Halverwege Amsterdam En Bremershaven Chords by New Four
Tempo:
97.75 bpm
Chords used:
Eb
Bb
Ab
Fm
C
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[Ab] [Eb] [Bb] [Eb]
Halverwege Amsterdam en Bremershaven moest ik mijn truck aan de kant [Bb] laten staan.
Daar nam ik afscheid na vele jaren, omdat jij niet meer voor of [Eb] achteruit wou gaan.
Halverwege Amsterdam en Bremershaven was het plotseling met jou [Ab] gedaan.
Halverwege Amsterdam en [Eb] Bremershaven zijn [Bb] wij als vrienden uit elkaar [Eb] gegaan.
[Bb] We [Eb] waren jaren trouwe vrienden, jij had bori, [Bb] jij had pit.
Maar halverwege Amsterdam en Bremershaven, van voor jou en mij het einde [Eb] van de rit.
En in mijn ogen stonden tranen.
Afscheid nemen [Ab] valt niet mee.
Je [Fm] gaf aan mij [Bb] je [Eb] beste krachten, [C] dat [Fm] alle makker [Bb] haar je [Eb] daarmee.
Halverwege Amsterdam en Bremershaven moest ik mijn truck aan de kant [Bb] laten staan.
Daar nam ik afscheid na vele jaren, omdat jij niet meer voor of [Eb] achteruit wou gaan.
Halverwege Amsterdam en Bremershaven was het plotseling met jou [Ab] gedaan.
Halverwege Amsterdam en [Eb] Bremershaven zijn [Bb] wij als vrienden uit elkaar [Eb] gegaan.
[Bb]
Soms [Eb] even slapen, dan weer jagen, jij deed altijd [Bb] trouw je plicht.
Maar halverwege Amsterdam en Bremershaven, zit je plotseling voor goed je [Eb] ogen dicht.
Ik moet er telkens weer aan denken, toen je eenzaam [Ab] daar reed staan.
Je was [Fm] een vriend [Bb] op [Eb] al mijn reizen, [C]
maar [Fm] ouwe jongen, [Bb] er is [Eb] gedaan.
Halverwege Amsterdam en Bremershaven, moest ik mijn truck aan de kant [Bb] laten staan.
Daar nam ik afscheid na vele jaren, omdat jij niet meer voor of achteruit [Eb] wou gaan.
Halverwege Amsterdam en Bremershaven was het plotseling met jou [Ab] gedaan.
Halverwege Amsterdam en [Eb] Bremershaven zijn wij [Bb] als vrienden uit elkaar [Eb] gegaan.
[Ab] Halverwege Amsterdam en [Eb] Bremershaven zijn wij [Bb] als vrienden uit elkaar [Eb] gegaan.
[Ab] [Bb] [Eb]
Halverwege Amsterdam en Bremershaven moest ik mijn truck aan de kant [Bb] laten staan.
Daar nam ik afscheid na vele jaren, omdat jij niet meer voor of [Eb] achteruit wou gaan.
Halverwege Amsterdam en Bremershaven was het plotseling met jou [Ab] gedaan.
Halverwege Amsterdam en [Eb] Bremershaven zijn [Bb] wij als vrienden uit elkaar [Eb] gegaan.
[Bb] We [Eb] waren jaren trouwe vrienden, jij had bori, [Bb] jij had pit.
Maar halverwege Amsterdam en Bremershaven, van voor jou en mij het einde [Eb] van de rit.
En in mijn ogen stonden tranen.
Afscheid nemen [Ab] valt niet mee.
Je [Fm] gaf aan mij [Bb] je [Eb] beste krachten, [C] dat [Fm] alle makker [Bb] haar je [Eb] daarmee.
Halverwege Amsterdam en Bremershaven moest ik mijn truck aan de kant [Bb] laten staan.
Daar nam ik afscheid na vele jaren, omdat jij niet meer voor of [Eb] achteruit wou gaan.
Halverwege Amsterdam en Bremershaven was het plotseling met jou [Ab] gedaan.
Halverwege Amsterdam en [Eb] Bremershaven zijn [Bb] wij als vrienden uit elkaar [Eb] gegaan.
[Bb]
Soms [Eb] even slapen, dan weer jagen, jij deed altijd [Bb] trouw je plicht.
Maar halverwege Amsterdam en Bremershaven, zit je plotseling voor goed je [Eb] ogen dicht.
Ik moet er telkens weer aan denken, toen je eenzaam [Ab] daar reed staan.
Je was [Fm] een vriend [Bb] op [Eb] al mijn reizen, [C]
maar [Fm] ouwe jongen, [Bb] er is [Eb] gedaan.
Halverwege Amsterdam en Bremershaven, moest ik mijn truck aan de kant [Bb] laten staan.
Daar nam ik afscheid na vele jaren, omdat jij niet meer voor of achteruit [Eb] wou gaan.
Halverwege Amsterdam en Bremershaven was het plotseling met jou [Ab] gedaan.
Halverwege Amsterdam en [Eb] Bremershaven zijn wij [Bb] als vrienden uit elkaar [Eb] gegaan.
[Ab] Halverwege Amsterdam en [Eb] Bremershaven zijn wij [Bb] als vrienden uit elkaar [Eb] gegaan.
[Ab] [Bb] [Eb]
Key:
Eb
Bb
Ab
Fm
C
Eb
Bb
Ab
_ [Ab] _ _ [Eb] _ _ [Bb] _ _ [Eb] _
_ Halverwege Amsterdam en _ Bremershaven moest ik mijn truck aan de kant [Bb] laten staan.
Daar nam ik afscheid na vele jaren, omdat jij niet meer voor of [Eb] achteruit wou gaan. _
_ Halverwege Amsterdam en _ Bremershaven was het plotseling met jou [Ab] gedaan. _ _
_ Halverwege Amsterdam en [Eb] _ Bremershaven zijn [Bb] wij als vrienden uit elkaar [Eb] gegaan. _
_ [Bb] _ _ We [Eb] waren jaren trouwe vrienden, jij had bori, _ [Bb] jij had pit.
Maar halverwege Amsterdam en _ Bremershaven, van voor jou en mij het einde [Eb] van de rit.
En in mijn ogen _ stonden tranen.
Afscheid nemen [Ab] valt niet mee.
Je [Fm] gaf aan mij [Bb] je [Eb] beste krachten, [C] dat [Fm] alle makker [Bb] haar je [Eb] daarmee.
_ _ Halverwege Amsterdam en _ Bremershaven moest ik mijn truck aan de kant [Bb] laten staan.
Daar nam ik afscheid na vele jaren, omdat jij niet meer voor of [Eb] achteruit wou gaan.
_ _ Halverwege Amsterdam en _ Bremershaven was het plotseling met jou [Ab] gedaan.
_ _ Halverwege Amsterdam en [Eb] _ Bremershaven zijn [Bb] wij als vrienden uit elkaar [Eb] gegaan.
_ _ [Bb] _ _
Soms [Eb] even slapen, dan weer jagen, jij deed altijd [Bb] trouw je plicht.
Maar halverwege Amsterdam en _ Bremershaven, zit je plotseling voor goed je [Eb] ogen dicht.
Ik moet er telkens weer aan denken, toen je eenzaam [Ab] daar reed staan.
Je was [Fm] een vriend [Bb] op [Eb] al mijn reizen, [C]
maar [Fm] ouwe jongen, [Bb] er is [Eb] gedaan. _ _
_ Halverwege Amsterdam en Bremershaven, moest ik mijn truck aan de kant [Bb] laten staan.
Daar nam ik afscheid na vele jaren, omdat jij niet meer voor of achteruit [Eb] wou gaan. _
_ Halverwege Amsterdam en Bremershaven was het plotseling met jou [Ab] gedaan. _
_ Halverwege Amsterdam en [Eb] Bremershaven zijn wij [Bb] als vrienden uit elkaar _ [Eb] gegaan. _
_ [Ab] Halverwege Amsterdam en [Eb] Bremershaven zijn wij [Bb] als vrienden uit elkaar [Eb] gegaan.
[Ab] _ _ [Bb] _ _ [Eb] _ _ _ _ _
_ Halverwege Amsterdam en _ Bremershaven moest ik mijn truck aan de kant [Bb] laten staan.
Daar nam ik afscheid na vele jaren, omdat jij niet meer voor of [Eb] achteruit wou gaan. _
_ Halverwege Amsterdam en _ Bremershaven was het plotseling met jou [Ab] gedaan. _ _
_ Halverwege Amsterdam en [Eb] _ Bremershaven zijn [Bb] wij als vrienden uit elkaar [Eb] gegaan. _
_ [Bb] _ _ We [Eb] waren jaren trouwe vrienden, jij had bori, _ [Bb] jij had pit.
Maar halverwege Amsterdam en _ Bremershaven, van voor jou en mij het einde [Eb] van de rit.
En in mijn ogen _ stonden tranen.
Afscheid nemen [Ab] valt niet mee.
Je [Fm] gaf aan mij [Bb] je [Eb] beste krachten, [C] dat [Fm] alle makker [Bb] haar je [Eb] daarmee.
_ _ Halverwege Amsterdam en _ Bremershaven moest ik mijn truck aan de kant [Bb] laten staan.
Daar nam ik afscheid na vele jaren, omdat jij niet meer voor of [Eb] achteruit wou gaan.
_ _ Halverwege Amsterdam en _ Bremershaven was het plotseling met jou [Ab] gedaan.
_ _ Halverwege Amsterdam en [Eb] _ Bremershaven zijn [Bb] wij als vrienden uit elkaar [Eb] gegaan.
_ _ [Bb] _ _
Soms [Eb] even slapen, dan weer jagen, jij deed altijd [Bb] trouw je plicht.
Maar halverwege Amsterdam en _ Bremershaven, zit je plotseling voor goed je [Eb] ogen dicht.
Ik moet er telkens weer aan denken, toen je eenzaam [Ab] daar reed staan.
Je was [Fm] een vriend [Bb] op [Eb] al mijn reizen, [C]
maar [Fm] ouwe jongen, [Bb] er is [Eb] gedaan. _ _
_ Halverwege Amsterdam en Bremershaven, moest ik mijn truck aan de kant [Bb] laten staan.
Daar nam ik afscheid na vele jaren, omdat jij niet meer voor of achteruit [Eb] wou gaan. _
_ Halverwege Amsterdam en Bremershaven was het plotseling met jou [Ab] gedaan. _
_ Halverwege Amsterdam en [Eb] Bremershaven zijn wij [Bb] als vrienden uit elkaar _ [Eb] gegaan. _
_ [Ab] Halverwege Amsterdam en [Eb] Bremershaven zijn wij [Bb] als vrienden uit elkaar [Eb] gegaan.
[Ab] _ _ [Bb] _ _ [Eb] _ _ _ _ _