Chords for Elbert Smelt - Dakloos in het huis van God
Tempo:
140 bpm
Chords used:
F#
Bm
B
G
A
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[F#] [Bm] [F#]
[B] [F#] [B]
[Bm]
[G] [F#]
Ik [Bm] heb je gezien, je leven [B] of straat.
Ik [G] kwam je elke [D] dag wel ergens tegen.
[A]
[Bm] Ik hoefde niet te vragen [F#] hoe het gaat.
[G] Jouw verhaal [D] was op je eigen [A] lijf geschreven.
[Em] Je hebt overal gewoond, [C]
maar [G] zonder dat je [Bm] ergens thuis [A] kon komen.
[Em] Een eenzaam meisje kwetsbaar [C] moe en stoont.
[G] En ik ben je keer op keer [F#] voorbij gelopen.
Je [C#] was een van [D] ons.
[G] En we hebben geen hand [F#] uitgestoken naar die [B] mooie [C#] vrouw.
[Bm]
[G] Die vind je wel wat [F#] verborgen.
[Bm] We keken niet verder [A] en ik schaam me [D]
kapot dat [Em] je dakloos kunt zijn.
[F#] In het [B] huis van mijn goed.
[C#m] [Bm] [F#]
[B] [Bm] [C#]
Sorry dat ik jou niet heb gezien.
[G] Terwijl ik vast wel [D] naar je heb gekeken.
[A]
[Bm] Toen je zomaar van de straat de kerk in kwam.
En ik [G] je bloed door lomen [D] ogen heb [A] ontweken dat [Em] we praten over jou.
[C]
Terwijl je [G] nadienst [Bm] gewoon werd [A] doodgeswegen.
Toen [Em] je met de drugs nog in je [C] lijf.
Hoopte dat je nu wel werd [F#] begrepen.
Je was een [B] van [C#] [Bm] ons.
[G] En we hebben geen hand [F#] uitgestoken [F#] naar die [B] mooie [C#] vrouw.
[Bm] [B]
[G] Die vind je wel [F#] wat verborgen.
[Em] We keken niet verder [A] en ik schaam me [D]
kapot [Em] dat je dakloos kunt zijn.
[F#] In het huis van [B] mijn goed.
[C#] [Bm] [F#]
[B] [Bm] [E]
[Dm] Hoe kunnen [A] wij onze [Gm] ogen [C] sluiten [Am] voor wie [A#] God aan ons [G#] heeft [A]
toevertrouwd.
[Dm] Kom kijk in [C] een stort glas en [A#] loop naar [C] buiten.
[Am] En zie [A#] de mensen [G#] waar God [F#]
zoveel [B] van [C#] haat.
[D] [B]
[G] [F#]
[B] [A] [D] [B]
[G] [F#]
[Bm] We keken niet verder [A] maar jij [D] leerde ons [G] om voorbij onszelf [F#] te kijken.
[Bm]
[Em] Het huis van God [A] is voor ieder [D]
van ons.
[Em] En ik hoop dat wij [F#] altijd begrijpen.
Je bent [B] een van [Bm] [F#]
[B] [Bm] ons.
[B] [A] [Bm] [F#]
[B]
[N]
[B] [F#] [B]
[Bm]
[G] [F#]
Ik [Bm] heb je gezien, je leven [B] of straat.
Ik [G] kwam je elke [D] dag wel ergens tegen.
[A]
[Bm] Ik hoefde niet te vragen [F#] hoe het gaat.
[G] Jouw verhaal [D] was op je eigen [A] lijf geschreven.
[Em] Je hebt overal gewoond, [C]
maar [G] zonder dat je [Bm] ergens thuis [A] kon komen.
[Em] Een eenzaam meisje kwetsbaar [C] moe en stoont.
[G] En ik ben je keer op keer [F#] voorbij gelopen.
Je [C#] was een van [D] ons.
[G] En we hebben geen hand [F#] uitgestoken naar die [B] mooie [C#] vrouw.
[Bm]
[G] Die vind je wel wat [F#] verborgen.
[Bm] We keken niet verder [A] en ik schaam me [D]
kapot dat [Em] je dakloos kunt zijn.
[F#] In het [B] huis van mijn goed.
[C#m] [Bm] [F#]
[B] [Bm] [C#]
Sorry dat ik jou niet heb gezien.
[G] Terwijl ik vast wel [D] naar je heb gekeken.
[A]
[Bm] Toen je zomaar van de straat de kerk in kwam.
En ik [G] je bloed door lomen [D] ogen heb [A] ontweken dat [Em] we praten over jou.
[C]
Terwijl je [G] nadienst [Bm] gewoon werd [A] doodgeswegen.
Toen [Em] je met de drugs nog in je [C] lijf.
Hoopte dat je nu wel werd [F#] begrepen.
Je was een [B] van [C#] [Bm] ons.
[G] En we hebben geen hand [F#] uitgestoken [F#] naar die [B] mooie [C#] vrouw.
[Bm] [B]
[G] Die vind je wel [F#] wat verborgen.
[Em] We keken niet verder [A] en ik schaam me [D]
kapot [Em] dat je dakloos kunt zijn.
[F#] In het huis van [B] mijn goed.
[C#] [Bm] [F#]
[B] [Bm] [E]
[Dm] Hoe kunnen [A] wij onze [Gm] ogen [C] sluiten [Am] voor wie [A#] God aan ons [G#] heeft [A]
toevertrouwd.
[Dm] Kom kijk in [C] een stort glas en [A#] loop naar [C] buiten.
[Am] En zie [A#] de mensen [G#] waar God [F#]
zoveel [B] van [C#] haat.
[D] [B]
[G] [F#]
[B] [A] [D] [B]
[G] [F#]
[Bm] We keken niet verder [A] maar jij [D] leerde ons [G] om voorbij onszelf [F#] te kijken.
[Bm]
[Em] Het huis van God [A] is voor ieder [D]
van ons.
[Em] En ik hoop dat wij [F#] altijd begrijpen.
Je bent [B] een van [Bm] [F#]
[B] [Bm] ons.
[B] [A] [Bm] [F#]
[B]
[N]
Key:
F#
Bm
B
G
A
F#
Bm
B
_ _ _ [F#] _ _ [Bm] _ _ [F#] _
_ [B] _ _ [F#] _ _ [B] _ _ _
_ _ _ _ _ [Bm] _ _ _
_ [G] _ _ _ _ [F#] _ _
Ik [Bm] heb je gezien, je leven [B] of straat.
Ik [G] kwam je elke [D] dag wel ergens tegen.
[A] _
[Bm] Ik hoefde niet te vragen [F#] hoe het gaat.
[G] Jouw verhaal [D] was op je eigen [A] lijf geschreven.
[Em] Je hebt overal gewoond, [C] _ _
maar [G] zonder dat je [Bm] ergens thuis [A] kon komen. _
[Em] Een eenzaam meisje kwetsbaar [C] moe en stoont.
[G] En ik ben je keer op keer [F#] voorbij gelopen.
Je [C#] was een van _ _ [D] ons. _ _
[G] En we hebben geen hand [F#] uitgestoken naar die [B] mooie _ [C#] vrouw.
[Bm] _ _ _
[G] Die vind je wel wat [F#] _ verborgen.
[Bm] We keken niet verder [A] en ik schaam me [D]
kapot dat [Em] je dakloos kunt zijn.
[F#] _ In het [B] huis van mijn goed.
[C#m] _ _ [Bm] _ _ [F#] _
_ [B] _ _ _ _ [Bm] _ _ [C#] _
_ Sorry dat ik jou niet heb gezien.
[G] Terwijl ik vast wel [D] naar je heb gekeken.
[A] _
[Bm] Toen je zomaar van de straat de kerk in kwam.
En ik [G] je bloed door lomen [D] ogen heb [A] ontweken dat [Em] we praten over jou.
_ [C] _ _
Terwijl je [G] nadienst [Bm] gewoon werd [A] doodgeswegen.
Toen [Em] je met de drugs nog in je [C] lijf. _
Hoopte dat je nu wel werd [F#] begrepen.
Je was een [B] van _ [C#] _ _ [Bm] ons. _
[G] En we hebben geen hand [F#] uitgestoken [F#] naar die [B] mooie _ [C#] vrouw.
[Bm] _ _ [B] _
[G] Die vind je wel [F#] wat verborgen.
[Em] We keken niet verder [A] en ik schaam me [D]
kapot [Em] dat je dakloos kunt zijn.
[F#] _ In het huis van [B] mijn goed.
[C#] _ _ [Bm] _ _ [F#] _
_ [B] _ _ _ _ [Bm] _ _ [E] _
[Dm] Hoe kunnen [A] wij onze [Gm] ogen [C] sluiten [Am] voor wie [A#] God aan ons [G#] heeft _ [A]
toevertrouwd.
[Dm] Kom kijk in [C] een stort glas en [A#] loop naar [C] buiten.
[Am] En zie [A#] de mensen [G#] waar God [F#]
zoveel [B] van _ [C#] haat.
[D] _ _ [B] _
_ [G] _ _ _ _ [F#] _ _ _
_ [B] _ _ [A] _ _ [D] _ _ [B] _
_ [G] _ _ _ _ [F#] _ _ _
[Bm] We keken niet verder [A] maar jij [D] leerde ons [G] om voorbij onszelf [F#] te kijken.
[Bm] _
_ [Em] Het huis van God [A] is voor ieder [D]
van ons.
[Em] En ik hoop dat wij [F#] altijd begrijpen.
Je bent [B] een van _ _ [Bm] _ _ [F#] _
_ [B] _ _ _ [Bm] ons.
_ [B] _ _ _ _ [A] _ _ [Bm] _ _ [F#] _
_ _ _ [B] _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ [N] _
_ [B] _ _ [F#] _ _ [B] _ _ _
_ _ _ _ _ [Bm] _ _ _
_ [G] _ _ _ _ [F#] _ _
Ik [Bm] heb je gezien, je leven [B] of straat.
Ik [G] kwam je elke [D] dag wel ergens tegen.
[A] _
[Bm] Ik hoefde niet te vragen [F#] hoe het gaat.
[G] Jouw verhaal [D] was op je eigen [A] lijf geschreven.
[Em] Je hebt overal gewoond, [C] _ _
maar [G] zonder dat je [Bm] ergens thuis [A] kon komen. _
[Em] Een eenzaam meisje kwetsbaar [C] moe en stoont.
[G] En ik ben je keer op keer [F#] voorbij gelopen.
Je [C#] was een van _ _ [D] ons. _ _
[G] En we hebben geen hand [F#] uitgestoken naar die [B] mooie _ [C#] vrouw.
[Bm] _ _ _
[G] Die vind je wel wat [F#] _ verborgen.
[Bm] We keken niet verder [A] en ik schaam me [D]
kapot dat [Em] je dakloos kunt zijn.
[F#] _ In het [B] huis van mijn goed.
[C#m] _ _ [Bm] _ _ [F#] _
_ [B] _ _ _ _ [Bm] _ _ [C#] _
_ Sorry dat ik jou niet heb gezien.
[G] Terwijl ik vast wel [D] naar je heb gekeken.
[A] _
[Bm] Toen je zomaar van de straat de kerk in kwam.
En ik [G] je bloed door lomen [D] ogen heb [A] ontweken dat [Em] we praten over jou.
_ [C] _ _
Terwijl je [G] nadienst [Bm] gewoon werd [A] doodgeswegen.
Toen [Em] je met de drugs nog in je [C] lijf. _
Hoopte dat je nu wel werd [F#] begrepen.
Je was een [B] van _ [C#] _ _ [Bm] ons. _
[G] En we hebben geen hand [F#] uitgestoken [F#] naar die [B] mooie _ [C#] vrouw.
[Bm] _ _ [B] _
[G] Die vind je wel [F#] wat verborgen.
[Em] We keken niet verder [A] en ik schaam me [D]
kapot [Em] dat je dakloos kunt zijn.
[F#] _ In het huis van [B] mijn goed.
[C#] _ _ [Bm] _ _ [F#] _
_ [B] _ _ _ _ [Bm] _ _ [E] _
[Dm] Hoe kunnen [A] wij onze [Gm] ogen [C] sluiten [Am] voor wie [A#] God aan ons [G#] heeft _ [A]
toevertrouwd.
[Dm] Kom kijk in [C] een stort glas en [A#] loop naar [C] buiten.
[Am] En zie [A#] de mensen [G#] waar God [F#]
zoveel [B] van _ [C#] haat.
[D] _ _ [B] _
_ [G] _ _ _ _ [F#] _ _ _
_ [B] _ _ [A] _ _ [D] _ _ [B] _
_ [G] _ _ _ _ [F#] _ _ _
[Bm] We keken niet verder [A] maar jij [D] leerde ons [G] om voorbij onszelf [F#] te kijken.
[Bm] _
_ [Em] Het huis van God [A] is voor ieder [D]
van ons.
[Em] En ik hoop dat wij [F#] altijd begrijpen.
Je bent [B] een van _ _ [Bm] _ _ [F#] _
_ [B] _ _ _ [Bm] ons.
_ [B] _ _ _ _ [A] _ _ [Bm] _ _ [F#] _
_ _ _ [B] _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ [N] _