Chords for Johnny Lion en de Jumping jewels Sophietje
Tempo:
64.95 bpm
Chords used:
A
E
D
B
F#
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[B]
Ze dronk randja met een rietje, [D] een menseliedje.
[A] Op een Amsterdamster, [E] zij was roland als een gast.
[A] Als een molen [E] aan een mens.
Ze deed [A] misschien wat ik moest zeggen, [D] haar uit moest leggen.
[A] Ik died zotke piet, al wel [E] weet.
Dat ze mij meteen iets deed, [A] meteen iets deed.
Ik zag [D] meisjes in Parijs, aan hun keulen.
In [A] Hansen, in Londen, in Berlijn.
Maar ik [E] kon niet zien wat ze mochten [A] er zijn.
Maar de [D] mooiste van de mooiste is Sophie.
Ik doe de [A] liefde is ze zeker, aan [E] Janine.
Want een meisje als Sophie, is een lentehuis.
In een symfonie, in mezelf [A] mocht ik een liedje, [D] een melodie draaien.
[A] Het is een liedje met een laag.
[E] Dat ik hoorde sinds ik haar zag, sinds ik [A] haar zag.
[D] [A]
[E] [A]
[E] [A] [D] [A]
[F#] [E] [A]
Ik zag meisjes [D] in Parijs, aan hun keulen.
In Helsinki, [A] in Londen, in Berlijn.
Maar ik kon niet [E] zien wat ze mochten [A] er zijn.
Maar de mooiste [D] van de mooiste is Sophie.
Ik doe de liefde [A] is ze zeker, aan Janine.
[E] Want een meisje als [B] Sophie, is [E] een lentesymfonie.
Zij droogt aan [A] Janine, en [D] Sophie draagt aan Janine.
[A] Want een damesnaam, damesnaam gaat.
[E] Toen wist ik dat mijn Sophie, de [A] liefste was.
Ze dronk randja met een rietje, [D] een menseliedje.
[A] Op een Amsterdamster, [E] zij was roland als een gast.
[A] Als een molen [E] aan een mens.
Ze deed [A] misschien wat ik moest zeggen, [D] haar uit moest leggen.
[A] Ik died zotke piet, al wel [E] weet.
Dat ze mij meteen iets deed, [A] meteen iets deed.
Ik zag [D] meisjes in Parijs, aan hun keulen.
In [A] Hansen, in Londen, in Berlijn.
Maar ik [E] kon niet zien wat ze mochten [A] er zijn.
Maar de [D] mooiste van de mooiste is Sophie.
Ik doe de [A] liefde is ze zeker, aan [E] Janine.
Want een meisje als Sophie, is een lentehuis.
In een symfonie, in mezelf [A] mocht ik een liedje, [D] een melodie draaien.
[A] Het is een liedje met een laag.
[E] Dat ik hoorde sinds ik haar zag, sinds ik [A] haar zag.
[D] [A]
[E] [A]
[E] [A] [D] [A]
[F#] [E] [A]
Ik zag meisjes [D] in Parijs, aan hun keulen.
In Helsinki, [A] in Londen, in Berlijn.
Maar ik kon niet [E] zien wat ze mochten [A] er zijn.
Maar de mooiste [D] van de mooiste is Sophie.
Ik doe de liefde [A] is ze zeker, aan Janine.
[E] Want een meisje als [B] Sophie, is [E] een lentesymfonie.
Zij droogt aan [A] Janine, en [D] Sophie draagt aan Janine.
[A] Want een damesnaam, damesnaam gaat.
[E] Toen wist ik dat mijn Sophie, de [A] liefste was.
Key:
A
E
D
B
F#
A
E
D
_ _ _ _ _ _ _ [B] _
_ Ze dronk randja met een rietje, [D] een menseliedje.
[A] Op een Amsterdamster, [E] zij was roland als een gast.
[A] Als een molen [E] aan een mens.
Ze deed [A] misschien wat ik moest zeggen, [D] haar uit moest leggen.
[A] Ik died zotke piet, al wel [E] weet.
Dat ze mij meteen iets deed, [A] meteen iets deed.
_ Ik zag [D] meisjes in Parijs, aan hun keulen.
In [A] Hansen, in Londen, in Berlijn.
Maar ik [E] kon niet zien wat ze mochten [A] er zijn.
Maar de [D] mooiste van de mooiste is Sophie.
Ik doe de [A] liefde is ze zeker, aan [E] Janine.
Want een meisje als Sophie, is een lentehuis.
In een symfonie, in mezelf [A] mocht ik een liedje, [D] een melodie draaien.
[A] Het is een liedje met een laag.
[E] Dat ik hoorde sinds ik haar zag, sinds ik [A] haar zag.
_ _ _ _ [D] _ _ [A] _
_ _ _ [E] _ _ _ _ [A] _
_ [E] _ _ [A] _ _ [D] _ _ [A] _
_ _ [F#] _ _ [E] _ _ _ [A] _
_ Ik zag meisjes [D] in Parijs, aan hun keulen.
In Helsinki, [A] in Londen, in Berlijn.
Maar ik kon niet [E] zien wat ze mochten [A] er zijn.
Maar de mooiste [D] van de mooiste is Sophie.
Ik doe de liefde [A] is ze zeker, aan Janine.
[E] Want een meisje als [B] Sophie, is [E] een lentesymfonie.
Zij droogt aan [A] Janine, en [D] Sophie draagt aan Janine.
[A] Want een damesnaam, damesnaam gaat.
[E] Toen wist ik dat mijn Sophie, de [A] liefste was. _ _ _ _ _ _ _
_ Ze dronk randja met een rietje, [D] een menseliedje.
[A] Op een Amsterdamster, [E] zij was roland als een gast.
[A] Als een molen [E] aan een mens.
Ze deed [A] misschien wat ik moest zeggen, [D] haar uit moest leggen.
[A] Ik died zotke piet, al wel [E] weet.
Dat ze mij meteen iets deed, [A] meteen iets deed.
_ Ik zag [D] meisjes in Parijs, aan hun keulen.
In [A] Hansen, in Londen, in Berlijn.
Maar ik [E] kon niet zien wat ze mochten [A] er zijn.
Maar de [D] mooiste van de mooiste is Sophie.
Ik doe de [A] liefde is ze zeker, aan [E] Janine.
Want een meisje als Sophie, is een lentehuis.
In een symfonie, in mezelf [A] mocht ik een liedje, [D] een melodie draaien.
[A] Het is een liedje met een laag.
[E] Dat ik hoorde sinds ik haar zag, sinds ik [A] haar zag.
_ _ _ _ [D] _ _ [A] _
_ _ _ [E] _ _ _ _ [A] _
_ [E] _ _ [A] _ _ [D] _ _ [A] _
_ _ [F#] _ _ [E] _ _ _ [A] _
_ Ik zag meisjes [D] in Parijs, aan hun keulen.
In Helsinki, [A] in Londen, in Berlijn.
Maar ik kon niet [E] zien wat ze mochten [A] er zijn.
Maar de mooiste [D] van de mooiste is Sophie.
Ik doe de liefde [A] is ze zeker, aan Janine.
[E] Want een meisje als [B] Sophie, is [E] een lentesymfonie.
Zij droogt aan [A] Janine, en [D] Sophie draagt aan Janine.
[A] Want een damesnaam, damesnaam gaat.
[E] Toen wist ik dat mijn Sophie, de [A] liefste was. _ _ _ _ _ _ _