Chords for Opwekking 826 - De Heer is mijn Bevrijder - CD43 (live video)
Tempo:
71.9 bpm
Chords used:
D
E
A
F#m
Bm
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[Bm] [B] [A] [D] [F#m]
[Bm] [E] [A] [D] [F#m]
[D] God keek [A] genadig naar mij op.
[E] [F#m]
Hij [D] geeft mij vast [Am] voor ik verdrok.
[E] [D]
En [E] zette mij [A] weer op [D] vaste grond.
[Bm]
De Heer is mijn [A] [D] bevrijder.
[E] [F#m]
[D] Ik weet hoe lang [A] de nacht ook duurt.
[E] [F#m]
[D] God helpt mij [F#] over elke [E] muur.
[D]
[E] Ik zie al licht aan [A] de [D] horizon.
[Bm]
De Heer is [E] mijn [D] bevrijder.
[A] [E]
Is er [D] iemand als [A] onze [E] God, die ons lief [A] geeft [D] en [A] ons verloft?
[F#m]
Hij [E] heert [A] voor ons [D] allen.
[A] [Bm]
De Heer is [E] mijn [F#m] bevrijder.
[Bm] [E] [A] [Bm]
[F#m] [Bm] [E] [F#m] [D]
[F#m] Op [D] hem alleen rust [A] mijn [E] geloof.
[F#m] Hij [D] bent of doet [A] wat hij [E] belooft.
[D] De [E] winter waait [A] en de [D] lente [Bm] koot.
De Heer is [A] mijn [E] [D]
bevrijder.
[E] [F#m] [D] Ook als het [E] wachtelijk moeilijk is.
[F#m] Ook [D] als ik terug [E] op die Heer mis.
[D] [E] Zijn liefde [A] draagt mij door [D] alles mee.
[Bm] De Heer is [E] mijn [D]
bevrijder.
[A] [E] Is er [D] iemand als [A] onze [E] God, die ons [D] lief heeft en [A] ons [F#m] verloft?
Hij heert [E] [A] voor ons [D] allen.
[F#m] [Bm] De Heer is [E] mijn [D] bevrijder.
[E] [F#m] Hij [D] draagt [A] mij tot mijn laatste dag.
[E] [F#m] Laat [D] mij niet achter [Am] in het graf.
[E] [D] Hij [E] wekt mij op [A] en roept mij [D] naar [Bm] huis.
De Heer is [A] mijn bevrijder.
[D]
[A] [E] Is er [D] iemand als [A] onze [E] God, die ons lief [D] heeft en [A] ons verloft?
[F#m] Hij [E] heert voor [A] ons [D] allen.
[Bm] De Heer is [E] mijn [D] bevrijder.
[A] [D] De Heer [A] aan God, [E] de [F#m] Vader.
[D] De [A] Heer aan God, [E] de Zoon.
[D] Hadde Heer [A] aan God, [C#m] een [F#m] slachter.
[Bm] De Heer is [E] mijn [A] bevrijder.
[D] Hadde Heer [A] aan God, [E] de [F#m] Vader.
[D] [A] Heer aan God, [E] de Zoon.
[D] Hadde Heer [A] aan God, [C#m] de [F#m] trooster.
[Bm] De Heer is [E] mijn [F#m] bevrijder.
[E] [D] [A] [Bm] De Heer is [E] mijn [F#m]
[E] bevrijder.
[D] [A] [Bm] [E] [A]
[Bm] [E] [A] [D] [F#m]
[D] God keek [A] genadig naar mij op.
[E] [F#m]
Hij [D] geeft mij vast [Am] voor ik verdrok.
[E] [D]
En [E] zette mij [A] weer op [D] vaste grond.
[Bm]
De Heer is mijn [A] [D] bevrijder.
[E] [F#m]
[D] Ik weet hoe lang [A] de nacht ook duurt.
[E] [F#m]
[D] God helpt mij [F#] over elke [E] muur.
[D]
[E] Ik zie al licht aan [A] de [D] horizon.
[Bm]
De Heer is [E] mijn [D] bevrijder.
[A] [E]
Is er [D] iemand als [A] onze [E] God, die ons lief [A] geeft [D] en [A] ons verloft?
[F#m]
Hij [E] heert [A] voor ons [D] allen.
[A] [Bm]
De Heer is [E] mijn [F#m] bevrijder.
[Bm] [E] [A] [Bm]
[F#m] [Bm] [E] [F#m] [D]
[F#m] Op [D] hem alleen rust [A] mijn [E] geloof.
[F#m] Hij [D] bent of doet [A] wat hij [E] belooft.
[D] De [E] winter waait [A] en de [D] lente [Bm] koot.
De Heer is [A] mijn [E] [D]
bevrijder.
[E] [F#m] [D] Ook als het [E] wachtelijk moeilijk is.
[F#m] Ook [D] als ik terug [E] op die Heer mis.
[D] [E] Zijn liefde [A] draagt mij door [D] alles mee.
[Bm] De Heer is [E] mijn [D]
bevrijder.
[A] [E] Is er [D] iemand als [A] onze [E] God, die ons [D] lief heeft en [A] ons [F#m] verloft?
Hij heert [E] [A] voor ons [D] allen.
[F#m] [Bm] De Heer is [E] mijn [D] bevrijder.
[E] [F#m] Hij [D] draagt [A] mij tot mijn laatste dag.
[E] [F#m] Laat [D] mij niet achter [Am] in het graf.
[E] [D] Hij [E] wekt mij op [A] en roept mij [D] naar [Bm] huis.
De Heer is [A] mijn bevrijder.
[D]
[A] [E] Is er [D] iemand als [A] onze [E] God, die ons lief [D] heeft en [A] ons verloft?
[F#m] Hij [E] heert voor [A] ons [D] allen.
[Bm] De Heer is [E] mijn [D] bevrijder.
[A] [D] De Heer [A] aan God, [E] de [F#m] Vader.
[D] De [A] Heer aan God, [E] de Zoon.
[D] Hadde Heer [A] aan God, [C#m] een [F#m] slachter.
[Bm] De Heer is [E] mijn [A] bevrijder.
[D] Hadde Heer [A] aan God, [E] de [F#m] Vader.
[D] [A] Heer aan God, [E] de Zoon.
[D] Hadde Heer [A] aan God, [C#m] de [F#m] trooster.
[Bm] De Heer is [E] mijn [F#m] bevrijder.
[E] [D] [A] [Bm] De Heer is [E] mijn [F#m]
[E] bevrijder.
[D] [A] [Bm] [E] [A]
Key:
D
E
A
F#m
Bm
D
E
A
[Bm] _ [B] _ [A] _ [D] _ _ _ _ [F#m] _
[Bm] _ [E] _ [A] _ [D] _ _ _ _ [F#m] _
[D] God keek [A] genadig naar mij op.
[E] _ [F#m]
Hij [D] geeft mij vast [Am] voor ik verdrok.
[E] _ [D]
En [E] zette mij [A] weer op [D] vaste grond.
[Bm]
De Heer is mijn [A] [D] bevrijder.
_ [E] _ _ [F#m] _
[D] Ik weet hoe lang [A] de nacht ook duurt.
[E] _ [F#m] _
[D] God helpt mij [F#] over elke [E] muur.
_ [D] _
[E] Ik zie al licht aan [A] de [D] horizon.
[Bm]
De Heer is [E] mijn [D] bevrijder.
_ [A] _ _ [E] _
Is er [D] iemand als [A] onze [E] God, die ons lief [A] geeft [D] en [A] ons verloft?
[F#m]
Hij [E] heert [A] voor ons [D] allen.
[A] _ [Bm]
De Heer is [E] mijn [F#m] bevrijder.
[Bm] _ [E] _ [A] _ [Bm] _
_ _ _ [F#m] _ [Bm] _ [E] _ [F#m] _ [D] _
_ _ _ [F#m] Op [D] hem alleen rust [A] mijn [E] geloof.
_ [F#m] Hij [D] bent of doet [A] wat hij _ [E] belooft.
[D] De [E] winter waait [A] en de [D] lente [Bm] koot.
De Heer is [A] mijn [E] _ [D]
bevrijder.
[E] _ _ [F#m] _ [D] Ook als het [E] wachtelijk moeilijk is.
[F#m] Ook [D] als ik terug [E] op die Heer mis.
[D] _ [E] Zijn liefde [A] draagt mij door [D] alles mee.
[Bm] De Heer is [E] mijn _ [D]
bevrijder.
[A] _ _ [E] _ Is er [D] iemand als [A] onze [E] God, die ons [D] lief heeft en [A] ons [F#m] verloft?
Hij heert [E] _ [A] voor ons [D] allen.
[F#m] _ [Bm] De Heer is [E] mijn [D] bevrijder.
_ [E] _ _ [F#m] Hij [D] draagt [A] mij tot mijn laatste dag.
[E] _ [F#m] Laat [D] mij niet achter [Am] in het graf.
[E] _ [D] Hij [E] wekt mij op [A] en roept mij [D] naar [Bm] huis.
De Heer is [A] mijn bevrijder.
[D] _
_ [A] _ _ [E] Is er [D] iemand als [A] onze [E] God, die ons lief [D] heeft en [A] ons verloft?
[F#m] Hij [E] heert voor [A] ons [D] allen.
_ [Bm] De Heer is [E] mijn [D] bevrijder.
_ [A] _ [D] De Heer [A] aan God, [E] de [F#m] Vader.
_ [D] De [A] Heer aan God, [E] de Zoon.
_ [D] Hadde Heer [A] aan God, [C#m] een [F#m] slachter.
[Bm] De Heer is [E] mijn [A] bevrijder.
_ _ [D] Hadde Heer [A] aan God, [E] de [F#m] Vader.
_ [D] _ [A] Heer aan God, [E] de Zoon.
_ [D] Hadde Heer [A] aan God, [C#m] de _ [F#m] trooster.
[Bm] De Heer is [E] mijn [F#m] bevrijder.
[E] _ [D] _ [A] [Bm] De Heer is [E] mijn _ [F#m]
[E] bevrijder.
[D] _ [A] _ [Bm] _ _ [E] _ _ _ _ [A] _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[Bm] _ [E] _ [A] _ [D] _ _ _ _ [F#m] _
[D] God keek [A] genadig naar mij op.
[E] _ [F#m]
Hij [D] geeft mij vast [Am] voor ik verdrok.
[E] _ [D]
En [E] zette mij [A] weer op [D] vaste grond.
[Bm]
De Heer is mijn [A] [D] bevrijder.
_ [E] _ _ [F#m] _
[D] Ik weet hoe lang [A] de nacht ook duurt.
[E] _ [F#m] _
[D] God helpt mij [F#] over elke [E] muur.
_ [D] _
[E] Ik zie al licht aan [A] de [D] horizon.
[Bm]
De Heer is [E] mijn [D] bevrijder.
_ [A] _ _ [E] _
Is er [D] iemand als [A] onze [E] God, die ons lief [A] geeft [D] en [A] ons verloft?
[F#m]
Hij [E] heert [A] voor ons [D] allen.
[A] _ [Bm]
De Heer is [E] mijn [F#m] bevrijder.
[Bm] _ [E] _ [A] _ [Bm] _
_ _ _ [F#m] _ [Bm] _ [E] _ [F#m] _ [D] _
_ _ _ [F#m] Op [D] hem alleen rust [A] mijn [E] geloof.
_ [F#m] Hij [D] bent of doet [A] wat hij _ [E] belooft.
[D] De [E] winter waait [A] en de [D] lente [Bm] koot.
De Heer is [A] mijn [E] _ [D]
bevrijder.
[E] _ _ [F#m] _ [D] Ook als het [E] wachtelijk moeilijk is.
[F#m] Ook [D] als ik terug [E] op die Heer mis.
[D] _ [E] Zijn liefde [A] draagt mij door [D] alles mee.
[Bm] De Heer is [E] mijn _ [D]
bevrijder.
[A] _ _ [E] _ Is er [D] iemand als [A] onze [E] God, die ons [D] lief heeft en [A] ons [F#m] verloft?
Hij heert [E] _ [A] voor ons [D] allen.
[F#m] _ [Bm] De Heer is [E] mijn [D] bevrijder.
_ [E] _ _ [F#m] Hij [D] draagt [A] mij tot mijn laatste dag.
[E] _ [F#m] Laat [D] mij niet achter [Am] in het graf.
[E] _ [D] Hij [E] wekt mij op [A] en roept mij [D] naar [Bm] huis.
De Heer is [A] mijn bevrijder.
[D] _
_ [A] _ _ [E] Is er [D] iemand als [A] onze [E] God, die ons lief [D] heeft en [A] ons verloft?
[F#m] Hij [E] heert voor [A] ons [D] allen.
_ [Bm] De Heer is [E] mijn [D] bevrijder.
_ [A] _ [D] De Heer [A] aan God, [E] de [F#m] Vader.
_ [D] De [A] Heer aan God, [E] de Zoon.
_ [D] Hadde Heer [A] aan God, [C#m] een [F#m] slachter.
[Bm] De Heer is [E] mijn [A] bevrijder.
_ _ [D] Hadde Heer [A] aan God, [E] de [F#m] Vader.
_ [D] _ [A] Heer aan God, [E] de Zoon.
_ [D] Hadde Heer [A] aan God, [C#m] de _ [F#m] trooster.
[Bm] De Heer is [E] mijn [F#m] bevrijder.
[E] _ [D] _ [A] [Bm] De Heer is [E] mijn _ [F#m]
[E] bevrijder.
[D] _ [A] _ [Bm] _ _ [E] _ _ _ _ [A] _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _