Chords for peter beense - donder op ga maar weg

[Dbm] _ _ _ _ _ [B] _ _ _
[Dbm] _ _ _ _ _ _ _ _
Je weet dat jij hem van me houdt, maar ik heb jou te veel [B] vertrouwd.
Oho!
_ Oho!
[Dbm] Oho! _
Ik zie jou soms dadelijk, terwijl die ander jou al [B] ziet.
Oho!
_ _ [Dbm] Oho!
Oho! _
[A] Ze hebben me gebaasd, [B] maar wat [Dbm] moet ik dan?
Ik [A] wou ze niet geloven, [Ab] maar jij had een andere man.
[Dbm] Donder op, [A] ga maar weg, [B] ik kan met jou toch [E] zo niet leven.
[A] Jij blijft achtertlang van huis, [Ab] nee jij hoort hier niet meer thuis.
[Dbm] Donder op, [A] ga maar weg, [B] ik heb aan jou [E] genoeg gegeven.
[A] Maar ik ben het meer dan zat, [Ab] ja ik heb het wel gehad.
[Dbm] Donder maar op!
_ _ _ [B] _ [Dbm]
Ik had het wel overwast, omdat je wegen bij me [B] was.
Oho!
_ _ [Dbm] Oho!
Oho!
[Eb]
[Dbm] Maar daar kwam snel verandering in, je velderig zag ik aan de [B] rekening.
Oho!
_ _ [Dbm] Oho!
Oho!
[A] Jouw woorden zijn steeds leuker, dus [Dbm] ik vergeet ze maar.
[A] Ik wil je niet meer zien, [Ab] ja ik maak mijn woorden waar.
[Dbm] Donder op, [A] ga maar weg, ik [B] kan met jou toch [E] zo niet leven.
[A] Jij blijft achtertlang van huis, [Ab] nee jij hoort hier niet meer thuis.
[Dbm] Donder op, ga [A] maar weg, ik [B] heb aan jou genoeg [E] gegeven.
[A] Maar ik ben het meer dan zat, [Ab] ja ik heb het wel gehad.
[A] Ik wil jou nooit meer horen, [Ab] nee ik wil jou nooit meer zien.
[Gbm] Ik heb alles verloren, [Ab] nou begrijp je me misschien?
[A] Begrijp je me [Dm] misschien?
Donder op, ga [Bb] maar weg, ik [C] kan met jou toch zo [F] niet leven.
Jij [Bb] blijft achtertlang van huis, [Gm] nee [A] jij hoort hier niet meer thuis.
[Dm] Donder op, ga [Bb] maar weg, ik [C] heb aan jou genoeg [F] gegeven.
[Bb] Maar ik ben het meer dan zat, ja [A] ik heb het wel gehad.
Donder [Dm] maar op!
[Bb] _ _
[C] _ _ [F] _ _ [Bb] _ _ _ _
[A] _ _ _ [Dm] Donder op, ga [Bb] maar weg, ik heb [C] aan jou genoeg [F] gegeven.
Maar [Bb] ik ben het meer dan zat, ja [A] ik heb het wel gehad.
_ _ _ _ [Dm]
Donder op, ga [Bb] maar weg, ik kan [F] met jou [C] toch zo [F] niet leven.
Jij [Bb] blijft achtertlang van huis, nee [A] jij hoort hier niet meer thuis.
Donder [Dm] op, ga [Bb] maar weg, ik heb [C] aan jou genoeg [F] gegeven.
Maar [Bb] ik ben het meer dan zat, ja [A] ik heb het wel gehad.
Donder [Dm] maar op!
_ [Bb] _ _ [C] _ _ [F] _ _
[Bb] _ _ _ _ [A] _ _ [Dm] Donder op, [Bb] ga maar weg, ik kan [C] met jou toch zo niet [F] leven. _
[Bb] _ _ _ [A] _ _ _ _ [Dm] _
_ [Bb] _ _ _ [C] _ _ [F] _ [Bb] _
_ _ _ _ _ _ _ _