Chords for Kinderen voor Kinderen 11 - Onderweg
Tempo:
150 bpm
Chords used:
A
D
G
Em
F#m
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[N] [D]
We zijn sinds gisteren [A] op die dag, [Em] Helsinki, [D] [A] opvaart [G]
de plek van [A] onze dromen.
[D] Daar ziet iedereen je [A] staan.
Dit [Em]
zaakgeld stroomt er uit [A] de kraan.
[G] Er staat een grond om de spul [A] te volgen.
Daar [F#m] doe je altijd de dingen die je altijd
[G]
Van [A] haar allen eerste vriendje krijgt ze daar het eerste
[G] zonnetje.
[F#m]
[A] [D] Hoe kom je naar de ene [Dm] stad?
In zacht en tweede tijd.
Riemontraakt het tralcol [C#m] naar vier in twee gaat.
Onverwachte sporen aansteken na een [Bm] achttonmeter.
Maar ze moet je [A] eenentwijs opzetten bij tiende veen.
[G] En daar ligt het neemvlucht in de [A]
stoom.
Maar je [C#]
[D] onze het patroon.
Je hoeft er niet in te [A] schroeven.
Die zet [Em] zo stil op de [A] klo.
De [G] pleintje hij mee zal [A] vertrekken.
[D] We hoefde nooit op te [A]
[Em] lachen.
Niemand [D] op je [A] net.
Dat [G] slaatje zomaar mag [A] vertrekken.
[F#m] Je kunt er altijd lekker wonen.
[G]
In [A] de wereld van je dromen speel je zelf de grootste.
[F#m] [A] [D] Hoe kom je naar de tweede [Dm] stad?
In zacht en drie mondraakt het [A] tralcol naar vier in twee gaat.
Onverwachte sporen aansteken na een achttonmeter.
[Bm] Maar ze moet je [A] eenentwijs opzetten bij tiende veen.
[G] En daar ligt het neemvlucht in de [A] stoom.
Maar je [C#m] [D] onze het patroon.
[C] Niemand draagt het oer daarbijste.
[Cm] Maar bij pijn, verdriet of pijn.
[Fm] Sta ik klaar, ik [D#]
blok in pleiste.
[A#] En ik held je weer op mij.
Hoe [D] kom je naar de tweede stad?
In zacht en drie [Dm]
mondraakt [C#m] het tralcol naar vier in twee gaat.
Onverwachte sporen aansteken na een [Bm] achttonmeter.
Maar ze moet je [A] eenentwijs opzetten bij tiende veen.
[G] En daar ligt het neemvlucht in de [A]
stoom.
Maar je onze het patroon.
We zijn sinds gisteren [A] op die dag, [Em] Helsinki, [D] [A] opvaart [G]
de plek van [A] onze dromen.
[D] Daar ziet iedereen je [A] staan.
Dit [Em]
zaakgeld stroomt er uit [A] de kraan.
[G] Er staat een grond om de spul [A] te volgen.
Daar [F#m] doe je altijd de dingen die je altijd
[G]
Van [A] haar allen eerste vriendje krijgt ze daar het eerste
[G] zonnetje.
[F#m]
[A] [D] Hoe kom je naar de ene [Dm] stad?
In zacht en tweede tijd.
Riemontraakt het tralcol [C#m] naar vier in twee gaat.
Onverwachte sporen aansteken na een [Bm] achttonmeter.
Maar ze moet je [A] eenentwijs opzetten bij tiende veen.
[G] En daar ligt het neemvlucht in de [A]
stoom.
Maar je [C#]
[D] onze het patroon.
Je hoeft er niet in te [A] schroeven.
Die zet [Em] zo stil op de [A] klo.
De [G] pleintje hij mee zal [A] vertrekken.
[D] We hoefde nooit op te [A]
[Em] lachen.
Niemand [D] op je [A] net.
Dat [G] slaatje zomaar mag [A] vertrekken.
[F#m] Je kunt er altijd lekker wonen.
[G]
In [A] de wereld van je dromen speel je zelf de grootste.
[F#m] [A] [D] Hoe kom je naar de tweede [Dm] stad?
In zacht en drie mondraakt het [A] tralcol naar vier in twee gaat.
Onverwachte sporen aansteken na een achttonmeter.
[Bm] Maar ze moet je [A] eenentwijs opzetten bij tiende veen.
[G] En daar ligt het neemvlucht in de [A] stoom.
Maar je [C#m] [D] onze het patroon.
[C] Niemand draagt het oer daarbijste.
[Cm] Maar bij pijn, verdriet of pijn.
[Fm] Sta ik klaar, ik [D#]
blok in pleiste.
[A#] En ik held je weer op mij.
Hoe [D] kom je naar de tweede stad?
In zacht en drie [Dm]
mondraakt [C#m] het tralcol naar vier in twee gaat.
Onverwachte sporen aansteken na een [Bm] achttonmeter.
Maar ze moet je [A] eenentwijs opzetten bij tiende veen.
[G] En daar ligt het neemvlucht in de [A]
stoom.
Maar je onze het patroon.
Key:
A
D
G
Em
F#m
A
D
G
[N] _ [D] _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ We zijn sinds gisteren [A] op _ _ _ _ die dag, [Em] _ Helsinki, _ [D] _ _ [A] opvaart _ _ [G] _
de plek van [A] onze dromen. _
_ _ [D] Daar ziet iedereen je [A] staan.
_ _ Dit _ [Em]
zaakgeld stroomt er uit [A] de kraan.
[G] Er staat een grond om de spul [A] te volgen.
Daar _ [F#m] _ doe je altijd de dingen die je altijd_
[G] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ Van [A] haar allen eerste vriendje krijgt ze daar het eerste _
_ _ [G] zonnetje.
_ [F#m] _ _ _
[A] _ _ [D] Hoe kom je naar de _ _ _ _ _ _ _ ene [Dm] stad?
In zacht en tweede tijd.
_ Riemontraakt het tralcol [C#m] naar vier in twee gaat.
Onverwachte sporen aansteken na een _ [Bm] achttonmeter.
Maar ze moet je [A] eenentwijs opzetten bij tiende veen.
[G] En _ daar ligt het _ _ neemvlucht in de [A] _ _ _
stoom.
Maar je _ [C#] _ _
[D] onze het _ _ patroon. _ _
_ _ Je hoeft er niet in te [A] schroeven.
_ _ _ Die zet [Em] zo stil _ op de [A] klo.
De [G] _ pleintje hij mee zal _ [A] _ vertrekken.
_ [D] We hoefde nooit op te [A] _ _ _ _
_ _ [Em] lachen.
_ _ Niemand [D] op je [A] net.
Dat [G] slaatje zomaar mag [A] _ vertrekken. _ _
[F#m] Je kunt er altijd lekker wonen. _
_ _ _ _ _ [G] _ _ _
_ _ _ _ _ _ In [A] de wereld van je dromen speel je zelf de grootste. _ _ _ _ _
_ [F#m] _ _ _ [A] _ _ [D] Hoe kom je naar de _ _ _ _ _ _ tweede [Dm] stad?
In zacht _ _ en drie mondraakt het _ [A] tralcol naar vier in twee gaat.
Onverwachte sporen aansteken na een achttonmeter.
[Bm] Maar ze moet je [A] eenentwijs opzetten bij tiende veen.
[G] En _ daar ligt het _ neemvlucht in de [A] _ _ _ stoom.
Maar je _ [C#m] _ [D] onze het _ patroon.
_ [C] Niemand _ draagt het oer _ daarbijste.
_ [Cm] Maar bij pijn, _ verdriet of _ pijn.
[Fm] Sta ik _ klaar, ik [D#]
blok in pleiste.
_ [A#] En ik held je weer op mij. _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ Hoe [D] kom je naar de _ tweede stad?
In zacht _ en drie [Dm] _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ mondraakt [C#m] het tralcol naar vier in twee gaat.
Onverwachte sporen aansteken na een [Bm] achttonmeter.
_ Maar ze moet je _ [A] eenentwijs opzetten bij tiende veen.
[G] En daar ligt het _ neemvlucht in de [A] _ _
_ stoom.
Maar je _ _ _ onze het patroon. _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ We zijn sinds gisteren [A] op _ _ _ _ die dag, [Em] _ Helsinki, _ [D] _ _ [A] opvaart _ _ [G] _
de plek van [A] onze dromen. _
_ _ [D] Daar ziet iedereen je [A] staan.
_ _ Dit _ [Em]
zaakgeld stroomt er uit [A] de kraan.
[G] Er staat een grond om de spul [A] te volgen.
Daar _ [F#m] _ doe je altijd de dingen die je altijd_
[G] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ Van [A] haar allen eerste vriendje krijgt ze daar het eerste _
_ _ [G] zonnetje.
_ [F#m] _ _ _
[A] _ _ [D] Hoe kom je naar de _ _ _ _ _ _ _ ene [Dm] stad?
In zacht en tweede tijd.
_ Riemontraakt het tralcol [C#m] naar vier in twee gaat.
Onverwachte sporen aansteken na een _ [Bm] achttonmeter.
Maar ze moet je [A] eenentwijs opzetten bij tiende veen.
[G] En _ daar ligt het _ _ neemvlucht in de [A] _ _ _
stoom.
Maar je _ [C#] _ _
[D] onze het _ _ patroon. _ _
_ _ Je hoeft er niet in te [A] schroeven.
_ _ _ Die zet [Em] zo stil _ op de [A] klo.
De [G] _ pleintje hij mee zal _ [A] _ vertrekken.
_ [D] We hoefde nooit op te [A] _ _ _ _
_ _ [Em] lachen.
_ _ Niemand [D] op je [A] net.
Dat [G] slaatje zomaar mag [A] _ vertrekken. _ _
[F#m] Je kunt er altijd lekker wonen. _
_ _ _ _ _ [G] _ _ _
_ _ _ _ _ _ In [A] de wereld van je dromen speel je zelf de grootste. _ _ _ _ _
_ [F#m] _ _ _ [A] _ _ [D] Hoe kom je naar de _ _ _ _ _ _ tweede [Dm] stad?
In zacht _ _ en drie mondraakt het _ [A] tralcol naar vier in twee gaat.
Onverwachte sporen aansteken na een achttonmeter.
[Bm] Maar ze moet je [A] eenentwijs opzetten bij tiende veen.
[G] En _ daar ligt het _ neemvlucht in de [A] _ _ _ stoom.
Maar je _ [C#m] _ [D] onze het _ patroon.
_ [C] Niemand _ draagt het oer _ daarbijste.
_ [Cm] Maar bij pijn, _ verdriet of _ pijn.
[Fm] Sta ik _ klaar, ik [D#]
blok in pleiste.
_ [A#] En ik held je weer op mij. _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ Hoe [D] kom je naar de _ tweede stad?
In zacht _ en drie [Dm] _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ mondraakt [C#m] het tralcol naar vier in twee gaat.
Onverwachte sporen aansteken na een [Bm] achttonmeter.
_ Maar ze moet je _ [A] eenentwijs opzetten bij tiende veen.
[G] En daar ligt het _ neemvlucht in de [A] _ _
_ stoom.
Maar je _ _ _ onze het patroon. _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _