Chords for Frans Duijts - 5 in de Klok (Officiële video)
Tempo:
118.15 bpm
Chords used:
A
E
D
F
Bb
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[E] [A]
[E]
[A] [E] [A] Ik sta wel bekend als een man van de tijd
[Bm] Kom nooit te laat en ben zelden iets kwijt
[D] Iedereen weet je kan [A] bouwen op mij
[E] Maar niemand kan vertellen waarom
[A] Lekker ga er altijd om zeven uur af
[Bm] Dan pak ik het klootje dat jij aan me gaf
[D] Zo wordt er nooit een enkel [A] moment gemist
[B] En weet ik dat het zover [E] is
Er [A] zit een vijf in de klok
Het is weer tijd voor een slok
Al met de vijf in de klok
Dan [E] gaan we drinken
De [D] twaalf man kijkt al zo blij
Met [A] al mijn vrienden erbij
Daar [E] komt de vijf, de vijf weer aan
Er zit [A] een vijf in de klok
Dus neem ik nog maar een slok
Want met de vijf in de klok
Dan [E] gaan we drinken
We [D] tellen één, twee, drie, vier
Wat [A] wil je, jener of mier
[E] Nee, nee, we gaan nooit meer [A] naar [E] [A] huis
Hoor in de verte de toren vertelt
[Bm] Er wordt alweer ergens een rondje besteld
[D] En kijk, daar is de trein [A] van zeven voor zes
[E] Nog eventjes, dan mogen we weer
Er [A] is een tijd van komen en een tijd van gaan
[Bm] Maar daar heb ik nu echt geen boodschap meer aan
[D] Want telkens als ik net [A] vertrokken ben
[B] Dan roept de hekel [E] me na
Er zit [A] een vijf in de klok
Het is weer tijd voor een slok
Al met de vijf in de klok
Dan [E] gaan we drinken
[D] Tevaarlijk kijk ik zo blij
Met [A] al mijn vrienden erbij
Daar [E] komt de vijf, de vijf weer aan
Er zit [A] een vijf in de klok
Dus neem ik nog maar een slok
Want met de vijf in de klok
Dan [E] gaan we drinken
We [D] tellen één, twee, drie, vier
Wat [A] wil je, jener of mier
Nee, [E] nee, we gaan nooit meer [A] naar huis
[F]
[Bb] Er zit een vijf in de klok
Het is weer tijd voor een slok
Al met de vijf in de klok
Dan [F] gaan we drinken
[Eb] Tevaarlijk kijk ik zo blij
Met [Bb] al mijn vrienden erbij
Daar [F] komt de vijf, de vijf weer aan
Er zit [Bb] een vijf in de klok
Dus neem ik nog maar een slok
Want met de vijf in de klok
Dan [F] gaan we drinken
We [Eb] tellen één, twee, drie, vier
Wat [Bb] wil je, jener of mier
Nee, [F] nee, we gaan nooit meer [Bb] naar huis
Oh, [F] nee, we gaan nooit meer [Bb] naar huis
[E]
[A] [E] [A] Ik sta wel bekend als een man van de tijd
[Bm] Kom nooit te laat en ben zelden iets kwijt
[D] Iedereen weet je kan [A] bouwen op mij
[E] Maar niemand kan vertellen waarom
[A] Lekker ga er altijd om zeven uur af
[Bm] Dan pak ik het klootje dat jij aan me gaf
[D] Zo wordt er nooit een enkel [A] moment gemist
[B] En weet ik dat het zover [E] is
Er [A] zit een vijf in de klok
Het is weer tijd voor een slok
Al met de vijf in de klok
Dan [E] gaan we drinken
De [D] twaalf man kijkt al zo blij
Met [A] al mijn vrienden erbij
Daar [E] komt de vijf, de vijf weer aan
Er zit [A] een vijf in de klok
Dus neem ik nog maar een slok
Want met de vijf in de klok
Dan [E] gaan we drinken
We [D] tellen één, twee, drie, vier
Wat [A] wil je, jener of mier
[E] Nee, nee, we gaan nooit meer [A] naar [E] [A] huis
Hoor in de verte de toren vertelt
[Bm] Er wordt alweer ergens een rondje besteld
[D] En kijk, daar is de trein [A] van zeven voor zes
[E] Nog eventjes, dan mogen we weer
Er [A] is een tijd van komen en een tijd van gaan
[Bm] Maar daar heb ik nu echt geen boodschap meer aan
[D] Want telkens als ik net [A] vertrokken ben
[B] Dan roept de hekel [E] me na
Er zit [A] een vijf in de klok
Het is weer tijd voor een slok
Al met de vijf in de klok
Dan [E] gaan we drinken
[D] Tevaarlijk kijk ik zo blij
Met [A] al mijn vrienden erbij
Daar [E] komt de vijf, de vijf weer aan
Er zit [A] een vijf in de klok
Dus neem ik nog maar een slok
Want met de vijf in de klok
Dan [E] gaan we drinken
We [D] tellen één, twee, drie, vier
Wat [A] wil je, jener of mier
Nee, [E] nee, we gaan nooit meer [A] naar huis
[F]
[Bb] Er zit een vijf in de klok
Het is weer tijd voor een slok
Al met de vijf in de klok
Dan [F] gaan we drinken
[Eb] Tevaarlijk kijk ik zo blij
Met [Bb] al mijn vrienden erbij
Daar [F] komt de vijf, de vijf weer aan
Er zit [Bb] een vijf in de klok
Dus neem ik nog maar een slok
Want met de vijf in de klok
Dan [F] gaan we drinken
We [Eb] tellen één, twee, drie, vier
Wat [Bb] wil je, jener of mier
Nee, [F] nee, we gaan nooit meer [Bb] naar huis
Oh, [F] nee, we gaan nooit meer [Bb] naar huis
Key:
A
E
D
F
Bb
A
E
D
[E] _ _ _ _ [A] _ _ _ _
_ _ _ _ [E] _ _ _ _
[A] _ [E] _ [A] _ Ik sta wel bekend als een man van de tijd
[Bm] Kom nooit te laat en ben zelden iets kwijt
[D] Iedereen weet je kan [A] bouwen op mij
[E] Maar niemand kan vertellen _ _ waarom
[A] Lekker ga er altijd om zeven uur af
[Bm] Dan pak ik het klootje dat jij aan me gaf
[D] Zo wordt er nooit een enkel [A] moment _ gemist
[B] En weet ik dat het zover [E] _ is
_ _ Er [A] zit een vijf in de klok
Het is weer tijd voor een slok
Al met de vijf in de klok
Dan [E] gaan we drinken
De [D] twaalf man kijkt al zo blij
Met [A] al mijn vrienden erbij
Daar [E] komt de vijf, de vijf weer aan
Er zit [A] een vijf in de klok
Dus neem ik nog maar een slok
Want met de vijf in de klok
Dan [E] gaan we drinken
We [D] tellen één, twee, drie, vier
Wat [A] wil je, jener of mier
[E] Nee, nee, we gaan nooit meer [A] naar [E] [A] huis _
Hoor in de verte de toren vertelt
[Bm] Er wordt alweer ergens een rondje besteld
[D] En kijk, daar is de trein [A] van zeven voor zes
[E] Nog eventjes, dan mogen we weer
Er [A] is een tijd van komen en een tijd van gaan
[Bm] Maar daar heb ik nu echt geen boodschap meer aan
[D] Want telkens als ik net [A] _ vertrokken ben
[B] Dan roept de hekel [E] me na
Er zit [A] een vijf in de klok
Het is weer tijd voor een slok
Al met de vijf in de klok
Dan [E] gaan we drinken
[D] Tevaarlijk kijk ik zo blij
Met [A] al mijn vrienden erbij
Daar [E] komt de vijf, de vijf weer aan
