BöKKERS - DIE ANDERE LUU Chords
Tempo:
148 bpm
Chords used:
G
D
C
Am
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[D] [G]
[D] [G] Oe de nacht is nog jong en ik vroeg wat er aan de hand is.
Het is niet fijn, hij vond [D] dit iets oud.
[G] Het weer is te vriend en ik kreeg het beloond.
En het ligt aan de pijn en want ik [D] ben al te lang geproond.
[G]
[D] Ik [G] heb een week lang klaar dus dat ga ik ook niet doen.
Maar het grootste is mooie meid in [D] de tuin die van oom.
[G] De nacht is nog jong, ik ben al lang in die muur.
O, [D] [G]
die [C] andere luur.
Hij heeft z'n [G] toren ziek.
O, die [C] andere luur.
Haar [Am] knieën in het [G] spreek.
O, [D] die andere [G] luur.
[D]
[G]
[D]
[G] Ze ging in het wijn met een viert kast met dol.
Ze slakte mensen met mij op [D] de wintersport.
[G] Ze ging ervan gingen klepen, werd beklagen en luur.
O, ze vond [D]
die [G] andere luur.
O, die [C] andere luur.
[G] Toren ziek.
O, die [C] andere luur.
Haar knieën [Am] in het [G]
spreek.
O, [D] ze vond die andere [G] luur.
[D] [G]
[D] [C]
[G] [C]
[G] [D]
[G]
Voor de wief van oom is bepaald geen mooi.
Naar laze zijn bukseier [D] en zadelopgoed.
De [G] definitie van schoonheid verpest iets op reken.
Maar ik denk dat een hond [D]
zich hier door op zou [G] plekken.
Oh die andere [C] luur.
Hij is net zo [G]'n giet.
Oh die andere [C] luur.
Hij is genietig in [G] het zwijg.
Oh, [D] ze woont op die andere [G]
luur.
[D] [G]
[D] [G] Oe de nacht is nog jong en ik vroeg wat er aan de hand is.
Het is niet fijn, hij vond [D] dit iets oud.
[G] Het weer is te vriend en ik kreeg het beloond.
En het ligt aan de pijn en want ik [D] ben al te lang geproond.
[G]
[D] Ik [G] heb een week lang klaar dus dat ga ik ook niet doen.
Maar het grootste is mooie meid in [D] de tuin die van oom.
[G] De nacht is nog jong, ik ben al lang in die muur.
O, [D] [G]
die [C] andere luur.
Hij heeft z'n [G] toren ziek.
O, die [C] andere luur.
Haar [Am] knieën in het [G] spreek.
O, [D] die andere [G] luur.
[D]
[G]
[D]
[G] Ze ging in het wijn met een viert kast met dol.
Ze slakte mensen met mij op [D] de wintersport.
[G] Ze ging ervan gingen klepen, werd beklagen en luur.
O, ze vond [D]
die [G] andere luur.
O, die [C] andere luur.
[G] Toren ziek.
O, die [C] andere luur.
Haar knieën [Am] in het [G]
spreek.
O, [D] ze vond die andere [G] luur.
[D] [G]
[D] [C]
[G] [C]
[G] [D]
[G]
Voor de wief van oom is bepaald geen mooi.
Naar laze zijn bukseier [D] en zadelopgoed.
De [G] definitie van schoonheid verpest iets op reken.
Maar ik denk dat een hond [D]
zich hier door op zou [G] plekken.
Oh die andere [C] luur.
Hij is net zo [G]'n giet.
Oh die andere [C] luur.
Hij is genietig in [G] het zwijg.
Oh, [D] ze woont op die andere [G]
luur.
[D] [G]
Key:
G
D
C
Am
G
D
C
Am
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [D] _ _ _ [G] _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [D] _ _ [G] Oe de nacht is nog jong en ik vroeg wat er aan de hand is.
Het is niet fijn, hij vond [D] dit iets oud.
[G] Het weer is te vriend en ik kreeg het beloond.
En het ligt aan de pijn en want ik [D] ben al te lang geproond.
[G] _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ [D] _ _ Ik [G] heb een week lang klaar dus dat ga ik ook niet doen.
Maar het grootste is mooie meid in [D] de tuin die van oom.
[G] De nacht is nog jong, ik ben al lang in die muur.
O, _ _ _ [D] _ _ _ _ [G] _
_ _ _ _ die [C] andere luur.
_ _ _ _ _ Hij heeft z'n [G] toren ziek.
O, die [C] andere luur.
_ _ _ _ Haar _ [Am] knieën in het [G] spreek.
O, [D] die andere _ _ _ [G] luur. _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ [D] _
_ _ _ [G] _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ [D] _
_ _ [G] Ze ging in het wijn met een viert kast met dol.
Ze slakte mensen met mij op [D] de _ wintersport.
[G] Ze ging ervan gingen klepen, werd beklagen en luur.
O, ze vond [D] _
die [G] andere luur. _ _
O, die [C] andere luur. _ _ _
_ _ _ _ _ [G] Toren ziek.
O, die [C] andere luur. _ _ _
_ Haar knieën [Am] in het [G]
spreek.
O, [D] ze vond die andere [G] luur.
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ [D] _ _ _ _ [G] _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ [D] _ _ _ _ [C] _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ [G] _ _ _ _ [C] _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ [G] _ _ _ _ _ _ [D] _
_ _ [G] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ Voor de wief van oom is bepaald geen mooi.
Naar laze zijn bukseier [D] en zadelopgoed.
De [G] definitie van schoonheid verpest iets op reken.
Maar ik denk dat een hond [D] _
zich hier door op zou [G] _ plekken. _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
Oh die andere [C] luur. _ _ _
_ _ _ Hij is net zo [G]'n giet.
Oh die andere [C] luur. _ _ _
_ Hij is genietig in [G] het zwijg.
Oh, [D] ze woont op die andere [G]
luur. _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [D] _ _ _ [G] _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [D] _ _ _ [G] _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [D] _ _ [G] Oe de nacht is nog jong en ik vroeg wat er aan de hand is.
Het is niet fijn, hij vond [D] dit iets oud.
[G] Het weer is te vriend en ik kreeg het beloond.
En het ligt aan de pijn en want ik [D] ben al te lang geproond.
[G] _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ [D] _ _ Ik [G] heb een week lang klaar dus dat ga ik ook niet doen.
Maar het grootste is mooie meid in [D] de tuin die van oom.
[G] De nacht is nog jong, ik ben al lang in die muur.
O, _ _ _ [D] _ _ _ _ [G] _
_ _ _ _ die [C] andere luur.
_ _ _ _ _ Hij heeft z'n [G] toren ziek.
O, die [C] andere luur.
_ _ _ _ Haar _ [Am] knieën in het [G] spreek.
O, [D] die andere _ _ _ [G] luur. _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ [D] _
_ _ _ [G] _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ [D] _
_ _ [G] Ze ging in het wijn met een viert kast met dol.
Ze slakte mensen met mij op [D] de _ wintersport.
[G] Ze ging ervan gingen klepen, werd beklagen en luur.
O, ze vond [D] _
die [G] andere luur. _ _
O, die [C] andere luur. _ _ _
_ _ _ _ _ [G] Toren ziek.
O, die [C] andere luur. _ _ _
_ Haar knieën [Am] in het [G]
spreek.
O, [D] ze vond die andere [G] luur.
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ [D] _ _ _ _ [G] _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ [D] _ _ _ _ [C] _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ [G] _ _ _ _ [C] _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ [G] _ _ _ _ _ _ [D] _
_ _ [G] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ Voor de wief van oom is bepaald geen mooi.
Naar laze zijn bukseier [D] en zadelopgoed.
De [G] definitie van schoonheid verpest iets op reken.
Maar ik denk dat een hond [D] _
zich hier door op zou [G] _ plekken. _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
Oh die andere [C] luur. _ _ _
_ _ _ Hij is net zo [G]'n giet.
Oh die andere [C] luur. _ _ _
_ Hij is genietig in [G] het zwijg.
Oh, [D] ze woont op die andere [G]
luur. _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [D] _ _ _ [G] _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _