Ik Weet Wel Mijn Lief Chords by Zjef Vanuytsel
Tempo:
201.4 bpm
Chords used:
G
C
F
Ab
Fm
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[C] [G] [C]
[G] [C]
[F] [G] [C]
[G] [Ab] [G]
[Ab] [F] [G]
[C]
Ik weet wel, m'n [G] lief, [Ab] je voelt je [G] bedrogen, [Ab] je dacht in je [F] droom [G] aan een andere [C] man.
Je zocht een [G] veilig nest, [C] een veilig [G] onderkomen, [Ab] en troost voor je [Fm] zorgen [G] een sterke [C] hand.
O, ik [F] weet wel, m'n [C] lief, [F] het viel je erg [C] tegen, [F] de rust die je [C] bood, die leek me zo [G] vreemd.
[Ab] Ik was niet [G] gewoon [C] met een ander te [G] delen,
[Ab] ik had al [Fm] te lang met mijn [G]
eigen [C] geleefd.
[Fm] En dan liep ik van je weg in [G] de kilte van de morgen met [Ab] mijn ziel overhoop.
[G]
[F] Ik kwam draadterug met [G] mijn handen, vol [Fm] nieuwe hoop.
[G]
[C]
[G] [C]
[G] [C] [F]
[G] [C]
[G]
[C] [G]
[C] [F] [G]
[C]
Ik weet wel, m'n [G] lief, [C] je wilde me binden, [G] [C] je dacht bij [F] jezelf, [G] ik krijg hem wel [C]
klein.
En ik moest op mijn [G]
spijt [C] al draam ervinden, dat je [F] voor altijd de [G] sterkste [C] zou zijn.
O, [F] ik weet wel, m'n [C] lief, [Dm] ik spande mijn [C] spieren, [F] ik zocht naar een [C] uitweg, ik wilde je [G] kwijt.
[C] Het was toch normaal, ik had veel te verliezen, en ik had voor [F] mezelf al [G] zo weinig [C] tijd.
En dan [F] liep ik van je weg in [G] de kilte van de morgen met mijn [C] ziel overhoop.
[G]
[F] Ik kwam draadterug met mijn [G] handen, vol nieuwe [C]
hoop.
[G] [C] [G]
[C] [G]
[C] [F]
[G] [C]
[G]
[C] [G] [C]
[F] [G]
[C]
Ik weet wel, m'n [G] lief, [C] je hebt me [G] genomen, [C] je bouwde een [F]
kooi rond [G] mijn kleine [C] bestaan.
En ik had nooit [G] gedacht, ik [C] had nooit ervoor dromen, dat ik [F] zo braaf in je [G] voetsporen [C] zou gaan.
O, [F] ik weet wel, m'n lief, [D]
er zijn maar die [C] dagen, waarop ik de weg naar je warmte niet [G] vind.
Maar [C] je laat me begaan, je hoeft niks meer te [G] vragen, [C] je weet dat ik toch [F]
ooit [G] dat pad terug [C] vind.
[F] Ook al liep ik van je weg in de [G]
kilte van de morgen met [C] mijn ziel overhoop.
[G]
Ik [F] kwam draadterug met [G] mijn handen, vol nieuwe [C]
hoop.
[G]
[C] [G]
[C] [G]
[C] [F] [G]
[C]
[G] [C]
[G] [C]
[F] [G] [C]
Nu weet ik, m'n [G] lief, [C] ik was niet ideale, maar ik vraag me toch [F] af [G] of een mens dat ooit [C] vindt.
Ik wist nooit een [G] antwoord [C] op al je vragen, maar ik heb [F]
geprobeerd, ik heb [G] je heel echt [C] bemint.
[Fm] O, ik weet wel, m'n lief, [C] het [F] viel je erg [C] tegen, [F] je had je misschien [C] alles anders [G]
voorgesteld.
