Chords for Mulder & Mulder - Havenzangers medley

[F] Ik weet niet hoe het met [G] jou zit, [A] [Bb] maar_
Niet zo'n aardige.
Trouw niet [C] voordat ik in een jaar nog_ [Bb] 40 ben.
[C] Oké. _
[F] Trouw niet voor je 40 bent
en [Db] alle geheimen [C] van het huwelijk kent.
Heus het is nog niet te laat
als je naar je 40ste vastrouwen [Dm] gaat.
[F] En voor de vrijgezullen.
_ [Bb] Trouw niet, trouw niet, trouw niet, trouw niet _ _ _
_ voor je [C] 40ste _ jaar.
[E] _ _ _ _ [A] Jij kunt niet altijd 16 zijn.
Liefste, dat kun je [Dbm] niet.
[Cm] _ [E] Maar heel je leven blijf ik je [A] geven
waar je met 16 van [Ab] geniet.
[A] Heel maar dan zul je 60 zijn.
Ook dan ben ik nog bij [Dbm] jou.
[Cm] _ _ [E] Omdat ik [G] altijd voor altijd van [A] je hou. _ _
_ _ _ [B] _ [E] _ _ [A] _ [B]
[E] We gaan [A] wel eens vissen, [D] een paar [G] keer per jaar.
[C] Op zee [Cm] of naar wieren, [B] _ [E] gezellige heren.
We [A] houden als vissen [D] van drank [G] of z'n tijd.
[C] En zien [F] we een biertje, [B] dan hoor je [E]
geheims.
[Dbm] Ik zie een [E] beels.
Waar?
Daar op [B] de_
En waar op de kant?
[E] Nou daar.
[Bb] En een gele [A] met een klaar gie.
[E] Nee, het is geen goud.
Het [Gb] is dat [B] heerlijke [A] goudgele stof.
_ [E] Gaan we een beetje schudden met die billen? _ _
Kom op, [A] thuis nog.
Gezellig.
_ En ik wil [Dbm] dansen [E] als je naar me lacht. _
Oehoe, _ [A] _ _ _ oehoe.
En zwieren, zwaaien [E] samen door de nacht. _
Oehoe, [A] oehoe.
_ _ _ [C] _ _
_ [G] Neem mij nog een en dan begin ik naar huis te gaan.
Ik kan dat laatste biertje toch niet [C] laten [G] staan.
Neem mij nog [C] een [E] en dan roep [F] ik oké.
[Dm] Kom [G] ik te laat?
Dan zit ik [C] daar niet mee.
Neem mij nog een en [G] dan moet ik naar huis te gaan.
Ik kan dat laatste biertje [C] toch niet laten staan.
[D] [C] Neem mij nog een [G] en dan roep [F] ik oké.
[Dm] Kom [G] ik te laat?
Dan zit ik daar niet [C] mee.
_ _ [D] Als _ _ _ _
_ [G] de _ klok _ van Garneer _ buiten, _ _ _ welkom _ thuis _ voor ons _ [D] _ aanluiden. _ _
Wordt [Dm] de [Am] bruik dus ons _ vermengd met roel [G] _ _ _ beneersd, _
[C] [Cm] als [G] het schip op zegen [D] _
[G] leven _ is.
_ [C] _
Ik sta liever [F] op de schiet, _ tot mijn knie.
In de sneeuw is toch beter dan dat warme straat.
[Bb] Op de wijk, als een wijk.
[F] Op de fiesten gaan we heel voorzichtig als een krant.
[C] Naar beneden, naar [Bb] het _ café.
Er [F] staan de biertjes al te lachen, dat is interessant.
Geen [Bb] Blauwe Zee, [Dm] [F] maar _ [Bb] _
[F] Jegertje.
Ik wil jou op die bergen uit je bos in gaan.
Met [Bb] een vondst, op hoek, op _ _ chocoren.
En [F] het wordt heerlijk als we op die lange latsen staan.
[C] Vergeet hem, vergeet ook niet de [Bb] _
apres-kies.
En het [F] wordt een [C] feestje samen [F] met jou.
_ [G] _ _ _ Ik _ _ _ heb door de jaren alles [C] gegeven.
Steeds aan een ander, het was [G] zo verdreven.
_ Vaak thuisgebleven, een honden leven.
Praise the Lord, [D] want ik [G] zag het licht.
Ik zag het licht, ik zag het licht.
[C] _ Alle stralen op [G] mijn genie.
Ik ben zo blij dat ik ben gesleept.
Praise the Lord, [Bm] want ik [G] zag het licht.
Ik zag het licht, ik zag het licht.
[C] _ Alle stralen op [G] mijn genie.
Ik ben zo blij dat ik ben gesleept.
Praise the Lord, want ik zag het licht.
_ Praise the Lord, [Bm] want ik [Em] zag het licht.
[G] _ Praise _ the Lord, want [Bm] ik zag het [G]
licht. _ _ _ _ _ _ _