Wat Heb Je Vandaag Op School Geleerd Chords by De Elegasten
Tempo:
102.6 bpm
Chords used:
E
A
B
F#
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
Heb je vandaag [A] op school geleerd, [B] zegt mis [E] Kleine Jan?
Heb je vandaag [A] op school geleerd, zegt [E] mis Kleine Jan?
Wij leerden dat Russel tweedalig [A] is, want anders [E] loopt het in België [A] mis
En gelijkheid [E] is er voor [A] iedereen, want dat zei onze [B] meester helemaal alleen
[E] Heb jij vandaag op school geleerd?
[B] Ja, dat heb ik [E] vandaag op school geleerd, [A] ja mevrouw, ja meneer, op school geleerd
[B] Wat heeft hij op school [E] geleerd?
Heb [A] je vandaag op school [B] geleerd, zegt [E] mis Kleine Jan?
Heel klein beetje
Heb je [A] vandaag op school [B] geleerd, zegt mis [E] Kleine Jan?
Wij leerden dat de flikken toch mensen [A] zijn, ook al [E] doen zij studenten [A] pijn
Zij waken [E] over een goede dag, [A] en lugen is [B] enkel een know-how
[E] Heb jij [A] vandaag op school geleerd?
[B] Ja, dat heb ik de val [E] van op school geleerd, ja mevrouw, ja meneer, op school geleerd.
[B] Diep zat ik bij [E] u op school geleerd.
Dank u vandaar op school [B] geleerd, zeg [E] dus blij de Jan.
Leek mijn beekje.
Dank u [A] vandaar op school [B] geleerd, zeg dus [E] blij de Jan.
[A] Praat zijn [E] is de beste [A] deugde, zeker [E] voor de Vlaamse [A] jeugd.
Al de [E] rest is [A] overmoed, want dat doe dan [B] het gezag geen [E] goed.
Heb jij dan ook school geleerd?
[B] Ja, dat heb ik toen [E] vanochtend op school geleerd.
Ja mevrouw, ja meneer, op school geleerd.
[B] Wat heeft jij [E] op school geleerd?
Aaaaaaaaaaaah.
Poh poh poh poh poh poh poh.
Heb je [A] daar nog mee [B] geleerd?
Zeg dus, kleine [E] Jan.
Oooooh.
Heb je [A] daar nog mee [B] geleerd?
Zeg dus, [E] kleine Jan.
Er nat ons een krum in het [A] Gemperland, en de [E] uitreiking lag voor de [A] hand.
Kijkie maar lief [E] onze [A] Connissois, ze trekt [B] daarmee naar [E] Charleroi.
[A] Heb jij op school geleerd?
[B] Ja, dat heb ik [E] toevallig op die stad op school geleerd.
Ja, mevrouw, ja, meneer, op school geleerd.
[B] Dat heb jij [E] op school geleerd?
Ey, ey, ey, ey, ey, ey, ey, ey, ey.
Heb [A] je daar al bij geleerd?
Zet [E] dus pijn aan jou.
[A]
[B] [E] Met schuld een graagje aan diepe [A] brood, die vul je [E] met een kleine [A] grot.
En heb je [E] niet genoeg daarmee, [A] dan heb je [B] nog de btw.
[E] Heb jij nog op school [B] geleerd?
Oh, ik dacht dat ik de wonder [E] op school geleerd.
[A] Ja, mevrouw, ja, meneer, op school [B] geleerd.
Dan zit jij [E] op school geleerd.
Hé, hé, hé, hé, hé, hé, hé.
Heb je [A] daar nog meer [B] geleerd?
Zeg, [E] wie is blij die jacht?
Oh, ja.
Heb je [A] daar nog meer [B] geleerd?
Zeg, wie is [E] blij die jacht?
[A] Leve de [E] tijd van het proletariat,
[A] ze sluiten de [E] fabrieken en je staat op straat.
Maar lappen kan je laten en word nu niet [A] bleek.
Wellicht vind je nog [B] werk in je eigen streek.
[E] Ah, [B] dat ik de wonder op [F#] school geleerd.
Ja, mevrouw, ja, meneer, op school [B] geleerd.
[E]
Heb [A] je daar nog meer [B] geleerd?
Zeg [E] dus, Breide Jan!
Heb je [A] daar nog meer [B] geleerd?
Zeg dus, [E] Breide Jan!
[A] A la païda monco en de mongolo Païda mbaga kala mo
[E] Parapuipipa dat on [A] patuur Dit is de theorie [B] van de hele censuur
[E] Heb je er al op school geleerd?
[B] Belmeziert!
Op [E] school geleerd, ja mevrouw, op school [B] geleerd
Dank je mij [E] op school geleerd
Ja mevrouw, [A] ja meneer, vroeg op plaats [E] Dit is het lied van de welvakstaat
Ja mevrouw, ja meneer, vroeg op [A] plaats
Dit is het lied van [E] de welvakstaat
Heb je vandaag [A] op school geleerd, zegt [E] mis Kleine Jan?
Wij leerden dat Russel tweedalig [A] is, want anders [E] loopt het in België [A] mis
En gelijkheid [E] is er voor [A] iedereen, want dat zei onze [B] meester helemaal alleen
[E] Heb jij vandaag op school geleerd?
[B] Ja, dat heb ik [E] vandaag op school geleerd, [A] ja mevrouw, ja meneer, op school geleerd
[B] Wat heeft hij op school [E] geleerd?
Heb [A] je vandaag op school [B] geleerd, zegt [E] mis Kleine Jan?
Heel klein beetje
Heb je [A] vandaag op school [B] geleerd, zegt mis [E] Kleine Jan?
Wij leerden dat de flikken toch mensen [A] zijn, ook al [E] doen zij studenten [A] pijn
Zij waken [E] over een goede dag, [A] en lugen is [B] enkel een know-how
[E] Heb jij [A] vandaag op school geleerd?
[B] Ja, dat heb ik de val [E] van op school geleerd, ja mevrouw, ja meneer, op school geleerd.
[B] Diep zat ik bij [E] u op school geleerd.
Dank u vandaar op school [B] geleerd, zeg [E] dus blij de Jan.
Leek mijn beekje.
Dank u [A] vandaar op school [B] geleerd, zeg dus [E] blij de Jan.
[A] Praat zijn [E] is de beste [A] deugde, zeker [E] voor de Vlaamse [A] jeugd.
Al de [E] rest is [A] overmoed, want dat doe dan [B] het gezag geen [E] goed.
Heb jij dan ook school geleerd?
[B] Ja, dat heb ik toen [E] vanochtend op school geleerd.
Ja mevrouw, ja meneer, op school geleerd.
[B] Wat heeft jij [E] op school geleerd?
Aaaaaaaaaaaah.
Poh poh poh poh poh poh poh.
Heb je [A] daar nog mee [B] geleerd?
Zeg dus, kleine [E] Jan.
Oooooh.
Heb je [A] daar nog mee [B] geleerd?
Zeg dus, [E] kleine Jan.
Er nat ons een krum in het [A] Gemperland, en de [E] uitreiking lag voor de [A] hand.
Kijkie maar lief [E] onze [A] Connissois, ze trekt [B] daarmee naar [E] Charleroi.
[A] Heb jij op school geleerd?
[B] Ja, dat heb ik [E] toevallig op die stad op school geleerd.
Ja, mevrouw, ja, meneer, op school geleerd.
[B] Dat heb jij [E] op school geleerd?
Ey, ey, ey, ey, ey, ey, ey, ey, ey.
Heb [A] je daar al bij geleerd?
Zet [E] dus pijn aan jou.
[A]
[B] [E] Met schuld een graagje aan diepe [A] brood, die vul je [E] met een kleine [A] grot.
En heb je [E] niet genoeg daarmee, [A] dan heb je [B] nog de btw.
