Arie Ribbens - Polonaise hollandaise Chords

_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ [G] _ _ _
_ _ _ _ Hé jongens! _
_ _ _ _ _ [A] _ _ _
_ _ _ _ _ [D] _ _ _
_ _ _ _ _ [G] _ _ _
_ [F#] _ _ _ _ [G] _ _ _
_ _ _ _ _ [A] _ _ _
_ _ _ _ _ [D] _ _ _
_ _ _ _ _ [G] _ _ _
_ [A] _ _ [D] _ _ Wij bieren feest, dus weg met de malezen.
Want nu is het tijd voor de _ kolonessen, [E] _ [A] _
Hollandessen.
Van hier [C#] tot [D] Hoederlo. _ _
Wij hoeven later linksaf.
Wij zakken door, we zullen niet verdorsten.
En Willem grijpt maar ietsje van achter bij de straal.
[E] Dus [A] dat wordt weer lachen, [E] dat wordt een [D] dode boel.
Kom oma, aansluiten!
_ [G] Het orkestje gaat van schrik steeds sneller spelen.
_ [A] De pianist gaat hillend onderuit.
_ [D] De tuba blaast, de trommels en de peia.
_ [G] De dirigent slaat [D] afgeluid uit de brandlicht uit.
[G] Achter in de zaal gaat Putin loop pas.
[A] De kastelein is zingbaar van de kook.
_ [D] Hij trekt gauw aan de bel en geeft een rondje.
_ [G] De glazen dansen op de [A] baan.
[D] Wij joh!
Wij [D] vieren feest, dus weg met de malezen.
Want nu is het tijd voor de _ kolonessen, [A] _ _
Hollandessen.
Van hier tot [D] Hoederlo.
Maar loop niet zo snel, anders kom je in flussendrop.
Wij zakken door, we zullen niet verdorsten.
En Willem grijpt maar ietsje van achter bij de straal.
[A] Dus dat wordt weer lachen, dat wordt [C#] een dolle [D] _ boel.
Hé Willem, laat maar ietsje nou maar los. _ _ _ _
_ [E] _ _ _ _ [A] _ _ _
_ [D] _ _ _ _ _ _ _
_ [E] _ _ _ _ [A] _ _ _
_ [D] _ _ _ [G] De meute staat te springen en te hassen.
_ [A] De ten staat op z'n kop, de gloed hengt mee.
_ _ [D] Maarietje jodelt, wie kan mij verlossen?
_ [G] Straks komt hier het plafond nog naar [A] beneden.
Oh [D] jee!
Wij vieren feest, dus weg met de malezen.
Want nu is het tijd voor de _ kolonessen, [E] _ _
[A] Hollandessen.
Van hier tot [D] Hoederlo. _
Hé, [A] waar zijn ze nou?
_ _ [D] Wij zakken door, we zullen niet verdorsten.
En Willem grijpt maar ietsje van achter bij de schouder.
[A] Dus dat wordt weer lachen, dat wordt een dolle [D] boel.
Eén biertje met moslimkraag, maar met het schuim eronderin.
Wij vieren feest, dus weg met de malezen.
Want nu is het tijd voor de _ kolonessen, [A] _ _
Hollandessen.
Van hier tot [D] Hoederlo.
Over, breng [A] eens wat geld, ik wil afrekenen.
Wij [D] zakken door, we zullen niet verdorsten.
En Willem grijpt maar ietsje van achter bij de schouder.
Dus dat wordt weer lachen, dat wordt een dolle [D] boel.
Haha, dat kun je wel zien.
_ _ _ _ Wij vieren feest, dus weg met de malezen.
Want nu is het tijd voor de _ kolonessen, [A] Hollandessen. _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _