Chords for Drukwerk - Je loog tegen mij. www.radio078.fm
Tempo:
157.6 bpm
Chords used:
D
A
E
Em
F#m
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[A]
Toen ik thuis kwam, was [E] jouw deur voor mij op slot
[D] en je deelt of je niets had [A] gehoord.
[F#m] Nu zeg je me niet, [E] je slot was kapot,
[Em] [D] nu zeg je [F#m] kom binnen [E] ook door,
[G] [D] maar ik ben nu bang [A] dat ik sloot.
En je loog tegen mij alsof ik [E] een kin [D] was,
toen woonkaartje dacht dat ik helemaal niet te wat [A] zes had
en [Bm] vind dat je [E] maan kan.
[D] Zeg schat, je bent heel wat [A] van verband dan.
Toen ik thuis kwam, was [E] er geen brood meer in de kast
[Em] [D] en je zei ik kan niets voor [A] je doen.
[F#m] Maar nu heb je dan zelfs [E] je ringen verpast
[Em] [D] en kom naar [A]
[E] Pragen op Boel.
Je [Em] [D] bent zeker vergeten [A] van toen.
Je loog tegen mij [E] alsof ik een kind [D] was,
geloofd dat je dacht dat ik helemaal blind was.
[A] Zeg schat, denk [Bm] je dat je [E] maan kan.
[D] Zeg schat, je bent heel wat [A] van verband dan.
[D]
Je
[Dm] bent nu jezelf niet, [A] je was van verdriet
en [E] ik zeg dat je het op [A] aan me houdt.
[D] Je zegt je bent toch nog [E] mijn vrouw,
maar [D] je liet me mooi staan in [A] de kou.
Toen ik thuis kwam, was er [E] geen plaats meer in je bed.
[D] Je zei, ach, slot je uit de bank.
[A] [F#m]
Nu heb je je vriend uit [E] je kamer gezet
[D] en mix je [A] een lieve [E] drank.
[D] Maar ik denk dat ik dit keer [A] bedankt bekijken mag.
Je loog tegen mij alsof ik [E] een kind was,
[D] geloofd dat je dacht dat ik helemaal blind was.
[A] Zeg schat, denk je [D] dat je [E] maan kan.
[D] Zeg schat, je bent heel wat [A] van verband dan.
Je loog tegen mij alsof [E] ik een kind was,
[D] geloofd dat je dacht dat ik helemaal blind was.
[A] Zeg schat, denk [Bm] je dat je [E] maan kan.
[Em] [D] Zeg schat, je bent heel wat [A] van verband dan.
Van verband dan.
Van verband dan.
Van verband dan.
[N]
Toen ik thuis kwam, was [E] jouw deur voor mij op slot
[D] en je deelt of je niets had [A] gehoord.
[F#m] Nu zeg je me niet, [E] je slot was kapot,
[Em] [D] nu zeg je [F#m] kom binnen [E] ook door,
[G] [D] maar ik ben nu bang [A] dat ik sloot.
En je loog tegen mij alsof ik [E] een kin [D] was,
toen woonkaartje dacht dat ik helemaal niet te wat [A] zes had
en [Bm] vind dat je [E] maan kan.
[D] Zeg schat, je bent heel wat [A] van verband dan.
Toen ik thuis kwam, was [E] er geen brood meer in de kast
[Em] [D] en je zei ik kan niets voor [A] je doen.
[F#m] Maar nu heb je dan zelfs [E] je ringen verpast
[Em] [D] en kom naar [A]
[E] Pragen op Boel.
Je [Em] [D] bent zeker vergeten [A] van toen.
Je loog tegen mij [E] alsof ik een kind [D] was,
geloofd dat je dacht dat ik helemaal blind was.
[A] Zeg schat, denk [Bm] je dat je [E] maan kan.
[D] Zeg schat, je bent heel wat [A] van verband dan.
[D]
Je
[Dm] bent nu jezelf niet, [A] je was van verdriet
en [E] ik zeg dat je het op [A] aan me houdt.
[D] Je zegt je bent toch nog [E] mijn vrouw,
maar [D] je liet me mooi staan in [A] de kou.
Toen ik thuis kwam, was er [E] geen plaats meer in je bed.
[D] Je zei, ach, slot je uit de bank.
[A] [F#m]
Nu heb je je vriend uit [E] je kamer gezet
[D] en mix je [A] een lieve [E] drank.
[D] Maar ik denk dat ik dit keer [A] bedankt bekijken mag.
Je loog tegen mij alsof ik [E] een kind was,
[D] geloofd dat je dacht dat ik helemaal blind was.
[A] Zeg schat, denk je [D] dat je [E] maan kan.
[D] Zeg schat, je bent heel wat [A] van verband dan.
Je loog tegen mij alsof [E] ik een kind was,
[D] geloofd dat je dacht dat ik helemaal blind was.
[A] Zeg schat, denk [Bm] je dat je [E] maan kan.
[Em] [D] Zeg schat, je bent heel wat [A] van verband dan.
Van verband dan.
Van verband dan.
Van verband dan.
[N]
Key:
D
A
E
Em
F#m
D
A
E
[A] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _
Toen ik thuis kwam, was [E] jouw deur voor mij op slot
[D] en je deelt of je niets had [A] _ gehoord. _ _
[F#m] Nu zeg je me niet, [E] je slot was kapot,
[Em] [D] nu zeg je [F#m] kom binnen [E] ook door, _ _
[G] _ [D] maar ik ben nu bang [A] dat ik _ _ sloot.
_ _ _ _ _ _
En je loog tegen mij _ alsof ik [E] een kin [D] was,
_ toen woonkaartje dacht dat ik helemaal niet te wat [A] zes had
en [Bm] vind dat je [E] _ maan kan. _
[D] Zeg schat, je bent heel wat [A] van verband dan. _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
Toen ik thuis kwam, _ was [E] er geen brood meer in de kast
[Em] [D] en je zei ik kan niets voor [A] je doen. _ _ _
[F#m] Maar nu heb je dan zelfs [E] je ringen _ verpast
[Em] [D] en kom naar [A] _
[E] Pragen op Boel.
Je [Em] [D] bent zeker _ vergeten [A] van toen. _ _ _
_ _ _ _ _ _
Je loog tegen mij _ [E] alsof ik een kind [D] was,
geloofd dat je dacht dat ik helemaal blind was.
[A] Zeg schat, denk [Bm] je dat je [E] _ maan kan. _
[D] Zeg schat, je bent heel wat [A] van verband dan. _
_ _ _ _ _ _
_ [D] _ _ _ _ _
Je _ _ _ _
_ [Dm] bent nu jezelf niet, [A] je was van _ verdriet
en [E] ik zeg dat je het op [A] aan me _ _ _ houdt.
[D] Je zegt je bent toch nog [E] mijn _ _ vrouw,
maar [D] je liet me mooi staan in [A] de _ kou. _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
Toen ik thuis kwam, _ was er [E] geen plaats meer in je bed. _
[D] Je zei, ach, slot je uit de bank.
[A] _ _ _ _ [F#m] _
Nu heb je je vriend uit [E] je kamer gezet _ _
[D] en mix je [A] een lieve [E] drank. _ _ _
[D] Maar ik denk dat ik dit keer _ [A] bedankt bekijken mag. _
_ _ _ _ _
Je _ loog tegen mij alsof ik [E] een kind was,
[D] geloofd dat je dacht dat ik helemaal blind was.
[A] Zeg schat, denk je [D] dat je [E] maan kan. _
[D] Zeg schat, je bent heel wat [A] van verband dan. _ _
Je loog tegen mij alsof [E] ik een kind was,
[D] geloofd dat je dacht dat ik helemaal blind was.
[A] Zeg schat, denk [Bm] je dat je [E] maan kan. _ _
[Em] [D] Zeg schat, je bent heel wat [A] van verband dan. _ _
Van verband dan. _
Van verband dan. _
_ Van verband dan. _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ [N] _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _
Toen ik thuis kwam, was [E] jouw deur voor mij op slot
[D] en je deelt of je niets had [A] _ gehoord. _ _
[F#m] Nu zeg je me niet, [E] je slot was kapot,
[Em] [D] nu zeg je [F#m] kom binnen [E] ook door, _ _
[G] _ [D] maar ik ben nu bang [A] dat ik _ _ sloot.
_ _ _ _ _ _
En je loog tegen mij _ alsof ik [E] een kin [D] was,
_ toen woonkaartje dacht dat ik helemaal niet te wat [A] zes had
en [Bm] vind dat je [E] _ maan kan. _
[D] Zeg schat, je bent heel wat [A] van verband dan. _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
Toen ik thuis kwam, _ was [E] er geen brood meer in de kast
[Em] [D] en je zei ik kan niets voor [A] je doen. _ _ _
[F#m] Maar nu heb je dan zelfs [E] je ringen _ verpast
[Em] [D] en kom naar [A] _
[E] Pragen op Boel.
Je [Em] [D] bent zeker _ vergeten [A] van toen. _ _ _
_ _ _ _ _ _
Je loog tegen mij _ [E] alsof ik een kind [D] was,
geloofd dat je dacht dat ik helemaal blind was.
[A] Zeg schat, denk [Bm] je dat je [E] _ maan kan. _
[D] Zeg schat, je bent heel wat [A] van verband dan. _
_ _ _ _ _ _
_ [D] _ _ _ _ _
Je _ _ _ _
_ [Dm] bent nu jezelf niet, [A] je was van _ verdriet
en [E] ik zeg dat je het op [A] aan me _ _ _ houdt.
[D] Je zegt je bent toch nog [E] mijn _ _ vrouw,
maar [D] je liet me mooi staan in [A] de _ kou. _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
Toen ik thuis kwam, _ was er [E] geen plaats meer in je bed. _
[D] Je zei, ach, slot je uit de bank.
[A] _ _ _ _ [F#m] _
Nu heb je je vriend uit [E] je kamer gezet _ _
[D] en mix je [A] een lieve [E] drank. _ _ _
[D] Maar ik denk dat ik dit keer _ [A] bedankt bekijken mag. _
_ _ _ _ _
Je _ loog tegen mij alsof ik [E] een kind was,
[D] geloofd dat je dacht dat ik helemaal blind was.
[A] Zeg schat, denk je [D] dat je [E] maan kan. _
[D] Zeg schat, je bent heel wat [A] van verband dan. _ _
Je loog tegen mij alsof [E] ik een kind was,
[D] geloofd dat je dacht dat ik helemaal blind was.
[A] Zeg schat, denk [Bm] je dat je [E] maan kan. _ _
[Em] [D] Zeg schat, je bent heel wat [A] van verband dan. _ _
Van verband dan. _
Van verband dan. _
_ Van verband dan. _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ [N] _ _ _