Chords for Bram Vermeulen - De Steen
Tempo:
130.55 bpm
Chords used:
A
E
D
B
Bm
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[E] [A]
[D] [A]
[B] [A]
Ik heb een steen belegd [D] in een rivier [A] op aarde.
Het water gaat [B] er anders [E] dan voorheen.
[A] De stroom van een rivier [D] hou je [A] niet tegen.
Het water [B] vindt altijd [E] een [A] weg omheen.
[D]
Misschien eens, gevuld door [A] sneeuw en regen,
neemt de rivier [B] mijn kiezel met [E] zich mee.
[A] Om hem dan glad [D] en [A] rondgesleten
te laten rusten in [B] de luwte [E]
[A] van de zee.
Ik heb een steen belegd [D] in een rivier [A] op aarde.
Nu weet ik [B] dat ik nooit zal zijn [E] vergeten.
[Bm] Ik lever de [B] bewijs van [E] mijn staan.
[A] Omdat door het verleggen [D] van die [A] ene steen
de stroom nooit [B] meer [E] dezelfde weg [A] kan gaan.
[D] [A]
[F#m] [E]
[A]
[D] [A]
[B] [E] [A]
Ik [A] heb een steen belegd [D] in een rivier op [A] aarde.
Nu weet ik [Bm] dat ik nooit zal [E] zijn vergeten.
[Bm] Ik [B] lever de bewijs [E] van mijn bestaan.
[C]
[A] Omdat door het verleggen [D]
van die [A] ene steen
het water [B] nooit [E] dezelfde weg [D] kan.
[A]
[N]
[D] [A]
[B] [A]
Ik heb een steen belegd [D] in een rivier [A] op aarde.
Het water gaat [B] er anders [E] dan voorheen.
[A] De stroom van een rivier [D] hou je [A] niet tegen.
Het water [B] vindt altijd [E] een [A] weg omheen.
[D]
Misschien eens, gevuld door [A] sneeuw en regen,
neemt de rivier [B] mijn kiezel met [E] zich mee.
[A] Om hem dan glad [D] en [A] rondgesleten
te laten rusten in [B] de luwte [E]
[A] van de zee.
Ik heb een steen belegd [D] in een rivier [A] op aarde.
Nu weet ik [B] dat ik nooit zal zijn [E] vergeten.
[Bm] Ik lever de [B] bewijs van [E] mijn staan.
[A] Omdat door het verleggen [D] van die [A] ene steen
de stroom nooit [B] meer [E] dezelfde weg [A] kan gaan.
[D] [A]
[F#m] [E]
[A]
[D] [A]
[B] [E] [A]
Ik [A] heb een steen belegd [D] in een rivier op [A] aarde.
Nu weet ik [Bm] dat ik nooit zal [E] zijn vergeten.
[Bm] Ik [B] lever de bewijs [E] van mijn bestaan.
[C]
[A] Omdat door het verleggen [D]
van die [A] ene steen
het water [B] nooit [E] dezelfde weg [D] kan.
[A]
[N]
Key:
A
E
D
B
Bm
A
E
D
_ [E] _ _ _ [A] _ _ _ _
_ _ _ [D] _ _ _ _ [A] _
_ _ _ _ _ [B] _ _ [A] _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ Ik heb een steen belegd _ [D] in een rivier [A] op aarde. _ _
Het water gaat [B] er anders [E] dan voorheen.
_ _ _ _ [A] De stroom van een _ rivier [D] _ hou je [A] niet tegen.
_ _ Het water [B] vindt altijd [E] een [A] weg omheen. _
_ _ _ _ [D] _ _ _ _
Misschien eens, _ gevuld door [A] sneeuw en regen,
_ neemt de rivier [B] mijn kiezel met [E] zich mee. _ _
_ _ [A] _ _ Om hem dan glad [D] _ _ en [A] _ rondgesleten
te laten rusten in [B] de luwte [E] _
[A] van de zee. _ _ _ _
_ Ik heb een steen _ belegd [D] in een rivier [A] op aarde. _
Nu weet ik [B] dat ik nooit zal zijn [E] _ vergeten.
_ _ _ [Bm] Ik lever de [B] bewijs van [E] mijn _ staan.
_ _ _ [A] Omdat door het verleggen _ [D] van die [A] ene steen
_ de stroom nooit [B] meer [E] dezelfde weg [A] kan gaan. _ _ _
_ [D] _ _ _ [A] _ _ _ _
_ _ [F#m] _ _ _ [E] _ _ _
_ _ _ _ [A] _ _ _ _
_ _ _ _ _ [D] _ _ [A] _
_ _ _ [B] _ _ [E] _ _ [A] _
_ _ _ _ _ _ _
Ik [A] heb een steen belegd _ [D] in een rivier op [A] aarde.
_ _ Nu weet ik [Bm] dat ik nooit zal [E] zijn vergeten.
_ _ [Bm] Ik [B] lever de bewijs [E] van mijn bestaan.
_ [C] _ _ _
_ [A] Omdat door het verleggen _ [D]
van die [A] ene steen
het water [B] nooit [E] dezelfde weg [D] _ kan. _ _ _ _ _
_ [A] _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ [N] _
_ _ _ [D] _ _ _ _ [A] _
_ _ _ _ _ [B] _ _ [A] _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ Ik heb een steen belegd _ [D] in een rivier [A] op aarde. _ _
Het water gaat [B] er anders [E] dan voorheen.
_ _ _ _ [A] De stroom van een _ rivier [D] _ hou je [A] niet tegen.
_ _ Het water [B] vindt altijd [E] een [A] weg omheen. _
_ _ _ _ [D] _ _ _ _
Misschien eens, _ gevuld door [A] sneeuw en regen,
_ neemt de rivier [B] mijn kiezel met [E] zich mee. _ _
_ _ [A] _ _ Om hem dan glad [D] _ _ en [A] _ rondgesleten
te laten rusten in [B] de luwte [E] _
[A] van de zee. _ _ _ _
_ Ik heb een steen _ belegd [D] in een rivier [A] op aarde. _
Nu weet ik [B] dat ik nooit zal zijn [E] _ vergeten.
_ _ _ [Bm] Ik lever de [B] bewijs van [E] mijn _ staan.
_ _ _ [A] Omdat door het verleggen _ [D] van die [A] ene steen
_ de stroom nooit [B] meer [E] dezelfde weg [A] kan gaan. _ _ _
_ [D] _ _ _ [A] _ _ _ _
_ _ [F#m] _ _ _ [E] _ _ _
_ _ _ _ [A] _ _ _ _
_ _ _ _ _ [D] _ _ [A] _
_ _ _ [B] _ _ [E] _ _ [A] _
_ _ _ _ _ _ _
Ik [A] heb een steen belegd _ [D] in een rivier op [A] aarde.
_ _ Nu weet ik [Bm] dat ik nooit zal [E] zijn vergeten.
_ _ [Bm] Ik [B] lever de bewijs [E] van mijn bestaan.
_ [C] _ _ _
_ [A] Omdat door het verleggen _ [D]
van die [A] ene steen
het water [B] nooit [E] dezelfde weg [D] _ kan. _ _ _ _ _
_ [A] _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ [N] _