Chords for Lenie Gerrits De Rolleman
Tempo:
95.05 bpm
Chords used:
D
A
G
E
F#
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[G] [D]
[A] [D]
Alles is zo veranderd, alles gaat nu [A] zo vrug.
Zeg niet dat het vroeger zo'n beter was, toch de vrijheid die komt nooit [D] meer terug.
[G] We worden uit elkaar [D] gedreven, [A] delen van ons.
[D] We wonen in een huis, in ons [G] hart, dezelfde [D] gebleven.
Op [E] het kamp, daar waren we [A] thuis.
[E]
[G] Je hoeft niet te vragen, [D] ik ontvang de vragen.
[A] In de Rolleman, daar [D] stond me weer.
[G] We doen zoveel samen, [D] dat moet ik beamen.
[E] Maar mijn vrijheid heb ik [A] zo niet.
[G] We handelen, we vrenten, [D] oude patiënten.
[A] De familie, hoog [D] onze eer.
Stond [G] ons huis eens op wielen, [D] maar dat ging te zielig.
[A] Want reizen, dat doen we [D] niet meer.
[A] [D]
We horen nu zoveel verhalen, over familie die we bijna [A] nooit zien.
Ze hebben soms dezelfde namen, toch hun bijnaam kent u beter [D] misschien.
[G] En hoe we ons met elkaar [D] praten, [A] dat maakt niet uit wat [D] je weet.
[G] Waarom kunnen ze ons toch niet [D] zo maten?
Wij [E] zijn kampers, zoals [A] u weet.
[G] Je hoeft niet te vragen, [D] ik ontvang de vragen.
[A] In de Rolleman, daar [D] stond me weer.
[G] We doen zoveel samen, [D] dat moet ik beamen.
[E] Maar mijn vrijheid heb ik [A] zo niet.
[G] We handelen, we vrenten, [D] oude patiënten.
[A] De familie, hoog [D] onze eer.
Stond [G] ons huis eens op wielen, [D] maar dat ging te zielig.
[A] Want reizen, dat doen we [D] niet meer.
[G] Je hoeft niet te vragen, [D] ik ontvang de vragen.
[A] In de Rolleman, daar [D] stond me weer.
[G] We doen zoveel samen, [D] dat moet ik beamen.
[E] Maar mijn vrijheid heb ik [A] zo niet.
[G] We handelen, we [D] vrenten, oude patiënten.
[A] De familie, hoog [D] onze eer.
[F#]
[G] Stond ons huis eens op wielen, [D] maar dat ging te [A] zielig.
Want reizen, dat doen we [D] niet meer.
[A] Want reizen, dat doen we [D] niet meer.
[G] [D]
[N]
[A] [D]
Alles is zo veranderd, alles gaat nu [A] zo vrug.
Zeg niet dat het vroeger zo'n beter was, toch de vrijheid die komt nooit [D] meer terug.
[G] We worden uit elkaar [D] gedreven, [A] delen van ons.
[D] We wonen in een huis, in ons [G] hart, dezelfde [D] gebleven.
Op [E] het kamp, daar waren we [A] thuis.
[E]
[G] Je hoeft niet te vragen, [D] ik ontvang de vragen.
[A] In de Rolleman, daar [D] stond me weer.
[G] We doen zoveel samen, [D] dat moet ik beamen.
[E] Maar mijn vrijheid heb ik [A] zo niet.
[G] We handelen, we vrenten, [D] oude patiënten.
[A] De familie, hoog [D] onze eer.
Stond [G] ons huis eens op wielen, [D] maar dat ging te zielig.
[A] Want reizen, dat doen we [D] niet meer.
[A] [D]
We horen nu zoveel verhalen, over familie die we bijna [A] nooit zien.
Ze hebben soms dezelfde namen, toch hun bijnaam kent u beter [D] misschien.
[G] En hoe we ons met elkaar [D] praten, [A] dat maakt niet uit wat [D] je weet.
[G] Waarom kunnen ze ons toch niet [D] zo maten?
Wij [E] zijn kampers, zoals [A] u weet.
[G] Je hoeft niet te vragen, [D] ik ontvang de vragen.
[A] In de Rolleman, daar [D] stond me weer.
[G] We doen zoveel samen, [D] dat moet ik beamen.
[E] Maar mijn vrijheid heb ik [A] zo niet.
[G] We handelen, we vrenten, [D] oude patiënten.
[A] De familie, hoog [D] onze eer.
Stond [G] ons huis eens op wielen, [D] maar dat ging te zielig.
[A] Want reizen, dat doen we [D] niet meer.
[G] Je hoeft niet te vragen, [D] ik ontvang de vragen.
[A] In de Rolleman, daar [D] stond me weer.
[G] We doen zoveel samen, [D] dat moet ik beamen.
[E] Maar mijn vrijheid heb ik [A] zo niet.
[G] We handelen, we [D] vrenten, oude patiënten.
[A] De familie, hoog [D] onze eer.
[F#]
[G] Stond ons huis eens op wielen, [D] maar dat ging te [A] zielig.
Want reizen, dat doen we [D] niet meer.
[A] Want reizen, dat doen we [D] niet meer.
[G] [D]
[N]
Key:
D
A
G
E
F#
D
A
G
[G] _ _ _ [D] _ _ _
[A] _ _ _ [D] _ _ _
_ _ _ Alles is zo veranderd, _ alles gaat nu [A] zo vrug.
Zeg niet dat het vroeger zo'n beter was, toch de vrijheid die komt nooit [D] meer terug.
[G] We worden uit elkaar [D] gedreven, _ [A] delen van ons.
[D] We wonen in een huis, in ons [G] hart, dezelfde [D] gebleven.
Op [E] het kamp, daar waren we [A] _ thuis.
_ _ [E]
[G] Je hoeft niet te vragen, [D] ik ontvang de vragen.
[A] In de Rolleman, daar [D] stond me weer.
[G] We doen zoveel samen, [D] dat moet ik beamen.
[E] Maar mijn vrijheid heb ik [A] zo niet.
[G] We handelen, we vrenten, [D] oude patiënten.
[A] De familie, hoog [D] onze eer.
Stond [G] ons huis eens op wielen, [D] maar dat ging te zielig.
[A] Want reizen, dat doen we [D] niet meer. _
[A] _ _ _ [D] _ _ _
_ _ We horen nu zoveel verhalen, over familie die we bijna [A] nooit zien.
Ze hebben soms dezelfde namen, toch hun bijnaam kent u beter [D] misschien.
_ [G] En hoe we ons met elkaar [D] praten, [A] dat maakt niet uit wat [D] je weet.
[G] Waarom kunnen ze ons toch niet [D] zo maten?
Wij [E] zijn kampers, zoals [A] u weet. _ _ _
[G] Je hoeft niet te vragen, [D] ik ontvang de vragen.
[A] In de Rolleman, daar [D] stond me weer.
[G] We doen zoveel samen, [D] dat moet ik beamen.
[E] Maar mijn vrijheid heb ik [A] zo niet. _
[G] We handelen, we vrenten, [D] oude patiënten.
[A] De familie, hoog [D] onze eer.
Stond [G] ons huis eens op wielen, [D] maar dat ging te zielig.
[A] Want reizen, dat doen we [D] niet meer. _
[G] Je hoeft niet te vragen, [D] ik ontvang de vragen.
[A] In de Rolleman, daar [D] stond me weer.
[G] We doen zoveel samen, [D] dat moet ik beamen.
[E] Maar mijn vrijheid heb ik [A] zo niet. _
[G] We handelen, we [D] vrenten, oude patiënten.
[A] De familie, hoog [D] onze eer.
[F#]
[G] Stond ons huis eens op wielen, [D] maar dat ging te [A] zielig.
Want reizen, dat doen we [D] niet meer.
[A] Want reizen, dat doen we [D] niet meer. _
[G] _ _ _ [D] _ _ _
_ _ _ _ [N] _ _
[A] _ _ _ [D] _ _ _
_ _ _ Alles is zo veranderd, _ alles gaat nu [A] zo vrug.
Zeg niet dat het vroeger zo'n beter was, toch de vrijheid die komt nooit [D] meer terug.
[G] We worden uit elkaar [D] gedreven, _ [A] delen van ons.
[D] We wonen in een huis, in ons [G] hart, dezelfde [D] gebleven.
Op [E] het kamp, daar waren we [A] _ thuis.
_ _ [E]
[G] Je hoeft niet te vragen, [D] ik ontvang de vragen.
[A] In de Rolleman, daar [D] stond me weer.
[G] We doen zoveel samen, [D] dat moet ik beamen.
[E] Maar mijn vrijheid heb ik [A] zo niet.
[G] We handelen, we vrenten, [D] oude patiënten.
[A] De familie, hoog [D] onze eer.
Stond [G] ons huis eens op wielen, [D] maar dat ging te zielig.
[A] Want reizen, dat doen we [D] niet meer. _
[A] _ _ _ [D] _ _ _
_ _ We horen nu zoveel verhalen, over familie die we bijna [A] nooit zien.
Ze hebben soms dezelfde namen, toch hun bijnaam kent u beter [D] misschien.
_ [G] En hoe we ons met elkaar [D] praten, [A] dat maakt niet uit wat [D] je weet.
[G] Waarom kunnen ze ons toch niet [D] zo maten?
Wij [E] zijn kampers, zoals [A] u weet. _ _ _
[G] Je hoeft niet te vragen, [D] ik ontvang de vragen.
[A] In de Rolleman, daar [D] stond me weer.
[G] We doen zoveel samen, [D] dat moet ik beamen.
[E] Maar mijn vrijheid heb ik [A] zo niet. _
[G] We handelen, we vrenten, [D] oude patiënten.
[A] De familie, hoog [D] onze eer.
Stond [G] ons huis eens op wielen, [D] maar dat ging te zielig.
[A] Want reizen, dat doen we [D] niet meer. _
[G] Je hoeft niet te vragen, [D] ik ontvang de vragen.
[A] In de Rolleman, daar [D] stond me weer.
[G] We doen zoveel samen, [D] dat moet ik beamen.
[E] Maar mijn vrijheid heb ik [A] zo niet. _
[G] We handelen, we [D] vrenten, oude patiënten.
[A] De familie, hoog [D] onze eer.
[F#]
[G] Stond ons huis eens op wielen, [D] maar dat ging te [A] zielig.
Want reizen, dat doen we [D] niet meer.
[A] Want reizen, dat doen we [D] niet meer. _
[G] _ _ _ [D] _ _ _
_ _ _ _ [N] _ _