Chords for Ja zuster, nee zuster - samen met u onder een paraplu
Tempo:
121.9 bpm
Chords used:
Bb
Eb
Ab
Fm
E
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[Eb] [Bb] [Eb] [Ab]
[Bb] [F]
[Bb] [Fm] [Ab]
[Bb]
[Eb] Oh, pardon.
[Bb]
[Eb] Loopt u zo alleen in de regen, juffrouw?
Mag ik u een eindje [Bb] vergezellen?
[Fm] Nou, ik [Cm] ben daar eigenlijk [Fm] tegen, [Ab]
meneer.
[F] Dat zal ik [Bb] u maar [Eb] dadelijk vertellen.
Pardon, juffrouw, maar het regent zo.
Kom, geef me [C] een arm.
[Eb] Het mag niet [B] van me, zuster, [Ab] maar het is wel lekker warm.
[Am] Samen met u [Gm] onder een [C] paraplu, bieden [Fm] we het.
Samen met u onder een
[Bb] paraplu.
Ze liepen door de plassen heen, spatten [E] en sputten.
[Bb] U kon geen antwoord overzien, het regende ontzettend.
[Eb] Is het niet gezellig, zo samen, juffrouw?
Is het niet gezellig [Bb] in de regen?
[Fm] Dank u, [Ab] ik ben waar ik zijn, meneer.
[Bb] Bij de halte van de [Eb] Rijn 9.
Pardon, juffrouw, de tram is weg, ik breng u naar de bus.
Ik loop niet graag met vreemden [Ab] mee, maar het is wel lekker knus.
[Am] Samen met u [Gm] onder een [C] paraplu, bieden [Fm] we het.
[Ab] Samen met u onder een paraplu.
[Bb] Ze liepen [E] langs de [Bb] watertafels, ze liepen langs de gracht.
Zo wandelde ze hand in hand tot de regen [Eb]
ontbrak.
[Bb] Hij zei, [E] juffrouw, pas op, die [Bb] plas, de weg is hier [E] zo smal.
[Bb] En loopt hij.
Hij [E]
[Bb] [Eb] [Bb] hielp haar mee, [E] klein meneer.
[Bb] De zuster, ze [Gm] had toch gelijk en dit doe ik [Bb] nooit meer.
[Eb] [Bb]
[Eb] [Ab] [Eb] [Ab]
[Bb] [Gm] [Fm]
[Bb] [Eb] Loopt u [Bb] zo alleen mee [Eb] [C] doorwegen, [Eb] juffrouw?
Mag ik u een eendje [Bb] vergezellen?
[Cm] Nou, ik ben daar eigenlijk tegen, meneer.
[Fm] Dat zal ik [Bb] u maar [Eb] dadelijk vertellen.
Ik heb een [Bb]
paraplu, [Eb] juffrouw.
Dat is een [F] goed idee.
[Eb] Maar loop een beetje sneller, [Ab] want ik moet naar de wc.
Samen met u [Gm] onder een [C] paraplu, bieden [Fm] we het.
Samen met u [Cm] onder een [Bb] [Eb] paraplu.
[Bb]
[Eb] Goedenavond.
Goedenavond.
[Bb] [F]
[Bb] [Fm] [Ab]
[Bb]
[Eb] Oh, pardon.
[Bb]
[Eb] Loopt u zo alleen in de regen, juffrouw?
Mag ik u een eindje [Bb] vergezellen?
[Fm] Nou, ik [Cm] ben daar eigenlijk [Fm] tegen, [Ab]
meneer.
[F] Dat zal ik [Bb] u maar [Eb] dadelijk vertellen.
Pardon, juffrouw, maar het regent zo.
Kom, geef me [C] een arm.
[Eb] Het mag niet [B] van me, zuster, [Ab] maar het is wel lekker warm.
[Am] Samen met u [Gm] onder een [C] paraplu, bieden [Fm] we het.
Samen met u onder een
[Bb] paraplu.
Ze liepen door de plassen heen, spatten [E] en sputten.
[Bb] U kon geen antwoord overzien, het regende ontzettend.
[Eb] Is het niet gezellig, zo samen, juffrouw?
Is het niet gezellig [Bb] in de regen?
[Fm] Dank u, [Ab] ik ben waar ik zijn, meneer.
[Bb] Bij de halte van de [Eb] Rijn 9.
Pardon, juffrouw, de tram is weg, ik breng u naar de bus.
Ik loop niet graag met vreemden [Ab] mee, maar het is wel lekker knus.
[Am] Samen met u [Gm] onder een [C] paraplu, bieden [Fm] we het.
[Ab] Samen met u onder een paraplu.
[Bb] Ze liepen [E] langs de [Bb] watertafels, ze liepen langs de gracht.
Zo wandelde ze hand in hand tot de regen [Eb]
ontbrak.
[Bb] Hij zei, [E] juffrouw, pas op, die [Bb] plas, de weg is hier [E] zo smal.
[Bb] En loopt hij.
Hij [E]
[Bb] [Eb] [Bb] hielp haar mee, [E] klein meneer.
[Bb] De zuster, ze [Gm] had toch gelijk en dit doe ik [Bb] nooit meer.
[Eb] [Bb]
[Eb] [Ab] [Eb] [Ab]
[Bb] [Gm] [Fm]
[Bb] [Eb] Loopt u [Bb] zo alleen mee [Eb] [C] doorwegen, [Eb] juffrouw?
Mag ik u een eendje [Bb] vergezellen?
[Cm] Nou, ik ben daar eigenlijk tegen, meneer.
[Fm] Dat zal ik [Bb] u maar [Eb] dadelijk vertellen.
Ik heb een [Bb]
paraplu, [Eb] juffrouw.
Dat is een [F] goed idee.
[Eb] Maar loop een beetje sneller, [Ab] want ik moet naar de wc.
Samen met u [Gm] onder een [C] paraplu, bieden [Fm] we het.
Samen met u [Cm] onder een [Bb] [Eb] paraplu.
[Bb]
[Eb] Goedenavond.
Goedenavond.
Key:
Bb
Eb
Ab
Fm
E
Bb
Eb
Ab
_ _ _ _ _ _ _ _
_ [Eb] _ _ [Bb] _ _ [Eb] _ _ [Ab] _
_ [Bb] _ _ _ _ [F] _ _ _
[Bb] _ _ _ _ _ [Fm] _ _ [Ab] _
_ _ _ _ _ [Bb] _ _ _
[Eb] Oh, pardon.
_ _ _ [Bb] _ _
_ [Eb] Loopt u zo alleen in de regen, juffrouw?
Mag ik u een eindje [Bb] vergezellen? _
_ [Fm] Nou, ik [Cm] ben daar eigenlijk [Fm] tegen, [Ab]
meneer.
[F] Dat zal ik [Bb] u maar [Eb] dadelijk vertellen. _
Pardon, juffrouw, maar het regent zo.
Kom, geef me [C] een arm.
[Eb] Het mag niet [B] van me, zuster, [Ab] maar het is wel lekker warm.
_ [Am] Samen met u [Gm] onder een [C] paraplu, bieden [Fm] we het.
Samen met u onder een _ _
[Bb] paraplu.
Ze liepen door de plassen heen, spatten [E] en sputten.
[Bb] U kon geen antwoord overzien, het regende ontzettend.
[Eb] Is het niet gezellig, zo samen, juffrouw?
Is het niet gezellig [Bb] in de regen? _
_ [Fm] Dank u, [Ab] ik ben waar ik zijn, meneer.
[Bb] Bij de halte van de [Eb] Rijn 9. _
Pardon, juffrouw, de tram is weg, ik breng u naar de bus.
Ik loop niet graag met vreemden [Ab] mee, maar het is wel lekker knus.
_ [Am] Samen met u [Gm] onder een [C] paraplu, bieden [Fm] we het.
[Ab] Samen met u onder een paraplu.
[Bb] Ze liepen [E] langs de [Bb] watertafels, ze liepen langs de gracht.
Zo wandelde ze hand in hand tot de regen [Eb]
ontbrak.
[Bb] Hij zei, [E] juffrouw, pas op, die [Bb] plas, de weg is hier [E] zo smal.
[Bb] En loopt hij.
_ _ Hij [E] _
_ [Bb] _ _ [Eb] _ _ [Bb] hielp haar mee, _ _ [E] klein meneer.
[Bb] De zuster, ze [Gm] had toch gelijk en dit doe ik [Bb] nooit meer.
[Eb] _ _ [Bb] _
_ [Eb] _ _ [Ab] _ _ [Eb] _ _ [Ab] _
_ [Bb] _ _ [Gm] _ [Fm] _ _ _ _
[Bb] _ _ _ _ [Eb] _ Loopt u [Bb] zo alleen mee [Eb] _ [C] doorwegen, [Eb] juffrouw?
Mag ik u een eendje [Bb] vergezellen?
_ _ [Cm] Nou, ik ben daar eigenlijk tegen, meneer.
[Fm] Dat zal ik [Bb] u maar [Eb] dadelijk vertellen.
_ Ik heb een [Bb]
paraplu, [Eb] juffrouw.
Dat is een [F] goed idee.
[Eb] Maar loop een beetje sneller, [Ab] want ik moet naar de wc.
_ _ Samen met u [Gm] onder een [C] paraplu, bieden [Fm] we het.
Samen met u [Cm] onder een _ [Bb] _ _ [Eb] _ paraplu.
_ _ _ _ _ _ _ [Bb] _
_ [Eb] _ _ _ _ Goedenavond.
Goedenavond. _ _ _ _ _ _ _
_ [Eb] _ _ [Bb] _ _ [Eb] _ _ [Ab] _
_ [Bb] _ _ _ _ [F] _ _ _
[Bb] _ _ _ _ _ [Fm] _ _ [Ab] _
_ _ _ _ _ [Bb] _ _ _
[Eb] Oh, pardon.
_ _ _ [Bb] _ _
_ [Eb] Loopt u zo alleen in de regen, juffrouw?
Mag ik u een eindje [Bb] vergezellen? _
_ [Fm] Nou, ik [Cm] ben daar eigenlijk [Fm] tegen, [Ab]
meneer.
[F] Dat zal ik [Bb] u maar [Eb] dadelijk vertellen. _
Pardon, juffrouw, maar het regent zo.
Kom, geef me [C] een arm.
[Eb] Het mag niet [B] van me, zuster, [Ab] maar het is wel lekker warm.
_ [Am] Samen met u [Gm] onder een [C] paraplu, bieden [Fm] we het.
Samen met u onder een _ _
[Bb] paraplu.
Ze liepen door de plassen heen, spatten [E] en sputten.
[Bb] U kon geen antwoord overzien, het regende ontzettend.
[Eb] Is het niet gezellig, zo samen, juffrouw?
Is het niet gezellig [Bb] in de regen? _
_ [Fm] Dank u, [Ab] ik ben waar ik zijn, meneer.
[Bb] Bij de halte van de [Eb] Rijn 9. _
Pardon, juffrouw, de tram is weg, ik breng u naar de bus.
Ik loop niet graag met vreemden [Ab] mee, maar het is wel lekker knus.
_ [Am] Samen met u [Gm] onder een [C] paraplu, bieden [Fm] we het.
[Ab] Samen met u onder een paraplu.
[Bb] Ze liepen [E] langs de [Bb] watertafels, ze liepen langs de gracht.
Zo wandelde ze hand in hand tot de regen [Eb]
ontbrak.
[Bb] Hij zei, [E] juffrouw, pas op, die [Bb] plas, de weg is hier [E] zo smal.
[Bb] En loopt hij.
_ _ Hij [E] _
_ [Bb] _ _ [Eb] _ _ [Bb] hielp haar mee, _ _ [E] klein meneer.
[Bb] De zuster, ze [Gm] had toch gelijk en dit doe ik [Bb] nooit meer.
[Eb] _ _ [Bb] _
_ [Eb] _ _ [Ab] _ _ [Eb] _ _ [Ab] _
_ [Bb] _ _ [Gm] _ [Fm] _ _ _ _
[Bb] _ _ _ _ [Eb] _ Loopt u [Bb] zo alleen mee [Eb] _ [C] doorwegen, [Eb] juffrouw?
Mag ik u een eendje [Bb] vergezellen?
_ _ [Cm] Nou, ik ben daar eigenlijk tegen, meneer.
[Fm] Dat zal ik [Bb] u maar [Eb] dadelijk vertellen.
_ Ik heb een [Bb]
paraplu, [Eb] juffrouw.
Dat is een [F] goed idee.
[Eb] Maar loop een beetje sneller, [Ab] want ik moet naar de wc.
_ _ Samen met u [Gm] onder een [C] paraplu, bieden [Fm] we het.
Samen met u [Cm] onder een _ [Bb] _ _ [Eb] _ paraplu.
_ _ _ _ _ _ _ [Bb] _
_ [Eb] _ _ _ _ Goedenavond.
Goedenavond. _ _ _ _ _ _ _