[E] Heb jij nog op school [B] geleerd?
Oh, ik dacht dat ik de wonder [E] op school geleerd.
[A] Ja, mevrouw, ja, meneer, op school [B] geleerd.
Dan zit jij [E] op school geleerd.
Hé, hé, hé, hé, hé, hé, hé.
Heb je [A] daar nog meer [B] geleerd?
Zeg, [E] wie is blij die jacht?
Oh, ja.
Heb je [A] daar nog meer [B] geleerd?
Zeg, wie is [E] blij die jacht?
[A] Leve de [E] tijd van het proletariat,
[A] ze sluiten de [E] fabrieken en je staat op straat.
Maar lappen kan je laten en word nu niet [A] bleek.
Wellicht vind je nog [B] werk in je eigen streek.
[E] Ah, [B] dat ik de wonder op [F#] school geleerd.
Ja, mevrouw, ja, meneer, op school [B] geleerd.
[E]
Heb [A] je daar nog meer [B] geleerd?
Zeg [E] dus, Breide Jan!
Heb je [A] daar nog meer [B] geleerd?
Zeg dus, [E] Breide Jan!
[A] A la païda monco en de mongolo Païda mbaga kala mo
[E] Parapuipipa dat on [A] patuur Dit is de theorie [B] van de hele censuur
[E] Heb je er al op school geleerd?
[B] Belmeziert!
Op [E] school geleerd, ja mevrouw, op school [B] geleerd
Dank je mij [E] op school geleerd
Ja mevrouw, [A] ja meneer, vroeg op plaats [E] Dit is het lied van de welvakstaat
Ja mevrouw, ja meneer, vroeg op [A] plaats
Dit is het lied van [E] de welvakstaat
Key:
E
A
B
F#
E
A
B
F#
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ Heb je vandaag [A] op school geleerd, [B] zegt mis [E] Kleine Jan?
Heb je vandaag [A] op school geleerd, zegt [E] mis Kleine Jan?
Wij leerden dat Russel tweedalig [A] is, want anders [E] loopt het in België [A] mis
En gelijkheid [E] is er voor [A] iedereen, want dat zei onze [B] meester helemaal alleen
[E] Heb jij vandaag op school geleerd?
[B] Ja, dat heb ik [E] vandaag op school geleerd, [A] ja mevrouw, ja meneer, op school geleerd
[B] Wat heeft hij op school [E] geleerd? _ _
_ _ _ _ Heb [A] je vandaag op school [B] geleerd, zegt [E] mis Kleine Jan?
Heel klein beetje
Heb je [A] vandaag op school [B] geleerd, zegt mis [E] Kleine Jan?
Wij leerden dat de flikken toch mensen [A] zijn, ook al [E] doen zij studenten [A] pijn
Zij waken [E] over een goede dag, [A] en lugen is [B] enkel een know-how
_ [E] Heb jij [A] vandaag op school geleerd?
[B] Ja, dat heb ik de val [E] van op school geleerd, ja mevrouw, ja meneer, op school geleerd.
[B] Diep zat ik bij [E] u op school geleerd. _ _
_ _ _ _ Dank u vandaar op school [B] geleerd, zeg [E] dus blij de Jan.
Leek mijn beekje.
Dank u [A] vandaar op school [B] geleerd, zeg dus [E] blij de Jan.
[A] Praat zijn [E] is de beste [A] deugde, zeker [E] voor de Vlaamse [A] jeugd.
Al de [E] rest is [A] overmoed, want dat doe dan [B] het gezag geen [E] goed.
Heb jij dan ook school geleerd?
[B] Ja, dat heb ik toen [E] vanochtend op school geleerd.
Ja mevrouw, ja meneer, op school geleerd.
[B] Wat heeft jij [E] op school geleerd? _ _
Aaaaaaaaaaaah.
Poh poh poh poh poh poh poh.
Heb je [A] daar nog mee [B] geleerd?
Zeg dus, kleine [E] Jan.
Oooooh.
Heb je [A] daar nog mee [B] geleerd?
Zeg dus, [E] kleine Jan.
Er nat ons een krum in het [A] Gemperland, en de [E] uitreiking lag voor de [A] hand.
Kijkie maar lief [E] onze [A] Connissois, ze trekt [B] daarmee naar _ _ [E] Charleroi.
[A] Heb jij op school geleerd?
[B] Ja, dat heb ik [E] toevallig op die stad op school geleerd.
Ja, mevrouw, ja, meneer, op school geleerd.
[B] Dat heb jij [E] op school geleerd?
Ey, ey, ey, ey, ey, ey, ey, ey, ey.
Heb [A] je daar al bij geleerd?
Zet [E] dus pijn aan jou.
_ _ [A] _ _
[B] _ _ [E] _ Met schuld een graagje aan diepe [A] brood, die vul je [E] met een kleine [A] grot.
En heb je [E] niet genoeg daarmee, [A] dan heb je [B] nog de btw.
_ [E] Heb jij nog op school [B] geleerd?
Oh, ik dacht dat ik de wonder [E] op school geleerd.
[A] Ja, mevrouw, ja, meneer, op school [B] geleerd.
Dan zit jij [E] op school geleerd.
Hé, hé, hé, hé, hé, hé, hé.
Heb je [A] daar nog meer [B] geleerd?
Zeg, [E] wie is blij die jacht?
Oh, ja.
Heb je [A] daar nog meer [B] geleerd?
Zeg, wie is [E] blij die jacht?
[A] Leve de [E] tijd van het proletariat,
[A] ze sluiten de [E] fabrieken en je staat op straat.
Maar lappen kan je laten en word nu niet [A] bleek.
Wellicht vind je nog [B] werk in je eigen streek.
[E] Ah, _ _ [B] dat ik de wonder op [F#] school geleerd.
Ja, mevrouw, ja, meneer, op school [B] geleerd.
_ [E] _ _ _ _
_ _ _ _ Heb [A] je daar nog meer [B] geleerd?
Zeg [E] dus, Breide Jan!
Heb je [A] daar nog meer [B] geleerd?
Zeg dus, [E] Breide Jan!
[A] A la païda monco en de mongolo Païda mbaga kala mo
[E] Parapuipipa dat on [A] patuur Dit is de theorie [B] van de hele censuur
[E] Heb je er al op school geleerd?
[B] Belmeziert!
Op [E] school geleerd, ja mevrouw, op school [B] geleerd
Dank je mij [E] op school geleerd
Ja mevrouw, [A] ja meneer, vroeg op plaats [E] Dit is het lied van de welvakstaat
Ja mevrouw, ja meneer, vroeg op [A] plaats
Dit is het lied van [E] de _ _ _ _ _ _ _ welvakstaat _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ Heb je vandaag [A] op school geleerd, [B] zegt mis [E] Kleine Jan?
Heb je vandaag [A] op school geleerd, zegt [E] mis Kleine Jan?
Wij leerden dat Russel tweedalig [A] is, want anders [E] loopt het in België [A] mis
En gelijkheid [E] is er voor [A] iedereen, want dat zei onze [B] meester helemaal alleen
[E] Heb jij vandaag op school geleerd?
[B] Ja, dat heb ik [E] vandaag op school geleerd, [A] ja mevrouw, ja meneer, op school geleerd
[B] Wat heeft hij op school [E] geleerd? _ _
_ _ _ _ Heb [A] je vandaag op school [B] geleerd, zegt [E] mis Kleine Jan?
Heel klein beetje
Heb je [A] vandaag op school [B] geleerd, zegt mis [E] Kleine Jan?
Wij leerden dat de flikken toch mensen [A] zijn, ook al [E] doen zij studenten [A] pijn
Zij waken [E] over een goede dag, [A] en lugen is [B] enkel een know-how
_ [E] Heb jij [A] vandaag op school geleerd?
[B] Ja, dat heb ik de val [E] van op school geleerd, ja mevrouw, ja meneer, op school geleerd.
[B] Diep zat ik bij [E] u op school geleerd. _ _
_ _ _ _ Dank u vandaar op school [B] geleerd, zeg [E] dus blij de Jan.
Leek mijn beekje.
Dank u [A] vandaar op school [B] geleerd, zeg dus [E] blij de Jan.
[A] Praat zijn [E] is de beste [A] deugde, zeker [E] voor de Vlaamse [A] jeugd.
Al de [E] rest is [A] overmoed, want dat doe dan [B] het gezag geen [E] goed.
Heb jij dan ook school geleerd?
[B] Ja, dat heb ik toen [E] vanochtend op school geleerd.
Ja mevrouw, ja meneer, op school geleerd.
[B] Wat heeft jij [E] op school geleerd? _ _
Aaaaaaaaaaaah.
Poh poh poh poh poh poh poh.
Heb je [A] daar nog mee [B] geleerd?
Zeg dus, kleine [E] Jan.
Oooooh.
Heb je [A] daar nog mee [B] geleerd?
Zeg dus, [E] kleine Jan.
Er nat ons een krum in het [A] Gemperland, en de [E] uitreiking lag voor de [A] hand.
Kijkie maar lief [E] onze [A] Connissois, ze trekt [B] daarmee naar _ _ [E] Charleroi.
[A] Heb jij op school geleerd?
[B] Ja, dat heb ik [E] toevallig op die stad op school geleerd.
Ja, mevrouw, ja, meneer, op school geleerd.
[B] Dat heb jij [E] op school geleerd?
Ey, ey, ey, ey, ey, ey, ey, ey, ey.
Heb [A] je daar al bij geleerd?
Zet [E] dus pijn aan jou.
_ _ [A] _ _
[B] _ _ [E] _ Met schuld een graagje aan diepe [A] brood, die vul je [E] met een kleine [A] grot.
En heb je [E] niet genoeg daarmee, [A] dan heb je [B] nog de btw.
_ [E] Heb jij nog op school [B] geleerd?
Oh, ik dacht dat ik de wonder [E] op school geleerd.
[A] Ja, mevrouw, ja, meneer, op school [B] geleerd.
Dan zit jij [E] op school geleerd.
Hé, hé, hé, hé, hé, hé, hé.
Heb je [A] daar nog meer [B] geleerd?
Zeg, [E] wie is blij die jacht?
Oh, ja.
Heb je [A] daar nog meer [B] geleerd?
Zeg, wie is [E] blij die jacht?
[A] Leve de [E] tijd van het proletariat,
[A] ze sluiten de [E] fabrieken en je staat op straat.
Maar lappen kan je laten en word nu niet [A] bleek.
Wellicht vind je nog [B] werk in je eigen streek.
[E] Ah, _ _ [B] dat ik de wonder op [F#] school geleerd.
Ja, mevrouw, ja, meneer, op school [B] geleerd.
_ [E] _ _ _ _
_ _ _ _ Heb [A] je daar nog meer [B] geleerd?
Zeg [E] dus, Breide Jan!
Heb je [A] daar nog meer [B] geleerd?
Zeg dus, [E] Breide Jan!
[A] A la païda monco en de mongolo Païda mbaga kala mo
[E] Parapuipipa dat on [A] patuur Dit is de theorie [B] van de hele censuur
[E] Heb je er al op school geleerd?
[B] Belmeziert!
Op [E] school geleerd, ja mevrouw, op school [B] geleerd
Dank je mij [E] op school geleerd
Ja mevrouw, [A] ja meneer, vroeg op plaats [E] Dit is het lied van de welvakstaat
Ja mevrouw, ja meneer, vroeg op [A] plaats
Dit is het lied van [E] de _ _ _ _ _ _ _ welvakstaat _ _
_ _ _ _ _ _ _ _