Brabant Chords by Guus Meeuwis
Tempo:
163.4 bpm
Chords used:
D
G
C
Em
Bm
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[G]
[C]
[D] [G]
[Em]
[G] [D]
Een [G] muts op mijn [D] hoofd, [G] mijn kraag staat [D] omhoog.
[G] Het is [D] hier [Em] ijskoud, [Bm] maar [C] gelukkig [D] wel droog.
[G] De dagen zijn kort [D] hier, de [C] nacht begint [D] vroeg.
[G] De mensen [D]
zijn [Em] stuk [G] [C] en er is maar [D] één kroeg.
[F] Als ik naar mijn [C] hotel loop, [D] na een donkere [G] dag,
[F] dan voel ik mijn [C]
huis [D] sleuteldiep in mijn zak.
[G] En ik loop hier [D] alleen, in [C] een te sterren [G] stad.
[Em] Ik heb eigenlijk [Bm]
nooit last [C] van heimwee [D] gehad,
[G] maar de mensen ze [D] slapen.
[C] De wereld [Em] gaat dicht, [G] dan denk ik aan [C]
Brabant,
[D] want daar [G] brandt nog licht.
[C]
[G] [D]
[G] Ik mis hier de [D] warmte van een [C]
dorpscafé,
[D] [G] de [D] aanspraak van [Em] [Bm] mensen [C] met een [D] zachte g.
[G] Ik mis zelfs het [D] zeiken op [C] alles [D] of niets.
[G] Was men maar op [Em] [Bm] Brabant [C] zo trots als een [D] Fries.
[F] In het zuidenvol [C] zon [D] woon ik samen [G] met jou.
[F] Het is daarom [C] dat ik zo [D] van Brabant dus hou.
[A]
[G] Ik loop hier [D] alleen, [C] in een te sterren [G] stad.
[Em] Ik heb [Bm] eigenlijk nooit last [C] van heimwee [D] gehad,
[G] maar de mensen ze [D] slapen.
[C] De wereld [Em] gaat dicht, dan [Bm]
denk ik [C] aan Brabant,
[G] [C] want daar [D] brandt [G] nog licht.
[D] [C]
[G] [Em]
[Bm] [C]
[D] [G]
[C]
[D] [Em] [Bm]
[C] [G]
[D] [G]
[F] De Peel en [Am] de Kempen [D] en de [G]
Meijerij,
[F] maar het mooiste [C] aan Brabant [D] ben jij, dat ben jij.
[G] Ik loop hier [D]
alleen, [C] in een te [G] sterren stad.
[Em] Ik heb [Bm] eigenlijk nooit last [C] van heimwee [D]
gehad,
[G] maar de mensen ze slapen.
[C] De [D] wereld [Em] gaat dicht, dan [Bm] denk ik [C] aan Brabant,
[G] want daar brandt nog licht.
[D]
[C] [G]
[Em] [Bm]
[C] [D]
[G] [D]
[C] [D] [Em]
[G] En dan denk ik [C] aan Brabant, [D] want daar brandt [G] nog licht.
[D]
[C] [G]
[Em] [Bm]
[C] [D]
[G] [D]
[C] [Em]
En [G] dan denk ik [C] aan Brabant, [D] want daar brandt nog [G] licht.
[C]
[D] [G]
[Em]
[G] [D]
Een [G] muts op mijn [D] hoofd, [G] mijn kraag staat [D] omhoog.
[G] Het is [D] hier [Em] ijskoud, [Bm] maar [C] gelukkig [D] wel droog.
[G] De dagen zijn kort [D] hier, de [C] nacht begint [D] vroeg.
[G] De mensen [D]
zijn [Em] stuk [G] [C] en er is maar [D] één kroeg.
[F] Als ik naar mijn [C] hotel loop, [D] na een donkere [G] dag,
[F] dan voel ik mijn [C]
huis [D] sleuteldiep in mijn zak.
[G] En ik loop hier [D] alleen, in [C] een te sterren [G] stad.
[Em] Ik heb eigenlijk [Bm]
nooit last [C] van heimwee [D] gehad,
[G] maar de mensen ze [D] slapen.
[C] De wereld [Em] gaat dicht, [G] dan denk ik aan [C]
Brabant,
[D] want daar [G] brandt nog licht.
[C]
[G] [D]
[G] Ik mis hier de [D] warmte van een [C]
dorpscafé,
[D] [G] de [D] aanspraak van [Em] [Bm] mensen [C] met een [D] zachte g.
[G] Ik mis zelfs het [D] zeiken op [C] alles [D] of niets.
[G] Was men maar op [Em] [Bm] Brabant [C] zo trots als een [D] Fries.
[F] In het zuidenvol [C] zon [D] woon ik samen [G] met jou.
[F] Het is daarom [C] dat ik zo [D] van Brabant dus hou.
[A]
[G] Ik loop hier [D] alleen, [C] in een te sterren [G] stad.
[Em] Ik heb [Bm] eigenlijk nooit last [C] van heimwee [D] gehad,
[G] maar de mensen ze [D] slapen.
[C] De wereld [Em] gaat dicht, dan [Bm]
denk ik [C] aan Brabant,
[G] [C] want daar [D] brandt [G] nog licht.
[D] [C]
[G] [Em]
[Bm] [C]
[D] [G]
[C]
[D] [Em] [Bm]
[C] [G]
[D] [G]
[F] De Peel en [Am] de Kempen [D] en de [G]
Meijerij,
[F] maar het mooiste [C] aan Brabant [D] ben jij, dat ben jij.
[G] Ik loop hier [D]
alleen, [C] in een te [G] sterren stad.
[Em] Ik heb [Bm] eigenlijk nooit last [C] van heimwee [D]
gehad,
[G] maar de mensen ze slapen.
[C] De [D] wereld [Em] gaat dicht, dan [Bm] denk ik [C] aan Brabant,
[G] want daar brandt nog licht.
[D]
[C] [G]
[Em] [Bm]
[C] [D]
[G] [D]
[C] [D] [Em]
[G] En dan denk ik [C] aan Brabant, [D] want daar brandt [G] nog licht.
[D]
[C] [G]
[Em] [Bm]
[C] [D]
[G] [D]
[C] [Em]
En [G] dan denk ik [C] aan Brabant, [D] want daar brandt nog [G] licht.
Key:
D
G
C
Em
Bm
D
G
C
[G] _ _ _ _ _ _
_ _ [C] _ _ _ _
[D] _ _ _ [G] _ _ _
_ _ _ [Em] _ _ _
[G] _ _ [D] _ _ _ _
Een [G] muts op mijn [D] hoofd, [G] mijn kraag staat _ _ [D] omhoog.
[G] Het is [D] hier _ [Em] ijskoud, [Bm] maar [C] _ gelukkig [D] wel droog. _
[G] De dagen zijn kort [D] hier, de [C] nacht begint [D] vroeg.
_ [G] De mensen [D]
zijn [Em] stuk _ [G] [C] en er is maar [D] één kroeg.
[F] Als ik naar mijn [C] hotel loop, [D] na een _ donkere [G] dag, _
[F] dan voel ik mijn [C]
huis _ [D] sleuteldiep in mijn _ zak.
[G] En ik loop hier [D] alleen, in [C] een te sterren [G] stad. _
[Em] Ik heb _ eigenlijk [Bm]
nooit last [C] van _ heimwee [D] gehad,
[G] maar de mensen ze [D] _ slapen.
[C] De _ wereld [Em] gaat dicht, _ [G] dan denk ik aan [C] _
Brabant,
[D] want daar [G] brandt nog licht.
_ [C] _ _ _ _
[G] _ _ [D] _ _ _ _
_ _ [G] Ik mis hier de _ [D] warmte van een [C] _
dorpscafé,
[D] _ _ [G] de _ [D] aanspraak van [Em] _ [Bm] mensen [C] met een [D] zachte g.
_ [G] Ik mis zelfs het [D] zeiken op [C] alles [D] of niets.
[G] Was men maar op [Em] [Bm] Brabant [C] zo trots als een [D] Fries.
[F] In het _ zuidenvol [C] zon [D] woon ik samen [G] met jou.
[F] Het is _ daarom [C] dat ik zo [D] van _ Brabant dus hou. _
_ _ _ _ _ [A] _
_ _ [G] Ik loop hier [D] alleen, [C] in een te sterren [G] stad.
[Em] Ik heb _ [Bm] eigenlijk nooit last [C] van heimwee [D] _ gehad,
[G] maar de mensen ze [D] slapen.
[C] De wereld [Em] gaat dicht, dan [Bm]
denk ik [C] aan Brabant,
[G] [C] want daar [D] brandt [G] nog licht. _ _
_ _ [D] _ _ _ [C] _
_ [G] _ _ _ _ [Em] _
_ _ [Bm] _ _ _ [C] _
_ _ [D] _ _ _ [G] _
_ _ _ _ _ [C] _
_ [D] _ [Em] _ _ _ [Bm] _
_ _ [C] _ _ _ [G] _
_ [D] _ [G] _ _ _ _
_ [F] De Peel en [Am] de Kempen [D] en de _ [G]
Meijerij,
[F] maar het mooiste [C] aan Brabant [D] ben jij, dat ben jij.
[G] Ik loop hier [D]
alleen, [C] in een te [G] sterren stad.
[Em] Ik heb _ [Bm] eigenlijk nooit last [C] van heimwee [D]
gehad,
[G] maar de mensen ze slapen.
[C] De [D] wereld [Em] gaat dicht, dan [Bm] denk ik [C] aan Brabant,
[G] want daar brandt nog licht.
_ _ _ [D] _
_ _ [C] _ _ _ [G] _
_ _ [Em] _ _ _ [Bm] _
_ _ [C] _ _ _ [D] _
_ _ [G] _ _ _ [D] _
_ _ [C] _ _ [D] _ [Em] _
_ [G] En dan denk ik [C] aan Brabant, [D] want daar brandt [G] nog licht.
_ _ _ [D] _
_ _ [C] _ _ _ [G] _
_ _ [Em] _ _ _ [Bm] _
_ _ [C] _ _ _ [D] _
_ _ [G] _ _ _ [D] _
_ _ [C] _ _ _ [Em] _
En [G] dan denk ik [C] aan Brabant, [D] want daar brandt nog [G] licht. _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ [C] _ _ _ _
[D] _ _ _ [G] _ _ _
_ _ _ [Em] _ _ _
[G] _ _ [D] _ _ _ _
Een [G] muts op mijn [D] hoofd, [G] mijn kraag staat _ _ [D] omhoog.
[G] Het is [D] hier _ [Em] ijskoud, [Bm] maar [C] _ gelukkig [D] wel droog. _
[G] De dagen zijn kort [D] hier, de [C] nacht begint [D] vroeg.
_ [G] De mensen [D]
zijn [Em] stuk _ [G] [C] en er is maar [D] één kroeg.
[F] Als ik naar mijn [C] hotel loop, [D] na een _ donkere [G] dag, _
[F] dan voel ik mijn [C]
huis _ [D] sleuteldiep in mijn _ zak.
[G] En ik loop hier [D] alleen, in [C] een te sterren [G] stad. _
[Em] Ik heb _ eigenlijk [Bm]
nooit last [C] van _ heimwee [D] gehad,
[G] maar de mensen ze [D] _ slapen.
[C] De _ wereld [Em] gaat dicht, _ [G] dan denk ik aan [C] _
Brabant,
[D] want daar [G] brandt nog licht.
_ [C] _ _ _ _
[G] _ _ [D] _ _ _ _
_ _ [G] Ik mis hier de _ [D] warmte van een [C] _
dorpscafé,
[D] _ _ [G] de _ [D] aanspraak van [Em] _ [Bm] mensen [C] met een [D] zachte g.
_ [G] Ik mis zelfs het [D] zeiken op [C] alles [D] of niets.
[G] Was men maar op [Em] [Bm] Brabant [C] zo trots als een [D] Fries.
[F] In het _ zuidenvol [C] zon [D] woon ik samen [G] met jou.
[F] Het is _ daarom [C] dat ik zo [D] van _ Brabant dus hou. _
_ _ _ _ _ [A] _
_ _ [G] Ik loop hier [D] alleen, [C] in een te sterren [G] stad.
[Em] Ik heb _ [Bm] eigenlijk nooit last [C] van heimwee [D] _ gehad,
[G] maar de mensen ze [D] slapen.
[C] De wereld [Em] gaat dicht, dan [Bm]
denk ik [C] aan Brabant,
[G] [C] want daar [D] brandt [G] nog licht. _ _
_ _ [D] _ _ _ [C] _
_ [G] _ _ _ _ [Em] _
_ _ [Bm] _ _ _ [C] _
_ _ [D] _ _ _ [G] _
_ _ _ _ _ [C] _
_ [D] _ [Em] _ _ _ [Bm] _
_ _ [C] _ _ _ [G] _
_ [D] _ [G] _ _ _ _
_ [F] De Peel en [Am] de Kempen [D] en de _ [G]
Meijerij,
[F] maar het mooiste [C] aan Brabant [D] ben jij, dat ben jij.
[G] Ik loop hier [D]
alleen, [C] in een te [G] sterren stad.
[Em] Ik heb _ [Bm] eigenlijk nooit last [C] van heimwee [D]
gehad,
[G] maar de mensen ze slapen.
[C] De [D] wereld [Em] gaat dicht, dan [Bm] denk ik [C] aan Brabant,
[G] want daar brandt nog licht.
_ _ _ [D] _
_ _ [C] _ _ _ [G] _
_ _ [Em] _ _ _ [Bm] _
_ _ [C] _ _ _ [D] _
_ _ [G] _ _ _ [D] _
_ _ [C] _ _ [D] _ [Em] _
_ [G] En dan denk ik [C] aan Brabant, [D] want daar brandt [G] nog licht.
_ _ _ [D] _
_ _ [C] _ _ _ [G] _
_ _ [Em] _ _ _ [Bm] _
_ _ [C] _ _ _ [D] _
_ _ [G] _ _ _ [D] _
_ _ [C] _ _ _ [Em] _
En [G] dan denk ik [C] aan Brabant, [D] want daar brandt nog [G] licht. _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _