Chords for Zjef Vanuytsel - Ik weet wel mijn lief - 1978
Tempo:
183.65 bpm
Chords used:
C
G
F
Am
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[C] [G]
[C] [G]
[C] [F]
[G] [C]
[G]
[C] [G]
[C] [F]
[G] [C]
Ik weet wat, m'n [G] lief, [C] je voelt je [G] bedrogen, [C] je dacht in je droom [G] aan een andere man.
[C] Je zocht een [G] veilig nest, [C] een veilig [G]
onderkomen, [C] een troost voor je [F]
zorgen, [G] een sterke [C] hand.
[F] Ook weet wat, m'n [C] lief, [F] het viel je [C] erg tegen, [F] de rust die je [C] bood, die leek me zo [G] vreemd.
[C] Ik was niet [G] gewoon, [C] met een ander te [G] delen, [C] ik had al te lang met [G] mijn eigen [C] geleefd.
[F] En dan liep ik van je weg, [G] in de kilte van de morgen met [C] mijn ziel overhoop.
[G]
[F] Ik kwam draadterug met [G] mijn handen, vol nieuwe [Am] hoop.
[G]
[C] [G]
[C] [G]
[C] [F]
[G] [C]
[G]
[C] [G]
[C] [F]
[G] [C]
Ik weet wat, m [G]'n lief, [C] je wilde me [G] vinden, [C] je dacht bij [F] jezelf, [G] ik krijg hem wel [C] klein.
En ik moest tot mijn [G]
spijt [C] al draaien [G] ervinden,
[C] dat je [F] voor altijd [G] de sterkste [C] zou zijn.
Ik [F] weet wat, m'n [C] lief, [F] ik spande mijn [C] spieren, [F] ik zocht naar een [C] uitweg, ik wilde je [G] kwijt.
[C] Het was toch [G] normaal, ik [C] had veel te [G] verliezen, [C] en ik had voor [F] mezelf al [G] zo weinig [C] tijd.
En [F] dan liep ik van je weg, in [G] de kilte van de morgen met [C] mijn ziel overhoop.
[G]
[F] Ik kwam draadterug [G] met mijn handen, vol [C] nieuwe hoop.
[G]
[C]
[G] [C]
[G] [C]
[F] [C]
[G] [C]
[G]
[C] [G]
[C] [F]
[G] [C]
Ik weet wat, [G] m'n lief, [C] je hebt me genomen, [G]
[C] je bouwde een [F] kooi rond mijn [G] kleine [C] bestaan.
En ik had nooit [G] gedacht, ik [C] had nooit er [G] verdromen, [C] dat ik zo [F] braaf in je [G] voetsporen [C] zou gaan.
Ik [F] weet wat, m'n [C] lief, [F] er zijn van die [C] dagen
[F] waarop ik de [C] weg naar je warmte niet [G] vind.
Maar [C] je laat me [G] begaan, je [C] hoeft niks meer te [G] vragen, [C] je weet dat ik toch [F] ooit [G] dat pad terug [C] vind.
Ook [F] al liep ik van je weg, in [G] de kilte van de morgen met [C] mijn ziel overhoop.
[G]
[F] Ik kwam draadterug met mijn [G]
handen, vol nieuwe [C]
hoop.
[G]
[C]
[G] [C]
[G] [C]
[F] [G]
[C]
[G] [C]
[G] [C]
[F] [G]
[C] Nu weet ik m'n lief, [G] [C] het was niet ideaal, [G] [C] maar ik vraag me [F] toch af [G] of een mens er [C] ooit vindt.
Ik wist nooit een [G] antwoord [C] op al je [G] vragen, [C] maar ik heb [F] geprobeerd, ik [G] heb je heel erg [C] bemind.
Ook [F] weten we m'n [C] lief, het [F] viel je erg [C] tegen, [F] je had je [C] misschien alles anders [G] voorgesteld.
Maar als [C] je wil, kan je gaan, [G]
[C] ik hou je niet tegen, [G]
[C] ik leg voor je [F]
toekomst [G] geen steen in de weg.
[C]
Ik [F] was nooit een held, ik heb [G] je nooit voor het leven [C] beloofd,
[G]
maar [F] bij jou vond ik rust, [G] bij jou werd alles [C] goed.
[G]
[C]
[C] [G]
[C] [F]
[G] [C]
[G]
[C] [G]
[C] [F]
[G] [C]
Ik weet wat, m'n [G] lief, [C] je voelt je [G] bedrogen, [C] je dacht in je droom [G] aan een andere man.
[C] Je zocht een [G] veilig nest, [C] een veilig [G]
onderkomen, [C] een troost voor je [F]
zorgen, [G] een sterke [C] hand.
[F] Ook weet wat, m'n [C] lief, [F] het viel je [C] erg tegen, [F] de rust die je [C] bood, die leek me zo [G] vreemd.
[C] Ik was niet [G] gewoon, [C] met een ander te [G] delen, [C] ik had al te lang met [G] mijn eigen [C] geleefd.
[F] En dan liep ik van je weg, [G] in de kilte van de morgen met [C] mijn ziel overhoop.
[G]
[F] Ik kwam draadterug met [G] mijn handen, vol nieuwe [Am] hoop.
[G]
[C] [G]
[C] [G]
[C] [F]
[G] [C]
[G]
[C] [G]
[C] [F]
[G] [C]
Ik weet wat, m [G]'n lief, [C] je wilde me [G] vinden, [C] je dacht bij [F] jezelf, [G] ik krijg hem wel [C] klein.
En ik moest tot mijn [G]
spijt [C] al draaien [G] ervinden,
[C] dat je [F] voor altijd [G] de sterkste [C] zou zijn.
Ik [F] weet wat, m'n [C] lief, [F] ik spande mijn [C] spieren, [F] ik zocht naar een [C] uitweg, ik wilde je [G] kwijt.
[C] Het was toch [G] normaal, ik [C] had veel te [G] verliezen, [C] en ik had voor [F] mezelf al [G] zo weinig [C] tijd.
En [F] dan liep ik van je weg, in [G] de kilte van de morgen met [C] mijn ziel overhoop.
[G]
[F] Ik kwam draadterug [G] met mijn handen, vol [C] nieuwe hoop.
[G]
[C]
[G] [C]
[G] [C]
[F] [C]
[G] [C]
[G]
[C] [G]
[C] [F]
[G] [C]
Ik weet wat, [G] m'n lief, [C] je hebt me genomen, [G]
[C] je bouwde een [F] kooi rond mijn [G] kleine [C] bestaan.
En ik had nooit [G] gedacht, ik [C] had nooit er [G] verdromen, [C] dat ik zo [F] braaf in je [G] voetsporen [C] zou gaan.
Ik [F] weet wat, m'n [C] lief, [F] er zijn van die [C] dagen
[F] waarop ik de [C] weg naar je warmte niet [G] vind.
Maar [C] je laat me [G] begaan, je [C] hoeft niks meer te [G] vragen, [C] je weet dat ik toch [F] ooit [G] dat pad terug [C] vind.
Ook [F] al liep ik van je weg, in [G] de kilte van de morgen met [C] mijn ziel overhoop.
[G]
[F] Ik kwam draadterug met mijn [G]
handen, vol nieuwe [C]
hoop.
[G]
[C]
[G] [C]
[G] [C]
[F] [G]
[C]
[G] [C]
[G] [C]
[F] [G]
[C] Nu weet ik m'n lief, [G] [C] het was niet ideaal, [G] [C] maar ik vraag me [F] toch af [G] of een mens er [C] ooit vindt.
Ik wist nooit een [G] antwoord [C] op al je [G] vragen, [C] maar ik heb [F] geprobeerd, ik [G] heb je heel erg [C] bemind.
Ook [F] weten we m'n [C] lief, het [F] viel je erg [C] tegen, [F] je had je [C] misschien alles anders [G] voorgesteld.
Maar als [C] je wil, kan je gaan, [G]
[C] ik hou je niet tegen, [G]
[C] ik leg voor je [F]
toekomst [G] geen steen in de weg.
[C]
Ik [F] was nooit een held, ik heb [G] je nooit voor het leven [C] beloofd,
[G]
maar [F] bij jou vond ik rust, [G] bij jou werd alles [C] goed.
[G]
[C]
Key:
C
G
F
Am
C
G
F
Am
[C] _ _ _ [G] _ _ _
[C] _ _ _ [G] _ _ _
[C] _ _ _ [F] _ _ _
[G] _ _ [C] _ _ _ _
_ _ _ _ [G] _ _
_ [C] _ _ _ [G] _ _
_ [C] _ _ [F] _ _ _
[G] _ _ _ _ [C] _ _
_ _ Ik weet wat, m'n [G] lief, _ [C] je voelt je [G] bedrogen, _ [C] je dacht in je droom _ [G] aan een andere man.
[C] _ Je zocht een [G] veilig nest, [C] een veilig [G]
onderkomen, [C] een troost voor je [F]
zorgen, [G] een sterke [C] hand.
_ [F] Ook weet wat, m'n [C] lief, _ [F] het viel je [C] erg tegen, _ [F] de rust die je [C] bood, die leek me zo [G] vreemd.
_ _ _ [C] Ik was niet [G] gewoon, _ [C] met een ander te [G] delen, [C] ik had al te lang met [G] mijn eigen [C] geleefd.
[F] En dan liep ik van je weg, [G] in de kilte van de morgen met [C] mijn ziel _ overhoop.
_ [G] _ _ _
_ _ [F] Ik kwam draadterug met [G] mijn handen, _ vol nieuwe [Am] hoop. _ _
_ _ [G] _ _ _ _
_ _ [C] _ _ _ [G] _
_ _ [C] _ _ _ [G] _
_ _ [C] _ _ [F] _ _
_ _ [G] _ _ _ [C] _
_ _ _ _ _ [G] _
_ [C] _ _ _ [G] _ _
_ [C] _ _ _ [F] _ _
_ [G] _ _ _ [C] _ _
Ik weet wat, m [G]'n lief, _ [C] je wilde me [G] vinden, _ [C] je dacht bij [F] jezelf, [G] ik krijg hem wel [C] klein.
En ik moest tot mijn [G]
spijt [C] al draaien [G] ervinden, _
_ [C] dat je [F] voor altijd [G] de sterkste [C] zou zijn.
Ik [F] weet wat, m'n [C] lief, _ [F] ik spande mijn [C] spieren, [F] ik zocht naar een [C] uitweg, ik wilde je [G] kwijt.
_ _ _ [C] Het was toch [G] normaal, ik [C] had veel te [G] verliezen, _ [C] en ik had voor [F] mezelf al [G] zo weinig [C] tijd.
En [F] dan liep ik van je weg, in [G] de kilte van de morgen met [C] mijn ziel overhoop.
_ _ [G] _ _
_ _ _ [F] Ik kwam _ draadterug [G] met mijn handen, _ vol [C] nieuwe _ hoop.
_ _ _ [G] _ _
_ _ _ _ [C] _ _
_ [G] _ _ _ [C] _ _
_ [G] _ _ _ [C] _ _
_ _ [F] _ _ _ [C] _
_ [G] _ [C] _ _ _ _
_ _ _ [G] _ _ _
[C] _ _ _ [G] _ _ _
[C] _ _ _ [F] _ _ _
[G] _ _ _ [C] _ _
Ik weet wat, [G] m'n lief, _ [C] je hebt me genomen, [G] _ _
[C] je bouwde een [F] kooi rond mijn [G] kleine [C] bestaan. _
En ik had nooit [G] gedacht, ik [C] had nooit er [G] verdromen, _ [C] dat ik zo [F] braaf in je [G] _ voetsporen [C] zou gaan.
Ik [F] weet wat, m'n [C] lief, _ [F] er zijn van die [C] dagen _
_ [F] waarop ik de [C] weg naar je warmte niet [G] vind.
_ _ Maar [C] je laat me [G] begaan, je [C] hoeft niks meer te [G] vragen, [C] je weet dat ik toch [F] ooit [G] dat pad terug [C] vind.
Ook [F] al liep ik van je weg, in [G] de kilte van de morgen met [C] mijn ziel overhoop.
_ _ [G] _ _
_ _ _ [F] Ik kwam _ draadterug met mijn [G] _
handen, vol nieuwe [C] _
hoop.
_ _ [G] _ _ _
_ _ _ _ [C] _ _
_ [G] _ _ _ [C] _ _
_ [G] _ _ _ [C] _ _
_ [F] _ _ _ [G] _ _
_ [C] _ _ _ _ _
_ [G] _ _ _ [C] _ _
_ [G] _ _ _ [C] _ _
_ [F] _ _ _ [G] _ _
_ [C] _ _ Nu weet ik m'n lief, [G] _ [C] het was niet ideaal, [G] _ [C] maar ik vraag me [F] toch af [G] of een mens er [C] ooit vindt.
Ik wist nooit een [G] antwoord [C] op al je [G] vragen, _ [C] maar ik heb [F] geprobeerd, ik [G] heb je heel erg [C] bemind.
_ Ook [F] weten we m'n [C] lief, _ het [F] viel je erg [C] tegen, [F] je had je [C] misschien alles _ anders _ _ [G] voorgesteld. _ _
Maar als [C] je wil, kan je gaan, [G] _
_ [C] ik hou je niet tegen, [G] _
_ [C] ik leg voor je _ [F]
toekomst [G] geen steen in de weg.
[C] _
_ Ik [F] was nooit een held, ik heb [G] je nooit voor het leven _ [C] beloofd, _ _
_ _ _ [G] _ _ _
_ _ maar [F] bij jou vond ik rust, _ _ [G] bij jou _ _ _ werd alles [C] goed. _ _ _
_ _ _ _ _ [G] _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [C] _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
[C] _ _ _ [G] _ _ _
[C] _ _ _ [F] _ _ _
[G] _ _ [C] _ _ _ _
_ _ _ _ [G] _ _
_ [C] _ _ _ [G] _ _
_ [C] _ _ [F] _ _ _
[G] _ _ _ _ [C] _ _
_ _ Ik weet wat, m'n [G] lief, _ [C] je voelt je [G] bedrogen, _ [C] je dacht in je droom _ [G] aan een andere man.
[C] _ Je zocht een [G] veilig nest, [C] een veilig [G]
onderkomen, [C] een troost voor je [F]
zorgen, [G] een sterke [C] hand.
_ [F] Ook weet wat, m'n [C] lief, _ [F] het viel je [C] erg tegen, _ [F] de rust die je [C] bood, die leek me zo [G] vreemd.
_ _ _ [C] Ik was niet [G] gewoon, _ [C] met een ander te [G] delen, [C] ik had al te lang met [G] mijn eigen [C] geleefd.
[F] En dan liep ik van je weg, [G] in de kilte van de morgen met [C] mijn ziel _ overhoop.
_ [G] _ _ _
_ _ [F] Ik kwam draadterug met [G] mijn handen, _ vol nieuwe [Am] hoop. _ _
_ _ [G] _ _ _ _
_ _ [C] _ _ _ [G] _
_ _ [C] _ _ _ [G] _
_ _ [C] _ _ [F] _ _
_ _ [G] _ _ _ [C] _
_ _ _ _ _ [G] _
_ [C] _ _ _ [G] _ _
_ [C] _ _ _ [F] _ _
_ [G] _ _ _ [C] _ _
Ik weet wat, m [G]'n lief, _ [C] je wilde me [G] vinden, _ [C] je dacht bij [F] jezelf, [G] ik krijg hem wel [C] klein.
En ik moest tot mijn [G]
spijt [C] al draaien [G] ervinden, _
_ [C] dat je [F] voor altijd [G] de sterkste [C] zou zijn.
Ik [F] weet wat, m'n [C] lief, _ [F] ik spande mijn [C] spieren, [F] ik zocht naar een [C] uitweg, ik wilde je [G] kwijt.
_ _ _ [C] Het was toch [G] normaal, ik [C] had veel te [G] verliezen, _ [C] en ik had voor [F] mezelf al [G] zo weinig [C] tijd.
En [F] dan liep ik van je weg, in [G] de kilte van de morgen met [C] mijn ziel overhoop.
_ _ [G] _ _
_ _ _ [F] Ik kwam _ draadterug [G] met mijn handen, _ vol [C] nieuwe _ hoop.
_ _ _ [G] _ _
_ _ _ _ [C] _ _
_ [G] _ _ _ [C] _ _
_ [G] _ _ _ [C] _ _
_ _ [F] _ _ _ [C] _
_ [G] _ [C] _ _ _ _
_ _ _ [G] _ _ _
[C] _ _ _ [G] _ _ _
[C] _ _ _ [F] _ _ _
[G] _ _ _ [C] _ _
Ik weet wat, [G] m'n lief, _ [C] je hebt me genomen, [G] _ _
[C] je bouwde een [F] kooi rond mijn [G] kleine [C] bestaan. _
En ik had nooit [G] gedacht, ik [C] had nooit er [G] verdromen, _ [C] dat ik zo [F] braaf in je [G] _ voetsporen [C] zou gaan.
Ik [F] weet wat, m'n [C] lief, _ [F] er zijn van die [C] dagen _
_ [F] waarop ik de [C] weg naar je warmte niet [G] vind.
_ _ Maar [C] je laat me [G] begaan, je [C] hoeft niks meer te [G] vragen, [C] je weet dat ik toch [F] ooit [G] dat pad terug [C] vind.
Ook [F] al liep ik van je weg, in [G] de kilte van de morgen met [C] mijn ziel overhoop.
_ _ [G] _ _
_ _ _ [F] Ik kwam _ draadterug met mijn [G] _
handen, vol nieuwe [C] _
hoop.
_ _ [G] _ _ _
_ _ _ _ [C] _ _
_ [G] _ _ _ [C] _ _
_ [G] _ _ _ [C] _ _
_ [F] _ _ _ [G] _ _
_ [C] _ _ _ _ _
_ [G] _ _ _ [C] _ _
_ [G] _ _ _ [C] _ _
_ [F] _ _ _ [G] _ _
_ [C] _ _ Nu weet ik m'n lief, [G] _ [C] het was niet ideaal, [G] _ [C] maar ik vraag me [F] toch af [G] of een mens er [C] ooit vindt.
Ik wist nooit een [G] antwoord [C] op al je [G] vragen, _ [C] maar ik heb [F] geprobeerd, ik [G] heb je heel erg [C] bemind.
_ Ook [F] weten we m'n [C] lief, _ het [F] viel je erg [C] tegen, [F] je had je [C] misschien alles _ anders _ _ [G] voorgesteld. _ _
Maar als [C] je wil, kan je gaan, [G] _
_ [C] ik hou je niet tegen, [G] _
_ [C] ik leg voor je _ [F]
toekomst [G] geen steen in de weg.
[C] _
_ Ik [F] was nooit een held, ik heb [G] je nooit voor het leven _ [C] beloofd, _ _
_ _ _ [G] _ _ _
_ _ maar [F] bij jou vond ik rust, _ _ [G] bij jou _ _ _ werd alles [C] goed. _ _ _
_ _ _ _ _ [G] _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [C] _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _