Chords for Kabouter Plop - Jij praat te veel
Tempo:
100.05 bpm
Chords used:
Cm
G
Fm
Ab
Bb
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[C] Ja, da, da, Kwabbeltje!
[G] [C]
Plopperdeplopperdeplop, wat ben ik blij dat ie vertrokken is.
Ik [Em] heb barstende hoofdpijn.
Ja, dat kan ook niet anders.
Kwabbel heeft hier zeker, zeker meer dan een uur gestaan, Kwabbel.
Bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla.
En ik zal nog eens iets zeggen.
Bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla.
Ik heb er een puntoof van.
Hallo, kiedokie.
[N]
Dag, Plopje.
Kluis, kan ik iets voor je doen?
Ja, ja.
Stil zijn.
Ik heb zo'n hoofdpijn.
Jij ook al?
Ja.
En weet je hoe dat komt?
Vanmorgen is Kwabbeltje bij mij op bezoek geweest.
Zeker een uur lang.
Helemaal kwibbelen, helemaal kwibbelen.
Bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla. Ja, ja.
En ik zal nog eens iets zeggen.
Bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla.
Bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla.
Je weet het.
Ja, ja, ja.
Ze is hier ook al geweest, maar gelukkig is ze nu weg.
Klusserde, klusserde, kluss.
Dan kunnen we nu genieten van onze rust en de stilte.
[G] [Gm] Volk!
[D]
Zeg, ik moet eens iets zeggen.
Jij hebt hoofdpijn.
[G] Ja, ja, dat is heel echt waar.
Zeg, want weten jullie wie er daar straks bij mij op bezoek is geweest?
Kwabbel.
[N] Ja, en weten jullie wat ze gedaan heeft?
Ja, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla.
En ik zal nog eens iets zeggen.
Bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla.
Hoe?
Hoe weten jullie dat allemaal?
Ja, Kwabbel is bij ons ook op bezoek geweest en ik
Het is niet waar.
Het is wel waar.
Ze is wel bij ons op bezoek geweest.
Ja, maar dat bedoel ik toch niet.
Ik bedoel het is niet waar.
Daar is ze [E] weer.
Hoerree.
Dag, dag, [Cm]
dag.
Zeg, zal ik eens iets zeggen?
Kwabbel, zeg jij maar niets meer.
[Gm] En waarom dan [Cm] wel niet als ik vragen mag?
Omdat je altijd veel te veel praat.
Ja, [G] en ik word daar zo [Cm] moe van.
Wat?
Praat dan.
Jij praat te veel, [Fm] jij praat te veel, [G] jij praat, jij praat, [Cm] jij praat te veel.
Kun jij nu nooit [Ebm] eens [G] stil zijn?
[Cm] Jij praat te veel, [Fm] jij praat te veel, [G] jij praat, jij praat, [Cm] jij praat te veel.
Zo [Ab] krijgen wij [G] weer [Cm] hoofdpijn.
[Eb]
[Fm] [Bb] [Eb] [Fm] [Bb] [Eb] Weet je [Cm] al wat ik [Fm] gezien heb?
Ik zal [Bb] het eens terug [Gm] vertellen.
Luim die ging [Cm] dan juist naar [Ab] buiten, want hij moest [Bb] een brief [Eb] bestellen.
Maar een paar [Cm] minuten [Fm] later liep Lai al [Bb] heel hard terug te [Gm] graven.
Hij is [Cm] in het glas gaan [Ab] liggen en heeft [G] nog drie uur geslapen.
[Ab] Oh, en ik zal [A] nog eens iets zeggen. [G] Kwabbel.
Oeps, praat weer [Db] veel zeker.
[G] Inderdaad, ja.
Ja, veel te veel.
[Cm] Jij praat te veel, [Fm] jij praat te veel, [G] jij praat, jij praat, [Cm] jij praat te veel.
Kun jij nu nooit [C] eens [G] stil zijn?
[Cm] Jij praat te veel, [Fm] jij praat te veel, [G] jij praat, jij praat, [Cm] jij praat te veel.
Zo [Ab] krijgen wij [G] weer [Cm] hoofdpijn.
