Chords for Maarten van Roozendaal - Mooi 2 (Barmhart)
Tempo:
139.35 bpm
Chords used:
D
G
A
Bm
E
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[D]
[G]
[D]
Ach zie de lammeren nou toch lurken [G] aan hun vers [D] geschoren moeders.
[G]
[D]
En hoe de jonge zwanen donzen [G] in de [D] zachte slot.
En hoe de zoele wind de wolken [G] waait tot [D] wasgewassen lucht.
Kan iets mooier dan het mooi is, kan iets groter zijn dan groot.
[Bm]
[D] En voel de hoogstaan al toch lonke [G] haarknoppen staan [D] op maarsten.
Het nieuwe riet drinkt gulsig [G] water uit [D] de smalle vaart.
Kan het frisser dan het fris is, [G] wilmser [D]
dan het wilmster.
Ach ik ben, goddankt, dus nog een keer [G] een jonge [D] lentebaars.
Dit is [Bm] zo mooi, [E]
het [A] is om te janken [D] zo mooi.
[G] [A] [D]
En
[G]
[D] zie de ieren zijn nacht toch pronken met hun stampers als koralen.
Hun varen roodhaard blaren als [G] een [D] leguwanentong.
En zie de vuilers nou toch wankelen [G] en de vogels [D]
naar hun nesten.
Kan het verser dan het vers is, [G] kan iets jonger [D] zijn dan jong.
Zie hoe de zon een [E] scherpe schaduw [A] trekt onder de [D] wijde wilm.
De puppy's rennen rondjes [G] bijtend naar hun [D] eigen staart.
Kan het leuker dan het leuk is, [G] [D] jeugdiger dan jeugdig.
[Bm] Ach ik ben, goddankt, dus nog een keer [A] een jonge [D] lentebaars.
Dit is zo [Bm] mooi, [Abm] het is om [A] te janken [D] zo mooi.
[G] Mooi,
[A] [D] om te janken zo mooi.
[G] [D]
En u de wingert zich wel [G] lustig naar het [D] onkraat, onbezonnen.
En ik mezelf aftel [G] van [D] volwassen naar bejaard.
Wordt het groener dan het groen was, nu ik grijzer dan ik grijs ben.
[Bm] Ach ik ben, [E] goddankt, dus nog een [Bm] keer een jonge lentebaars.
Mooi, [Abm]
het is [A] om te janken [D] zo mooi.
Mooi, [G] [A] om te [D] janken zo mooi.
Go!
En als vanacht de open hemel [G] de zweren [D] strak laat stralen.
En ik buiten op mijn rug ligt, [G] staren [D] naar het firmament.
Kan het stiller dan het stil is, [G]
[D] eeuwiger dan eeuwig.
[Bm] Dan ben ik, [E] goddankt, dus nog [A] een keer [Bm] gevangen [D] in het moment.
Ach, dit is [Bm] zo mooi, [Abm] het is om [D] te janken zo mooi.
[G] Mooi,
[A] om te [D] janken zo mooi.
[E] Mooi, [A] om te janken [D] zo mooi.
[G] Mooi!
[A] Goed gedaan!
[C] [G]
[D]
[N]
[G]
[D]
Ach zie de lammeren nou toch lurken [G] aan hun vers [D] geschoren moeders.
[G]
[D]
En hoe de jonge zwanen donzen [G] in de [D] zachte slot.
En hoe de zoele wind de wolken [G] waait tot [D] wasgewassen lucht.
Kan iets mooier dan het mooi is, kan iets groter zijn dan groot.
[Bm]
[D] En voel de hoogstaan al toch lonke [G] haarknoppen staan [D] op maarsten.
Het nieuwe riet drinkt gulsig [G] water uit [D] de smalle vaart.
Kan het frisser dan het fris is, [G] wilmser [D]
dan het wilmster.
Ach ik ben, goddankt, dus nog een keer [G] een jonge [D] lentebaars.
Dit is [Bm] zo mooi, [E]
het [A] is om te janken [D] zo mooi.
[G] [A] [D]
En
[G]
[D] zie de ieren zijn nacht toch pronken met hun stampers als koralen.
Hun varen roodhaard blaren als [G] een [D] leguwanentong.
En zie de vuilers nou toch wankelen [G] en de vogels [D]
naar hun nesten.
Kan het verser dan het vers is, [G] kan iets jonger [D] zijn dan jong.
Zie hoe de zon een [E] scherpe schaduw [A] trekt onder de [D] wijde wilm.
De puppy's rennen rondjes [G] bijtend naar hun [D] eigen staart.
Kan het leuker dan het leuk is, [G] [D] jeugdiger dan jeugdig.
[Bm] Ach ik ben, goddankt, dus nog een keer [A] een jonge [D] lentebaars.
Dit is zo [Bm] mooi, [Abm] het is om [A] te janken [D] zo mooi.
[G] Mooi,
[A] [D] om te janken zo mooi.
[G] [D]
En u de wingert zich wel [G] lustig naar het [D] onkraat, onbezonnen.
En ik mezelf aftel [G] van [D] volwassen naar bejaard.
Wordt het groener dan het groen was, nu ik grijzer dan ik grijs ben.
[Bm] Ach ik ben, [E] goddankt, dus nog een [Bm] keer een jonge lentebaars.
Mooi, [Abm]
het is [A] om te janken [D] zo mooi.
Mooi, [G] [A] om te [D] janken zo mooi.
Go!
En als vanacht de open hemel [G] de zweren [D] strak laat stralen.
En ik buiten op mijn rug ligt, [G] staren [D] naar het firmament.
Kan het stiller dan het stil is, [G]
[D] eeuwiger dan eeuwig.
[Bm] Dan ben ik, [E] goddankt, dus nog [A] een keer [Bm] gevangen [D] in het moment.
Ach, dit is [Bm] zo mooi, [Abm] het is om [D] te janken zo mooi.
[G] Mooi,
[A] om te [D] janken zo mooi.
[E] Mooi, [A] om te janken [D] zo mooi.
[G] Mooi!
[A] Goed gedaan!
[C] [G]
[D]
[N]
Key:
D
G
A
Bm
E
D
G
A
[D] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [G] _ _
_ _ _ [D] _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ Ach zie de lammeren nou toch lurken [G] aan hun vers [D] geschoren moeders.
_ _ _ _ [G] _ _
[D] _ _ _ _ _ _ _ _
_ En hoe de jonge _ zwanen donzen [G] in de [D] zachte slot. _ _ _
_ _ En hoe de zoele wind de wolken [G] waait tot [D] _ wasgewassen lucht.
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ Kan iets mooier dan het mooi is, kan iets groter zijn _ _ dan groot. _
_ _ _ _ _ _ [Bm] _ _
_ [D] En voel de hoogstaan al toch lonke [G] haarknoppen staan [D] op maarsten. _ _ _
_ _ _ _ Het nieuwe riet drinkt gulsig [G] water uit [D] de smalle vaart.
_ _ _ _ _ Kan het frisser dan het fris is, [G] wilmser [D] _
dan het wilmster. _ _ _ _
Ach ik ben, goddankt, dus nog een keer [G] een jonge [D] _ _ lentebaars. _ _ _ _
Dit is [Bm] zo mooi, _ _ _ [E]
het [A] is om te janken [D] zo mooi. _ _ _
[G] _ _ _ [A] _ _ [D] _ _ _
_ _ En _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [G] _ _
_ [D] _ zie de ieren zijn nacht toch pronken met hun stampers als _ koralen. _ _
_ _ _ _ Hun varen roodhaard blaren als [G] een _ _ [D] leguwanentong.
_ _ _ _ _ En zie de vuilers nou toch wankelen [G] en de vogels [D]
naar hun nesten. _ _ _ _
Kan het verser dan het vers is, [G] kan iets jonger [D] zijn _ dan jong. _ _ _
Zie hoe de zon een [E] scherpe schaduw [A] trekt onder de [D] wijde _ _ wilm. _ _ _
_ _ De puppy's rennen rondjes [G] bijtend naar hun [D] eigen staart. _ _
_ _ _ Kan het leuker dan het leuk is, _ [G] _ [D] jeugdiger dan jeugdig.
_ _ _ _ [Bm] Ach ik ben, goddankt, dus nog een keer [A] een jonge [D] _ lentebaars.
_ _ _ _ Dit is zo [Bm] mooi, _ _ _ [Abm] _ het is om [A] te janken [D] zo mooi.
_ _ _ [G] Mooi, _
[A] _ [D] om te janken zo mooi.
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ [G] _ _ _ _ _ [D] _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ En u de wingert zich wel _ [G] lustig naar het _ [D] onkraat, _ _ _ onbezonnen. _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ En ik mezelf aftel _ [G] van [D] volwassen _ naar bejaard. _ _ _
Wordt het groener dan het groen was, nu ik grijzer _ dan ik grijs ben. _ _ _
_ [Bm] Ach ik ben, [E] goddankt, dus nog een [Bm] keer een jonge _ lentebaars.
_ Mooi, _ [Abm] _
het is [A] om te janken [D] zo mooi. _
Mooi, [G] _ _ [A] _ om te [D] janken zo mooi.
Go! _ _ _
En _ _ _ _ _ _ _ als vanacht de open hemel [G] de zweren [D] strak laat stralen. _ _ _ _
En ik buiten op mijn rug ligt, [G] staren [D] naar het _ firmament. _ _ _
Kan het stiller dan het stil is, [G] _
[D] eeuwiger dan _ eeuwig. _ _
[Bm] Dan ben ik, [E] goddankt, dus nog [A] een keer [Bm] gevangen [D] in het moment.
_ _ Ach, dit is [Bm] zo mooi, _ [Abm] het is om [D] te janken zo mooi.
_ [G] Mooi, _
_ [A] om te [D] janken zo mooi.
[E] _ Mooi, [A] om te janken [D] zo mooi.
_ _ [G] _ Mooi!
[A] Goed gedaan!
[C] _ _ _ _ _ [G] _ _ _
_ _ _ _ [D] _ _ _ _
_ _ _ [N] _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [G] _ _
_ _ _ [D] _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ Ach zie de lammeren nou toch lurken [G] aan hun vers [D] geschoren moeders.
_ _ _ _ [G] _ _
[D] _ _ _ _ _ _ _ _
_ En hoe de jonge _ zwanen donzen [G] in de [D] zachte slot. _ _ _
_ _ En hoe de zoele wind de wolken [G] waait tot [D] _ wasgewassen lucht.
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ Kan iets mooier dan het mooi is, kan iets groter zijn _ _ dan groot. _
_ _ _ _ _ _ [Bm] _ _
_ [D] En voel de hoogstaan al toch lonke [G] haarknoppen staan [D] op maarsten. _ _ _
_ _ _ _ Het nieuwe riet drinkt gulsig [G] water uit [D] de smalle vaart.
_ _ _ _ _ Kan het frisser dan het fris is, [G] wilmser [D] _
dan het wilmster. _ _ _ _
Ach ik ben, goddankt, dus nog een keer [G] een jonge [D] _ _ lentebaars. _ _ _ _
Dit is [Bm] zo mooi, _ _ _ [E]
het [A] is om te janken [D] zo mooi. _ _ _
[G] _ _ _ [A] _ _ [D] _ _ _
_ _ En _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [G] _ _
_ [D] _ zie de ieren zijn nacht toch pronken met hun stampers als _ koralen. _ _
_ _ _ _ Hun varen roodhaard blaren als [G] een _ _ [D] leguwanentong.
_ _ _ _ _ En zie de vuilers nou toch wankelen [G] en de vogels [D]
naar hun nesten. _ _ _ _
Kan het verser dan het vers is, [G] kan iets jonger [D] zijn _ dan jong. _ _ _
Zie hoe de zon een [E] scherpe schaduw [A] trekt onder de [D] wijde _ _ wilm. _ _ _
_ _ De puppy's rennen rondjes [G] bijtend naar hun [D] eigen staart. _ _
_ _ _ Kan het leuker dan het leuk is, _ [G] _ [D] jeugdiger dan jeugdig.
_ _ _ _ [Bm] Ach ik ben, goddankt, dus nog een keer [A] een jonge [D] _ lentebaars.
_ _ _ _ Dit is zo [Bm] mooi, _ _ _ [Abm] _ het is om [A] te janken [D] zo mooi.
_ _ _ [G] Mooi, _
[A] _ [D] om te janken zo mooi.
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ [G] _ _ _ _ _ [D] _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ En u de wingert zich wel _ [G] lustig naar het _ [D] onkraat, _ _ _ onbezonnen. _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ En ik mezelf aftel _ [G] van [D] volwassen _ naar bejaard. _ _ _
Wordt het groener dan het groen was, nu ik grijzer _ dan ik grijs ben. _ _ _
_ [Bm] Ach ik ben, [E] goddankt, dus nog een [Bm] keer een jonge _ lentebaars.
_ Mooi, _ [Abm] _
het is [A] om te janken [D] zo mooi. _
Mooi, [G] _ _ [A] _ om te [D] janken zo mooi.
Go! _ _ _
En _ _ _ _ _ _ _ als vanacht de open hemel [G] de zweren [D] strak laat stralen. _ _ _ _
En ik buiten op mijn rug ligt, [G] staren [D] naar het _ firmament. _ _ _
Kan het stiller dan het stil is, [G] _
[D] eeuwiger dan _ eeuwig. _ _
[Bm] Dan ben ik, [E] goddankt, dus nog [A] een keer [Bm] gevangen [D] in het moment.
_ _ Ach, dit is [Bm] zo mooi, _ [Abm] het is om [D] te janken zo mooi.
_ [G] Mooi, _
_ [A] om te [D] janken zo mooi.
[E] _ Mooi, [A] om te janken [D] zo mooi.
_ _ [G] _ Mooi!
[A] Goed gedaan!
[C] _ _ _ _ _ [G] _ _ _
_ _ _ _ [D] _ _ _ _
_ _ _ [N] _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _