Pom Pom Pom Chords by Lisette
Tempo:
111.65 bpm
Chords used:
D
C
E
G
Db
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[E]
[D]
[C] Pom, pom, pom, pom, pom, slaag mijn hart [D] zo blij.
Pom, pom, pom, [G] pom, pom, want het is weer [C] mei.
En pom, pom, pom, pom, pom, misschien brengt ie [D] mij [G] ook de liefde voor mij.
[C] Pom, pom, pom, pom, pom, droom van [D] lentegroen.
Pom, pom, pom, pom, [G] pom, in een klein plansoen.
[C] En pom, pom, pom, pom, pom, oh, wat moet ik doen?
[D] Wij [G] de eerste zien.
[C] Rozen, rozen in mij, brengt toch de liefde [D] voor mij.
Ik ben [C] al achttien.
Pom, pom, pom, pom, pom, ik zie mijn prins al [D] staan.
Pom, pom, pom, pom, [G] pom, oh, hij kijkt me [C] aan.
En pom, pom, pom, pom, pom, ik zal met hem voortaan [D] door [G] mijn dromenland gaan.
[Db] Pom, pom, pom, pom, pom, oh, het lijkt me [Eb] fijn.
Pom, pom, pom, pom, pom, om [Abm] verliefd te [Db] zijn.
En pom, pom, pom, pom, pom, in de [Eb] zonenschijn, zingt [Ab] mijn hart dit refrein.
[Gb] [Db] Rozen, rozen in mij, brengt toch de liefde [Eb] voor [Ab] mij.
Ik ben al [Db] achttien.
Pom, pom, pom, pom, pom, ieder meisje [Eb] wacht.
Pom, pom, pom, [Ab] pom, pom, en ze wijst heel [Db] graag.
Dat pom, pom, pom, pom, pom, in een [Eb] lentenacht, haar [Abm] geluk [Db] tegenlaat.
[D] Pom, pom, pom, pom, pom, je gaat snel [E] voorbij.
Pom, pom, pom, pom, pom, daarom liefde [D] mij ook.
Pom, pom, pom, pom, pom, maakt mijn hartje [E] blij.
Breng [A] de liefde [D] voor mij.
Rozen, rozen in mij, brengt toch de liefde [E] voor [A] mij.
Ik [D] ben al achttien.
Pom, pom, pom, pom, pom, slaat mijn hart zo [E] blij.
Pom, pom, pom, [A] pom, pom, want het is weer [D] mei.
En pom, pom, pom, pom, pom, misschien brengt hij [E] mij.
Ook [A] de liefde [D] voor mij.
Rozen, rozen in mij, rozen, rozen in
[D]
[C] Pom, pom, pom, pom, pom, slaag mijn hart [D] zo blij.
Pom, pom, pom, [G] pom, pom, want het is weer [C] mei.
En pom, pom, pom, pom, pom, misschien brengt ie [D] mij [G] ook de liefde voor mij.
[C] Pom, pom, pom, pom, pom, droom van [D] lentegroen.
Pom, pom, pom, pom, [G] pom, in een klein plansoen.
[C] En pom, pom, pom, pom, pom, oh, wat moet ik doen?
[D] Wij [G] de eerste zien.
[C] Rozen, rozen in mij, brengt toch de liefde [D] voor mij.
Ik ben [C] al achttien.
Pom, pom, pom, pom, pom, ik zie mijn prins al [D] staan.
Pom, pom, pom, pom, [G] pom, oh, hij kijkt me [C] aan.
En pom, pom, pom, pom, pom, ik zal met hem voortaan [D] door [G] mijn dromenland gaan.
[Db] Pom, pom, pom, pom, pom, oh, het lijkt me [Eb] fijn.
Pom, pom, pom, pom, pom, om [Abm] verliefd te [Db] zijn.
En pom, pom, pom, pom, pom, in de [Eb] zonenschijn, zingt [Ab] mijn hart dit refrein.
[Gb] [Db] Rozen, rozen in mij, brengt toch de liefde [Eb] voor [Ab] mij.
Ik ben al [Db] achttien.
Pom, pom, pom, pom, pom, ieder meisje [Eb] wacht.
Pom, pom, pom, [Ab] pom, pom, en ze wijst heel [Db] graag.
Dat pom, pom, pom, pom, pom, in een [Eb] lentenacht, haar [Abm] geluk [Db] tegenlaat.
[D] Pom, pom, pom, pom, pom, je gaat snel [E] voorbij.
Pom, pom, pom, pom, pom, daarom liefde [D] mij ook.
Pom, pom, pom, pom, pom, maakt mijn hartje [E] blij.
Breng [A] de liefde [D] voor mij.
Rozen, rozen in mij, brengt toch de liefde [E] voor [A] mij.
Ik [D] ben al achttien.
Pom, pom, pom, pom, pom, slaat mijn hart zo [E] blij.
Pom, pom, pom, [A] pom, pom, want het is weer [D] mei.
En pom, pom, pom, pom, pom, misschien brengt hij [E] mij.
Ook [A] de liefde [D] voor mij.
Rozen, rozen in mij, rozen, rozen in
Key:
D
C
E
G
Db
D
C
E
_ _ _ _ _ _ [E] _ _
_ _ _ [D] _ _ _ _ _
[C] Pom, pom, pom, pom, pom, slaag mijn hart [D] zo blij.
Pom, pom, pom, [G] pom, pom, want het is weer [C] mei.
En pom, pom, pom, pom, pom, misschien brengt ie [D] mij [G] ook de liefde voor mij. _ _
[C] Pom, pom, pom, pom, pom, droom van [D] lentegroen.
Pom, pom, pom, pom, [G] pom, in een klein plansoen.
[C] En pom, pom, pom, pom, pom, oh, wat moet ik doen?
[D] Wij [G] de eerste zien. _ _ _
[C] _ Rozen, _ rozen in mij, _ brengt toch de liefde [D] voor mij.
Ik ben [C] al achttien.
Pom, pom, pom, pom, pom, ik zie mijn prins al [D] staan.
Pom, pom, pom, pom, [G] pom, oh, hij kijkt me [C] aan.
En pom, pom, pom, pom, pom, ik zal met hem voortaan [D] door [G] mijn dromenland gaan. _ _
[Db] Pom, pom, pom, pom, pom, oh, het lijkt me [Eb] fijn.
Pom, pom, pom, pom, pom, om [Abm] verliefd te [Db] zijn.
En pom, pom, pom, pom, pom, in de [Eb] zonenschijn, zingt [Ab] mijn hart dit refrein. _ _
[Gb] _ [Db] _ Rozen, rozen in mij, brengt toch de liefde [Eb] voor [Ab] mij.
Ik ben al [Db] achttien.
Pom, pom, pom, pom, pom, ieder meisje [Eb] wacht.
Pom, pom, pom, [Ab] pom, pom, en ze wijst heel [Db] graag.
Dat pom, pom, pom, pom, pom, in een [Eb] lentenacht, haar [Abm] geluk [Db] tegenlaat. _ _
[D] Pom, pom, pom, pom, pom, je gaat snel [E] voorbij.
Pom, pom, pom, pom, pom, daarom liefde [D] mij ook.
Pom, pom, pom, pom, pom, maakt mijn hartje [E] blij.
Breng [A] de liefde [D] voor mij. _ _
_ _ _ Rozen, rozen in mij, brengt toch de liefde [E] voor [A] mij.
Ik [D] ben al achttien.
Pom, pom, pom, pom, pom, slaat mijn hart zo [E] blij.
Pom, pom, pom, [A] pom, pom, want het is weer [D] mei.
En pom, pom, pom, pom, pom, misschien brengt hij [E] mij.
Ook [A] de liefde [D] voor mij. _ _
_ _ Rozen, rozen in mij, _ _ _ rozen, _ rozen in
_ _ _ [D] _ _ _ _ _
[C] Pom, pom, pom, pom, pom, slaag mijn hart [D] zo blij.
Pom, pom, pom, [G] pom, pom, want het is weer [C] mei.
En pom, pom, pom, pom, pom, misschien brengt ie [D] mij [G] ook de liefde voor mij. _ _
[C] Pom, pom, pom, pom, pom, droom van [D] lentegroen.
Pom, pom, pom, pom, [G] pom, in een klein plansoen.
[C] En pom, pom, pom, pom, pom, oh, wat moet ik doen?
[D] Wij [G] de eerste zien. _ _ _
[C] _ Rozen, _ rozen in mij, _ brengt toch de liefde [D] voor mij.
Ik ben [C] al achttien.
Pom, pom, pom, pom, pom, ik zie mijn prins al [D] staan.
Pom, pom, pom, pom, [G] pom, oh, hij kijkt me [C] aan.
En pom, pom, pom, pom, pom, ik zal met hem voortaan [D] door [G] mijn dromenland gaan. _ _
[Db] Pom, pom, pom, pom, pom, oh, het lijkt me [Eb] fijn.
Pom, pom, pom, pom, pom, om [Abm] verliefd te [Db] zijn.
En pom, pom, pom, pom, pom, in de [Eb] zonenschijn, zingt [Ab] mijn hart dit refrein. _ _
[Gb] _ [Db] _ Rozen, rozen in mij, brengt toch de liefde [Eb] voor [Ab] mij.
Ik ben al [Db] achttien.
Pom, pom, pom, pom, pom, ieder meisje [Eb] wacht.
Pom, pom, pom, [Ab] pom, pom, en ze wijst heel [Db] graag.
Dat pom, pom, pom, pom, pom, in een [Eb] lentenacht, haar [Abm] geluk [Db] tegenlaat. _ _
[D] Pom, pom, pom, pom, pom, je gaat snel [E] voorbij.
Pom, pom, pom, pom, pom, daarom liefde [D] mij ook.
Pom, pom, pom, pom, pom, maakt mijn hartje [E] blij.
Breng [A] de liefde [D] voor mij. _ _
_ _ _ Rozen, rozen in mij, brengt toch de liefde [E] voor [A] mij.
Ik [D] ben al achttien.
Pom, pom, pom, pom, pom, slaat mijn hart zo [E] blij.
Pom, pom, pom, [A] pom, pom, want het is weer [D] mei.
En pom, pom, pom, pom, pom, misschien brengt hij [E] mij.
Ook [A] de liefde [D] voor mij. _ _
_ _ Rozen, rozen in mij, _ _ _ rozen, _ rozen in