Chords for Griet Wiersma - Ik bliuw dyn freon (Duet met Syb van der Ploeg)
Tempo:
70.85 bpm
Chords used:
D
A
E
G
F#m
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[D] [G] [D]
Jost even leef de zjogre diener onterk en [A] roep mi naambe ik [D] kom nij dij.
Stil dij [G] wijsten ik is [D] net een [G]
[D] onderleefde en [E] warmte vroeskip [D] neemt dus mij.
Ik lood in vreugde, nee alleen [Em] ik woon [A] dij helpen,
jouw [D] leun op mij, krokoord en hende,
die de hende, [Em] die [A] ik wijst, hij,
wint [D] deur van dij.
[G] [D] Eene nacht [A] als net [D] misliepe geest,
[G] dan stilt ik [D] de reisde [A] tot als wat pret verbeest.
[D] Maar als kustdiepe vangen vroeienacht,
[Em] stilt [A] dij helpen, wint [D] deur van dij.
Leunt de vroeske lende op tien schouders,
en [A] stugst dij vest en kust [D] net neer.
Veur je dan net dat er een grote vroeien [G] is,
ik [D] stil der wezen [E] stien altijd [D] van dij kleef.
Ik lood in vreugde, nee alleen [Em] ik woon [A] dij helpen,
jouw [D] leun op mij, krokoord en hende,
die de hende, [Em] die [A] ik wijst, hij, wint [D] deur van dij.
[G] [D]
[A] [E] Ik lood in vreugde, nee alleen [F#m] ik woon [B] dij helpen,
jouw [E] leun op mij, krokoord en hende,
die de hende, [F#m] die [B] ik wijst, hij, wint [E] deur van dij.
Ik lood in vreugde, nee alleen ik [F#m] woon [B] dij helpen,
jouw [E] leun op mij, krokoord en hende,
die de hende, [F#m] die [B] ik wijst, hij, wint [E] deur van dij.
[F#m] die [B] de hende, die ik wijst, hij, wint deur [A] van dij.
[E] [F#m] [E]
Jost even leef de zjogre diener onterk en [A] roep mi naambe ik [D] kom nij dij.
Stil dij [G] wijsten ik is [D] net een [G]
[D] onderleefde en [E] warmte vroeskip [D] neemt dus mij.
Ik lood in vreugde, nee alleen [Em] ik woon [A] dij helpen,
jouw [D] leun op mij, krokoord en hende,
die de hende, [Em] die [A] ik wijst, hij,
wint [D] deur van dij.
[G] [D] Eene nacht [A] als net [D] misliepe geest,
[G] dan stilt ik [D] de reisde [A] tot als wat pret verbeest.
[D] Maar als kustdiepe vangen vroeienacht,
[Em] stilt [A] dij helpen, wint [D] deur van dij.
Leunt de vroeske lende op tien schouders,
en [A] stugst dij vest en kust [D] net neer.
Veur je dan net dat er een grote vroeien [G] is,
ik [D] stil der wezen [E] stien altijd [D] van dij kleef.
Ik lood in vreugde, nee alleen [Em] ik woon [A] dij helpen,
jouw [D] leun op mij, krokoord en hende,
die de hende, [Em] die [A] ik wijst, hij, wint [D] deur van dij.
[G] [D]
[A] [E] Ik lood in vreugde, nee alleen [F#m] ik woon [B] dij helpen,
jouw [E] leun op mij, krokoord en hende,
die de hende, [F#m] die [B] ik wijst, hij, wint [E] deur van dij.
Ik lood in vreugde, nee alleen ik [F#m] woon [B] dij helpen,
jouw [E] leun op mij, krokoord en hende,
die de hende, [F#m] die [B] ik wijst, hij, wint [E] deur van dij.
[F#m] die [B] de hende, die ik wijst, hij, wint deur [A] van dij.
[E] [F#m] [E]
Key:
D
A
E
G
F#m
D
A
E
_ [D] _ _ [G] _ _ [D] _ _ _
_ _ _ _ _ _ _
Jost even leef de zjogre diener onterk en [A] roep mi naambe ik [D] kom nij dij.
Stil dij [G] wijsten ik is [D] net een _ [G] _
[D] onderleefde en [E] warmte vroeskip [D] neemt dus mij.
Ik lood in vreugde, nee alleen [Em] ik woon [A] dij helpen,
jouw [D] leun op mij, krokoord en hende,
die de hende, [Em] die [A] ik wijst, hij,
wint [D] deur van dij.
[G] _ [D] Eene nacht [A] als net [D] misliepe geest,
[G] dan stilt ik [D] de reisde [A] tot als wat pret verbeest.
[D] Maar als _ kustdiepe vangen vroeienacht,
[Em] stilt [A] dij helpen, wint [D] deur van dij.
_ Leunt de vroeske lende op tien schouders,
en [A] stugst dij vest en kust [D] net neer.
Veur je dan net dat er een grote vroeien [G] is,
ik [D] stil der wezen [E] stien altijd [D] van dij kleef.
_ Ik lood in vreugde, nee alleen [Em] ik woon [A] dij helpen,
jouw [D] leun op mij, krokoord en hende,
die de hende, [Em] die [A] ik wijst, hij, wint [D] deur van dij.
[G] _ _ [D] _ _ _
_ [A] _ [E] Ik lood in vreugde, nee alleen [F#m] ik woon [B] dij helpen,
jouw [E] leun op mij, krokoord en hende,
die de hende, [F#m] die [B] ik wijst, hij, wint [E] deur van dij.
Ik lood in vreugde, nee alleen ik [F#m] woon [B] dij helpen,
jouw [E] leun op mij, krokoord en hende,
die de hende, [F#m] die [B] ik wijst, hij, wint [E] deur van dij.
[F#m] die [B] de hende, die ik wijst, hij, wint deur [A] van dij.
[E] _ _ [F#m] _ _ [E] _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _
Jost even leef de zjogre diener onterk en [A] roep mi naambe ik [D] kom nij dij.
Stil dij [G] wijsten ik is [D] net een _ [G] _
[D] onderleefde en [E] warmte vroeskip [D] neemt dus mij.
Ik lood in vreugde, nee alleen [Em] ik woon [A] dij helpen,
jouw [D] leun op mij, krokoord en hende,
die de hende, [Em] die [A] ik wijst, hij,
wint [D] deur van dij.
[G] _ [D] Eene nacht [A] als net [D] misliepe geest,
[G] dan stilt ik [D] de reisde [A] tot als wat pret verbeest.
[D] Maar als _ kustdiepe vangen vroeienacht,
[Em] stilt [A] dij helpen, wint [D] deur van dij.
_ Leunt de vroeske lende op tien schouders,
en [A] stugst dij vest en kust [D] net neer.
Veur je dan net dat er een grote vroeien [G] is,
ik [D] stil der wezen [E] stien altijd [D] van dij kleef.
_ Ik lood in vreugde, nee alleen [Em] ik woon [A] dij helpen,
jouw [D] leun op mij, krokoord en hende,
die de hende, [Em] die [A] ik wijst, hij, wint [D] deur van dij.
[G] _ _ [D] _ _ _
_ [A] _ [E] Ik lood in vreugde, nee alleen [F#m] ik woon [B] dij helpen,
jouw [E] leun op mij, krokoord en hende,
die de hende, [F#m] die [B] ik wijst, hij, wint [E] deur van dij.
Ik lood in vreugde, nee alleen ik [F#m] woon [B] dij helpen,
jouw [E] leun op mij, krokoord en hende,
die de hende, [F#m] die [B] ik wijst, hij, wint [E] deur van dij.
[F#m] die [B] de hende, die ik wijst, hij, wint deur [A] van dij.
[E] _ _ [F#m] _ _ [E] _ _ _ _ _ _ _