opwekking 585 - er is een dag Chords
Tempo:
82 bpm
Chords used:
C
G
F
Am
Em
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[C]
Er is een dag, waar al wat leeft al [Am] op wacht.
[F] Een dag van [C] blijdschap, als heel de schepping [Em] wordt [G] bevrijd.
[C] En op die dag, [G] dan komt de Heer [Am] en houdt zijn brui.
Die
[F] fijne slangen, [C] ophaalt in zijn heerlijkheid.
[G]
[C] Het liefde schaal, [G] wanneer de grapen [Am] open gaan.
[F] En doden [C] opstaan, voor eeuwenleven [G] door zijn kwaad.
[C] De laatste [G] tijd, wordt meebekleed [Am] met eerlijkheid.
[F] De doodgeslogen, [C] overwonnen voor altijd.
[G] [C]
Spoedig zullen wij [G] hem zien.
En voor altijd op [Am] hen lijken.
En [F] Jezus kennen, zoals [C] hij is.
Ha!
[G] [C] Nooit meer trallen, nooit [G] meer pijn.
Want wij zullen met [Am] hem leven.
In [F] zijn aamblijheid, voor [C] altijd.
Ha!
[G] Ha!
[F] [C]
[G] Dus spijk omhoog, en zie wat nog [Am] verborgen en nu.
[F] Maar wat gelooft de Heer [C] is, dat blijft in alle [G] eeuwen vijnd.
[C] En als je [G] lijkt, bevalt het maar voor [Am] even en nu.
[F] Als Jezus [C] terugkomt, wil je in zijn eerlijkheid.
[G]
[C] Spoedig zullen [G] wij hem zien.
En voor altijd op [Am] hen lijken.
En [F] Jezus kennen, zoals [C] hij is.
Ha!
[G]
[C] Nooit meer trallen, nooit [G] meer pijn.
Want wij zullen met [Am] hem leven.
In [F] zijn aamblijheid, voor [C] altijd.
[G] Ha!
[F] Ha!
[G]
[F] [G]
[Am] [Em]
[F] [G] [C]
[Am] [G]
[F] [C]
Spoedig zullen wij [G] hem zien.
En voor altijd op [Am] hen lijken.
En [F] Jezus kennen, zoals [C] hij is.
[G]
[C] Spoedig zullen wij [G] hem zien.
[Am] En [F] Jezus kennen, zoals [C] hij is.
Ha!
[G]
[C] Nooit meer trallen, nooit [G] meer pijn.
Want wij zullen
[Am] met hem leven.
In [F] zijn aamblijheid, voor [C] altijd.
[G]
[F] [C] Ha!
[F] Ha!
[C] [F] [C] [Em]
[F] [G]
[A]
Er is een dag, waar al wat leeft al [Am] op wacht.
[F] Een dag van [C] blijdschap, als heel de schepping [Em] wordt [G] bevrijd.
[C] En op die dag, [G] dan komt de Heer [Am] en houdt zijn brui.
Die
[F] fijne slangen, [C] ophaalt in zijn heerlijkheid.
[G]
[C] Het liefde schaal, [G] wanneer de grapen [Am] open gaan.
[F] En doden [C] opstaan, voor eeuwenleven [G] door zijn kwaad.
[C] De laatste [G] tijd, wordt meebekleed [Am] met eerlijkheid.
[F] De doodgeslogen, [C] overwonnen voor altijd.
[G] [C]
Spoedig zullen wij [G] hem zien.
En voor altijd op [Am] hen lijken.
En [F] Jezus kennen, zoals [C] hij is.
Ha!
[G] [C] Nooit meer trallen, nooit [G] meer pijn.
Want wij zullen met [Am] hem leven.
In [F] zijn aamblijheid, voor [C] altijd.
Ha!
[G] Ha!
[F] [C]
[G] Dus spijk omhoog, en zie wat nog [Am] verborgen en nu.
[F] Maar wat gelooft de Heer [C] is, dat blijft in alle [G] eeuwen vijnd.
[C] En als je [G] lijkt, bevalt het maar voor [Am] even en nu.
[F] Als Jezus [C] terugkomt, wil je in zijn eerlijkheid.
[G]
[C] Spoedig zullen [G] wij hem zien.
En voor altijd op [Am] hen lijken.
En [F] Jezus kennen, zoals [C] hij is.
Ha!
[G]
[C] Nooit meer trallen, nooit [G] meer pijn.
Want wij zullen met [Am] hem leven.
In [F] zijn aamblijheid, voor [C] altijd.
[G] Ha!
[F] Ha!
[G]
[F] [G]
[Am] [Em]
[F] [G] [C]
[Am] [G]
[F] [C]
Spoedig zullen wij [G] hem zien.
En voor altijd op [Am] hen lijken.
En [F] Jezus kennen, zoals [C] hij is.
[G]
[C] Spoedig zullen wij [G] hem zien.
[Am] En [F] Jezus kennen, zoals [C] hij is.
Ha!
[G]
[C] Nooit meer trallen, nooit [G] meer pijn.
Want wij zullen
[Am] met hem leven.
In [F] zijn aamblijheid, voor [C] altijd.
[G]
[F] [C] Ha!
[F] Ha!
[C] [F] [C] [Em]
[F] [G]
[A]
Key:
C
G
F
Am
Em
C
G
F
[C] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ Er is een dag, waar al wat leeft al [Am] op wacht.
_ _ _ _ [F] Een dag van [C] blijdschap, als heel de schepping [Em] wordt [G] _ bevrijd.
[C] En op die dag, [G] dan komt de Heer [Am] en houdt zijn brui.
_ Die _ _
[F] _ fijne slangen, [C] _ ophaalt in zijn _ _ heerlijkheid.
[G] _ _ _ _
[C] Het liefde schaal, [G] _ wanneer de grapen [Am] open _ gaan. _ _ _
[F] En doden [C] opstaan, voor eeuwenleven [G] door zijn kwaad.
_ [C] De laatste [G] tijd, wordt meebekleed [Am] met _ _ eerlijkheid.
_ _ _ [F] De doodgeslogen, [C] _ _ overwonnen voor altijd. _ _
[G] _ _ _ _ [C] _ _ _
Spoedig zullen wij [G] hem zien.
En voor altijd op [Am] hen lijken.
En [F] Jezus kennen, zoals [C] hij is.
Ha!
[G] _ _ _ _ [C] _ _ Nooit meer trallen, nooit [G] meer pijn. _
Want wij zullen met [Am] hem leven.
In [F] zijn aamblijheid, voor [C] altijd.
_ Ha!
[G] _ _ Ha!
[F] _ _ _ [C] _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [G] Dus spijk omhoog, en zie wat nog [Am] verborgen en nu. _
_ _ _ _ [F] Maar wat gelooft de Heer [C] is, dat blijft in alle [G] eeuwen _ vijnd.
[C] En als je [G] lijkt, bevalt het maar voor [Am] even en nu. _ _ _ _
[F] Als Jezus _ [C] terugkomt, wil je in zijn _ eerlijkheid.
_ [G] _ _ _ _
[C] _ _ _ Spoedig zullen _ [G] wij hem zien.
En voor altijd op [Am] hen _ lijken.
En [F] Jezus kennen, zoals [C] hij is.
Ha!
[G] _ _ _ _
[C] _ _ Nooit meer trallen, nooit [G] meer pijn.
_ Want wij zullen met [Am] hem leven.
In [F] zijn aamblijheid, voor [C] altijd.
_ _ _ [G] _ _ Ha!
[F] Ha!
_ _ _ [G] _ _ _ _
[F] _ _ _ _ [G] _ _ _ _
[Am] _ _ _ _ [Em] _ _ _ _
[F] _ _ _ _ [G] _ _ [C] _ _
[Am] _ _ _ _ [G] _ _ _ _
[F] _ _ _ _ [C] _ _ _ _
_ _ _ Spoedig zullen wij [G] hem zien.
_ En voor altijd op [Am] hen lijken.
En [F] Jezus kennen, zoals [C] hij is.
_ _ [G] _ _ _ _
[C] _ _ _ _ Spoedig zullen wij [G] hem zien. _ _ _ _ _
[Am] _ _ En [F] Jezus kennen, zoals [C] hij is.
Ha!
[G] _ _ _ _
[C] _ _ Nooit meer trallen, nooit [G] meer pijn.
_ Want wij zullen _ _
[Am] met hem leven.
In [F] zijn aamblijheid, voor [C] altijd.
_ _ _ [G] _ _ _ _
[F] _ _ _ _ [C] _ _ Ha!
[F] Ha!
_ _ _ [C] _ _ _ _ [F] _ _ _ _ [C] _ _ [Em] _ _
[F] _ _ _ _ [G] _ _ _ _
_ _ [A] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ Er is een dag, waar al wat leeft al [Am] op wacht.
_ _ _ _ [F] Een dag van [C] blijdschap, als heel de schepping [Em] wordt [G] _ bevrijd.
[C] En op die dag, [G] dan komt de Heer [Am] en houdt zijn brui.
_ Die _ _
[F] _ fijne slangen, [C] _ ophaalt in zijn _ _ heerlijkheid.
[G] _ _ _ _
[C] Het liefde schaal, [G] _ wanneer de grapen [Am] open _ gaan. _ _ _
[F] En doden [C] opstaan, voor eeuwenleven [G] door zijn kwaad.
_ [C] De laatste [G] tijd, wordt meebekleed [Am] met _ _ eerlijkheid.
_ _ _ [F] De doodgeslogen, [C] _ _ overwonnen voor altijd. _ _
[G] _ _ _ _ [C] _ _ _
Spoedig zullen wij [G] hem zien.
En voor altijd op [Am] hen lijken.
En [F] Jezus kennen, zoals [C] hij is.
Ha!
[G] _ _ _ _ [C] _ _ Nooit meer trallen, nooit [G] meer pijn. _
Want wij zullen met [Am] hem leven.
In [F] zijn aamblijheid, voor [C] altijd.
_ Ha!
[G] _ _ Ha!
[F] _ _ _ [C] _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [G] Dus spijk omhoog, en zie wat nog [Am] verborgen en nu. _
_ _ _ _ [F] Maar wat gelooft de Heer [C] is, dat blijft in alle [G] eeuwen _ vijnd.
[C] En als je [G] lijkt, bevalt het maar voor [Am] even en nu. _ _ _ _
[F] Als Jezus _ [C] terugkomt, wil je in zijn _ eerlijkheid.
_ [G] _ _ _ _
[C] _ _ _ Spoedig zullen _ [G] wij hem zien.
En voor altijd op [Am] hen _ lijken.
En [F] Jezus kennen, zoals [C] hij is.
Ha!
[G] _ _ _ _
[C] _ _ Nooit meer trallen, nooit [G] meer pijn.
_ Want wij zullen met [Am] hem leven.
In [F] zijn aamblijheid, voor [C] altijd.
_ _ _ [G] _ _ Ha!
[F] Ha!
_ _ _ [G] _ _ _ _
[F] _ _ _ _ [G] _ _ _ _
[Am] _ _ _ _ [Em] _ _ _ _
[F] _ _ _ _ [G] _ _ [C] _ _
[Am] _ _ _ _ [G] _ _ _ _
[F] _ _ _ _ [C] _ _ _ _
_ _ _ Spoedig zullen wij [G] hem zien.
_ En voor altijd op [Am] hen lijken.
En [F] Jezus kennen, zoals [C] hij is.
_ _ [G] _ _ _ _
[C] _ _ _ _ Spoedig zullen wij [G] hem zien. _ _ _ _ _
[Am] _ _ En [F] Jezus kennen, zoals [C] hij is.
Ha!
[G] _ _ _ _
[C] _ _ Nooit meer trallen, nooit [G] meer pijn.
_ Want wij zullen _ _
[Am] met hem leven.
In [F] zijn aamblijheid, voor [C] altijd.
_ _ _ [G] _ _ _ _
[F] _ _ _ _ [C] _ _ Ha!
[F] Ha!
_ _ _ [C] _ _ _ _ [F] _ _ _ _ [C] _ _ [Em] _ _
[F] _ _ _ _ [G] _ _ _ _
_ _ [A] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _