ik ben een kerstbal - bert en ernie Chords
Tempo:
60.5 bpm
Chords used:
Fm
Eb
Bb
E
Ab
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret

Start Jamming...
[Fm] [E] [Eb] [Gb] Ik sta bij de [Fm] kerstboom vol [E] krantjes en [Eb] slingers en [E] ik kijk naar zo'n [Fm] glimmende [Bb] bal.
[Eb] Ik [Gb] kijk heel voorzichtig, [Fm] blijf er [E] af met mijn vingers, [Eb] ben veel [E] te bang dat die [Bb] kapot knappen zal.
[Ab] En moet je nu toch eens [Gm] even kijken, [Fm] die bal [Bb] begint op mij te lijken.
[Eb] [E] [Fm] Ik ben een [Bb] kerstbal.
[Eb] Ik hang [C] in de [Fm] kerstboom tussen [Bb] andere ballen.
[Eb] We hebben [E] het heel leuk [Fm] daar, [Bb] met z'n [G] allen.
We houden ons [Cm] rustig, want we willen niet vallen.
[F] De kerstjes die [Bb] geven een schitterend [G] licht.
Dat schijnt heel [Cm] leuk in mijn bolle [Ab] gezicht.
Het is [Db] misschien een [C] beetje [Fm] mooi, [Gm] maar ik [Eb] ben een kerstbal.
[Gb] Ben jij een [Fm] kerstbal, Ernie?
[E] [Eb] Is het die?
[E] Laat mij dan maar eens [Fm] even kijken.
[Gm] Hé Ernie, moet je zien.
[Eb] Jij bent [Gb] die kerstbal niet, [Fm] ik ben die [E] kerstbal.
Kijk zelf maar.
[Eb]
[Dbm] Leukie, als je met [Fm] je gezicht vlak voor zo'n bal [Bb] gaat staan, dan [Ab] komt je gezicht erop.
Ja.
Nou mag ik nog [Gm] even voor Bert.
Bert, [Fm] ga weg.
Ja, ja.
Want ik heb het [Bb] uitgevonden, daar gaat ie.
Ja, dat zal wel, ja.
[Eb] [E] [Fm] Ik ben [Bb] een kerstbal.
[Eb] Ik [E] hang in de [Fm] kerstboom tussen [Bb] andere [Eb] ballen.
[E] We hebben het heel [Fm] leuk daar, [Bb] met z [G]'n allen.
We houden ons [Cm] rustig, want we willen niet [F] vallen.
De kerstjes die [Bb] geven een schitterend [G] licht.
Dat schijnt heel [Cm] leuk in mijn bolle [Ab] gezicht.
Het is [Db] misschien een [C] beetje [Fm] mooi, [Gm] maar ik [Eb] ben een kerstbal.
Nou mag ik weer, Ernie.
Ga [Gb] thui vooruit.
[Fm] Bert, Bert.
Als jij [E] nou die bal ernaast [Eb] neemt, die is een beetje [E] langwerper.
Dat is meer een [Ab] soort peer.
Dat [Eb] past beter bij jouw gezicht.
[Bb] Een peer [Eb] zeg je?
Lijkt mijn hoofdhond [Gb] op een peer.
[Fm] Nou goed, ik kijk dan wel [E] in die lange bal, maar [Eb] ik wil jou ook beter in een andere bal kijken, [E] in plaats van die ronde.
[Fm] In die [Bb] platte bal daar, daar [Ab] past jouw hoofd goed in, want jouw [Gm] hoofd lijkt een beetje op een [Fm] mandarijntje.
Als [Bb] jij zegt dat ik op een peer lijk.
Ja goed, daar gaan we dan, hè.
[Eb] [E] Wij [Fm] zijn [Bb] een kerstbal.
[Eb] We [Em] hangen in de [Fm] kerstboom tussen [Bb] andere [Eb] ballen.
We [C] hebben het heel [Fm] leuk daar, [Bb] met z'n [G] allen.
We houden ons [Cm] rustig, want we willen niet vallen.
[F] De kaarsjes die [Bb] geven een schitterend licht.
[G] Dat schijnt heel leuk [Cm] in ons ballengezicht.
[Ab] Het is misschien [Db] een beetje [C] mal, [Bb] maar we zijn [Eb] een kerstbal.
[Ab] Het [Eb] is misschien [C] een beetje [Fm] mal, [Bb] maar [Eb] we zijn [C] een kerstbal.
[Fm] [Bb] Ja, [Eb] we zijn kerstballen, [C] hè?
Ja, kerstballen.
Ja, [Fm] kerstballen.
[E] Kerstballen. [Eb] Kerstballen.
[Eb] Ik [Gb] kijk heel voorzichtig, [Fm] blijf er [E] af met mijn vingers, [Eb] ben veel [E] te bang dat die [Bb] kapot knappen zal.
[Ab] En moet je nu toch eens [Gm] even kijken, [Fm] die bal [Bb] begint op mij te lijken.
[Eb] [E] [Fm] Ik ben een [Bb] kerstbal.
[Eb] Ik hang [C] in de [Fm] kerstboom tussen [Bb] andere ballen.
[Eb] We hebben [E] het heel leuk [Fm] daar, [Bb] met z'n [G] allen.
We houden ons [Cm] rustig, want we willen niet vallen.
[F] De kerstjes die [Bb] geven een schitterend [G] licht.
Dat schijnt heel [Cm] leuk in mijn bolle [Ab] gezicht.
Het is [Db] misschien een [C] beetje [Fm] mooi, [Gm] maar ik [Eb] ben een kerstbal.
[Gb] Ben jij een [Fm] kerstbal, Ernie?
[E] [Eb] Is het die?
[E] Laat mij dan maar eens [Fm] even kijken.
[Gm] Hé Ernie, moet je zien.
[Eb] Jij bent [Gb] die kerstbal niet, [Fm] ik ben die [E] kerstbal.
Kijk zelf maar.
[Eb]
[Dbm] Leukie, als je met [Fm] je gezicht vlak voor zo'n bal [Bb] gaat staan, dan [Ab] komt je gezicht erop.
Ja.
Nou mag ik nog [Gm] even voor Bert.
Bert, [Fm] ga weg.
Ja, ja.
Want ik heb het [Bb] uitgevonden, daar gaat ie.
Ja, dat zal wel, ja.
[Eb] [E] [Fm] Ik ben [Bb] een kerstbal.
[Eb] Ik [E] hang in de [Fm] kerstboom tussen [Bb] andere [Eb] ballen.
[E] We hebben het heel [Fm] leuk daar, [Bb] met z [G]'n allen.
We houden ons [Cm] rustig, want we willen niet [F] vallen.
De kerstjes die [Bb] geven een schitterend [G] licht.
Dat schijnt heel [Cm] leuk in mijn bolle [Ab] gezicht.
Het is [Db] misschien een [C] beetje [Fm] mooi, [Gm] maar ik [Eb] ben een kerstbal.
Nou mag ik weer, Ernie.
Ga [Gb] thui vooruit.
[Fm] Bert, Bert.
Als jij [E] nou die bal ernaast [Eb] neemt, die is een beetje [E] langwerper.
Dat is meer een [Ab] soort peer.
Dat [Eb] past beter bij jouw gezicht.
[Bb] Een peer [Eb] zeg je?
Lijkt mijn hoofdhond [Gb] op een peer.
[Fm] Nou goed, ik kijk dan wel [E] in die lange bal, maar [Eb] ik wil jou ook beter in een andere bal kijken, [E] in plaats van die ronde.
[Fm] In die [Bb] platte bal daar, daar [Ab] past jouw hoofd goed in, want jouw [Gm] hoofd lijkt een beetje op een [Fm] mandarijntje.
Als [Bb] jij zegt dat ik op een peer lijk.
Ja goed, daar gaan we dan, hè.
[Eb] [E] Wij [Fm] zijn [Bb] een kerstbal.
[Eb] We [Em] hangen in de [Fm] kerstboom tussen [Bb] andere [Eb] ballen.
We [C] hebben het heel [Fm] leuk daar, [Bb] met z'n [G] allen.
We houden ons [Cm] rustig, want we willen niet vallen.
[F] De kaarsjes die [Bb] geven een schitterend licht.
[G] Dat schijnt heel leuk [Cm] in ons ballengezicht.
[Ab] Het is misschien [Db] een beetje [C] mal, [Bb] maar we zijn [Eb] een kerstbal.
[Ab] Het [Eb] is misschien [C] een beetje [Fm] mal, [Bb] maar [Eb] we zijn [C] een kerstbal.
[Fm] [Bb] Ja, [Eb] we zijn kerstballen, [C] hè?
Ja, kerstballen.
Ja, [Fm] kerstballen.
[E] Kerstballen. [Eb] Kerstballen.
Key:
Fm
Eb
Bb
E
Ab
Fm
Eb
Bb
[Fm] _ _ [E] _ [Eb] [Gb] Ik sta bij de [Fm] kerstboom vol [E] krantjes en [Eb] slingers en [E] ik kijk naar zo'n [Fm] glimmende [Bb] bal.
[Eb] Ik [Gb] kijk heel voorzichtig, [Fm] blijf er [E] af met mijn vingers, [Eb] ben veel [E] te bang dat die [Bb] kapot knappen zal.
[Ab] En moet je nu toch eens [Gm] even kijken, [Fm] die bal [Bb] begint op mij te lijken.
_ _ [Eb] _ [E] [Fm] Ik ben een [Bb] kerstbal.
[Eb] Ik hang [C] in de [Fm] kerstboom tussen [Bb] andere ballen.
[Eb] We hebben [E] het heel leuk [Fm] daar, [Bb] met z'n [G] allen.
We houden ons [Cm] rustig, want we willen niet vallen.
[F] De kerstjes die [Bb] geven een schitterend [G] licht.
Dat schijnt heel [Cm] leuk in mijn bolle [Ab] gezicht.
Het is [Db] misschien een [C] beetje [Fm] mooi, [Gm] maar ik [Eb] ben een kerstbal.
[Gb] Ben jij een [Fm] kerstbal, Ernie?
[E] [Eb] Is het die?
[E] Laat mij dan maar eens [Fm] even kijken.
[Gm] Hé Ernie, moet je zien.
[Eb] Jij bent [Gb] die kerstbal niet, [Fm] ik ben die [E] kerstbal.
Kijk zelf maar.
[Eb]
[Dbm] Leukie, als je met [Fm] je gezicht vlak voor zo'n bal [Bb] gaat staan, dan [Ab] komt je gezicht erop.
Ja.
Nou mag ik nog [Gm] even voor Bert.
Bert, [Fm] ga weg.
Ja, ja.
Want ik heb het [Bb] uitgevonden, daar gaat ie.
Ja, dat zal wel, ja.
_ [Eb] _ [E] [Fm] Ik ben [Bb] een kerstbal.
[Eb] Ik [E] hang in de [Fm] kerstboom tussen [Bb] andere [Eb] ballen.
[E] We hebben het heel [Fm] leuk daar, [Bb] met z [G]'n allen.
We houden ons [Cm] rustig, want we willen niet [F] vallen.
De kerstjes die [Bb] geven een schitterend [G] licht.
Dat schijnt heel [Cm] leuk in mijn bolle [Ab] gezicht.
Het is [Db] misschien een [C] beetje [Fm] mooi, [Gm] maar ik [Eb] ben een kerstbal.
Nou mag ik weer, Ernie.
Ga [Gb] thui vooruit.
[Fm] Bert, Bert.
Als jij [E] nou die bal ernaast [Eb] neemt, die is een beetje [E] langwerper.
Dat is meer een [Ab] soort peer.
Dat [Eb] past beter bij jouw gezicht.
[Bb] Een peer [Eb] zeg je?
Lijkt mijn hoofdhond [Gb] op een peer.
[Fm] Nou goed, ik kijk dan wel [E] in die lange bal, maar [Eb] ik wil jou ook beter in een andere bal kijken, [E] in plaats van die ronde.
[Fm] In die [Bb] platte bal daar, daar [Ab] past jouw hoofd goed in, want jouw [Gm] hoofd lijkt een beetje op een [Fm] mandarijntje.
Als [Bb] jij zegt dat ik op een peer lijk.
Ja goed, daar gaan we dan, hè.
[Eb] [E] Wij [Fm] zijn [Bb] een kerstbal.
[Eb] We [Em] hangen in de [Fm] kerstboom tussen [Bb] andere [Eb] ballen.
We [C] hebben het heel [Fm] leuk daar, [Bb] met z'n [G] allen.
We houden ons [Cm] rustig, want we willen niet vallen.
[F] De kaarsjes die [Bb] geven een schitterend licht.
[G] Dat schijnt heel leuk [Cm] in ons ballengezicht.
[Ab] Het is misschien [Db] een beetje [C] mal, [Bb] maar we zijn [Eb] een kerstbal.
[Ab] Het [Eb] is misschien [C] een beetje [Fm] mal, [Bb] maar [Eb] we zijn [C] een kerstbal.
[Fm] [Bb] Ja, [Eb] we zijn kerstballen, [C] hè?
Ja, kerstballen.
Ja, [Fm] kerstballen.
[E] Kerstballen. [Eb] Kerstballen. _ _ _ _
[Eb] Ik [Gb] kijk heel voorzichtig, [Fm] blijf er [E] af met mijn vingers, [Eb] ben veel [E] te bang dat die [Bb] kapot knappen zal.
[Ab] En moet je nu toch eens [Gm] even kijken, [Fm] die bal [Bb] begint op mij te lijken.
_ _ [Eb] _ [E] [Fm] Ik ben een [Bb] kerstbal.
[Eb] Ik hang [C] in de [Fm] kerstboom tussen [Bb] andere ballen.
[Eb] We hebben [E] het heel leuk [Fm] daar, [Bb] met z'n [G] allen.
We houden ons [Cm] rustig, want we willen niet vallen.
[F] De kerstjes die [Bb] geven een schitterend [G] licht.
Dat schijnt heel [Cm] leuk in mijn bolle [Ab] gezicht.
Het is [Db] misschien een [C] beetje [Fm] mooi, [Gm] maar ik [Eb] ben een kerstbal.
[Gb] Ben jij een [Fm] kerstbal, Ernie?
[E] [Eb] Is het die?
[E] Laat mij dan maar eens [Fm] even kijken.
[Gm] Hé Ernie, moet je zien.
[Eb] Jij bent [Gb] die kerstbal niet, [Fm] ik ben die [E] kerstbal.
Kijk zelf maar.
[Eb]
[Dbm] Leukie, als je met [Fm] je gezicht vlak voor zo'n bal [Bb] gaat staan, dan [Ab] komt je gezicht erop.
Ja.
Nou mag ik nog [Gm] even voor Bert.
Bert, [Fm] ga weg.
Ja, ja.
Want ik heb het [Bb] uitgevonden, daar gaat ie.
Ja, dat zal wel, ja.
_ [Eb] _ [E] [Fm] Ik ben [Bb] een kerstbal.
[Eb] Ik [E] hang in de [Fm] kerstboom tussen [Bb] andere [Eb] ballen.
[E] We hebben het heel [Fm] leuk daar, [Bb] met z [G]'n allen.
We houden ons [Cm] rustig, want we willen niet [F] vallen.
De kerstjes die [Bb] geven een schitterend [G] licht.
Dat schijnt heel [Cm] leuk in mijn bolle [Ab] gezicht.
Het is [Db] misschien een [C] beetje [Fm] mooi, [Gm] maar ik [Eb] ben een kerstbal.
Nou mag ik weer, Ernie.
Ga [Gb] thui vooruit.
[Fm] Bert, Bert.
Als jij [E] nou die bal ernaast [Eb] neemt, die is een beetje [E] langwerper.
Dat is meer een [Ab] soort peer.
Dat [Eb] past beter bij jouw gezicht.
[Bb] Een peer [Eb] zeg je?
Lijkt mijn hoofdhond [Gb] op een peer.
[Fm] Nou goed, ik kijk dan wel [E] in die lange bal, maar [Eb] ik wil jou ook beter in een andere bal kijken, [E] in plaats van die ronde.
[Fm] In die [Bb] platte bal daar, daar [Ab] past jouw hoofd goed in, want jouw [Gm] hoofd lijkt een beetje op een [Fm] mandarijntje.
Als [Bb] jij zegt dat ik op een peer lijk.
Ja goed, daar gaan we dan, hè.
[Eb] [E] Wij [Fm] zijn [Bb] een kerstbal.
[Eb] We [Em] hangen in de [Fm] kerstboom tussen [Bb] andere [Eb] ballen.
We [C] hebben het heel [Fm] leuk daar, [Bb] met z'n [G] allen.
We houden ons [Cm] rustig, want we willen niet vallen.
[F] De kaarsjes die [Bb] geven een schitterend licht.
[G] Dat schijnt heel leuk [Cm] in ons ballengezicht.
[Ab] Het is misschien [Db] een beetje [C] mal, [Bb] maar we zijn [Eb] een kerstbal.
[Ab] Het [Eb] is misschien [C] een beetje [Fm] mal, [Bb] maar [Eb] we zijn [C] een kerstbal.
[Fm] [Bb] Ja, [Eb] we zijn kerstballen, [C] hè?
Ja, kerstballen.
Ja, [Fm] kerstballen.
[E] Kerstballen. [Eb] Kerstballen. _ _ _ _