Chords for De Twee Pinten - Wa un lekker ding bende gij
Tempo:
118.1 bpm
Chords used:
G
C
F#
B
Dm
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[C]
[B] [Am] [G] Wat [F#] een [G] lekker [C] ding ben jij, en je hebt zo'n lekker [Dm] [G] [F#] keuntje.
[G] Ik zag us morgens in [B] de kroeg, [C#] [F#] [G] ik dacht ik had [C] erover zocht.
[Bm] [A] [G] Wat [F#] een [G] lekker [C] ding ben jij, [B] [C] en je hebt zo'n lekker [Dm] [G] keuntje.
[F#] [G] Ik zag us morgens in de kroeg, [Em] [F#] [G] ik dacht ik had erover [F] zocht.
[C] [G] [C]
Zie je [Em] daar op dat [G] lekker mesje staan, waar is het een verrekkes mooi [C] strak bloesje aan.
Met een blonde lok en [G] blauwe ogen, dat is een lekker ding ik lang niet zocht.
Wat [F#] een [G] lekker [C] ding ben jij, [B] [C] en je hebt zo'n lekker [Dm] [G] keuntje.
Ik zag us morgens in de kroeg, [A#] [F#] [G] ik dacht ik had [C] erover zocht.
[B] [A] [C] [G] Wat [F#] een [G] lekker [C] ding ben jij, en je hebt zo'n lekker [Dm] [G] keuntje.
Ik zag us morgens in de kroeg, [A#] [F#] [G] ik dacht ik had [C] erover [F] zocht.
[C] [B] [C]
Ik liep er in de pol aan en [G] ze achteraan, per ongeluk ging zij toen op [C] mijn tenen staan.
Van nergens draaide ze om en zei [G] pardon, even zal ik u eens [F] zeggen wacht [G] even.
[F#] Wat een [G] lekker [C] ding ben [B] jij, [C] en je hebt zo'n [F] lekker [G] keuntje.
Ik zag us morgens in de [A#] kroeg, [F#] [G] ik dacht ik had [C] erover zocht.
[B] [A] [G] Wat [F#] een [G] lekker [C] ding ben jij, en je hebt zo'n [Dm] lekker [G] keuntje.
Ik zag us morgens in de kroeg, [C#] [F#] [G] ik dacht ik had erover [F] [C] zocht.
[B] [Am]
[C] Toen kwam ik in de bar aan met [G] het hele stel, er kwam een mesje vroeg en ben [C] de vrijgezel.
Wilde met mij uit alleen [Dm] [G] vandaag, ik kreeg meteen de [F] kriepels in de [G] maag.
[F#] Wat een [G]
[C] lekker ding ben jij, [B] [C] en je hebt zo'n [Dm] lekker [G] keuntje.
Ik zag us morgens in de [C#] kroeg, [F#] [G] ik dacht ik had [C] erover zocht.
[Bm] [F] [Em] [F#] Wat een [G] lekker [C] ding ben jij, [B] [C] en je hebt zo'n [Dm] lekker [G] keuntje.
Ik zag us morgens in de kroeg, [F#] [G] ik dacht ik had [Em]
erover [F] [C] zocht.
[G] [C] [N]
[B] [Am] [G] Wat [F#] een [G] lekker [C] ding ben jij, en je hebt zo'n lekker [Dm] [G] [F#] keuntje.
[G] Ik zag us morgens in [B] de kroeg, [C#] [F#] [G] ik dacht ik had [C] erover zocht.
[Bm] [A] [G] Wat [F#] een [G] lekker [C] ding ben jij, [B] [C] en je hebt zo'n lekker [Dm] [G] keuntje.
[F#] [G] Ik zag us morgens in de kroeg, [Em] [F#] [G] ik dacht ik had erover [F] zocht.
[C] [G] [C]
Zie je [Em] daar op dat [G] lekker mesje staan, waar is het een verrekkes mooi [C] strak bloesje aan.
Met een blonde lok en [G] blauwe ogen, dat is een lekker ding ik lang niet zocht.
Wat [F#] een [G] lekker [C] ding ben jij, [B] [C] en je hebt zo'n lekker [Dm] [G] keuntje.
Ik zag us morgens in de kroeg, [A#] [F#] [G] ik dacht ik had [C] erover zocht.
[B] [A] [C] [G] Wat [F#] een [G] lekker [C] ding ben jij, en je hebt zo'n lekker [Dm] [G] keuntje.
Ik zag us morgens in de kroeg, [A#] [F#] [G] ik dacht ik had [C] erover [F] zocht.
[C] [B] [C]
Ik liep er in de pol aan en [G] ze achteraan, per ongeluk ging zij toen op [C] mijn tenen staan.
Van nergens draaide ze om en zei [G] pardon, even zal ik u eens [F] zeggen wacht [G] even.
[F#] Wat een [G] lekker [C] ding ben [B] jij, [C] en je hebt zo'n [F] lekker [G] keuntje.
Ik zag us morgens in de [A#] kroeg, [F#] [G] ik dacht ik had [C] erover zocht.
[B] [A] [G] Wat [F#] een [G] lekker [C] ding ben jij, en je hebt zo'n [Dm] lekker [G] keuntje.
Ik zag us morgens in de kroeg, [C#] [F#] [G] ik dacht ik had erover [F] [C] zocht.
[B] [Am]
[C] Toen kwam ik in de bar aan met [G] het hele stel, er kwam een mesje vroeg en ben [C] de vrijgezel.
Wilde met mij uit alleen [Dm] [G] vandaag, ik kreeg meteen de [F] kriepels in de [G] maag.
[F#] Wat een [G]
[C] lekker ding ben jij, [B] [C] en je hebt zo'n [Dm] lekker [G] keuntje.
Ik zag us morgens in de [C#] kroeg, [F#] [G] ik dacht ik had [C] erover zocht.
[Bm] [F] [Em] [F#] Wat een [G] lekker [C] ding ben jij, [B] [C] en je hebt zo'n [Dm] lekker [G] keuntje.
Ik zag us morgens in de kroeg, [F#] [G] ik dacht ik had [Em]
erover [F] [C] zocht.
[G] [C] [N]
Key:
G
C
F#
B
Dm
G
C
F#
[C] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[B] _ [Am] _ _ _ [G] Wat [F#] een [G] lekker [C] ding ben jij, en je hebt zo'n lekker [Dm] _ _ [G] [F#] keuntje.
[G] Ik zag us morgens in [B] de kroeg, _ [C#] _ [F#] _ [G] ik dacht ik had [C] erover zocht.
[Bm] _ [A] _ [G] Wat [F#] een [G] lekker [C] ding ben jij, [B] _ [C] en je hebt zo'n lekker [Dm] _ [G] keuntje.
[F#] _ [G] Ik zag us morgens in de kroeg, _ [Em] _ [F#] _ [G] ik dacht ik had erover [F] zocht.
[C] _ [G] _ [C] _ _ _
Zie je [Em] daar op dat [G] lekker mesje staan, waar is het een verrekkes mooi [C] strak bloesje aan.
Met een blonde lok en [G] blauwe ogen, dat is een lekker ding ik lang niet zocht.
Wat [F#] een [G] lekker [C] ding ben jij, [B] _ [C] en je hebt zo'n lekker [Dm] _ _ [G] keuntje.
Ik zag us morgens in de kroeg, [A#] _ [F#] _ [G] ik dacht ik had [C] erover zocht.
[B] _ [A] _ [C] [G] Wat [F#] een [G] lekker [C] ding ben jij, _ en je hebt zo'n lekker [Dm] _ _ [G] keuntje.
Ik zag us morgens in de kroeg, _ [A#] _ [F#] _ [G] ik dacht ik had [C] erover [F] zocht.
[C] _ [B] _ [C] _ _ _
Ik liep er in de pol aan en [G] ze _ achteraan, per ongeluk ging zij toen op [C] mijn tenen staan.
Van nergens draaide ze om en zei [G] pardon, even zal ik u eens [F] zeggen wacht [G] even.
[F#] Wat een [G] lekker [C] ding ben [B] jij, [C] en je hebt zo'n [F] lekker _ [G] keuntje.
Ik zag us morgens in de [A#] kroeg, [F#] _ [G] ik dacht ik had [C] erover zocht.
[B] _ [A] _ [G] Wat [F#] een [G] lekker [C] ding ben jij, en je hebt zo'n [Dm] lekker _ [G] keuntje.
Ik zag us morgens in de kroeg, [C#] _ [F#] _ [G] ik dacht ik had erover [F] [C] zocht.
