Chords for Maarten van Rozendaal - Mooi
Tempo:
110.9 bpm
Chords used:
D
G
A
Bm
E
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[D]
Waar zie de lammeren nou [G] toch lurken aan [D] hun vers geschoren moeders?
En hoe de jonge zwanen donzen in de zachte sloot, en hoe de zon in wind de [G] wolken waait tot [D]
pasgewassen lucht,
[G] [D] kan iets mooier dan het mooiest, kan iets [G] groter [D]
zijn dan groot.
[G]
[D] [G] [A]
[D] En voel de hosten aan de glonken haar [G] knopen [D] staan opbarsten, het nieuwe riet drinkt gulzig [G] water [D] uit de smalle vaart, [G]
[D] kan het frisser dan het fris is, [G]
wulpser [D] dan het wulpster.
Ach, ik ben goddank [G] dus nog een [D] keer jonge Lente waard.
[Bm] Het is zo mooi, [E]
het [A] is om te janken zo [D] mooi, mooi [G] [A] om te [D] janken zo mooi.
[G]
[D] [G] [A]
En [D] zie de eres nou toch [G] pronken met hun [D] stampers als koralen, hun varen rond haar [G] blaren als een [D] leguanentoon, [G] [D]
en zie de veulens nou toch [G] wankelen en de [D] vogels naar hun nesten, kan iets ferser dan het vers [G] is, kan iets jonger [D] zijn dan jong.
[Bm]
Zie hoe de zonne [E]-scherpe schaduw [A] trekt onder de [D] wijde wilgen, [G]
[D] de puppies rennen [G] rondjes bijtens naar [D] hun eigen staart, [G]
[D] kan het leuker dan het leuk [G] is, [D] jeugdiger dan [G] [D] jeugdig.
[Bm] Ach, ik ben [E] goddank dus nog een [A] keer een jonge [D] Lente waard.
[Bm] Dit is zo mooi, [E] het is om [A] te [D] janken zo mooi, mooi [G]
[A] om te [D] janken zo mooi.
[G] [D]
[G] [A]
[D]
[G]
[A] [D] En nu de winger zich wel lustert, en [G] het [D] onkraat, onbezonnen, en ik mezelf optel [G] van [D] volwassen naar bejaard, wordt het [F#m] groener dan het groen [G] was, nu ik [D] grijzer dan ik grijs [G] ben.
[Bm] Ach, ik ben [C#m] goddank dus nog een [A] keer een jonge [D] Lente [Bm] waard.
Mooi, [E] het [A] is om te janken [D] zo mooi, [G] mooi [A] om te janken [D] zo mooi.
[G]
[D]
En als vannacht de open hemel de [G] sterren [D] strak laat stralen, en ik buiten op mijn rug [G] ligt, starend [D] naar het firmament, dan is het stiller dan het stil [G] is, [D] eeuwiger dan eeuwig.
Dan [Bm] ben ik [E] goddank dus nog een [A] keer gevangen [D] in het moment.
Ach, ik ben goddank dus [Bm] nog [E] een [A] keer een [D] jonge [G] Lente waard.
[A] [D]
[Bm] [E] [A] [D]
[G] [A]
[D] [G] [C]
[F] [G] [A]
[D]
[N]
Waar zie de lammeren nou [G] toch lurken aan [D] hun vers geschoren moeders?
En hoe de jonge zwanen donzen in de zachte sloot, en hoe de zon in wind de [G] wolken waait tot [D]
pasgewassen lucht,
[G] [D] kan iets mooier dan het mooiest, kan iets [G] groter [D]
zijn dan groot.
[G]
[D] [G] [A]
[D] En voel de hosten aan de glonken haar [G] knopen [D] staan opbarsten, het nieuwe riet drinkt gulzig [G] water [D] uit de smalle vaart, [G]
[D] kan het frisser dan het fris is, [G]
wulpser [D] dan het wulpster.
Ach, ik ben goddank [G] dus nog een [D] keer jonge Lente waard.
[Bm] Het is zo mooi, [E]
het [A] is om te janken zo [D] mooi, mooi [G] [A] om te [D] janken zo mooi.
[G]
[D] [G] [A]
En [D] zie de eres nou toch [G] pronken met hun [D] stampers als koralen, hun varen rond haar [G] blaren als een [D] leguanentoon, [G] [D]
en zie de veulens nou toch [G] wankelen en de [D] vogels naar hun nesten, kan iets ferser dan het vers [G] is, kan iets jonger [D] zijn dan jong.
[Bm]
Zie hoe de zonne [E]-scherpe schaduw [A] trekt onder de [D] wijde wilgen, [G]
[D] de puppies rennen [G] rondjes bijtens naar [D] hun eigen staart, [G]
[D] kan het leuker dan het leuk [G] is, [D] jeugdiger dan [G] [D] jeugdig.
[Bm] Ach, ik ben [E] goddank dus nog een [A] keer een jonge [D] Lente waard.
[Bm] Dit is zo mooi, [E] het is om [A] te [D] janken zo mooi, mooi [G]
[A] om te [D] janken zo mooi.
[G] [D]
[G] [A]
[D]
[G]
[A] [D] En nu de winger zich wel lustert, en [G] het [D] onkraat, onbezonnen, en ik mezelf optel [G] van [D] volwassen naar bejaard, wordt het [F#m] groener dan het groen [G] was, nu ik [D] grijzer dan ik grijs [G] ben.
[Bm] Ach, ik ben [C#m] goddank dus nog een [A] keer een jonge [D] Lente [Bm] waard.
Mooi, [E] het [A] is om te janken [D] zo mooi, [G] mooi [A] om te janken [D] zo mooi.
[G]
[D]
En als vannacht de open hemel de [G] sterren [D] strak laat stralen, en ik buiten op mijn rug [G] ligt, starend [D] naar het firmament, dan is het stiller dan het stil [G] is, [D] eeuwiger dan eeuwig.
Dan [Bm] ben ik [E] goddank dus nog een [A] keer gevangen [D] in het moment.
Ach, ik ben goddank dus [Bm] nog [E] een [A] keer een [D] jonge [G] Lente waard.
[A] [D]
[Bm] [E] [A] [D]
[G] [A]
[D] [G] [C]
[F] [G] [A]
[D]
[N]
Key:
D
G
A
Bm
E
D
G
A
_ _ _ _ _ _
[D] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ Waar zie de lammeren nou [G] toch lurken aan [D] hun vers geschoren moeders?
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ En hoe de jonge zwanen donzen in de zachte sloot, _ _ en hoe de zon in wind de [G] wolken waait tot [D] _
pasgewassen lucht, _ _ _ _ _
_ [G] _ [D] _ _ kan iets mooier dan het mooiest, kan iets [G] groter [D]
zijn dan groot.
_ [G] _ _
[D] _ _ _ _ [G] _ [A] _
[D] En voel de hosten aan de glonken haar [G] knopen [D] staan opbarsten, _ _ _ het nieuwe riet drinkt gulzig [G] water [D] uit de smalle vaart, _ [G] _ _
[D] kan het frisser dan het fris is, [G]
wulpser [D] dan het wulpster. _ _
Ach, ik ben goddank [G] dus nog een [D] keer jonge Lente waard.
_ _ [Bm] Het is zo mooi, [E]
het [A] is om te janken zo [D] mooi, mooi [G] _ _ [A] om te [D] janken zo mooi.
_ _ [G] _ _
[D] _ _ _ [G] _ _ [A]
En [D] zie de eres nou toch [G] pronken met hun [D] stampers als koralen, _ _ _ hun varen rond haar [G] blaren als een [D] _ _ leguanentoon, [G] _ [D]
en zie de veulens nou toch [G] wankelen en de [D] vogels naar hun nesten, _ kan iets ferser dan het vers [G] is, kan iets jonger [D] zijn dan jong.
_ [Bm] _
Zie hoe de zonne [E]-scherpe schaduw [A] trekt onder de [D] wijde wilgen, _ _ _ [G] _
[D] de puppies rennen [G] rondjes bijtens naar [D] hun eigen staart, _ _ [G] _
[D] kan het leuker dan het leuk [G] is, [D] jeugdiger dan [G] [D] jeugdig. _ _
[Bm] Ach, ik ben [E] goddank dus nog een [A] keer een jonge [D] Lente waard. _ _ _
[Bm] Dit is zo mooi, _ [E] het is om [A] te [D] janken zo mooi, mooi [G] _
[A] om te [D] janken zo mooi.
_ _ [G] _ _ [D] _
_ _ [G] _ _ [A] _ _
[D] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [G] _ _
[A] [D] En nu de winger zich wel lustert, en [G] het [D] onkraat, _ _ onbezonnen, _ _ _ _ _ _ _
_ en ik mezelf optel [G] van [D] volwassen naar bejaard, _ _ wordt het [F#m] groener dan het groen [G] was, nu ik [D] grijzer dan ik grijs [G] ben. _
[Bm] Ach, ik ben [C#m] goddank dus nog een [A] keer een jonge [D] Lente [Bm] waard.
Mooi, [E] het [A] is om te janken [D] zo mooi, [G] mooi _ [A] om te janken [D] zo mooi.