[Eb]
[Fm] [Bb] [Eb] [Cm] [Ab] [Bb] [Eb]
[Fm] [Bb] [Eb] [Ab] [Bb] [Eb] Weet je [Cm] wat ik nu [Fm] gehoord heb?
Dit moet [Bb] iedereen echt [Gm] weten.
De klus die [Cm] is van [D] juist hier [Ab] buiten door een [Eb] grote mug gegeten.
Plus die dan toen vlug een [Fm] hamer, want hij wou [Bb] die [D] mug [Gm] verjagen.
Maar toen [Cm] heeft hij met die [Ab] hamer op zijn [G] hoofd van Plop [Ab] geslagen.
Oh, en [A] ik zal nog eens iets [G] zeggen, hè.
Dat is niet waar, hè.
[Ab] Oeh, wil je dat ik [A] nog iets zeg?
Nee, [G] natuurlijk niet, dan wordt hij daar helemaal [Db] gek van.
Goed [Gm] gezegd, Plopje.
Nu [Db] zullen wij iets zeggen.
[G] Ah, ja?
[Cm] Jij praat te veel, [Fm] jij praat te [G] veel, jij praat, jij [Cm] praat, jij praat te veel.
Kun [Ab] jij nu nooit [D] eens [G] stil zijn?
[Cm] Jij praat te veel, [Fm] jij praat te veel, [G] jij praat, jij [Cm] praat, jij praat te veel.
Zo [Ab] krijgen [D] wij [G] weer [Cm] hoofdpijn.
Jij praat te veel, [Fm] jij [F] praat te veel, [G] jij praat, jij [Cm] praat, jij praat te veel.
Kun [Ab] jij nu nooit [Ebm] eens [G] stil zijn?
[Cm] Jij praat het [Fm] weer, jij praat het weer, [G] jij praat, jij [Cm] praat, jij praat het weer.
Zo krijgen [Fm] wij [G] weer [C] on-eng.
[Dbm]
Krabbel de kweb.
[Gb] [N]
[G] [C]
Plopperdeplopperdeplop, wat ben ik blij dat ie vertrokken is.
Ik [Em] heb barstende hoofdpijn.
Ja, dat kan ook niet anders.
Kwabbel heeft hier zeker, zeker meer dan een uur gestaan, Kwabbel.
Bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla.
En ik zal nog eens iets zeggen.
Bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla.
Ik heb er een puntoof van.
Hallo, kiedokie.
[N]
Dag, Plopje.
Kluis, kan ik iets voor je doen?
Ja, ja.
Stil zijn.
Ik heb zo'n hoofdpijn.
Jij ook al?
Ja.
En weet je hoe dat komt?
Vanmorgen is Kwabbeltje bij mij op bezoek geweest.
Zeker een uur lang.
Helemaal kwibbelen, helemaal kwibbelen.
Bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla. Ja, ja.
En ik zal nog eens iets zeggen.
Bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla.
Bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla.
Je weet het.
Ja, ja, ja.
Ze is hier ook al geweest, maar gelukkig is ze nu weg.
Klusserde, klusserde, kluss.
Dan kunnen we nu genieten van onze rust en de stilte.
[G] [Gm] Volk!
[D]
Zeg, ik moet eens iets zeggen.
Jij hebt hoofdpijn.
[G] Ja, ja, dat is heel echt waar.
Zeg, want weten jullie wie er daar straks bij mij op bezoek is geweest?
Kwabbel.
[N] Ja, en weten jullie wat ze gedaan heeft?
Ja, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla.
En ik zal nog eens iets zeggen.
Bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla.
Hoe?
Hoe weten jullie dat allemaal?
Ja, Kwabbel is bij ons ook op bezoek geweest en ik
Het is niet waar.
Het is wel waar.
Ze is wel bij ons op bezoek geweest.
Ja, maar dat bedoel ik toch niet.
Ik bedoel het is niet waar.
Daar is ze [E] weer.
Hoerree.
Dag, dag, [Cm]
dag.
Zeg, zal ik eens iets zeggen?
Kwabbel, zeg jij maar niets meer.
[Gm] En waarom dan [Cm] wel niet als ik vragen mag?
Omdat je altijd veel te veel praat.
Ja, [G] en ik word daar zo [Cm] moe van.
Wat?
Praat dan.
Jij praat te veel, [Fm] jij praat te veel, [G] jij praat, jij praat, [Cm] jij praat te veel.
Kun jij nu nooit [Ebm] eens [G] stil zijn?
[Cm] Jij praat te veel, [Fm] jij praat te veel, [G] jij praat, jij praat, [Cm] jij praat te veel.
Zo [Ab] krijgen wij [G] weer [Cm] hoofdpijn.
[Eb]
[Fm] [Bb] [Eb] [Fm] [Bb] [Eb] Weet je [Cm] al wat ik [Fm] gezien heb?
Ik zal [Bb] het eens terug [Gm] vertellen.
Luim die ging [Cm] dan juist naar [Ab] buiten, want hij moest [Bb] een brief [Eb] bestellen.
Maar een paar [Cm] minuten [Fm] later liep Lai al [Bb] heel hard terug te [Gm] graven.
Hij is [Cm] in het glas gaan [Ab] liggen en heeft [G] nog drie uur geslapen.
[Ab] Oh, en ik zal [A] nog eens iets zeggen. [G] Kwabbel.
Oeps, praat weer [Db] veel zeker.
[G] Inderdaad, ja.
Ja, veel te veel.
[Cm] Jij praat te veel, [Fm] jij praat te veel, [G] jij praat, jij praat, [Cm] jij praat te veel.
Kun jij nu nooit [C] eens [G] stil zijn?
[Cm] Jij praat te veel, [Fm] jij praat te veel, [G] jij praat, jij praat, [Cm] jij praat te veel.
Zo [Ab] krijgen wij [G] weer [Cm] hoofdpijn.
[Eb]
[Fm] [Bb] [Eb] [Cm] [Ab] [Bb] [Eb]
[Fm] [Bb] [Eb] [Ab] [Bb] [Eb] Weet je [Cm] wat ik nu [Fm] gehoord heb?
Dit moet [Bb] iedereen echt [Gm] weten.
De klus die [Cm] is van [D] juist hier [Ab] buiten door een [Eb] grote mug gegeten.
Plus die dan toen vlug een [Fm] hamer, want hij wou [Bb] die [D] mug [Gm] verjagen.
Maar toen [Cm] heeft hij met die [Ab] hamer op zijn [G] hoofd van Plop [Ab] geslagen.
Oh, en [A] ik zal nog eens iets [G] zeggen, hè.
Dat is niet waar, hè.
[Ab] Oeh, wil je dat ik [A] nog iets zeg?
Nee, [G] natuurlijk niet, dan wordt hij daar helemaal [Db] gek van.
Goed [Gm] gezegd, Plopje.
Nu [Db] zullen wij iets zeggen.
[G] Ah, ja?
[Cm] Jij praat te veel, [Fm] jij praat te [G] veel, jij praat, jij [Cm] praat, jij praat te veel.
Kun [Ab] jij nu nooit [D] eens [G] stil zijn?
[Cm] Jij praat te veel, [Fm] jij praat te veel, [G] jij praat, jij [Cm] praat, jij praat te veel.
Zo [Ab] krijgen [D] wij [G] weer [Cm] hoofdpijn.
Jij praat te veel, [Fm] jij [F] praat te veel, [G] jij praat, jij [Cm] praat, jij praat te veel.
Kun [Ab] jij nu nooit [Ebm] eens [G] stil zijn?
[Cm] Jij praat het [Fm] weer, jij praat het weer, [G] jij praat, jij [Cm] praat, jij praat het weer.
Zo krijgen [Fm] wij [G] weer [C] on-eng.
[Dbm]
Krabbel de kweb.
[Gb] [N]
Key:
Cm
G
Fm
Ab
Bb
Cm
G
Fm
_ _ [C] _ _ _ Ja, da, da, Kwabbeltje!
[G] _ _ [C] _ _ _
Plopperdeplopperdeplop, wat ben ik blij dat ie vertrokken is.
Ik [Em] heb barstende hoofdpijn.
Ja, dat kan ook niet anders.
Kwabbel heeft hier zeker, zeker meer dan een uur gestaan, Kwabbel.
Bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla.
En ik zal nog eens iets zeggen.
Bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla.
Ik heb er een puntoof van. _ _ _
Hallo, kiedokie.
[N] _ _ _ _ _ _
Dag, Plopje.
Kluis, kan ik iets voor je doen?
Ja, ja.
Stil zijn.
Ik heb zo'n hoofdpijn.
Jij ook al?
Ja.
En weet je hoe dat komt?
Vanmorgen is Kwabbeltje bij mij op bezoek geweest.
Zeker een uur lang.
Helemaal kwibbelen, helemaal kwibbelen.
Bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla. Ja, ja.
En ik zal nog eens iets zeggen.
Bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla.
Bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla.
Je weet het.
Ja, ja, ja.
Ze is hier ook al geweest, maar gelukkig is ze nu weg.
Klusserde, klusserde, kluss.
Dan kunnen we nu genieten van onze rust en de stilte. _ _ _
[G] _ _ [Gm] Volk!
_ [D] _ _
Zeg, ik moet eens iets zeggen.
Jij hebt hoofdpijn.
[G] Ja, ja, dat is heel echt waar.
Zeg, want weten jullie wie er daar straks bij mij op bezoek is geweest?
Kwabbel.
[N] _ _ Ja, en weten jullie wat ze gedaan heeft?
Ja, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla.
En ik zal nog eens iets zeggen.
Bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla.
Hoe?
Hoe weten jullie dat allemaal?
Ja, Kwabbel is bij ons ook op bezoek geweest en ik_
Het is niet waar.
Het is wel waar.
Ze is wel bij ons op bezoek geweest.
Ja, maar dat bedoel ik toch niet.
Ik bedoel het is niet waar.
Daar is ze [E] weer.
Hoerree.
_ Dag, dag, _ _ _ _ _ _ [Cm] _
dag.
Zeg, zal ik eens iets zeggen?
Kwabbel, zeg jij maar niets meer.
_ [Gm] En waarom dan [Cm] wel niet als ik vragen mag?
Omdat je altijd veel te veel praat.
Ja, [G] en ik word daar zo [Cm] moe van.
Wat?
_ _ Praat dan.
Jij praat te veel, [Fm] jij praat te veel, [G] jij praat, jij praat, [Cm] jij praat te veel.
Kun jij nu nooit [Ebm] eens [G] stil zijn?
[Cm] Jij praat te veel, [Fm] jij praat te veel, [G] jij praat, jij praat, [Cm] jij praat te veel.
Zo [Ab] krijgen wij [G] weer _ [Cm] hoofdpijn.
[Eb] _ _
[Fm] _ [Bb] _ [Eb] _ _ [Fm] _ [Bb] _ [Eb] Weet je [Cm] al wat ik [Fm] gezien heb?
Ik zal [Bb] het eens terug [Gm] vertellen.
Luim die ging [Cm] dan juist naar [Ab] buiten, want hij moest [Bb] een brief [Eb] bestellen.
Maar een paar [Cm] minuten [Fm] later liep Lai al [Bb] heel hard terug te [Gm] graven.
Hij is [Cm] in het glas gaan [Ab] liggen en heeft [G] nog drie uur geslapen. _
[Ab] Oh, en ik zal [A] nog eens iets zeggen. [G] Kwabbel.
Oeps, praat weer [Db] veel zeker.
[G] Inderdaad, ja.
Ja, veel te veel.
[Cm] Jij praat te veel, [Fm] jij praat te veel, [G] jij praat, jij praat, [Cm] jij praat te veel.
Kun jij nu nooit [C] eens [G] stil zijn?
[Cm] Jij praat te veel, [Fm] jij praat te veel, [G] jij praat, jij praat, [Cm] jij praat te veel.
Zo [Ab] krijgen wij [G] weer _ [Cm] hoofdpijn.
[Eb] _ _
[Fm] _ [Bb] _ [Eb] _ [Cm] _ [Ab] _ [Bb] _ [Eb] _ _
[Fm] _ [Bb] _ [Eb] _ _ [Ab] _ [Bb] _ [Eb] Weet je [Cm] wat ik nu [Fm] gehoord heb?
Dit moet [Bb] iedereen echt [Gm] weten.
De klus die [Cm] is van [D] juist hier [Ab] buiten door een [Eb] grote mug gegeten.
Plus die dan toen vlug een [Fm] hamer, want hij wou [Bb] die [D] mug [Gm] verjagen.
Maar toen [Cm] heeft hij met die [Ab] hamer op zijn [G] hoofd van Plop [Ab] geslagen.
Oh, en [A] ik zal nog eens iets [G] zeggen, hè.
Dat is niet waar, hè.
[Ab] Oeh, wil je dat ik [A] nog iets zeg?
Nee, [G] natuurlijk niet, dan wordt hij daar helemaal [Db] gek van.
Goed [Gm] gezegd, Plopje.
Nu [Db] zullen wij iets zeggen.
[G] Ah, ja?
[Cm] Jij praat te veel, [Fm] jij praat te [G] veel, jij praat, jij [Cm] praat, jij praat te veel.
Kun [Ab] jij nu nooit [D] eens [G] stil zijn?
[Cm] Jij praat te veel, [Fm] jij praat te veel, [G] jij praat, jij [Cm] praat, jij praat te veel.
Zo [Ab] krijgen [D] wij [G] weer _ [Cm] hoofdpijn.
Jij praat te veel, [Fm] jij [F] praat te veel, [G] jij praat, jij [Cm] praat, jij praat te veel.
Kun [Ab] jij nu nooit [Ebm] eens [G] stil zijn?
[Cm] Jij praat het [Fm] weer, jij praat het weer, [G] jij praat, jij [Cm] praat, jij praat het weer.
Zo krijgen [Fm] wij [G] weer [C] on-eng. _ _ _ _
_ _ _ _ _ [Dbm] _ _
Krabbel de kweb. _ _ _ _ _ _
_ _ _ [Gb] _ _ _ _ [N] _
[G] _ _ [C] _ _ _
Plopperdeplopperdeplop, wat ben ik blij dat ie vertrokken is.
Ik [Em] heb barstende hoofdpijn.
Ja, dat kan ook niet anders.
Kwabbel heeft hier zeker, zeker meer dan een uur gestaan, Kwabbel.
Bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla.
En ik zal nog eens iets zeggen.
Bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla.
Ik heb er een puntoof van. _ _ _
Hallo, kiedokie.
[N] _ _ _ _ _ _
Dag, Plopje.
Kluis, kan ik iets voor je doen?
Ja, ja.
Stil zijn.
Ik heb zo'n hoofdpijn.
Jij ook al?
Ja.
En weet je hoe dat komt?
Vanmorgen is Kwabbeltje bij mij op bezoek geweest.
Zeker een uur lang.
Helemaal kwibbelen, helemaal kwibbelen.
Bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla. Ja, ja.
En ik zal nog eens iets zeggen.
Bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla.
Bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla.
Je weet het.
Ja, ja, ja.
Ze is hier ook al geweest, maar gelukkig is ze nu weg.
Klusserde, klusserde, kluss.
Dan kunnen we nu genieten van onze rust en de stilte. _ _ _
[G] _ _ [Gm] Volk!
_ [D] _ _
Zeg, ik moet eens iets zeggen.
Jij hebt hoofdpijn.
[G] Ja, ja, dat is heel echt waar.
Zeg, want weten jullie wie er daar straks bij mij op bezoek is geweest?
Kwabbel.
[N] _ _ Ja, en weten jullie wat ze gedaan heeft?
Ja, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla.
En ik zal nog eens iets zeggen.
Bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla, bla.
Hoe?
Hoe weten jullie dat allemaal?
Ja, Kwabbel is bij ons ook op bezoek geweest en ik_
Het is niet waar.
Het is wel waar.
Ze is wel bij ons op bezoek geweest.
Ja, maar dat bedoel ik toch niet.
Ik bedoel het is niet waar.
Daar is ze [E] weer.
Hoerree.
_ Dag, dag, _ _ _ _ _ _ [Cm] _
dag.
Zeg, zal ik eens iets zeggen?
Kwabbel, zeg jij maar niets meer.
_ [Gm] En waarom dan [Cm] wel niet als ik vragen mag?
Omdat je altijd veel te veel praat.
Ja, [G] en ik word daar zo [Cm] moe van.
Wat?
_ _ Praat dan.
Jij praat te veel, [Fm] jij praat te veel, [G] jij praat, jij praat, [Cm] jij praat te veel.
Kun jij nu nooit [Ebm] eens [G] stil zijn?
[Cm] Jij praat te veel, [Fm] jij praat te veel, [G] jij praat, jij praat, [Cm] jij praat te veel.
Zo [Ab] krijgen wij [G] weer _ [Cm] hoofdpijn.
[Eb] _ _
[Fm] _ [Bb] _ [Eb] _ _ [Fm] _ [Bb] _ [Eb] Weet je [Cm] al wat ik [Fm] gezien heb?
Ik zal [Bb] het eens terug [Gm] vertellen.
Luim die ging [Cm] dan juist naar [Ab] buiten, want hij moest [Bb] een brief [Eb] bestellen.
Maar een paar [Cm] minuten [Fm] later liep Lai al [Bb] heel hard terug te [Gm] graven.
Hij is [Cm] in het glas gaan [Ab] liggen en heeft [G] nog drie uur geslapen. _
[Ab] Oh, en ik zal [A] nog eens iets zeggen. [G] Kwabbel.
Oeps, praat weer [Db] veel zeker.
[G] Inderdaad, ja.
Ja, veel te veel.
[Cm] Jij praat te veel, [Fm] jij praat te veel, [G] jij praat, jij praat, [Cm] jij praat te veel.
Kun jij nu nooit [C] eens [G] stil zijn?
[Cm] Jij praat te veel, [Fm] jij praat te veel, [G] jij praat, jij praat, [Cm] jij praat te veel.
Zo [Ab] krijgen wij [G] weer _ [Cm] hoofdpijn.
[Eb] _ _
[Fm] _ [Bb] _ [Eb] _ [Cm] _ [Ab] _ [Bb] _ [Eb] _ _
[Fm] _ [Bb] _ [Eb] _ _ [Ab] _ [Bb] _ [Eb] Weet je [Cm] wat ik nu [Fm] gehoord heb?
Dit moet [Bb] iedereen echt [Gm] weten.
De klus die [Cm] is van [D] juist hier [Ab] buiten door een [Eb] grote mug gegeten.
Plus die dan toen vlug een [Fm] hamer, want hij wou [Bb] die [D] mug [Gm] verjagen.
Maar toen [Cm] heeft hij met die [Ab] hamer op zijn [G] hoofd van Plop [Ab] geslagen.
Oh, en [A] ik zal nog eens iets [G] zeggen, hè.
Dat is niet waar, hè.
[Ab] Oeh, wil je dat ik [A] nog iets zeg?
Nee, [G] natuurlijk niet, dan wordt hij daar helemaal [Db] gek van.
Goed [Gm] gezegd, Plopje.
Nu [Db] zullen wij iets zeggen.
[G] Ah, ja?
[Cm] Jij praat te veel, [Fm] jij praat te [G] veel, jij praat, jij [Cm] praat, jij praat te veel.
Kun [Ab] jij nu nooit [D] eens [G] stil zijn?
[Cm] Jij praat te veel, [Fm] jij praat te veel, [G] jij praat, jij [Cm] praat, jij praat te veel.
Zo [Ab] krijgen [D] wij [G] weer _ [Cm] hoofdpijn.
Jij praat te veel, [Fm] jij [F] praat te veel, [G] jij praat, jij [Cm] praat, jij praat te veel.
Kun [Ab] jij nu nooit [Ebm] eens [G] stil zijn?
[Cm] Jij praat het [Fm] weer, jij praat het weer, [G] jij praat, jij [Cm] praat, jij praat het weer.
Zo krijgen [Fm] wij [G] weer [C] on-eng. _ _ _ _
_ _ _ _ _ [Dbm] _ _
Krabbel de kweb. _ _ _ _ _ _
_ _ _ [Gb] _ _ _ _ [N] _