Daar In Dat Kleine Café Aan De Haven Chords by Vader Abraham
Tempo:
88.8 bpm
Chords used:
D
Gm
G
Cm
C
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[Gm]
De avondzon valt over straten en pleinen, de gouden zon zakt [D] in de stenen.
En mensen die moe in hun huizen verdwijnen, ze hebben de [Gm] dag weer gehad.
De neonreclame die knipoogt langs ramen, het not regent [Cm] zachtjes op straat.
De stad lijkt [Gm] gestorven, toch klinkt er muziek uit [D] een deur die nog [G] wijdopen staat.
Daar in dat kleine café aan de haven, daar zijn de mensen gelijk en [D]
tevreden.
Daar [C] in dat kleine café aan [G] de haven, daar keld [D] je geld of wie je bent niet [Gm] meer mee.
De toog is van koper, toch ligt er geen loper, de voetbalclub hangt [D] aan de muur.
De trekkast die maakt meer lawaai dan de jukebox een pilje, dat is er [Gm] niet duur.
Een mens is daar, mensrijk of armt is daar, warm geen monsieur of madame [Cm] maar wc.
Maar het glas is gespoeld [Gm] in het heldigste water, [D] ja het is daar een heel goed [G]
café.
Daar in dat kleine café aan de haven, daar zijn de mensen gelijk en [D]
tevreden.
Daar [C] in dat kleine café aan [G] de haven, daar keld [D] je geld of wie je bent niet [Gm] meer mee.
[Cm] [Gm] De wereldproblemen die zijn tussen twee glazen bier opgelost voor [D] altijd.
Op de rand van een bierveldje staat daar je rekening of je staat in [Gm] het kruid.
Het enige wat je aan eten kunt krijgen, dat is daar een [Cm] hardgekookt ei.
De mensen die zijn [Gm] daar gelukkig gewoon, [D] ja de mensen die zijn [G] daar nog blij.
Daar in dat kleine café aan de haven, daar zijn de mensen gelijk en [D] tevreden.
Daar [C] in dat kleine café [G] aan de haven, daar [D] keld je geld of wie je bent [G] niet meer mee.
Daar in dat kleine café, daar zijn de mensen gelijk en [D] tevreden.
Daar [C] in dat kleine café aan [G] de haven, daar keld [D] je geld of wie je bent niet [G] meer mee.
Daar in dat kleine café aan de haven, daar zijn de mensen gelijk en tevreden.
De avondzon valt over straten en pleinen, de gouden zon zakt [D] in de stenen.
En mensen die moe in hun huizen verdwijnen, ze hebben de [Gm] dag weer gehad.
De neonreclame die knipoogt langs ramen, het not regent [Cm] zachtjes op straat.
De stad lijkt [Gm] gestorven, toch klinkt er muziek uit [D] een deur die nog [G] wijdopen staat.
Daar in dat kleine café aan de haven, daar zijn de mensen gelijk en [D]
tevreden.
Daar [C] in dat kleine café aan [G] de haven, daar keld [D] je geld of wie je bent niet [Gm] meer mee.
De toog is van koper, toch ligt er geen loper, de voetbalclub hangt [D] aan de muur.
De trekkast die maakt meer lawaai dan de jukebox een pilje, dat is er [Gm] niet duur.
Een mens is daar, mensrijk of armt is daar, warm geen monsieur of madame [Cm] maar wc.
Maar het glas is gespoeld [Gm] in het heldigste water, [D] ja het is daar een heel goed [G]
café.
Daar in dat kleine café aan de haven, daar zijn de mensen gelijk en [D]
tevreden.
Daar [C] in dat kleine café aan [G] de haven, daar keld [D] je geld of wie je bent niet [Gm] meer mee.
[Cm] [Gm] De wereldproblemen die zijn tussen twee glazen bier opgelost voor [D] altijd.
Op de rand van een bierveldje staat daar je rekening of je staat in [Gm] het kruid.
Het enige wat je aan eten kunt krijgen, dat is daar een [Cm] hardgekookt ei.
De mensen die zijn [Gm] daar gelukkig gewoon, [D] ja de mensen die zijn [G] daar nog blij.
Daar in dat kleine café aan de haven, daar zijn de mensen gelijk en [D] tevreden.
Daar [C] in dat kleine café [G] aan de haven, daar [D] keld je geld of wie je bent [G] niet meer mee.
Daar in dat kleine café, daar zijn de mensen gelijk en [D] tevreden.
Daar [C] in dat kleine café aan [G] de haven, daar keld [D] je geld of wie je bent niet [G] meer mee.
Daar in dat kleine café aan de haven, daar zijn de mensen gelijk en tevreden.
Key:
D
Gm
G
Cm
C
D
Gm
G
[Gm] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
De avondzon valt over straten en pleinen, de gouden zon zakt [D] in de stenen.
En mensen die moe in hun huizen verdwijnen, ze hebben de [Gm] dag weer gehad.
De _ neonreclame die knipoogt langs ramen, het not regent [Cm] zachtjes op straat.
De stad lijkt [Gm] gestorven, toch klinkt er muziek uit [D] een deur die nog [G] wijdopen staat. _
Daar in dat kleine café aan de haven, _ daar zijn de mensen gelijk en [D] _ _ _
tevreden.
Daar [C] in dat kleine café aan [G] de haven, _ daar keld [D] je geld of wie je bent niet [Gm] meer mee. _ _
_ De toog is van koper, toch ligt er geen loper, de voetbalclub hangt [D] aan de muur.
De trekkast die maakt meer lawaai dan de jukebox een pilje, dat is er [Gm] niet duur.
Een mens is daar, mensrijk of armt is daar, warm geen monsieur of madame [Cm] maar wc.
Maar het glas is gespoeld [Gm] in het heldigste water, [D] ja het is daar een heel goed [G]
café.
_ Daar in dat kleine café aan de haven, _ daar zijn de mensen gelijk en [D] _
_ _ tevreden.
Daar [C] in dat kleine café aan [G] de haven, _ daar keld [D] je geld of wie je bent niet [Gm] meer mee.
_ _ [Cm] _ [Gm] De wereldproblemen die zijn tussen twee glazen bier opgelost voor [D] altijd.
Op de rand van een bierveldje staat daar je rekening of je staat in [Gm] het kruid.
Het enige wat je aan eten kunt krijgen, dat is daar een [Cm] hardgekookt ei.
De mensen die zijn [Gm] daar gelukkig gewoon, [D] ja de mensen die zijn [G] daar nog blij. _
Daar in dat kleine café aan de haven, _ daar zijn de mensen gelijk en [D] _ tevreden. _
Daar [C] in dat kleine café [G] aan de haven, _ daar [D] keld je geld of wie je bent [G] niet meer mee. _
Daar in dat kleine café, _ _ _ _ _ daar zijn de mensen gelijk en [D] _ _ tevreden.
Daar [C] in dat kleine café aan [G] de haven, _ daar keld [D] je geld of wie je bent niet [G] meer mee. _ _
Daar in dat kleine café aan de haven, daar zijn de mensen gelijk en tevreden.
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
De avondzon valt over straten en pleinen, de gouden zon zakt [D] in de stenen.
En mensen die moe in hun huizen verdwijnen, ze hebben de [Gm] dag weer gehad.
De _ neonreclame die knipoogt langs ramen, het not regent [Cm] zachtjes op straat.
De stad lijkt [Gm] gestorven, toch klinkt er muziek uit [D] een deur die nog [G] wijdopen staat. _
Daar in dat kleine café aan de haven, _ daar zijn de mensen gelijk en [D] _ _ _
tevreden.
Daar [C] in dat kleine café aan [G] de haven, _ daar keld [D] je geld of wie je bent niet [Gm] meer mee. _ _
_ De toog is van koper, toch ligt er geen loper, de voetbalclub hangt [D] aan de muur.
De trekkast die maakt meer lawaai dan de jukebox een pilje, dat is er [Gm] niet duur.
Een mens is daar, mensrijk of armt is daar, warm geen monsieur of madame [Cm] maar wc.
Maar het glas is gespoeld [Gm] in het heldigste water, [D] ja het is daar een heel goed [G]
café.
_ Daar in dat kleine café aan de haven, _ daar zijn de mensen gelijk en [D] _
_ _ tevreden.
Daar [C] in dat kleine café aan [G] de haven, _ daar keld [D] je geld of wie je bent niet [Gm] meer mee.
_ _ [Cm] _ [Gm] De wereldproblemen die zijn tussen twee glazen bier opgelost voor [D] altijd.
Op de rand van een bierveldje staat daar je rekening of je staat in [Gm] het kruid.
Het enige wat je aan eten kunt krijgen, dat is daar een [Cm] hardgekookt ei.
De mensen die zijn [Gm] daar gelukkig gewoon, [D] ja de mensen die zijn [G] daar nog blij. _
Daar in dat kleine café aan de haven, _ daar zijn de mensen gelijk en [D] _ tevreden. _
Daar [C] in dat kleine café [G] aan de haven, _ daar [D] keld je geld of wie je bent [G] niet meer mee. _
Daar in dat kleine café, _ _ _ _ _ daar zijn de mensen gelijk en [D] _ _ tevreden.
Daar [C] in dat kleine café aan [G] de haven, _ daar keld [D] je geld of wie je bent niet [G] meer mee. _ _
Daar in dat kleine café aan de haven, daar zijn de mensen gelijk en tevreden.
_ _ _ _ _ _