De Belcanto's - Moeder mag ik trouwen gaan Chords

_ _ [G] _ _ [C] _ _ _ _
Moeder waar ik trouwen ga, trouwen ga, ik heb als [G] onlieveling, [Dm] _ ik [G] heb als [C] onlieveling.
_ _ _ Moeder [F] waar ik trouwen ga, [C] ik heb als [G] onlieveling [C] aangedaan. _
Maar [G] mijn kind je [C] bent te jong, bent te jong om te gaan _ [G] _ trouwen, om een huisje te [C] bouwen.
_ _ Maar [Eb] mijn kind je bent [F] te jong, [G] want je gaat trouwen al net [C] zo jong.
_ Moeder waar was mijn vader dan, vader dan, toen hij [G] gewoonden is, [Dm] _ [G] toen hij gewoonden [C] is.
_ Moeder waar was mijn [F] vader dan, [C] toen hij [G] gewoonden is, [C] uwe man.
_ Vader was, was 18 jaar, 18 jaar, ik was [G] 20, _ [Dm] _ ik [G] was [C] 20.
_ _ Vader was, was 18 jaar, ik [G] was 20, uwe [C] man. _
_ Moeder dan ben ik toch oud genoeg, oud genoeg om te gaan [Em] trouwen, [G] _ om een huisje te [C] bouwen.
_ _ [G] Moeder dan ben [F] ik toch oud genoeg, [C] om te gaan trouwen, om een huisje te bouwen.
_ _ Vader ik heb zo'n kwaar je man, kwaar je man, hij doet mij [G] niets, nou slaan.
[Dm] _ Hij [G] doet mij niets, [C] nou slaan.
_ _ Vader ik heb zo'n [F] kwaar je man, [G] hij doet mij niets, nou [C] stoppen en slaan.
_ _ Vader nam de bezemstok, bezemstok, sloeg hij zijn [G] dokter heen.
[Dm] _ Sloeg [G] hij zijn [C] dokter heen.
_ _ [A] Vader nam [F] de bezemstok, [C] sloeg [G] hij zijn dokter mee op.
[C] _ _
_ _ Vader schijt toch uit met slaan, uit met slaan, zal naar mijn [G] man toe gaan.
[Dm] _ Zal naar [G] mijn man toe [C] gaan.
_ _ Vader schijt [F] toch uit met [C] slaan, zal [G] naar mijn kwaar je man [C] toe gaan.
_ Toen ze bij haar man aankwam, man aankwam, moest zij de deur [G] weer uit.
[Dm] _ [G] Moest zij de deur weer [C] uit.
_ Toen ze bij haar man [C] aankwam, moest zij de deur [G] weer uit [C] van Jan. _