Er zit [A] een vijf in de klok
Dus neem ik nog maar een slok
Want met de vijf in de klok
Dan [E] gaan we drinken
We [D] tellen één, twee, drie, vier
Wat [A] wil je, jener of mier
Nee, [E] nee, we gaan nooit meer [A] naar huis
[F] _ _
[Bb] Er zit een vijf in de klok
Het is weer tijd voor een slok
Al met de vijf in de klok
Dan [F] gaan we _ drinken
[Eb] Tevaarlijk kijk ik zo blij
Met [Bb] al mijn vrienden erbij
Daar [F] komt de vijf, de vijf weer aan
Er zit [Bb] een vijf in de klok
Dus neem ik nog maar een slok
Want met de vijf in de klok
Dan [F] gaan we drinken
We [Eb] tellen één, twee, drie, vier
Wat [Bb] wil je, jener of mier
Nee, [F] nee, we gaan nooit meer [Bb] naar huis
Oh, [F] nee, we gaan nooit meer [Bb] naar huis _ _ _ _ _
_ _ _ _ [E] _ _ _ _
[A] _ [E] _ [A] _ Ik sta wel bekend als een man van de tijd
[Bm] Kom nooit te laat en ben zelden iets kwijt
[D] Iedereen weet je kan [A] bouwen op mij
[E] Maar niemand kan vertellen _ _ waarom
[A] Lekker ga er altijd om zeven uur af
[Bm] Dan pak ik het klootje dat jij aan me gaf
[D] Zo wordt er nooit een enkel [A] moment _ gemist
[B] En weet ik dat het zover [E] _ is
_ _ Er [A] zit een vijf in de klok
Het is weer tijd voor een slok
Al met de vijf in de klok
Dan [E] gaan we drinken
De [D] twaalf man kijkt al zo blij
Met [A] al mijn vrienden erbij
Daar [E] komt de vijf, de vijf weer aan
Er zit [A] een vijf in de klok
Dus neem ik nog maar een slok
Want met de vijf in de klok
Dan [E] gaan we drinken
We [D] tellen één, twee, drie, vier
Wat [A] wil je, jener of mier
[E] Nee, nee, we gaan nooit meer [A] naar [E] [A] huis _
Hoor in de verte de toren vertelt
[Bm] Er wordt alweer ergens een rondje besteld
[D] En kijk, daar is de trein [A] van zeven voor zes
[E] Nog eventjes, dan mogen we weer
Er [A] is een tijd van komen en een tijd van gaan
[Bm] Maar daar heb ik nu echt geen boodschap meer aan
[D] Want telkens als ik net [A] _ vertrokken ben
[B] Dan roept de hekel [E] me na
Er zit [A] een vijf in de klok
Het is weer tijd voor een slok
Al met de vijf in de klok
Dan [E] gaan we drinken
[D] Tevaarlijk kijk ik zo blij
Met [A] al mijn vrienden erbij
Daar [E] komt de vijf, de vijf weer aan
Er zit [A] een vijf in de klok
Dus neem ik nog maar een slok
Want met de vijf in de klok
Dan [E] gaan we drinken
We [D] tellen één, twee, drie, vier
Wat [A] wil je, jener of mier
Nee, [E] nee, we gaan nooit meer [A] naar huis
[F] _ _
[Bb] Er zit een vijf in de klok
Het is weer tijd voor een slok
Al met de vijf in de klok
Dan [F] gaan we _ drinken
[Eb] Tevaarlijk kijk ik zo blij
Met [Bb] al mijn vrienden erbij
Daar [F] komt de vijf, de vijf weer aan
Er zit [Bb] een vijf in de klok
Dus neem ik nog maar een slok
Want met de vijf in de klok
Dan [F] gaan we drinken
We [Eb] tellen één, twee, drie, vier
Wat [Bb] wil je, jener of mier
Nee, [F] nee, we gaan nooit meer [Bb] naar huis
Oh, [F] nee, we gaan nooit meer [Bb] naar huis _ _ _ _ _