Chords for Katastroof - Paterkesdans
Tempo:
111.15 bpm
Chords used:
Am
G
C
Fm
Em
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[Am]
Grrr
King [C] over [G] list is [Am] nort dat duiven en allen van bakrapist.
De nat die kwam ter stonker maaien, [G] hij vroeg me wel [Am] wat is.
Gij z'n farme vink, meneer, komt gij eens efkes mee?
En t'was in de kapel dat [C] de minius [G] dat [E] buistel bij zich [Am] wild is.
Daanse [C] met de [G]
falterkust, daanse [Am] in dat daar.
Daanse [G] met de falterkust, van hier naar d'r [Am] via daar.
[G]
[Am] [G]
[Am] Ik [C] reed [G] vertrek, men [Am] vriend, dat paai, en me ging het erop retret.
T'was niet voor de bezinning, nee, t'was [G] niet voor [Am] het gebed.
[Fm] T'was ook niet [Am] voor de stilte en de rust in de ataai.
T'was niet voor mij, trappist, de braver [G] in de [Em] braveraai.
T'was [Am] voor de daanse [G] met de falterkust, daanse [Am] in dat daar.
Daanse [G] met de falterkust, van hier naar d'r [Am] via daar.
[G]
[Am] [G]
[Am] De rust van [G] deze [Am] aataai, die werd er nikske niet verstoord.
Ne zucht, ne noest, ne vloog, ne schijt werd zelden hier gehoord.
[F] Maar [Am] af en toe, wie speelt uit, en dan rinkelt er een wijl.
Dan komen we allemaal samen dichtbij, [G] hier in [A] de kapel.
Dan kon we daanse [G] met de falterkust, daanse [Am] in dat daar.
Daanse [G] met de falterkust, van hier naar [Am] d'r via daar.
[G]
[Am] [G]
[C] [Am] Ik [C] stond weer in de [Am]
braveraai, meestuk in mijn vrak.
De kees die ik fabriceer, druk [C] in de [G] hoofd van [Am] ordgemak.
[Fm] Druk elke [Am] dag om klokken spel, en ik kik met het werk.
Die is enkel met de speeltijd, dat [C] de moekies wat presterkt.
Dan kan [Am] ik daanse met [G] de falterkust, daanse in [Am] dat daar.
Daanse met [G] de falterkust, van hier naar d'r [Am] via daar.
[G]
[Am] [G]
[Am] Het [C] belletje klinkt [Em] maar [Am] één keer, en wij zijn al verzengd.
Wij vingen ons een draai, hier ligt [C] een [G] flatje van [Am] de zeng.
[Fm] De nat [Am] klopt in zijn handen, en wij staan op een draai.
Wij stampen ons een dalenhoed, en [G] de weg [A] vliegt ons op haar.
Want wij [Am] gaan [G] daanse met de falterkust, daanse in [D] dat [Am] daar.
[G] Daanse met de falterkust, van hier naar [Am] d'r via daar.
[G]
[C] [Am] [G]
[C] [Am]
Daanse [Em] met de [G]
falterkust, daanse [Am] in dat daar.
Daanse [G] met de falterkust, van hier naar d'r [Am] via daar.
[G] [C] [Am] [G]
[C] [Am] [N]
[C#m] [N]
Grrr
King [C] over [G] list is [Am] nort dat duiven en allen van bakrapist.
De nat die kwam ter stonker maaien, [G] hij vroeg me wel [Am] wat is.
Gij z'n farme vink, meneer, komt gij eens efkes mee?
En t'was in de kapel dat [C] de minius [G] dat [E] buistel bij zich [Am] wild is.
Daanse [C] met de [G]
falterkust, daanse [Am] in dat daar.
Daanse [G] met de falterkust, van hier naar d'r [Am] via daar.
[G]
[Am] [G]
[Am] Ik [C] reed [G] vertrek, men [Am] vriend, dat paai, en me ging het erop retret.
T'was niet voor de bezinning, nee, t'was [G] niet voor [Am] het gebed.
[Fm] T'was ook niet [Am] voor de stilte en de rust in de ataai.
T'was niet voor mij, trappist, de braver [G] in de [Em] braveraai.
T'was [Am] voor de daanse [G] met de falterkust, daanse [Am] in dat daar.
Daanse [G] met de falterkust, van hier naar d'r [Am] via daar.
[G]
[Am] [G]
[Am] De rust van [G] deze [Am] aataai, die werd er nikske niet verstoord.
Ne zucht, ne noest, ne vloog, ne schijt werd zelden hier gehoord.
[F] Maar [Am] af en toe, wie speelt uit, en dan rinkelt er een wijl.
Dan komen we allemaal samen dichtbij, [G] hier in [A] de kapel.
Dan kon we daanse [G] met de falterkust, daanse [Am] in dat daar.
Daanse [G] met de falterkust, van hier naar [Am] d'r via daar.
[G]
[Am] [G]
[C] [Am] Ik [C] stond weer in de [Am]
braveraai, meestuk in mijn vrak.
De kees die ik fabriceer, druk [C] in de [G] hoofd van [Am] ordgemak.
[Fm] Druk elke [Am] dag om klokken spel, en ik kik met het werk.
Die is enkel met de speeltijd, dat [C] de moekies wat presterkt.
Dan kan [Am] ik daanse met [G] de falterkust, daanse in [Am] dat daar.
Daanse met [G] de falterkust, van hier naar d'r [Am] via daar.
[G]
[Am] [G]
[Am] Het [C] belletje klinkt [Em] maar [Am] één keer, en wij zijn al verzengd.
Wij vingen ons een draai, hier ligt [C] een [G] flatje van [Am] de zeng.
[Fm] De nat [Am] klopt in zijn handen, en wij staan op een draai.
Wij stampen ons een dalenhoed, en [G] de weg [A] vliegt ons op haar.
Want wij [Am] gaan [G] daanse met de falterkust, daanse in [D] dat [Am] daar.
[G] Daanse met de falterkust, van hier naar [Am] d'r via daar.
[G]
[C] [Am] [G]
[C] [Am]
Daanse [Em] met de [G]
falterkust, daanse [Am] in dat daar.
Daanse [G] met de falterkust, van hier naar d'r [Am] via daar.
[G] [C] [Am] [G]
[C] [Am] [N]
[C#m] [N]
Key:
Am
G
C
Fm
Em
Am
G
C
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [Am] _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ Grrr_
King [C] over [G] list is [Am] nort dat duiven en allen van bakrapist.
De nat die kwam ter stonker maaien, [G] hij vroeg me wel [Am] wat is.
Gij z'n farme vink, meneer, komt gij eens efkes mee?
En t'was in de kapel dat [C] de minius [G] dat [E] buistel bij zich [Am] wild is.
Daanse [C] met de [G]
falterkust, daanse [Am] in dat daar.
Daanse [G] met de falterkust, van hier naar d'r [Am] via daar.
_ _ [G] _ _
_ _ [Am] _ _ _ _ [G] _ _
_ _ [Am] _ Ik [C] reed [G] vertrek, men [Am] vriend, dat paai, en me ging het erop retret.
T'was niet voor de bezinning, nee, t'was [G] niet voor [Am] het gebed.
[Fm] T'was ook niet [Am] voor de stilte en de rust in de ataai.
T'was niet voor mij, trappist, de braver [G] in de [Em] braveraai.
T'was [Am] voor de daanse [G] met de falterkust, daanse [Am] in dat daar.
Daanse [G] met de falterkust, van hier naar d'r [Am] via daar.
_ _ [G] _ _
_ _ [Am] _ _ _ _ [G] _ _
_ _ [Am] _ De rust van [G] deze [Am] aataai, die werd er nikske niet verstoord.
Ne zucht, ne noest, ne vloog, ne schijt werd zelden hier gehoord.
[F] Maar [Am] af en toe, wie speelt uit, en dan rinkelt er een wijl.
Dan komen we allemaal samen dichtbij, [G] hier in [A] de kapel.
Dan kon we daanse [G] met de falterkust, daanse [Am] in dat daar.
Daanse [G] met de falterkust, van hier naar [Am] d'r via daar.
_ _ [G] _ _
_ _ [Am] _ _ _ _ [G] _ _
_ [C] _ [Am] _ Ik [C] stond weer in de [Am]
braveraai, meestuk in mijn vrak.
De kees die ik fabriceer, druk [C] in de [G] hoofd van [Am] ordgemak.
[Fm] Druk elke [Am] dag om klokken spel, en ik kik met het werk.
Die is enkel met de speeltijd, dat [C] de moekies wat presterkt.
Dan kan [Am] ik daanse met [G] de falterkust, daanse in [Am] dat daar.
Daanse met [G] de falterkust, van hier naar d'r [Am] via daar.
_ _ [G] _
_ _ _ [Am] _ _ _ _ [G] _
_ _ _ [Am] _ Het [C] belletje klinkt [Em] maar [Am] één keer, en wij zijn al verzengd.
Wij vingen ons een draai, hier ligt [C] een [G] flatje van [Am] de zeng.
[Fm] De nat [Am] klopt in zijn handen, en wij staan op een draai.
Wij stampen ons een dalenhoed, en [G] de weg [A] vliegt ons op haar.
Want wij [Am] gaan [G] daanse met de falterkust, daanse in [D] dat [Am] daar.
[G] Daanse met de falterkust, van hier naar [Am] d'r via daar.
_ _ [G] _ _
_ [C] _ [Am] _ _ _ _ [G] _ _
_ [C] _ [Am] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ Daanse [Em] met de [G]
falterkust, daanse [Am] in dat daar.
Daanse [G] met de falterkust, van hier naar d'r [Am] via daar.
_ _ [G] _ _ _ [C] _ [Am] _ _ _ _ [G] _ _
_ [C] _ [Am] _ _ [N] _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ [C#m] _ _ _ _ [N] _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [Am] _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ Grrr_
King [C] over [G] list is [Am] nort dat duiven en allen van bakrapist.
De nat die kwam ter stonker maaien, [G] hij vroeg me wel [Am] wat is.
Gij z'n farme vink, meneer, komt gij eens efkes mee?
En t'was in de kapel dat [C] de minius [G] dat [E] buistel bij zich [Am] wild is.
Daanse [C] met de [G]
falterkust, daanse [Am] in dat daar.
Daanse [G] met de falterkust, van hier naar d'r [Am] via daar.
_ _ [G] _ _
_ _ [Am] _ _ _ _ [G] _ _
_ _ [Am] _ Ik [C] reed [G] vertrek, men [Am] vriend, dat paai, en me ging het erop retret.
T'was niet voor de bezinning, nee, t'was [G] niet voor [Am] het gebed.
[Fm] T'was ook niet [Am] voor de stilte en de rust in de ataai.
T'was niet voor mij, trappist, de braver [G] in de [Em] braveraai.
T'was [Am] voor de daanse [G] met de falterkust, daanse [Am] in dat daar.
Daanse [G] met de falterkust, van hier naar d'r [Am] via daar.
_ _ [G] _ _
_ _ [Am] _ _ _ _ [G] _ _
_ _ [Am] _ De rust van [G] deze [Am] aataai, die werd er nikske niet verstoord.
Ne zucht, ne noest, ne vloog, ne schijt werd zelden hier gehoord.
[F] Maar [Am] af en toe, wie speelt uit, en dan rinkelt er een wijl.
Dan komen we allemaal samen dichtbij, [G] hier in [A] de kapel.
Dan kon we daanse [G] met de falterkust, daanse [Am] in dat daar.
Daanse [G] met de falterkust, van hier naar [Am] d'r via daar.
_ _ [G] _ _
_ _ [Am] _ _ _ _ [G] _ _
_ [C] _ [Am] _ Ik [C] stond weer in de [Am]
braveraai, meestuk in mijn vrak.
De kees die ik fabriceer, druk [C] in de [G] hoofd van [Am] ordgemak.
[Fm] Druk elke [Am] dag om klokken spel, en ik kik met het werk.
Die is enkel met de speeltijd, dat [C] de moekies wat presterkt.
Dan kan [Am] ik daanse met [G] de falterkust, daanse in [Am] dat daar.
Daanse met [G] de falterkust, van hier naar d'r [Am] via daar.
_ _ [G] _
_ _ _ [Am] _ _ _ _ [G] _
_ _ _ [Am] _ Het [C] belletje klinkt [Em] maar [Am] één keer, en wij zijn al verzengd.
Wij vingen ons een draai, hier ligt [C] een [G] flatje van [Am] de zeng.
[Fm] De nat [Am] klopt in zijn handen, en wij staan op een draai.
Wij stampen ons een dalenhoed, en [G] de weg [A] vliegt ons op haar.
Want wij [Am] gaan [G] daanse met de falterkust, daanse in [D] dat [Am] daar.
[G] Daanse met de falterkust, van hier naar [Am] d'r via daar.
_ _ [G] _ _
_ [C] _ [Am] _ _ _ _ [G] _ _
_ [C] _ [Am] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ Daanse [Em] met de [G]
falterkust, daanse [Am] in dat daar.
Daanse [G] met de falterkust, van hier naar d'r [Am] via daar.
_ _ [G] _ _ _ [C] _ [Am] _ _ _ _ [G] _ _
_ [C] _ [Am] _ _ [N] _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ [C#m] _ _ _ _ [N] _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _