Chords for Opwekking 816 - Hoogste God - CD42 (live video)
Tempo:
68.9 bpm
Chords used:
Eb
F
Gm
Bb
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
Kom kijken wat de Heer gaat [Eb] doen, wees stil voor zijn besluit.
[F] Hij breekt de boog, het wapen [Eb] zuigt en bandt de oorlog [Gm] uit.
Oh machtige van [Eb] Israël, u staat aan onze kant.
[F] Wij hopen op de God die [Eb] wagens in het [Gm] vuur verbrandt.
Onze [Eb] God, u draagt ons, u staat altijd [Gm] naast ons.
U wendt [F] onze schouder, u [Eb] betwinkt de schoon.
U blijft bij ons, in ons diepste [Gm] lijden.
Waar zijn [F] wij zo vrijer als bij de [Eb] hoogste goon.
[Gm] O God van nagedroogde [Eb] sterk, verheffende en spreeuw.
[F] De aarde beweegt en alle [Eb] bergen storten [Gm] zich in zee.
O Heer die ons in leven [Eb] laat, al is het wat weg gaat.
[F] O God die bergen [Eb] bevenaard, kom over [Gm] wie ons gaat.
[F] O God, [Eb] kom over wie [Gm] ons gaat.
Onze [Eb] God, u draagt ons, u staat [Gm] altijd naast ons.
U wendt [F] onze schouder, u [Eb] betwinkt de schoon.
U blijft bij ons, in ons [Gm] diepste lijden.
Waar zijn wij [F] zo vrijer als bij de [Eb] hoogste goon.
[Gm]
[F]
[Eb] Al koken zeeën [Bb] om ons heen.
U bent de God die wind [Eb] en storm betwinkt.
Ik word stil [F] en weet.
[Gm] Al [Eb] wankelt alle [Bb] schudde aarde en gaan volk een [Eb] vreedtekeer.
Mijn God heeft alles in zijn [F] hand.
[Gm] Al koken [Eb] zeeën [Bb] om ons heen.
U [F] bent de God die wind [Gm] en storm betwinkt.
[Eb] Ik word stil [F] en weet.
[Gm] Al [Eb] wankelt alle [Bb] schudde aarde en [F] gaan volk een [Gm] vreedtekeer.
[Eb] [F]
Onze God, [Eb] u draagt ons, u staat [Gm] altijd naast ons.
U wendt [F] onze schouder, u [Eb] betwinkt de schoon.
U blijft bij ons, in ons [Gm] diepste lijden.
Waar zijn wij [F] zo vrijer als bij de [Eb] hoogste goon.
Heer, u draagt ons, u staat [Gm] altijd naast ons.
U wendt [F] onze schouder, u betwinkt [Eb] de schoon.
U blijft bij ons, in ons [Gm] diepste lijden.
Waar zijn wij [F] zo vrijer als bij de [Eb] hoogste goon.
[F] Hij breekt de boog, het wapen [Eb] zuigt en bandt de oorlog [Gm] uit.
Oh machtige van [Eb] Israël, u staat aan onze kant.
[F] Wij hopen op de God die [Eb] wagens in het [Gm] vuur verbrandt.
Onze [Eb] God, u draagt ons, u staat altijd [Gm] naast ons.
U wendt [F] onze schouder, u [Eb] betwinkt de schoon.
U blijft bij ons, in ons diepste [Gm] lijden.
Waar zijn [F] wij zo vrijer als bij de [Eb] hoogste goon.
[Gm] O God van nagedroogde [Eb] sterk, verheffende en spreeuw.
[F] De aarde beweegt en alle [Eb] bergen storten [Gm] zich in zee.
O Heer die ons in leven [Eb] laat, al is het wat weg gaat.
[F] O God die bergen [Eb] bevenaard, kom over [Gm] wie ons gaat.
[F] O God, [Eb] kom over wie [Gm] ons gaat.
Onze [Eb] God, u draagt ons, u staat [Gm] altijd naast ons.
U wendt [F] onze schouder, u [Eb] betwinkt de schoon.
U blijft bij ons, in ons [Gm] diepste lijden.
Waar zijn wij [F] zo vrijer als bij de [Eb] hoogste goon.
[Gm]
[F]
[Eb] Al koken zeeën [Bb] om ons heen.
U bent de God die wind [Eb] en storm betwinkt.
Ik word stil [F] en weet.
[Gm] Al [Eb] wankelt alle [Bb] schudde aarde en gaan volk een [Eb] vreedtekeer.
Mijn God heeft alles in zijn [F] hand.
[Gm] Al koken [Eb] zeeën [Bb] om ons heen.
U [F] bent de God die wind [Gm] en storm betwinkt.
[Eb] Ik word stil [F] en weet.
[Gm] Al [Eb] wankelt alle [Bb] schudde aarde en [F] gaan volk een [Gm] vreedtekeer.
[Eb] [F]
Onze God, [Eb] u draagt ons, u staat [Gm] altijd naast ons.
U wendt [F] onze schouder, u [Eb] betwinkt de schoon.
U blijft bij ons, in ons [Gm] diepste lijden.
Waar zijn wij [F] zo vrijer als bij de [Eb] hoogste goon.
Heer, u draagt ons, u staat [Gm] altijd naast ons.
U wendt [F] onze schouder, u betwinkt [Eb] de schoon.
U blijft bij ons, in ons [Gm] diepste lijden.
Waar zijn wij [F] zo vrijer als bij de [Eb] hoogste goon.
Key:
Eb
F
Gm
Bb
Eb
F
Gm
Bb
_ _ _ _ Kom kijken wat de Heer gaat [Eb] doen, wees stil voor zijn besluit.
[F] Hij breekt de boog, het wapen [Eb] zuigt en bandt de oorlog [Gm] uit.
Oh machtige van [Eb] Israël, u staat aan onze kant.
[F] Wij hopen op de God die [Eb] wagens in het [Gm] vuur verbrandt. _ _ _
_ Onze [Eb] God, u draagt ons, u staat altijd [Gm] naast ons.
U wendt [F] onze schouder, u [Eb] betwinkt de schoon.
_ U blijft bij ons, in ons diepste [Gm] lijden.
Waar zijn [F] wij zo vrijer als bij de [Eb] hoogste goon.
_ _ _ _ _ [Gm] O God van nagedroogde [Eb] sterk, verheffende en spreeuw.
[F] De aarde beweegt en alle [Eb] bergen storten [Gm] zich in zee.
O Heer die ons in leven [Eb] laat, al is het wat weg gaat.
[F] O God die bergen [Eb] bevenaard, kom over [Gm] wie ons gaat.
[F] O God, _ _ [Eb] kom over wie [Gm] ons gaat. _
_ _ _ Onze [Eb] God, u draagt ons, u staat [Gm] altijd naast ons.
U wendt [F] onze schouder, u [Eb] betwinkt de schoon.
_ U blijft bij ons, in ons [Gm] diepste lijden.
Waar zijn wij [F] zo vrijer als bij de [Eb] hoogste goon. _ _ _ _ _
_ _ _ _ [Gm] _ _ _ _
_ _ _ _ _ [F] _ _ _
_ [Eb] Al koken zeeën [Bb] om ons heen.
U bent de God die wind [Eb] en storm betwinkt.
Ik word stil [F] en weet. _ _
_ [Gm] Al [Eb] wankelt alle [Bb] schudde aarde en gaan volk een [Eb] vreedtekeer.
Mijn God heeft alles in zijn [F] hand. _
_ [Gm] Al koken [Eb] zeeën [Bb] om ons heen.
U [F] bent de God die wind [Gm] en storm betwinkt.
[Eb] Ik word stil [F] en weet. _
_ [Gm] Al [Eb] wankelt alle [Bb] schudde aarde en [F] gaan volk een [Gm] vreedtekeer.
_ [Eb] _ _ [F] _ _
Onze God, [Eb] u draagt ons, u staat [Gm] altijd naast ons.
U wendt [F] onze schouder, u [Eb] betwinkt de schoon.
U blijft bij ons, in ons [Gm] diepste lijden.
Waar zijn wij [F] zo vrijer als bij de [Eb] hoogste goon.
Heer, u draagt ons, u staat [Gm] altijd naast ons.
U wendt [F] onze schouder, u betwinkt [Eb] de schoon.
U blijft bij ons, in ons [Gm] diepste lijden.
Waar zijn wij [F] zo vrijer als bij de [Eb] hoogste goon. _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[F] Hij breekt de boog, het wapen [Eb] zuigt en bandt de oorlog [Gm] uit.
Oh machtige van [Eb] Israël, u staat aan onze kant.
[F] Wij hopen op de God die [Eb] wagens in het [Gm] vuur verbrandt. _ _ _
_ Onze [Eb] God, u draagt ons, u staat altijd [Gm] naast ons.
U wendt [F] onze schouder, u [Eb] betwinkt de schoon.
_ U blijft bij ons, in ons diepste [Gm] lijden.
Waar zijn [F] wij zo vrijer als bij de [Eb] hoogste goon.
_ _ _ _ _ [Gm] O God van nagedroogde [Eb] sterk, verheffende en spreeuw.
[F] De aarde beweegt en alle [Eb] bergen storten [Gm] zich in zee.
O Heer die ons in leven [Eb] laat, al is het wat weg gaat.
[F] O God die bergen [Eb] bevenaard, kom over [Gm] wie ons gaat.
[F] O God, _ _ [Eb] kom over wie [Gm] ons gaat. _
_ _ _ Onze [Eb] God, u draagt ons, u staat [Gm] altijd naast ons.
U wendt [F] onze schouder, u [Eb] betwinkt de schoon.
_ U blijft bij ons, in ons [Gm] diepste lijden.
Waar zijn wij [F] zo vrijer als bij de [Eb] hoogste goon. _ _ _ _ _
_ _ _ _ [Gm] _ _ _ _
_ _ _ _ _ [F] _ _ _
_ [Eb] Al koken zeeën [Bb] om ons heen.
U bent de God die wind [Eb] en storm betwinkt.
Ik word stil [F] en weet. _ _
_ [Gm] Al [Eb] wankelt alle [Bb] schudde aarde en gaan volk een [Eb] vreedtekeer.
Mijn God heeft alles in zijn [F] hand. _
_ [Gm] Al koken [Eb] zeeën [Bb] om ons heen.
U [F] bent de God die wind [Gm] en storm betwinkt.
[Eb] Ik word stil [F] en weet. _
_ [Gm] Al [Eb] wankelt alle [Bb] schudde aarde en [F] gaan volk een [Gm] vreedtekeer.
_ [Eb] _ _ [F] _ _
Onze God, [Eb] u draagt ons, u staat [Gm] altijd naast ons.
U wendt [F] onze schouder, u [Eb] betwinkt de schoon.
U blijft bij ons, in ons [Gm] diepste lijden.
Waar zijn wij [F] zo vrijer als bij de [Eb] hoogste goon.
Heer, u draagt ons, u staat [Gm] altijd naast ons.
U wendt [F] onze schouder, u betwinkt [Eb] de schoon.
U blijft bij ons, in ons [Gm] diepste lijden.
Waar zijn wij [F] zo vrijer als bij de [Eb] hoogste goon. _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _