Chords for Mieke het kan nooit nee nooit zo donker zijn
Tempo:
98 bpm
Chords used:
E
B
A
C#
G#m
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[E]
[B] [E]
[A] [E]
[B] [E]
Zo op een dag [B] wordt je geboren, [A] vanuit het donker [E] naar het licht.
[A] De openbaring [E] van een wonder, dat is [B] het eerste
[E] levenslicht.
En dan begin je [B] rond te kruipen, [A] ontdekt de wereld [E] om je heen.
[A] En als ik bang was [E] in het donker, was er [B] de maan die [E] altijd scheen.
En het kan nooit, nee nooit zo donker zijn, of het [B] wordt altijd wel [E] weer licht.
Nee het kan nooit, nee [A] nooit [E] zo donker zijn, of het [B] wordt altijd wel [E] weer licht.
Je kindertijd, [B] de tienerjaren, [C#] [A] je leert met vallen [E] op te staan.
[A] En dat de [E] wegen van het leven niet [B] altijd op,
[E] want soms dan zit het [B] vierkant tegen.
[A] Lijkt alles tegen [E] je gekeerd, [A] damp het ik moet [E] uit die paar woorden, die [G#m] ik als kind [B] ooit heb [E] geleerd.
En het kan nooit, nee nooit zo donker zijn, of het [B] wordt altijd wel [E] weer licht.
Nee het kan nooit, nee nooit zo donker zijn, of het [B] wordt altijd wel [E] weer licht.
Het leven is een [B] gaan en komen, [A] niets is voor eeuwig of [E] altijd.
[A] En toen ik wist [E] dat jij moest sterven, was ik [B] mezelf [E] volledig kwijt.
Maar toen je mij en [B] [A] was jij zo sterk [E] en trooste mij.
[Bm] [A] Nu vind ik kracht om [E] door te leden, in [B] wat je bij ons [E] afscheid zei.
En het kan nooit, nee nooit zo donker zijn, of het [B] wordt altijd wel [E] weer licht.
Nee het kan nooit, nee nooit zo donker zijn, of het [B] wordt altijd wel [E] weer licht.
Het het nog nooit, nog nooit zo donker best, of het [B] wer altijd wel [E] weer licht.
Het het nog nooit, nog nooit zo donker best, of het [B] wer altijd wel [E] weer licht.
[B]
[E]
[B]
[E]
[B] [E]
[A] [E]
[B] [E]
Zo op een dag [B] wordt je geboren, [A] vanuit het donker [E] naar het licht.
[A] De openbaring [E] van een wonder, dat is [B] het eerste
[E] levenslicht.
En dan begin je [B] rond te kruipen, [A] ontdekt de wereld [E] om je heen.
[A] En als ik bang was [E] in het donker, was er [B] de maan die [E] altijd scheen.
En het kan nooit, nee nooit zo donker zijn, of het [B] wordt altijd wel [E] weer licht.
Nee het kan nooit, nee [A] nooit [E] zo donker zijn, of het [B] wordt altijd wel [E] weer licht.
Je kindertijd, [B] de tienerjaren, [C#] [A] je leert met vallen [E] op te staan.
[A] En dat de [E] wegen van het leven niet [B] altijd op,
[E] want soms dan zit het [B] vierkant tegen.
[A] Lijkt alles tegen [E] je gekeerd, [A] damp het ik moet [E] uit die paar woorden, die [G#m] ik als kind [B] ooit heb [E] geleerd.
En het kan nooit, nee nooit zo donker zijn, of het [B] wordt altijd wel [E] weer licht.
Nee het kan nooit, nee nooit zo donker zijn, of het [B] wordt altijd wel [E] weer licht.
Het leven is een [B] gaan en komen, [A] niets is voor eeuwig of [E] altijd.
[A] En toen ik wist [E] dat jij moest sterven, was ik [B] mezelf [E] volledig kwijt.
Maar toen je mij en [B] [A] was jij zo sterk [E] en trooste mij.
[Bm] [A] Nu vind ik kracht om [E] door te leden, in [B] wat je bij ons [E] afscheid zei.
En het kan nooit, nee nooit zo donker zijn, of het [B] wordt altijd wel [E] weer licht.
Nee het kan nooit, nee nooit zo donker zijn, of het [B] wordt altijd wel [E] weer licht.
Het het nog nooit, nog nooit zo donker best, of het [B] wer altijd wel [E] weer licht.
Het het nog nooit, nog nooit zo donker best, of het [B] wer altijd wel [E] weer licht.
[B]
[E]
[B]
[E]
Key:
E
B
A
C#
G#m
E
B
A
[E] _ _ _ _ _ _ _ _
[B] _ _ _ [E] _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ [A] _ [E] _ _
[B] _ _ _ [E] _ _ _ _ _
_ _ _ _ Zo op een dag [B] wordt je geboren, _ [A] _ vanuit het donker [E] naar het _ licht.
[A] De openbaring [E] van een wonder, dat is [B] het eerste _ _
[E] _ _ levenslicht.
En dan begin je [B] rond te _ kruipen, [A] ontdekt de wereld [E] om je heen.
_ [A] En als ik bang was [E] in het donker, was er [B] de maan die _ [E] altijd scheen.
_ _ _ _ En het kan nooit, nee nooit zo donker zijn, of het [B] wordt altijd wel [E] weer licht.
Nee het kan nooit, nee [A] nooit [E] zo donker zijn, of het [B] wordt altijd wel [E] weer _ licht.
_ _ _ _ Je kindertijd, [B] de tienerjaren, [C#] _ [A] je leert met vallen [E] op te staan.
_ [A] En dat de [E] wegen van het leven niet [B] altijd op, _ _
[E] _ _ _ _ want soms dan zit het [B] vierkant tegen.
_ [A] Lijkt alles tegen [E] je _ gekeerd, [A] damp het ik moet [E] uit die paar woorden, die [G#m] ik als kind [B] ooit heb [E] _ geleerd.
_ _ _ En het kan nooit, nee nooit zo donker zijn, of het [B] wordt altijd wel [E] weer licht.
Nee het kan nooit, nee nooit zo donker zijn, of het [B] wordt altijd wel [E] weer _ licht.
_ _ _ _ Het leven is een [B] gaan en komen, _ [A] niets is voor eeuwig of [E] altijd.
_ [A] En toen ik wist [E] dat jij moest sterven, was ik [B] mezelf _ [E] volledig kwijt.
_ _ Maar toen je mij en [B] _ _ _ _ [A] was jij zo sterk [E] en trooste mij.
[Bm] _ [A] Nu vind ik kracht om [E] door te leden, in [B] wat je bij ons _ [E] afscheid zei.
_ _ _ En het kan nooit, nee nooit zo donker zijn, of het [B] wordt altijd wel [E] weer licht.
Nee het kan nooit, nee nooit zo donker zijn, of het [B] wordt altijd wel [E] weer licht.
Het het nog nooit, nog nooit zo donker best, of het [B] wer altijd wel [E] weer licht.
Het het nog nooit, nog nooit zo donker best, of het [B] wer altijd wel [E] weer licht. _
_ _ _ _ [B] _ _ _ _
[E] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [B] _ _ _ _
[E] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[B] _ _ _ [E] _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ [A] _ [E] _ _
[B] _ _ _ [E] _ _ _ _ _
_ _ _ _ Zo op een dag [B] wordt je geboren, _ [A] _ vanuit het donker [E] naar het _ licht.
[A] De openbaring [E] van een wonder, dat is [B] het eerste _ _
[E] _ _ levenslicht.
En dan begin je [B] rond te _ kruipen, [A] ontdekt de wereld [E] om je heen.
_ [A] En als ik bang was [E] in het donker, was er [B] de maan die _ [E] altijd scheen.
_ _ _ _ En het kan nooit, nee nooit zo donker zijn, of het [B] wordt altijd wel [E] weer licht.
Nee het kan nooit, nee [A] nooit [E] zo donker zijn, of het [B] wordt altijd wel [E] weer _ licht.
_ _ _ _ Je kindertijd, [B] de tienerjaren, [C#] _ [A] je leert met vallen [E] op te staan.
_ [A] En dat de [E] wegen van het leven niet [B] altijd op, _ _
[E] _ _ _ _ want soms dan zit het [B] vierkant tegen.
_ [A] Lijkt alles tegen [E] je _ gekeerd, [A] damp het ik moet [E] uit die paar woorden, die [G#m] ik als kind [B] ooit heb [E] _ geleerd.
_ _ _ En het kan nooit, nee nooit zo donker zijn, of het [B] wordt altijd wel [E] weer licht.
Nee het kan nooit, nee nooit zo donker zijn, of het [B] wordt altijd wel [E] weer _ licht.
_ _ _ _ Het leven is een [B] gaan en komen, _ [A] niets is voor eeuwig of [E] altijd.
_ [A] En toen ik wist [E] dat jij moest sterven, was ik [B] mezelf _ [E] volledig kwijt.
_ _ Maar toen je mij en [B] _ _ _ _ [A] was jij zo sterk [E] en trooste mij.
[Bm] _ [A] Nu vind ik kracht om [E] door te leden, in [B] wat je bij ons _ [E] afscheid zei.
_ _ _ En het kan nooit, nee nooit zo donker zijn, of het [B] wordt altijd wel [E] weer licht.
Nee het kan nooit, nee nooit zo donker zijn, of het [B] wordt altijd wel [E] weer licht.
Het het nog nooit, nog nooit zo donker best, of het [B] wer altijd wel [E] weer licht.
Het het nog nooit, nog nooit zo donker best, of het [B] wer altijd wel [E] weer licht. _
_ _ _ _ [B] _ _ _ _
[E] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [B] _ _ _ _
[E] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _