] ons verdriet.
[Bb] Jij ziet nooit die kinderogen, hoe ze [F] praaten [Bb] elke dag.
Dat hun allerliefste mamie, [F] toch weer heel gauw [Bb] komen mag.
[F] [Eb]
[F] [Eb] [Bb]
[Eb]
[F] [Eb] [Bb]
[Eb] Hoe moet ik al [Ebm] het schuim [Bb] gaan weggen, heel [Gm] de [F] wereld [Bb] stort ineen.
Heel de [F] wereld [Bb] stort ineen.
[N]
Key:
A
E
F
Bb
D
A
E
F
[G] _ _ _ _ _ _ _ _
_ [A] _ [Bm] _ _ [D] _ _ [Gbm] _ [E] _
_ _ _ [A] _ _ _ _ _
_ _ Ik ging vlug naar huis zoals altijd, [E] na een lange [A] zware dag.
Maar toen ik thuis kwam, was er niemand, _ [B] alleen een briefje [E] dat daal-aard.
[A] Ik wou eerst nog even wachten, toen [E] zag ik het [A] was van ja.
_ En je schreef, ik heb u verlaten, omdat [E] ik niet meer [A] van je hou.
_ [E] _ _ _ _ [D] _
Wat moet [Dbm] ik onze [A] kinderen zeggen, _ _ _ _ _ [D] _
zonder [E] afscheid geen [A] idee.
_ _ Hoe _ _ _ [D] _
moet ik al [Dm] het schuim [A] gaan _ weggen, _ _ _ heel de _ _ [E] wereld _ [A] stort _ ineen.
_ _ _ Ik stond daar wel eens niet _ geloven, jij [E] was alles mijn [A] idool.
Ik hoorde niet de deurbel klinken, de [B] kinderen kwamen thuis [E] van school.
_ [A] En toen zij mijn tranen zagen, _ [E] keken zij me [A] platend aan.
_ Zeg wat is er met jouw papie, wie [E] heeft jou zo'n pijn [A] gedaan.
_ _ [E] _
_ _ _ [D] Wat moet [E] ik [Ab] onze kinderen [A] zeggen, _ _ _
_ _ _ [D] _ zonder [E] afscheid geen [A] idee. _ _ _ _
_ _ _ [D] Hoe moet ik al [Dm] het _ schuim [A] gaan weggen, _ _ _ heel de _ _ [E] wereld _ stort [A] _ ineen. _ _
_ [F] Was het [Bb] voor jou dan zo _ eenpoudig, dat [F] je alles _ [Bb]
achterliep.
We waren zoveel jaren samen, denk je [C] dan niet aan [F] ons verdriet.
_ [Bb] Jij ziet nooit die _ kinderogen, _ hoe ze [F] praaten [Bb] elke dag.
_ Dat hun _ _ allerliefste mamie, [F] toch weer heel gauw [Bb] komen mag.
_ [F] _ _ _ _ [Eb] _
_ _ _ [F] _ _ [Eb] _ _ [Bb] _
_ _ _ _ _ _ _ [Eb] _
_ _ _ [F] _ _ _ [Eb] _ [Bb] _
_ _ _ _ _ _ _
[Eb] Hoe moet ik al [Ebm] het schuim [Bb] gaan weggen, _ _ _ heel [Gm] de _ _ [F] wereld _ [Bb] stort _ _ ineen.
_ _ _ Heel de _ _ [F] wereld _ [Bb] stort _ _ ineen. _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [N] _ _
_ [A] _ [Bm] _ _ [D] _ _ [Gbm] _ [E] _
_ _ _ [A] _ _ _ _ _
_ _ Ik ging vlug naar huis zoals altijd, [E] na een lange [A] zware dag.
Maar toen ik thuis kwam, was er niemand, _ [B] alleen een briefje [E] dat daal-aard.
[A] Ik wou eerst nog even wachten, toen [E] zag ik het [A] was van ja.
_ En je schreef, ik heb u verlaten, omdat [E] ik niet meer [A] van je hou.
_ [E] _ _ _ _ [D] _
Wat moet [Dbm] ik onze [A] kinderen zeggen, _ _ _ _ _ [D] _
zonder [E] afscheid geen [A] idee.
_ _ Hoe _ _ _ [D] _
moet ik al [Dm] het schuim [A] gaan _ weggen, _ _ _ heel de _ _ [E] wereld _ [A] stort _ ineen.
_ _ _ Ik stond daar wel eens niet _ geloven, jij [E] was alles mijn [A] idool.
Ik hoorde niet de deurbel klinken, de [B] kinderen kwamen thuis [E] van school.
_ [A] En toen zij mijn tranen zagen, _ [E] keken zij me [A] platend aan.
_ Zeg wat is er met jouw papie, wie [E] heeft jou zo'n pijn [A] gedaan.
_ _ [E] _
_ _ _ [D] Wat moet [E] ik [Ab] onze kinderen [A] zeggen, _ _ _
_ _ _ [D] _ zonder [E] afscheid geen [A] idee. _ _ _ _
_ _ _ [D] Hoe moet ik al [Dm] het _ schuim [A] gaan weggen, _ _ _ heel de _ _ [E] wereld _ stort [A] _ ineen. _ _
_ [F] Was het [Bb] voor jou dan zo _ eenpoudig, dat [F] je alles _ [Bb]
achterliep.
We waren zoveel jaren samen, denk je [C] dan niet aan [F] ons verdriet.
_ [Bb] Jij ziet nooit die _ kinderogen, _ hoe ze [F] praaten [Bb] elke dag.
_ Dat hun _ _ allerliefste mamie, [F] toch weer heel gauw [Bb] komen mag.
_ [F] _ _ _ _ [Eb] _
_ _ _ [F] _ _ [Eb] _ _ [Bb] _
_ _ _ _ _ _ _ [Eb] _
_ _ _ [F] _ _ _ [Eb] _ [Bb] _
_ _ _ _ _ _ _
[Eb] Hoe moet ik al [Ebm] het schuim [Bb] gaan weggen, _ _ _ heel [Gm] de _ _ [F] wereld _ [Bb] stort _ _ ineen.
_ _ _ Heel de _ _ [F] wereld _ [Bb] stort _ _ ineen. _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [N] _ _