Chords for Feestteam - Malle Babbe
Tempo:
94.55 bpm
Chords used:
B
Em
D
C
G
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[Em]
Je schuimt de straten af [D] en volgt de dieven spoor.
[C] Met [B] schooiers en soldaten, hun petten op één oor.
[Em] Je tilt je rokken op en lacht [D] naar iedere man.
[C]
Die in het [B] donker wel durft, wat [Em]
overdag niet kan.
En [G] bijnacht, in [D] de kroegen hier, [B] gaat je naam in troms.
[Em] Naar je [D] [C]
[B] bromschuimen viert.
Ik [Em] ken ze één voor één, [G] de heren [D] van Fatoen.
[C] Ik zal [B] ze nooit vergeten, [Em] zoals hij jou wil [B] doen.
[Em] Waar ken jij z'n kop, [D] zo rustom en geil?
[C] Niet aan [B] je borst gedrukt, je [Em] lijf nat als een kwijl.
Van links naar rechts.
[G] En bijnacht, [D] in de kroegen hier, [B] gaat je naam in troms.
[Em] Naar je [D] [C] [B] bromschuimen viert.
Eén, twee, [N] één, twee, drie, ja!
Malebabbe, kom!
[B] Malebabbe, kom hier.
Lek stuk male, met lekker dier van plezier.
Malebabbe is rond, malebabbe is blond.
Een [E] zoen op je mond, malebabbe, je lekker.
La, la, la, [Ab] la, la, la, la.
[B] Ja, la, la, la, la, la, la.
Ja, la, la, la, [G] la, la, la.
[Abm] Ja, la, la, la, la, la, [Eb] la.
[Bm] En zondags in de [Abm] kerk, dan zit haar zoon meneer.
Stijf van oude plank, met spijkerzitten op, te kijken in z'n bank.
[A] Een zwart, lager bakkomst zonder [B] gelijf.
Bank voor de [Em] duivel, een bank voor z'n rij.
[G] Een zuinige cent in de stad, die doet z'n [Gb] hoofd officieel weer terug.
En z'n [F] patroon [B] in [G] [Gbm] haken.
Maar [Em] eerst dan komt de dag, [Bm] dan luidt ze de klok.
[C] Dan draag je [B] witte bloemen, [Em] en ligt er na [B] je rok.
[Em] Wanneer we met elkaar, [D] gaan te kerk uitlaan.
[C] Wat zullen ze [B] dan kijken, [Em] daar denk ik altijd naar.
Volgens naar rechts.
[G] En bijnacht, [D] in de kroeg en weer, [B] gaat je naam in drol.
[Em] En je [D] bloem [B]
schuimt weer.
[Db] 1, 2, 1, 2, [B] 3, ja.
Male babbe, kom.
Male babbe, kom hier.
Lek stuk male, mijn lekker dier, wat plezier.
Male babbe is rond, male babbe is long.
Een zoen op je mond, male babbe, je lekkere lai la [D] la.
[Abm] Ja lai la la, [Em] lai la la, lai [B] la la, [E] ja lai la [B] la.
[Gbm]
[N]
Male [B] babbe, kom hier.
[E] Lek stuk male, mijn [B] lekker dier, wat plezier.
Male babbe is rond, male babbe is long.
[A] Een zoen op [Abm] je mond, male babbe, je lekkere.
Een zoen op je mond, male babbe, je lekkere.
Een [A] zoen op je [B] mond, male babbe, je [E] lekkere konk.
Je schuimt de straten af [D] en volgt de dieven spoor.
[C] Met [B] schooiers en soldaten, hun petten op één oor.
[Em] Je tilt je rokken op en lacht [D] naar iedere man.
[C]
Die in het [B] donker wel durft, wat [Em]
overdag niet kan.
En [G] bijnacht, in [D] de kroegen hier, [B] gaat je naam in troms.
[Em] Naar je [D] [C]
[B] bromschuimen viert.
Ik [Em] ken ze één voor één, [G] de heren [D] van Fatoen.
[C] Ik zal [B] ze nooit vergeten, [Em] zoals hij jou wil [B] doen.
[Em] Waar ken jij z'n kop, [D] zo rustom en geil?
[C] Niet aan [B] je borst gedrukt, je [Em] lijf nat als een kwijl.
Van links naar rechts.
[G] En bijnacht, [D] in de kroegen hier, [B] gaat je naam in troms.
[Em] Naar je [D] [C] [B] bromschuimen viert.
Eén, twee, [N] één, twee, drie, ja!
Malebabbe, kom!
[B] Malebabbe, kom hier.
Lek stuk male, met lekker dier van plezier.
Malebabbe is rond, malebabbe is blond.
Een [E] zoen op je mond, malebabbe, je lekker.
La, la, la, [Ab] la, la, la, la.
[B] Ja, la, la, la, la, la, la.
Ja, la, la, la, [G] la, la, la.
[Abm] Ja, la, la, la, la, la, [Eb] la.
[Bm] En zondags in de [Abm] kerk, dan zit haar zoon meneer.
Stijf van oude plank, met spijkerzitten op, te kijken in z'n bank.
[A] Een zwart, lager bakkomst zonder [B] gelijf.
Bank voor de [Em] duivel, een bank voor z'n rij.
[G] Een zuinige cent in de stad, die doet z'n [Gb] hoofd officieel weer terug.
En z'n [F] patroon [B] in [G] [Gbm] haken.
Maar [Em] eerst dan komt de dag, [Bm] dan luidt ze de klok.
[C] Dan draag je [B] witte bloemen, [Em] en ligt er na [B] je rok.
[Em] Wanneer we met elkaar, [D] gaan te kerk uitlaan.
[C] Wat zullen ze [B] dan kijken, [Em] daar denk ik altijd naar.
Volgens naar rechts.
[G] En bijnacht, [D] in de kroeg en weer, [B] gaat je naam in drol.
[Em] En je [D] bloem [B]
schuimt weer.
[Db] 1, 2, 1, 2, [B] 3, ja.
Male babbe, kom.
Male babbe, kom hier.
Lek stuk male, mijn lekker dier, wat plezier.
Male babbe is rond, male babbe is long.
Een zoen op je mond, male babbe, je lekkere lai la [D] la.
[Abm] Ja lai la la, [Em] lai la la, lai [B] la la, [E] ja lai la [B] la.
[Gbm]
[N]
Male [B] babbe, kom hier.
[E] Lek stuk male, mijn [B] lekker dier, wat plezier.
Male babbe is rond, male babbe is long.
[A] Een zoen op [Abm] je mond, male babbe, je lekkere.
Een zoen op je mond, male babbe, je lekkere.
Een [A] zoen op je [B] mond, male babbe, je [E] lekkere konk.
Key:
B
Em
D
C
G
B
Em
D
[Em] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ Je schuimt de straten af [D] en volgt de dieven spoor.
[C] _ Met [B] schooiers en soldaten, hun petten op één oor.
[Em] Je tilt je rokken op en lacht [D] naar iedere man.
_ [C] _
Die in het [B] donker wel durft, wat [Em]
overdag niet kan.
_ En [G] bijnacht, in [D] de kroegen hier, [B] gaat je naam in troms.
[Em] Naar je [D] _ [C]
[B] bromschuimen viert.
_ Ik [Em] ken ze één voor één, [G] de heren [D] van Fatoen.
[C] _ Ik zal [B] ze nooit vergeten, [Em] zoals hij jou wil [B] doen.
[Em] Waar ken jij z'n kop, [D] zo rustom en geil?
[C] _ Niet aan [B] je borst gedrukt, je [Em] lijf nat als een kwijl.
Van links naar rechts.
[G] En bijnacht, [D] in de kroegen hier, [B] gaat je naam in troms.
[Em] Naar je [D] _ [C] [B] bromschuimen viert.
Eén, twee, [N] één, twee, drie, ja! _
Malebabbe, kom!
[B] Malebabbe, kom hier.
Lek stuk male, met lekker dier van plezier.
Malebabbe is rond, malebabbe is blond.
Een [E] zoen op je mond, malebabbe, je lekker.
La, la, la, [Ab] la, la, la, la.
[B] Ja, la, la, la, la, la, la.
_ Ja, la, la, la, [G] la, la, la.
[Abm] Ja, la, la, la, la, la, [Eb] la. _ _
_ [Bm] En zondags in de [Abm] kerk, dan zit haar zoon meneer.
Stijf van oude plank, met spijkerzitten op, te kijken in z'n bank.
[A] Een zwart, lager bakkomst zonder [B] gelijf.
Bank voor de [Em] duivel, een bank voor z'n rij.
[G] Een zuinige cent in de stad, die doet z'n [Gb] hoofd officieel weer terug.
En z'n [F] patroon [B] in [G] [Gbm] haken.
Maar [Em] eerst dan komt de dag, [Bm] dan luidt ze de klok.
_ [C] _ Dan draag je [B] witte bloemen, [Em] en ligt er na [B] je rok.
[Em] Wanneer we met elkaar, [D] gaan te kerk uitlaan.
