Chords for Gebroeders Ko - Geef Mij De Sleutel Van Jouw Voordeur
Tempo:
125.4 bpm
Chords used:
Ab
Eb
Db
A
E
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[Am] [Ab] Iedereen!
Deze sleuthel moet je uit je zakken en we gaan zwaaien!
La, la, la, la, la, la, la, la, [Eb] la, la, la, la, la, [Ab] la, la, [Db]
[Ab] [Eb] la
[Ab]
[Eb] [Ab]
Geef mij de sleuthel [Eb] van jouw vader, want die jij bent zo [Ab] lekke ding.
Wat is dan de sleutel van [Db] jouw voren, schat?
[Bbm] Nee, kon ik er [Eb] gewoon niet in.
[Ab] Geef mij de sleutel [Eb] van jouw moeder, want die jij, jij bent zo [Ab] lekker ding.
Wat is dan de sleutel van [Db] jouw voren, schat?
[Ab] Nee, kon ik er gewoon niet in.
Ja, la, la, la, la, la, la, la, la, [Eb] la, la, la, la.
[Ab] [Db]
[Ab] [Eb] [Ab]
[Eb] [Ab]
[Eb] [Ab] Wil even met je praten, heb je even tijd voor [Db] mij?
[Eb] Oh,
[Db] [Ab] ja, ja, ja, ja.
Ik wil niets aan je vragen, ja, dan was toen wat je [Db] zei.
[Eb] Oh,
[Db] [Ab] ja, ja, ja, ja.
[Db] Ja, binnen twee [Ab] minuten, ik heb het ooit zo gek gehad, [Eb] toen stelde je [Ab] de vraag.
[Db] Zeg, mag ik soms de sleutel [Ab] van jouw voren, lieve schat?
[Bb] En iets te nog [Eb] vandaag.
[Ab] Geef mij de sleutel [Eb] van jouw voren, want die jij, jij bent zo [Ab] lekker ding.
Wat is dan de sleutel [Db] van jouw voren, schat?
[Bbm] Nee, kon ik er [Eb] gewoon niet in.
[Ab] Geef mij de sleutel [Eb] van jouw voren, want die jij, jij bent zo [Ab] lekker ding.
Wat is dan de sleutel [Db] van jouw voren, schat?
[Ab] Nee, kon ik er gewoon niet in.
Even gaan zwaaien.
Ja, la, la, la, la, la, la, la, la, la, la, la, la, la, la.
Ja, la, la, la, la, la, la, [Fm] la, la, la, la, [Bbm] la, la, [Eb] la, [Ab] la, la, la.
He-ja-da-da-da-da
He-ja-da-da-da-da
He-ja-da-da-da
He-ja-da-da-da
[E]
[A] Geef mij de sleutel [E] van je oordeur
Want die jij, jij bent zo'n [A] lekker ding
Want zonder sleutel [D] van je oordeurschap
[Bm] Nee, kon ik er [E] gewoon niet in
[A] Geef mij de sleutel [E] van je oordeur
Want die jij, jij bent zo'n [A] lekker ding
Want zonder sleutel [D] van je oordeurschap
[A] Nee, kon [E] ik er [A] gewoon niet in
Nee, kon [E] ik er [A] gewoon niet in
[N]
Deze sleuthel moet je uit je zakken en we gaan zwaaien!
La, la, la, la, la, la, la, la, [Eb] la, la, la, la, la, [Ab] la, la, [Db]
[Ab] [Eb] la
[Ab]
[Eb] [Ab]
Geef mij de sleuthel [Eb] van jouw vader, want die jij bent zo [Ab] lekke ding.
Wat is dan de sleutel van [Db] jouw voren, schat?
[Bbm] Nee, kon ik er [Eb] gewoon niet in.
[Ab] Geef mij de sleutel [Eb] van jouw moeder, want die jij, jij bent zo [Ab] lekker ding.
Wat is dan de sleutel van [Db] jouw voren, schat?
[Ab] Nee, kon ik er gewoon niet in.
Ja, la, la, la, la, la, la, la, la, [Eb] la, la, la, la.
[Ab] [Db]
[Ab] [Eb] [Ab]
[Eb] [Ab]
[Eb] [Ab] Wil even met je praten, heb je even tijd voor [Db] mij?
[Eb] Oh,
[Db] [Ab] ja, ja, ja, ja.
Ik wil niets aan je vragen, ja, dan was toen wat je [Db] zei.
[Eb] Oh,
[Db] [Ab] ja, ja, ja, ja.
[Db] Ja, binnen twee [Ab] minuten, ik heb het ooit zo gek gehad, [Eb] toen stelde je [Ab] de vraag.
[Db] Zeg, mag ik soms de sleutel [Ab] van jouw voren, lieve schat?
[Bb] En iets te nog [Eb] vandaag.
[Ab] Geef mij de sleutel [Eb] van jouw voren, want die jij, jij bent zo [Ab] lekker ding.
Wat is dan de sleutel [Db] van jouw voren, schat?
[Bbm] Nee, kon ik er [Eb] gewoon niet in.
[Ab] Geef mij de sleutel [Eb] van jouw voren, want die jij, jij bent zo [Ab] lekker ding.
Wat is dan de sleutel [Db] van jouw voren, schat?
[Ab] Nee, kon ik er gewoon niet in.
Even gaan zwaaien.
Ja, la, la, la, la, la, la, la, la, la, la, la, la, la, la.
Ja, la, la, la, la, la, la, [Fm] la, la, la, la, [Bbm] la, la, [Eb] la, [Ab] la, la, la.
He-ja-da-da-da-da
He-ja-da-da-da-da
He-ja-da-da-da
He-ja-da-da-da
[E]
[A] Geef mij de sleutel [E] van je oordeur
Want die jij, jij bent zo'n [A] lekker ding
Want zonder sleutel [D] van je oordeurschap
[Bm] Nee, kon ik er [E] gewoon niet in
[A] Geef mij de sleutel [E] van je oordeur
Want die jij, jij bent zo'n [A] lekker ding
Want zonder sleutel [D] van je oordeurschap
[A] Nee, kon [E] ik er [A] gewoon niet in
Nee, kon [E] ik er [A] gewoon niet in
[N]
Key:
Ab
Eb
Db
A
E
Ab
Eb
Db
_ _ _ [Am] _ _ [Ab] Iedereen!
Deze sleuthel moet je uit je zakken en we gaan zwaaien!
La, la, la, la, la, la, la, la, [Eb] la, la, la, la, la, [Ab] la, la, _ [Db] _
_ [Ab] _ _ [Eb] la_
[Ab] _ _ _
_ _ _ [Eb] _ _ [Ab] _ _ _
_ _ Geef _ mij de sleuthel [Eb] van jouw vader, want die jij bent zo [Ab] lekke _ ding.
Wat is dan de sleutel van [Db] jouw voren, schat?
[Bbm] Nee, kon ik er [Eb] gewoon niet in.
_ [Ab] Geef mij de sleutel [Eb] van jouw moeder, want die jij, jij bent zo [Ab] lekker ding.
_ Wat is dan de sleutel van [Db] jouw voren, schat?
[Ab] Nee, kon ik er gewoon niet in.
_ Ja, la, la, la, la, la, la, la, la, [Eb] la, la, la, la.
_ [Ab] _ _ [Db] _
_ [Ab] _ _ [Eb] _ _ [Ab] _ _ _
_ _ _ [Eb] _ _ [Ab] _ _ _
_ _ [Eb] _ [Ab] _ Wil even met je praten, heb je even tijd voor [Db] mij?
[Eb] Oh, _
[Db] [Ab] ja, ja, ja, ja.
Ik wil niets aan je vragen, ja, dan was toen wat je [Db] zei.
[Eb] Oh, _ _
[Db] [Ab] ja, ja, ja, ja.
[Db] Ja, binnen twee [Ab] minuten, ik heb het ooit zo gek gehad, [Eb] toen stelde je [Ab] de vraag.
[Db] Zeg, mag ik soms de sleutel [Ab] van jouw voren, lieve schat?
[Bb] En iets te nog [Eb] _ vandaag. _ _ _ _
[Ab] Geef mij de sleutel [Eb] van jouw voren, want die jij, jij bent zo [Ab] lekker ding. _
Wat is dan de sleutel [Db] van jouw voren, schat?
[Bbm] Nee, kon ik er [Eb] gewoon niet in. _
[Ab] Geef mij de sleutel [Eb] van jouw voren, want die jij, jij bent zo [Ab] lekker ding. _
Wat is dan de sleutel [Db] van jouw voren, schat?
[Ab] Nee, kon ik er gewoon niet in.
Even gaan zwaaien.
_ _ Ja, la, la, la, la, la, la, la, la, la, la, la, la, la, la.
Ja, la, la, la, la, la, la, [Fm] la, la, la, la, [Bbm] la, la, [Eb] la, _ [Ab] _ la, la, la.
He-ja-da-da-da-da _
_ _ _ _ He-ja-da-da-da-da
He-ja-da-da-da
He-ja-da-da-da
_ _ [E] _
[A] Geef mij de sleutel [E] van je _ oordeur
Want die jij, jij bent zo'n [A] lekker ding _
Want zonder sleutel [D] van je _ oordeurschap
[Bm] Nee, kon ik er [E] gewoon niet in _
[A] Geef mij de sleutel [E] van je _ oordeur
Want die jij, jij bent zo'n [A] lekker ding _
_ Want zonder sleutel [D] van je _ oordeurschap
[A] Nee, kon [E] ik er [A] gewoon niet in _
Nee, kon [E] ik er [A] gewoon niet in _
_ _ _ _ [N] _ _ _ _
Deze sleuthel moet je uit je zakken en we gaan zwaaien!
La, la, la, la, la, la, la, la, [Eb] la, la, la, la, la, [Ab] la, la, _ [Db] _
_ [Ab] _ _ [Eb] la_
[Ab] _ _ _
_ _ _ [Eb] _ _ [Ab] _ _ _
_ _ Geef _ mij de sleuthel [Eb] van jouw vader, want die jij bent zo [Ab] lekke _ ding.
Wat is dan de sleutel van [Db] jouw voren, schat?
[Bbm] Nee, kon ik er [Eb] gewoon niet in.
_ [Ab] Geef mij de sleutel [Eb] van jouw moeder, want die jij, jij bent zo [Ab] lekker ding.
_ Wat is dan de sleutel van [Db] jouw voren, schat?
[Ab] Nee, kon ik er gewoon niet in.
_ Ja, la, la, la, la, la, la, la, la, [Eb] la, la, la, la.
_ [Ab] _ _ [Db] _
_ [Ab] _ _ [Eb] _ _ [Ab] _ _ _
_ _ _ [Eb] _ _ [Ab] _ _ _
_ _ [Eb] _ [Ab] _ Wil even met je praten, heb je even tijd voor [Db] mij?
[Eb] Oh, _
[Db] [Ab] ja, ja, ja, ja.
Ik wil niets aan je vragen, ja, dan was toen wat je [Db] zei.
[Eb] Oh, _ _
[Db] [Ab] ja, ja, ja, ja.
[Db] Ja, binnen twee [Ab] minuten, ik heb het ooit zo gek gehad, [Eb] toen stelde je [Ab] de vraag.
[Db] Zeg, mag ik soms de sleutel [Ab] van jouw voren, lieve schat?
[Bb] En iets te nog [Eb] _ vandaag. _ _ _ _
[Ab] Geef mij de sleutel [Eb] van jouw voren, want die jij, jij bent zo [Ab] lekker ding. _
Wat is dan de sleutel [Db] van jouw voren, schat?
[Bbm] Nee, kon ik er [Eb] gewoon niet in. _
[Ab] Geef mij de sleutel [Eb] van jouw voren, want die jij, jij bent zo [Ab] lekker ding. _
Wat is dan de sleutel [Db] van jouw voren, schat?
[Ab] Nee, kon ik er gewoon niet in.
Even gaan zwaaien.
_ _ Ja, la, la, la, la, la, la, la, la, la, la, la, la, la, la.
Ja, la, la, la, la, la, la, [Fm] la, la, la, la, [Bbm] la, la, [Eb] la, _ [Ab] _ la, la, la.
He-ja-da-da-da-da _
_ _ _ _ He-ja-da-da-da-da
He-ja-da-da-da
He-ja-da-da-da
_ _ [E] _
[A] Geef mij de sleutel [E] van je _ oordeur
Want die jij, jij bent zo'n [A] lekker ding _
Want zonder sleutel [D] van je _ oordeurschap
[Bm] Nee, kon ik er [E] gewoon niet in _
[A] Geef mij de sleutel [E] van je _ oordeur
Want die jij, jij bent zo'n [A] lekker ding _
_ Want zonder sleutel [D] van je _ oordeurschap
[A] Nee, kon [E] ik er [A] gewoon niet in _
Nee, kon [E] ik er [A] gewoon niet in _
_ _ _ _ [N] _ _ _ _