[B] _ [Am] _ _ _
[C] Toen kwam ik in de bar aan met [G] het hele stel, er kwam een mesje vroeg en ben [C] de vrijgezel. _
Wilde met mij uit alleen [Dm] [G] vandaag, _ ik kreeg meteen de [F] kriepels in de [G] maag.
[F#] Wat een [G]
[C] lekker ding ben jij, [B] _ [C] en je hebt zo'n [Dm] lekker _ [G] keuntje.
Ik zag us morgens in de [C#] kroeg, [F#] _ [G] ik dacht ik had [C] erover zocht.
[Bm] _ [F] _ [Em] _ [F#] Wat een [G] lekker [C] ding ben jij, [B] _ [C] en je hebt zo'n [Dm] lekker _ [G] keuntje.
Ik zag us morgens in de kroeg, [F#] _ _ [G] ik dacht ik had [Em]
erover [F] [C] zocht.
[G] _ [C] _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ [N] _
_ _ _ _ _ _ _ _
[B] _ [Am] _ _ _ [G] Wat [F#] een [G] lekker [C] ding ben jij, en je hebt zo'n lekker [Dm] _ _ [G] [F#] keuntje.
[G] Ik zag us morgens in [B] de kroeg, _ [C#] _ [F#] _ [G] ik dacht ik had [C] erover zocht.
[Bm] _ [A] _ [G] Wat [F#] een [G] lekker [C] ding ben jij, [B] _ [C] en je hebt zo'n lekker [Dm] _ [G] keuntje.
[F#] _ [G] Ik zag us morgens in de kroeg, _ [Em] _ [F#] _ [G] ik dacht ik had erover [F] zocht.
[C] _ [G] _ [C] _ _ _
Zie je [Em] daar op dat [G] lekker mesje staan, waar is het een verrekkes mooi [C] strak bloesje aan.
Met een blonde lok en [G] blauwe ogen, dat is een lekker ding ik lang niet zocht.
Wat [F#] een [G] lekker [C] ding ben jij, [B] _ [C] en je hebt zo'n lekker [Dm] _ _ [G] keuntje.
Ik zag us morgens in de kroeg, [A#] _ [F#] _ [G] ik dacht ik had [C] erover zocht.
[B] _ [A] _ [C] [G] Wat [F#] een [G] lekker [C] ding ben jij, _ en je hebt zo'n lekker [Dm] _ _ [G] keuntje.
Ik zag us morgens in de kroeg, _ [A#] _ [F#] _ [G] ik dacht ik had [C] erover [F] zocht.
[C] _ [B] _ [C] _ _ _
Ik liep er in de pol aan en [G] ze _ achteraan, per ongeluk ging zij toen op [C] mijn tenen staan.
Van nergens draaide ze om en zei [G] pardon, even zal ik u eens [F] zeggen wacht [G] even.
[F#] Wat een [G] lekker [C] ding ben [B] jij, [C] en je hebt zo'n [F] lekker _ [G] keuntje.
Ik zag us morgens in de [A#] kroeg, [F#] _ [G] ik dacht ik had [C] erover zocht.
[B] _ [A] _ [G] Wat [F#] een [G] lekker [C] ding ben jij, en je hebt zo'n [Dm] lekker _ [G] keuntje.
Ik zag us morgens in de kroeg, [C#] _ [F#] _ [G] ik dacht ik had erover [F] [C] zocht.
[B] _ [Am] _ _ _
[C] Toen kwam ik in de bar aan met [G] het hele stel, er kwam een mesje vroeg en ben [C] de vrijgezel. _
Wilde met mij uit alleen [Dm] [G] vandaag, _ ik kreeg meteen de [F] kriepels in de [G] maag.
[F#] Wat een [G]
[C] lekker ding ben jij, [B] _ [C] en je hebt zo'n [Dm] lekker _ [G] keuntje.
Ik zag us morgens in de [C#] kroeg, [F#] _ [G] ik dacht ik had [C] erover zocht.
[Bm] _ [F] _ [Em] _ [F#] Wat een [G] lekker [C] ding ben jij, [B] _ [C] en je hebt zo'n [Dm] lekker _ [G] keuntje.
Ik zag us morgens in de kroeg, [F#] _ _ [G] ik dacht ik had [Em]
erover [F] [C] zocht.
[G] _ [C] _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ [N] _