[C] _ Wat zullen ze [B] dan kijken, [Em] daar denk ik altijd naar.
Volgens naar rechts.
[G] En bijnacht, [D] in de kroeg en weer, [B] gaat je naam in drol.
[Em] En je [D] bloem [B]
schuimt weer.
_ [Db] 1, 2, 1, 2, [B] 3, ja.
Male babbe, kom.
Male babbe, kom hier.
Lek stuk male, mijn lekker dier, wat plezier.
Male babbe is rond, male babbe is long.
Een zoen op je mond, male babbe, je lekkere lai la [D] la.
_ [Abm] Ja lai la la, [Em] lai la la, lai [B] la la, [E] ja lai la [B] la.
_ _ _ [Gbm] _ _
_ [N] _ _ _ _
Male _ _ [B] babbe, kom hier.
[E] Lek stuk male, mijn [B] lekker dier, wat plezier.
Male babbe is rond, male babbe is long.
[A] Een zoen op [Abm] je mond, male babbe, je lekkere.
Een zoen op je mond, male babbe, je lekkere.
Een [A] zoen op je [B] mond, male babbe, je [E] lekkere konk. _
_ _ _ _ Je schuimt de straten af [D] en volgt de dieven spoor.
[C] _ Met [B] schooiers en soldaten, hun petten op één oor.
[Em] Je tilt je rokken op en lacht [D] naar iedere man.
_ [C] _
Die in het [B] donker wel durft, wat [Em]
overdag niet kan.
_ En [G] bijnacht, in [D] de kroegen hier, [B] gaat je naam in troms.
[Em] Naar je [D] _ [C]
[B] bromschuimen viert.
_ Ik [Em] ken ze één voor één, [G] de heren [D] van Fatoen.
[C] _ Ik zal [B] ze nooit vergeten, [Em] zoals hij jou wil [B] doen.
[Em] Waar ken jij z'n kop, [D] zo rustom en geil?
[C] _ Niet aan [B] je borst gedrukt, je [Em] lijf nat als een kwijl.
Van links naar rechts.
[G] En bijnacht, [D] in de kroegen hier, [B] gaat je naam in troms.
[Em] Naar je [D] _ [C] [B] bromschuimen viert.
Eén, twee, [N] één, twee, drie, ja! _
Malebabbe, kom!
[B] Malebabbe, kom hier.
Lek stuk male, met lekker dier van plezier.
Malebabbe is rond, malebabbe is blond.
Een [E] zoen op je mond, malebabbe, je lekker.
La, la, la, [Ab] la, la, la, la.
[B] Ja, la, la, la, la, la, la.
_ Ja, la, la, la, [G] la, la, la.
[Abm] Ja, la, la, la, la, la, [Eb] la. _ _
_ [Bm] En zondags in de [Abm] kerk, dan zit haar zoon meneer.
Stijf van oude plank, met spijkerzitten op, te kijken in z'n bank.
[A] Een zwart, lager bakkomst zonder [B] gelijf.
Bank voor de [Em] duivel, een bank voor z'n rij.
[G] Een zuinige cent in de stad, die doet z'n [Gb] hoofd officieel weer terug.
En z'n [F] patroon [B] in [G] [Gbm] haken.
Maar [Em] eerst dan komt de dag, [Bm] dan luidt ze de klok.
_ [C] _ Dan draag je [B] witte bloemen, [Em] en ligt er na [B] je rok.
[Em] Wanneer we met elkaar, [D] gaan te kerk uitlaan.
[C] _ Wat zullen ze [B] dan kijken, [Em] daar denk ik altijd naar.
Volgens naar rechts.
[G] En bijnacht, [D] in de kroeg en weer, [B] gaat je naam in drol.
[Em] En je [D] bloem [B]
schuimt weer.
_ [Db] 1, 2, 1, 2, [B] 3, ja.
Male babbe, kom.
Male babbe, kom hier.
Lek stuk male, mijn lekker dier, wat plezier.
Male babbe is rond, male babbe is long.
Een zoen op je mond, male babbe, je lekkere lai la [D] la.
_ [Abm] Ja lai la la, [Em] lai la la, lai [B] la la, [E] ja lai la [B] la.
_ _ _ [Gbm] _ _
_ [N] _ _ _ _
Male _ _ [B] babbe, kom hier.
[E] Lek stuk male, mijn [B] lekker dier, wat plezier.
Male babbe is rond, male babbe is long.
[A] Een zoen op [Abm] je mond, male babbe, je lekkere.
Een zoen op je mond, male babbe, je lekkere.
Een [A] zoen op je [B] mond, male babbe, je [E] lekkere konk. _