[C] Maar als je wil, kan je gaan, ik hou je niet [G] tegen, [C] ik leg voor je [F] toekomst [G] geen steen in de [C] weg.
[F] Ik was nooit een held, ik heb je [G] nooit voor het leven [C] behoed,
[G] maar bij [F] jou vond ik rust, [G] bij jou werd [C] alles goed.
[G]
[C]
[N]
[G] [C]
[F] [G] [C]
[G] [Ab] [G]
[Ab] [F] [G]
[C]
Ik weet wel, m'n [G] lief, [Ab] je voelt je [G] bedrogen, [Ab] je dacht in je [F] droom [G] aan een andere [C] man.
Je zocht een [G] veilig nest, [C] een veilig [G] onderkomen, [Ab] en troost voor je [Fm] zorgen [G] een sterke [C] hand.
O, ik [F] weet wel, m'n [C] lief, [F] het viel je erg [C] tegen, [F] de rust die je [C] bood, die leek me zo [G] vreemd.
[Ab] Ik was niet [G] gewoon [C] met een ander te [G] delen,
[Ab] ik had al [Fm] te lang met mijn [G]
eigen [C] geleefd.
[Fm] En dan liep ik van je weg in [G] de kilte van de morgen met [Ab] mijn ziel overhoop.
[G]
[F] Ik kwam draadterug met [G] mijn handen, vol [Fm] nieuwe hoop.
[G]
[C]
[G] [C]
[G] [C] [F]
[G] [C]
[G]
[C] [G]
[C] [F] [G]
[C]
Ik weet wel, m'n [G] lief, [C] je wilde me binden, [G] [C] je dacht bij [F] jezelf, [G] ik krijg hem wel [C]
klein.
En ik moest op mijn [G]
spijt [C] al draam ervinden, dat je [F] voor altijd de [G] sterkste [C] zou zijn.
O, [F] ik weet wel, m'n [C] lief, [Dm] ik spande mijn [C] spieren, [F] ik zocht naar een [C] uitweg, ik wilde je [G] kwijt.
[C] Het was toch normaal, ik had veel te verliezen, en ik had voor [F] mezelf al [G] zo weinig [C] tijd.
En dan [F] liep ik van je weg in [G] de kilte van de morgen met mijn [C] ziel overhoop.
[G]
[F] Ik kwam draadterug met mijn [G] handen, vol nieuwe [C]
hoop.
[G] [C] [G]
[C] [G]
[C] [F]
[G] [C]
[G]
[C] [G] [C]
[F] [G]
[C]
Ik weet wel, m'n [G] lief, [C] je hebt me [G] genomen, [C] je bouwde een [F]
kooi rond [G] mijn kleine [C] bestaan.
En ik had nooit [G] gedacht, ik [C] had nooit ervoor dromen, dat ik [F] zo braaf in je [G] voetsporen [C] zou gaan.
O, [F] ik weet wel, m'n lief, [D]
er zijn maar die [C] dagen, waarop ik de weg naar je warmte niet [G] vind.
Maar [C] je laat me begaan, je hoeft niks meer te [G] vragen, [C] je weet dat ik toch [F]
ooit [G] dat pad terug [C] vind.
[F] Ook al liep ik van je weg in de [G]
kilte van de morgen met [C] mijn ziel overhoop.
[G]
Ik [F] kwam draadterug met [G] mijn handen, vol nieuwe [C]
hoop.
[G]
[C] [G]
[C] [G]
[C] [F] [G]
[C]
[G] [C]
[G] [C]
[F] [G] [C]
Nu weet ik, m'n [G] lief, [C] ik was niet ideale, maar ik vraag me toch [F] af [G] of een mens dat ooit [C] vindt.
Ik wist nooit een [G] antwoord [C] op al je vragen, maar ik heb [F]
geprobeerd, ik heb [G] je heel echt [C] bemint.
[Fm] O, ik weet wel, m'n lief, [C] het [F] viel je erg [C] tegen, [F] je had je misschien [C] alles anders [G]
voorgesteld.
[C] Maar als je wil, kan je gaan, ik hou je niet [G] tegen, [C] ik leg voor je [F] toekomst [G] geen steen in de [C] weg.
[F] Ik was nooit een held, ik heb je [G] nooit voor het leven [C] behoed,
[G] maar bij [F] jou vond ik rust, [G] bij jou werd [C] alles goed.
[G]
[C]
[N]
Key:
G
C
F
Ab
Fm
G
C
F
[C] _ _ _ _ [G] _ _ _ [C] _
_ _ [G] _ _ _ [C] _ _ _
[F] _ _ _ [G] _ _ _ [C] _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[G] _ _ _ [Ab] _ _ _ [G] _ _
_ [Ab] _ _ _ [F] _ _ _ [G] _
_ _ [C] _ _ _ _ _ _
Ik weet wel, m'n [G] lief, [Ab] je voelt je [G] bedrogen, [Ab] je dacht in je [F] droom _ [G] aan een andere [C] man. _
Je zocht een [G] veilig nest, [C] een veilig [G] onderkomen, [Ab] en troost voor je [Fm] zorgen [G] een sterke [C] hand. _
O, ik [F] weet wel, m'n [C] lief, _ [F] het viel je erg [C] tegen, [F] de rust die je [C] bood, die leek me zo [G] vreemd.
_ _ _ [Ab] Ik was niet [G] gewoon [C] met een ander te [G] delen, _
[Ab] ik had al [Fm] te lang met mijn [G]
eigen [C] _ _ geleefd.
[Fm] En dan liep ik van je weg in [G] de kilte van de morgen met [Ab] mijn ziel _ overhoop.
_ [G] _
_ _ _ _ [F] Ik kwam _ draadterug met [G] mijn handen, _ vol [Fm] nieuwe _ hoop.
_ _ [G] _
_ _ _ _ _ _ [C] _ _
_ [G] _ _ _ [C] _ _ _ _
[G] _ _ _ [C] _ _ _ [F] _ _
_ [G] _ _ _ [C] _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [G] _ _
_ [C] _ _ _ _ [G] _ _ _
[C] _ _ _ [F] _ _ _ [G] _ _
_ [C] _ _ _ _ _ _ _
Ik weet wel, m'n [G] lief, [C] je wilde me binden, [G] _ [C] je dacht bij [F] jezelf, _ [G] ik krijg hem wel [C]
klein.
_ En ik moest op mijn [G]
spijt [C] al draam ervinden, _ dat je [F] voor altijd de [G] sterkste [C] zou zijn.
O, [F] ik weet wel, m'n [C] lief, _ [Dm] ik spande mijn [C] spieren, [F] ik zocht naar een [C] uitweg, _ ik wilde je [G] kwijt. _ _ _
[C] Het was toch normaal, ik had veel te verliezen, _ en ik had voor [F] mezelf al [G] zo weinig [C] tijd.
En dan [F] liep ik van je weg _ in [G] de kilte van de morgen met mijn [C] ziel _ overhoop.
_ _ [G] _ _ _
_ _ [F] Ik kwam _ _ draadterug met mijn [G] _ handen, vol nieuwe [C] _
_ _ _ _ _ hoop. _
[G] _ _ _ _ [C] _ _ _ [G] _
_ _ _ [C] _ _ _ [G] _ _
_ [C] _ _ _ [F] _ _ _ _
[G] _ _ _ [C] _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ [G] _ _ _
[C] _ _ _ [G] _ _ _ [C] _ _
_ [F] _ _ _ _ [G] _ _ _
[C] _ _ _ _ _ _ _
Ik weet wel, m'n [G] lief, [C] je hebt me _ [G] genomen, _ [C] je bouwde een [F]
kooi rond [G] mijn kleine _ [C] bestaan.
En ik had nooit [G] gedacht, ik [C] had nooit ervoor dromen, _ dat ik [F] zo braaf in je [G] _ voetsporen [C] zou gaan.
O, [F] ik weet wel, m'n lief, [D] _
er zijn maar die [C] dagen, _ _ waarop ik de weg naar je warmte niet [G] vind.
_ _ _ Maar [C] je laat me begaan, _ je hoeft niks meer te [G] vragen, [C] je weet dat ik toch [F]
ooit [G] dat pad terug [C] vind.
[F] Ook al liep ik van je weg in de [G]
kilte van de morgen met [C] mijn ziel _ overhoop.
_ _ [G] _ _ _ _
_ Ik [F] kwam _ draadterug met [G] mijn handen, vol nieuwe [C] _
_ hoop.
_ _ _ _ [G] _
_ _ _ [C] _ _ _ _ [G] _
_ _ [C] _ _ _ [G] _ _ _
[C] _ _ _ [F] _ _ _ _ [G] _
_ _ [C] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [G] _ _ _ [C] _
_ _ [G] _ _ _ [C] _ _ _
[F] _ _ _ [G] _ _ _ _ [C] _
_ _ _ _ _ Nu weet ik, m'n [G] lief, [C] ik was niet _ ideale, maar ik vraag me toch [F] af _ [G] of een mens dat ooit [C] vindt.
Ik wist nooit een [G] _ antwoord [C] op al je vragen, maar ik heb _ [F]
geprobeerd, ik heb [G] je heel echt [C] bemint. _
[Fm] O, ik weet wel, m'n lief, [C] _ het [F] viel je erg [C] tegen, [F] je had je misschien [C] alles _ _ anders _ [G] _
voorgesteld.
_ _ [C] Maar als je wil, kan je gaan, ik hou je niet [G] tegen, _ [C] ik leg voor je [F] _ toekomst [G] geen steen in de [C] weg.
_ _ [F] Ik was nooit een held, ik heb je [G] nooit voor het leven _ [C] behoed, _ _ _
_ _ [G] _ _ _ _ maar bij [F] jou vond ik rust, _ [G] bij jou _ werd [C] alles goed. _
_ _ _ _ [G] _ _ _ _
_ _ _ [C] _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ [N] _ _ _
_ _ [G] _ _ _ [C] _ _ _
[F] _ _ _ [G] _ _ _ [C] _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[G] _ _ _ [Ab] _ _ _ [G] _ _
_ [Ab] _ _ _ [F] _ _ _ [G] _
_ _ [C] _ _ _ _ _ _
Ik weet wel, m'n [G] lief, [Ab] je voelt je [G] bedrogen, [Ab] je dacht in je [F] droom _ [G] aan een andere [C] man. _
Je zocht een [G] veilig nest, [C] een veilig [G] onderkomen, [Ab] en troost voor je [Fm] zorgen [G] een sterke [C] hand. _
O, ik [F] weet wel, m'n [C] lief, _ [F] het viel je erg [C] tegen, [F] de rust die je [C] bood, die leek me zo [G] vreemd.
_ _ _ [Ab] Ik was niet [G] gewoon [C] met een ander te [G] delen, _
[Ab] ik had al [Fm] te lang met mijn [G]
eigen [C] _ _ geleefd.
[Fm] En dan liep ik van je weg in [G] de kilte van de morgen met [Ab] mijn ziel _ overhoop.
_ [G] _
_ _ _ _ [F] Ik kwam _ draadterug met [G] mijn handen, _ vol [Fm] nieuwe _ hoop.
_ _ [G] _
_ _ _ _ _ _ [C] _ _
_ [G] _ _ _ [C] _ _ _ _
[G] _ _ _ [C] _ _ _ [F] _ _
_ [G] _ _ _ [C] _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [G] _ _
_ [C] _ _ _ _ [G] _ _ _
[C] _ _ _ [F] _ _ _ [G] _ _
_ [C] _ _ _ _ _ _ _
Ik weet wel, m'n [G] lief, [C] je wilde me binden, [G] _ [C] je dacht bij [F] jezelf, _ [G] ik krijg hem wel [C]
klein.
_ En ik moest op mijn [G]
spijt [C] al draam ervinden, _ dat je [F] voor altijd de [G] sterkste [C] zou zijn.
O, [F] ik weet wel, m'n [C] lief, _ [Dm] ik spande mijn [C] spieren, [F] ik zocht naar een [C] uitweg, _ ik wilde je [G] kwijt. _ _ _
[C] Het was toch normaal, ik had veel te verliezen, _ en ik had voor [F] mezelf al [G] zo weinig [C] tijd.
En dan [F] liep ik van je weg _ in [G] de kilte van de morgen met mijn [C] ziel _ overhoop.
_ _ [G] _ _ _
_ _ [F] Ik kwam _ _ draadterug met mijn [G] _ handen, vol nieuwe [C] _
_ _ _ _ _ hoop. _
[G] _ _ _ _ [C] _ _ _ [G] _
_ _ _ [C] _ _ _ [G] _ _
_ [C] _ _ _ [F] _ _ _ _
[G] _ _ _ [C] _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ [G] _ _ _
[C] _ _ _ [G] _ _ _ [C] _ _
_ [F] _ _ _ _ [G] _ _ _
[C] _ _ _ _ _ _ _
Ik weet wel, m'n [G] lief, [C] je hebt me _ [G] genomen, _ [C] je bouwde een [F]
kooi rond [G] mijn kleine _ [C] bestaan.
En ik had nooit [G] gedacht, ik [C] had nooit ervoor dromen, _ dat ik [F] zo braaf in je [G] _ voetsporen [C] zou gaan.
O, [F] ik weet wel, m'n lief, [D] _
er zijn maar die [C] dagen, _ _ waarop ik de weg naar je warmte niet [G] vind.
_ _ _ Maar [C] je laat me begaan, _ je hoeft niks meer te [G] vragen, [C] je weet dat ik toch [F]
ooit [G] dat pad terug [C] vind.
[F] Ook al liep ik van je weg in de [G]
kilte van de morgen met [C] mijn ziel _ overhoop.
_ _ [G] _ _ _ _
_ Ik [F] kwam _ draadterug met [G] mijn handen, vol nieuwe [C] _
_ hoop.
_ _ _ _ [G] _
_ _ _ [C] _ _ _ _ [G] _
_ _ [C] _ _ _ [G] _ _ _
[C] _ _ _ [F] _ _ _ _ [G] _
_ _ [C] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [G] _ _ _ [C] _
_ _ [G] _ _ _ [C] _ _ _
[F] _ _ _ [G] _ _ _ _ [C] _
_ _ _ _ _ Nu weet ik, m'n [G] lief, [C] ik was niet _ ideale, maar ik vraag me toch [F] af _ [G] of een mens dat ooit [C] vindt.
Ik wist nooit een [G] _ antwoord [C] op al je vragen, maar ik heb _ [F]
geprobeerd, ik heb [G] je heel echt [C] bemint. _
[Fm] O, ik weet wel, m'n lief, [C] _ het [F] viel je erg [C] tegen, [F] je had je misschien [C] alles _ _ anders _ [G] _
voorgesteld.
_ _ [C] Maar als je wil, kan je gaan, ik hou je niet [G] tegen, _ [C] ik leg voor je [F] _ toekomst [G] geen steen in de [C] weg.
_ _ [F] Ik was nooit een held, ik heb je [G] nooit voor het leven _ [C] behoed, _ _ _
_ _ [G] _ _ _ _ maar bij [F] jou vond ik rust, _ [G] bij jou _ werd [C] alles goed. _
_ _ _ _ [G] _ _ _ _
_ _ _ [C] _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ [N] _ _ _