Hans de booij & Wannes van de Velde De lichtjes van de schelde Chords
Tempo:
84.075 bpm
Chords used:
D
A
Em
E
B
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[D]
De tijd zit erop en we waren weer thuis, het duurt [E] nog maar [A] enkele weken.
[B] [Em] Een paar keer op wachten dan kom ik [B] naar huis, [Em] dan [Bm] zullen we elkaar [A] weer spreken.
[D] Dus dit is de laatste brief die ik [A] je schrijf, [D] kijk s'avonds maar goed [Em] in de krant,
[Gm] dan weet je precies waar [D] ik ben en ik blijf [E] voordat ik weer [A] terugkom in het land.
[D] Zie ik [D] de lichtjes [A] van [D] de schelden, dan gaat mijn hart wat [A] [A] sneller slaan.
Ik [D] weet dat [A] jij op [A] mij zult wachten en [D] dat je [A] aan de kaai zult [D] staan.
Zie ik de lichtjes [A] van [D] de schelden, is het of ik in [G] je ogen kijk?
Die [Bm] zo heel veel [D] liefst [G] [D] vertellen, dan ben ik [A] als een [D] prins zo rijk.
[A] [D] [A] [D]
[A] [D] [A]
[D] Je weet wel mijn schat dat ik veel van je hou, dat hoef ik [E] je [A] niet te verklaren.
[Eb] [Em] Een zeeman is dol op zijn kinderen [B] en vrouw, [Em] maar toch [E] moet hij altijd [A] weer varen.
[D] Maar heeft soms de zee iets verkeerds met me voor en krijg ik voorgoed [Em] haverij.
[E] Denk dan aan de kinderen [D] en sla je er door, [E] maar spreek hun dame [A] dikwijls van mij.
[D] Zie ik de lichtjes [A] van [D] de schelden, dan gaat mijn hart wat [A] [D] sneller [A] slaan.
Ik [D] weet dat [A] jij op mij zult wachten [D] en dat je [A]
aan de kaai [D] zult staan.
Zie ik de lichtjes [A] van [D] de schelden, is het of ik in [G] je ogen kijk?
Die [Bm] zo [Em] heel veel [D] liefst vertellen, dan ben ik [A] als een [D] prins zo rijk.
[A]
[D] [A] [A]
[D]
De tijd zit erop en we waren weer thuis, het duurt [E] nog maar [A] enkele weken.
[B] [Em] Een paar keer op wachten dan kom ik [B] naar huis, [Em] dan [Bm] zullen we elkaar [A] weer spreken.
[D] Dus dit is de laatste brief die ik [A] je schrijf, [D] kijk s'avonds maar goed [Em] in de krant,
[Gm] dan weet je precies waar [D] ik ben en ik blijf [E] voordat ik weer [A] terugkom in het land.
[D] Zie ik [D] de lichtjes [A] van [D] de schelden, dan gaat mijn hart wat [A] [A] sneller slaan.
Ik [D] weet dat [A] jij op [A] mij zult wachten en [D] dat je [A] aan de kaai zult [D] staan.
Zie ik de lichtjes [A] van [D] de schelden, is het of ik in [G] je ogen kijk?
Die [Bm] zo heel veel [D] liefst [G] [D] vertellen, dan ben ik [A] als een [D] prins zo rijk.
[A] [D] [A] [D]
[A] [D] [A]
[D] Je weet wel mijn schat dat ik veel van je hou, dat hoef ik [E] je [A] niet te verklaren.
[Eb] [Em] Een zeeman is dol op zijn kinderen [B] en vrouw, [Em] maar toch [E] moet hij altijd [A] weer varen.
[D] Maar heeft soms de zee iets verkeerds met me voor en krijg ik voorgoed [Em] haverij.
[E] Denk dan aan de kinderen [D] en sla je er door, [E] maar spreek hun dame [A] dikwijls van mij.
[D] Zie ik de lichtjes [A] van [D] de schelden, dan gaat mijn hart wat [A] [D] sneller [A] slaan.
Ik [D] weet dat [A] jij op mij zult wachten [D] en dat je [A]
aan de kaai [D] zult staan.
Zie ik de lichtjes [A] van [D] de schelden, is het of ik in [G] je ogen kijk?
Die [Bm] zo [Em] heel veel [D] liefst vertellen, dan ben ik [A] als een [D] prins zo rijk.
[A]
[D] [A] [A]
[D]
Key:
D
A
Em
E
B
D
A
Em
[D] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ De tijd zit erop en we waren weer thuis, het duurt [E] nog maar [A] enkele weken.
[B] [Em] Een paar keer op wachten dan kom ik [B] naar huis, [Em] dan [Bm] zullen we elkaar [A] weer spreken.
[D] Dus dit is de laatste brief die ik [A] je schrijf, [D] kijk s'avonds maar goed [Em] in de krant,
[Gm] dan weet je precies waar [D] ik ben en ik blijf [E] voordat ik weer [A] terugkom in het land. _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ [D] Zie ik [D] de lichtjes [A] van [D] de schelden, dan gaat mijn hart wat [A] [A] sneller slaan.
Ik [D] weet dat [A] jij op [A] mij zult wachten en [D] dat je [A] aan de kaai zult [D] staan.
Zie ik de lichtjes [A] van [D] de schelden, is het of ik in [G] je ogen kijk?
_ Die [Bm] zo heel veel [D] liefst [G] [D] vertellen, dan ben ik [A] als een [D] prins zo rijk.
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ [A] _ _ _ [D] _ [A] _ _ [D] _
[A] _ _ [D] _ [A] _ _ _ _ _
[D] _ _ _ _ _ _ Je weet wel mijn schat dat ik veel van je hou, dat hoef ik [E] je [A] niet te verklaren.
[Eb] [Em] Een zeeman is dol op zijn kinderen [B] en vrouw, [Em] maar toch [E] moet hij altijd [A] weer varen.
[D] Maar heeft soms de zee iets verkeerds met me voor en krijg ik voorgoed [Em] _ haverij.
[E] Denk dan aan de kinderen [D] en sla je er door, [E] maar spreek hun dame [A] dikwijls van mij. _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ [D] Zie ik de lichtjes [A] van [D] de schelden, dan gaat mijn hart wat [A] [D] sneller [A] slaan.
Ik [D] weet dat [A] jij op mij zult wachten [D] en dat je [A]
aan de kaai [D] zult staan.
Zie ik de lichtjes [A] van [D] de schelden, is het of ik in [G] je ogen kijk?
Die [Bm] zo [Em] heel veel [D] liefst vertellen, dan ben ik [A] als een [D] prins zo rijk.
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ [A] _
_ [D] _ [A] _ _ _ [A] _ _ _
_ _ _ _ _ [D] _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ De tijd zit erop en we waren weer thuis, het duurt [E] nog maar [A] enkele weken.
[B] [Em] Een paar keer op wachten dan kom ik [B] naar huis, [Em] dan [Bm] zullen we elkaar [A] weer spreken.
[D] Dus dit is de laatste brief die ik [A] je schrijf, [D] kijk s'avonds maar goed [Em] in de krant,
[Gm] dan weet je precies waar [D] ik ben en ik blijf [E] voordat ik weer [A] terugkom in het land. _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ [D] Zie ik [D] de lichtjes [A] van [D] de schelden, dan gaat mijn hart wat [A] [A] sneller slaan.
Ik [D] weet dat [A] jij op [A] mij zult wachten en [D] dat je [A] aan de kaai zult [D] staan.
Zie ik de lichtjes [A] van [D] de schelden, is het of ik in [G] je ogen kijk?
_ Die [Bm] zo heel veel [D] liefst [G] [D] vertellen, dan ben ik [A] als een [D] prins zo rijk.
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ [A] _ _ _ [D] _ [A] _ _ [D] _
[A] _ _ [D] _ [A] _ _ _ _ _
[D] _ _ _ _ _ _ Je weet wel mijn schat dat ik veel van je hou, dat hoef ik [E] je [A] niet te verklaren.
[Eb] [Em] Een zeeman is dol op zijn kinderen [B] en vrouw, [Em] maar toch [E] moet hij altijd [A] weer varen.
[D] Maar heeft soms de zee iets verkeerds met me voor en krijg ik voorgoed [Em] _ haverij.
[E] Denk dan aan de kinderen [D] en sla je er door, [E] maar spreek hun dame [A] dikwijls van mij. _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ [D] Zie ik de lichtjes [A] van [D] de schelden, dan gaat mijn hart wat [A] [D] sneller [A] slaan.
Ik [D] weet dat [A] jij op mij zult wachten [D] en dat je [A]
aan de kaai [D] zult staan.
Zie ik de lichtjes [A] van [D] de schelden, is het of ik in [G] je ogen kijk?
Die [Bm] zo [Em] heel veel [D] liefst vertellen, dan ben ik [A] als een [D] prins zo rijk.
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ [A] _
_ [D] _ [A] _ _ _ [A] _ _ _
_ _ _ _ _ [D] _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _