Chords for De Hûnekop - Hollânse Famkes
Tempo:
145.9 bpm
Chords used:
G
D
C
A
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[G]
[A] [D]
[C]
[G]
[D]
Ik liet alles op stap in Ljouwe, [C] in het Doelensteest.
[G] En ik stapte op een makkeltje, [D] want hier hiek op het heest.
Je kwam uit het Westenwijk [C] en studeerde in NHL.
[G] Je kon er even het Fries verstaan, [D] maar wie een fotomodel.
[C] En ik zei vangen, [G] ik vind jou een [C] overgrijzelijke [G] krezenvrouw.
[C] Kom jij bij [G] mij uit van huis, [D] want ik ben zo zocht op jou.
Want vol als een vangkus, [G] met een schuld op een [D] Fries aksel.
Je had hem niet net maar ik heb, [G] ik al dood een nassa
[D] dekadem.
[G] Vol als een vangkus, [D] verlangen naar je [G] echte ven.
[A] En daarom worden ze hetsig, [G] van een Fries [D] kaksel.
Dus nog een oeren letter,
[C] ik had oerenvlieg.
[G] En ik zet een hoekje slijer op, en [D] jullie gaan een flesje bier.
Toen zei ze, wat vind je mee, [C] dat ze van huis uit nog degelijk wier.
Ze [G] moest me beter leren kennen, [D] voor dat ze domme dingen dier.
[C] En ik zei vangen, wat [G] heb jij mooie ogen, [C] en dat strakke [G] beeldje, dat is niet te geloven.
[C] Krijg ik nog [G] een puut van jou, [D] want daar mag ik zo graag over.
Vol als een vangkus, [G] met een schuld op een Fries [D] aksel.
Je had [A] hem niet net maar ik heb, [G] ik al dood een nassa [D] dekadem.
[G] Vol als een vangkus, [D] verlangen naar je [G] echte ven.
[A] En daarom worden ze hetsig,
[G] van een Fries [D] kaksel.
[C]
[G]
[D]
[C]
[G]
[D]
Dik twee maanden letter, bleek [C] dat ik had een vruchtbaar vriend.
En van een ouders moesten we trouwen, [D] onder de dozen zonde weer.
Dus nog een gewietje, voor een een [C] multicultural gezin.
En mijn mooie Fries kaksel, [D] krijg ik altijd nog minsen.
Dan [C] zei ik vangen, [G]
jij krisse vrouw, [C] ik ben nog altijd zo [G] wijf met jou.
[C] Kom jij maar eens even hier, [D] maar krijg mij eerst nog een flesje bier.
Vol als een vangkus, [G] met een schuld op een Fries [D] kaksel.
Je had hem niet net maar ik heb, [G] ik al dood een nassa
[D] dekadem.
[G] Vol als een vangkus, [D] verlangen naar je [G] echte ven.
[A] En daarom worden ze hetsig, [G] van een Fries [D] kaksel.
[G]
[A] [D]
[D]
[A] [D]
[C]
[G]
[D]
Ik liet alles op stap in Ljouwe, [C] in het Doelensteest.
[G] En ik stapte op een makkeltje, [D] want hier hiek op het heest.
Je kwam uit het Westenwijk [C] en studeerde in NHL.
[G] Je kon er even het Fries verstaan, [D] maar wie een fotomodel.
[C] En ik zei vangen, [G] ik vind jou een [C] overgrijzelijke [G] krezenvrouw.
[C] Kom jij bij [G] mij uit van huis, [D] want ik ben zo zocht op jou.
Want vol als een vangkus, [G] met een schuld op een [D] Fries aksel.
Je had hem niet net maar ik heb, [G] ik al dood een nassa
[D] dekadem.
[G] Vol als een vangkus, [D] verlangen naar je [G] echte ven.
[A] En daarom worden ze hetsig, [G] van een Fries [D] kaksel.
Dus nog een oeren letter,
[C] ik had oerenvlieg.
[G] En ik zet een hoekje slijer op, en [D] jullie gaan een flesje bier.
Toen zei ze, wat vind je mee, [C] dat ze van huis uit nog degelijk wier.
Ze [G] moest me beter leren kennen, [D] voor dat ze domme dingen dier.
[C] En ik zei vangen, wat [G] heb jij mooie ogen, [C] en dat strakke [G] beeldje, dat is niet te geloven.
[C] Krijg ik nog [G] een puut van jou, [D] want daar mag ik zo graag over.
Vol als een vangkus, [G] met een schuld op een Fries [D] aksel.
Je had [A] hem niet net maar ik heb, [G] ik al dood een nassa [D] dekadem.
[G] Vol als een vangkus, [D] verlangen naar je [G] echte ven.
[A] En daarom worden ze hetsig,
[G] van een Fries [D] kaksel.
[C]
[G]
[D]
[C]
[G]
[D]
Dik twee maanden letter, bleek [C] dat ik had een vruchtbaar vriend.
En van een ouders moesten we trouwen, [D] onder de dozen zonde weer.
Dus nog een gewietje, voor een een [C] multicultural gezin.
En mijn mooie Fries kaksel, [D] krijg ik altijd nog minsen.
Dan [C] zei ik vangen, [G]
jij krisse vrouw, [C] ik ben nog altijd zo [G] wijf met jou.
[C] Kom jij maar eens even hier, [D] maar krijg mij eerst nog een flesje bier.
Vol als een vangkus, [G] met een schuld op een Fries [D] kaksel.
Je had hem niet net maar ik heb, [G] ik al dood een nassa
[D] dekadem.
[G] Vol als een vangkus, [D] verlangen naar je [G] echte ven.
[A] En daarom worden ze hetsig, [G] van een Fries [D] kaksel.
[G]
[A] [D]
[D]
Key:
G
D
C
A
G
D
C
A
_ _ _ _ [G] _ _ _ _
_ [A] _ _ _ [D] _ _ _ _
_ _ _ _ [C] _ _ _ _
_ _ _ _ [G] _ _ _ _
_ _ _ _ [D] _ _ _ _
_ _ _ Ik liet alles op stap in Ljouwe, _ [C] _ in het _ Doelensteest.
[G] En ik stapte op een makkeltje, [D] want hier hiek op het heest.
_ Je kwam uit het _ Westenwijk [C] en studeerde in _ _ NHL.
[G] Je kon er even het Fries verstaan, [D] maar wie een fotomodel.
_ _ [C] En ik zei vangen, [G] ik vind jou een [C] _ _ overgrijzelijke [G] _ krezenvrouw.
_ [C] _ Kom jij bij [G] mij uit van huis, [D] want ik ben zo zocht op jou.
Want _ vol als een vangkus, [G] met een schuld op een [D] Fries aksel.
_ Je had hem niet net maar ik heb, [G] ik al dood een nassa _
[D] _ dekadem.
_ [G] _ _ Vol als een _ vangkus, [D] verlangen naar je [G] echte ven.
_ [A] En daarom worden ze hetsig, _ [G] _ van een Fries [D] kaksel. _ _ _ _ _ _
Dus nog een oeren letter, _
[C] _ ik had _ oerenvlieg.
[G] En ik zet een hoekje slijer op, en [D] jullie gaan een flesje bier. _ _
Toen zei ze, wat vind je mee, [C] dat ze van huis uit nog degelijk wier.
Ze [G] moest me beter leren kennen, _ [D] voor dat ze domme dingen dier. _
[C] En ik zei vangen, wat [G] heb jij mooie ogen, [C] en dat strakke [G] beeldje, dat is niet te geloven.
[C] _ Krijg ik nog [G] een puut van jou, [D] want daar mag ik zo graag over. _
_ _ Vol als een vangkus, [G] met een schuld op een Fries [D] aksel. _ _
_ Je had [A] hem niet net maar ik heb, [G] ik al dood een nassa [D] dekadem. _ _ _
[G] _ Vol als een _ vangkus, [D] verlangen naar je [G] echte ven. _
[A] En _ daarom worden ze hetsig, _
[G] _ van een Fries [D] kaksel. _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [C] _ _ _ _
_ _ _ _ [G] _ _ _ _
_ _ _ _ [D] _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [C] _ _ _ _
_ _ _ _ [G] _ _ _ _
_ _ _ _ [D] _ _ _ _
_ _ _ _ Dik twee maanden letter, bleek [C] dat ik had een vruchtbaar vriend.
En van een ouders moesten we _ trouwen, [D] onder de dozen zonde weer.
_ Dus nog een _ gewietje, voor een een [C] multicultural _ _ gezin.
_ En mijn _ mooie Fries kaksel, [D] krijg ik altijd nog minsen.
_ Dan [C] zei ik vangen, [G]
jij krisse vrouw, [C] ik ben nog altijd zo [G] wijf met jou.
_ _ [C] _ Kom jij maar eens even hier, [D] maar krijg mij eerst nog een flesje bier.
_ _ Vol als een vangkus, [G] met een schuld op een Fries [D] kaksel.
_ _ Je had hem niet net maar ik heb, [G] ik al dood een nassa _
[D] _ dekadem.
_ [G] _ Vol als een vangkus, _ [D] verlangen naar je [G] echte ven.
_ _ [A] En daarom worden ze hetsig, _ [G] _ van een Fries [D] kaksel. _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ [G] _ _ _
_ _ [A] _ _ _ _ [D] _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ [D] _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ [A] _ _ _ [D] _ _ _ _
_ _ _ _ [C] _ _ _ _
_ _ _ _ [G] _ _ _ _
_ _ _ _ [D] _ _ _ _
_ _ _ Ik liet alles op stap in Ljouwe, _ [C] _ in het _ Doelensteest.
[G] En ik stapte op een makkeltje, [D] want hier hiek op het heest.
_ Je kwam uit het _ Westenwijk [C] en studeerde in _ _ NHL.
[G] Je kon er even het Fries verstaan, [D] maar wie een fotomodel.
_ _ [C] En ik zei vangen, [G] ik vind jou een [C] _ _ overgrijzelijke [G] _ krezenvrouw.
_ [C] _ Kom jij bij [G] mij uit van huis, [D] want ik ben zo zocht op jou.
Want _ vol als een vangkus, [G] met een schuld op een [D] Fries aksel.
_ Je had hem niet net maar ik heb, [G] ik al dood een nassa _
[D] _ dekadem.
_ [G] _ _ Vol als een _ vangkus, [D] verlangen naar je [G] echte ven.
_ [A] En daarom worden ze hetsig, _ [G] _ van een Fries [D] kaksel. _ _ _ _ _ _
Dus nog een oeren letter, _
[C] _ ik had _ oerenvlieg.
[G] En ik zet een hoekje slijer op, en [D] jullie gaan een flesje bier. _ _
Toen zei ze, wat vind je mee, [C] dat ze van huis uit nog degelijk wier.
Ze [G] moest me beter leren kennen, _ [D] voor dat ze domme dingen dier. _
[C] En ik zei vangen, wat [G] heb jij mooie ogen, [C] en dat strakke [G] beeldje, dat is niet te geloven.
[C] _ Krijg ik nog [G] een puut van jou, [D] want daar mag ik zo graag over. _
_ _ Vol als een vangkus, [G] met een schuld op een Fries [D] aksel. _ _
_ Je had [A] hem niet net maar ik heb, [G] ik al dood een nassa [D] dekadem. _ _ _
[G] _ Vol als een _ vangkus, [D] verlangen naar je [G] echte ven. _
[A] En _ daarom worden ze hetsig, _
[G] _ van een Fries [D] kaksel. _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [C] _ _ _ _
_ _ _ _ [G] _ _ _ _
_ _ _ _ [D] _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [C] _ _ _ _
_ _ _ _ [G] _ _ _ _
_ _ _ _ [D] _ _ _ _
_ _ _ _ Dik twee maanden letter, bleek [C] dat ik had een vruchtbaar vriend.
En van een ouders moesten we _ trouwen, [D] onder de dozen zonde weer.
_ Dus nog een _ gewietje, voor een een [C] multicultural _ _ gezin.
_ En mijn _ mooie Fries kaksel, [D] krijg ik altijd nog minsen.
_ Dan [C] zei ik vangen, [G]
jij krisse vrouw, [C] ik ben nog altijd zo [G] wijf met jou.
_ _ [C] _ Kom jij maar eens even hier, [D] maar krijg mij eerst nog een flesje bier.
_ _ Vol als een vangkus, [G] met een schuld op een Fries [D] kaksel.
_ _ Je had hem niet net maar ik heb, [G] ik al dood een nassa _
[D] _ dekadem.
_ [G] _ Vol als een vangkus, _ [D] verlangen naar je [G] echte ven.
_ _ [A] En daarom worden ze hetsig, _ [G] _ van een Fries [D] kaksel. _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ [G] _ _ _
_ _ [A] _ _ _ _ [D] _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ [D] _
_ _ _ _ _ _ _ _