_ _ [G] _
[D] _ _ _ _ _
En als vannacht de open hemel de [G] sterren [D] strak laat stralen, _ _ en ik buiten op mijn rug [G] ligt, starend [D] naar het firmament, _ _ dan is het stiller dan het stil [G] is, [D] eeuwiger dan eeuwig. _
Dan [Bm] ben ik [E] goddank dus nog een [A] keer gevangen [D] in het moment.
_ Ach, ik ben goddank dus [Bm] nog _ _ [E] een [A] keer een [D] jonge _ _ [G] Lente waard.
_ [A] _ _ _ [D] _ _
[Bm] _ [E] _ _ [A] _ _ [D] _
_ _ [G] _ _ [A] _ _
_ [D] _ _ [G] _ _ [C] _
_ [F] _ [G] _ _ [A] _ _
[D] _ _ _ _ _ _
[N] _ _ _ _ _ _
[D] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ Waar zie de lammeren nou [G] toch lurken aan [D] hun vers geschoren moeders?
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ En hoe de jonge zwanen donzen in de zachte sloot, _ _ en hoe de zon in wind de [G] wolken waait tot [D] _
pasgewassen lucht, _ _ _ _ _
_ [G] _ [D] _ _ kan iets mooier dan het mooiest, kan iets [G] groter [D]
zijn dan groot.
_ [G] _ _
[D] _ _ _ _ [G] _ [A] _
[D] En voel de hosten aan de glonken haar [G] knopen [D] staan opbarsten, _ _ _ het nieuwe riet drinkt gulzig [G] water [D] uit de smalle vaart, _ [G] _ _
[D] kan het frisser dan het fris is, [G]
wulpser [D] dan het wulpster. _ _
Ach, ik ben goddank [G] dus nog een [D] keer jonge Lente waard.
_ _ [Bm] Het is zo mooi, [E]
het [A] is om te janken zo [D] mooi, mooi [G] _ _ [A] om te [D] janken zo mooi.
_ _ [G] _ _
[D] _ _ _ [G] _ _ [A]
En [D] zie de eres nou toch [G] pronken met hun [D] stampers als koralen, _ _ _ hun varen rond haar [G] blaren als een [D] _ _ leguanentoon, [G] _ [D]
en zie de veulens nou toch [G] wankelen en de [D] vogels naar hun nesten, _ kan iets ferser dan het vers [G] is, kan iets jonger [D] zijn dan jong.
_ [Bm] _
Zie hoe de zonne [E]-scherpe schaduw [A] trekt onder de [D] wijde wilgen, _ _ _ [G] _
[D] de puppies rennen [G] rondjes bijtens naar [D] hun eigen staart, _ _ [G] _
[D] kan het leuker dan het leuk [G] is, [D] jeugdiger dan [G] [D] jeugdig. _ _
[Bm] Ach, ik ben [E] goddank dus nog een [A] keer een jonge [D] Lente waard. _ _ _
[Bm] Dit is zo mooi, _ [E] het is om [A] te [D] janken zo mooi, mooi [G] _
[A] om te [D] janken zo mooi.
_ _ [G] _ _ [D] _
_ _ [G] _ _ [A] _ _
[D] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [G] _ _
[A] [D] En nu de winger zich wel lustert, en [G] het [D] onkraat, _ _ onbezonnen, _ _ _ _ _ _ _
_ en ik mezelf optel [G] van [D] volwassen naar bejaard, _ _ wordt het [F#m] groener dan het groen [G] was, nu ik [D] grijzer dan ik grijs [G] ben. _
[Bm] Ach, ik ben [C#m] goddank dus nog een [A] keer een jonge [D] Lente [Bm] waard.
Mooi, [E] het [A] is om te janken [D] zo mooi, [G] mooi _ [A] om te janken [D] zo mooi.
_ _ [G] _
[D] _ _ _ _ _
En als vannacht de open hemel de [G] sterren [D] strak laat stralen, _ _ en ik buiten op mijn rug [G] ligt, starend [D] naar het firmament, _ _ dan is het stiller dan het stil [G] is, [D] eeuwiger dan eeuwig. _
Dan [Bm] ben ik [E] goddank dus nog een [A] keer gevangen [D] in het moment.
_ Ach, ik ben goddank dus [Bm] nog _ _ [E] een [A] keer een [D] jonge _ _ [G] Lente waard.
_ [A] _ _ _ [D] _ _
[Bm] _ [E] _ _ [A] _ _ [D] _
_ _ [G] _ _ [A] _ _
_ [D] _ _ [G] _ _ [C] _
_ [F] _ [G] _ _ [A] _ _
[D] _ _ _ _ _ _
[N] _ _ _ _ _ _