Die Seën Chords by Riana Nel, Retief Burger
Tempo:
69.975 bpm
Chords used:
G
C
D
Em
Bm
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[G]
De [C] [G]
[D] [Em]
[C] [G]
[D] [G]
Heer is in jou en bewaar jou.
Het schijnt zijn aangezicht over jou.
[Bm] Mag Hij gnaden [Em]
bewijzen.
De Heer draait [C] zijn [G] gezicht naar jou.
Mag [D] Hij jouw [G] vrede geven.
[C]
[G] De Heer is in [C] jou [G] en bewaar jou.
Het schijnt zijn [D] aangezicht [G] over jou.
Mag Hij gnaden [G] bewijzen.
De Heer draait [C] zijn [G] gezicht [C] naar [G] jou.
Mag Hij jouw vrede geven.
[C] [Em]
[C] Amen, [G]
Amen, [D] Amen.
[Em]
[C] Amen, [G]
Amen, [D] Amen.
[G]
De Heer is in [C] jou en bewaar [Bm] jou.
Het [G] schijnt zijn [D] aangezicht over jou.
Mag Hij gnaden [Em]
bewijzen.
De Heer draait [C] zijn gezicht naar [Bm] jou.
Mag [D] Hij jouw [G] vrede geven.
[C] [Em] [C]
Amen, [G] Amen, [D]
Amen.
[Em] [C]
Amen, [G] Amen, [D]
Amen.
[Em] [C]
Amen, [G] Amen, [D]
Amen.
[Em] Amen, [C]
[G] Amen, [D]
Amen.
[Em] [G]
[D]
[G] Mag Zij grens recht door jouw leven, In het duissen, [C] generaties, [G] jouw familie.
In jou kennis, [D] in jouw [G] kennis, in jouw kennis.
[Em] Mag Zij grens recht door jouw leven, [G] In het duisen, [C] generaties, [G] jouw familie.
In jouw kennis, [D] in jouw kennis, in jouw [Bm] kennis.
[Em] Maar ze zijn gentres door jouw leven [C] in het zijn generaties
[G] Jouw family in jouw kenners, [D] in jouw kenners, in jouw kenners
[Em] Maar zijn gentres door jouw leven [C] in het zijn generaties
[G] Jouw family in jouw kenners, [D] in jouw kenners, in jouw kenners
[Em] Maar zijn vrienden, heel vooruit gaan, [C] achter jou staan, en lachen jou te staan.
[G] De donkere jou, hij is er jou, hij is [Bm] met jou, hij is met jou.
[Em] En je ogen, en je handen, [C] en jouw tonen, en jouw lach, [G] en jouw aanspieren, en jouw vruchten.
[D] Hij is met jou, hij is met jou, [Em] hij is met jou, hij is met jou, [C] hij is met jou
[G]
[D] [Em] [C]
[G]
[D] Amen
[Em] [C]
Amen
[G] [D]
[Em] [C]
[G] [D]
[Em] [Am] [Em]
[C] [G] [D]
Aanderman [Em] zijn [Am] aan aan [Em] aan
[C]
[G] aad
[D] a
[Em] [C]
[G] [D]
[Em] a
[C]
Amen, [G] Amen, [D]
Amen
[Em] [C] [G] [D]
[G]
De [C] [G]
[D] [Em]
[C] [G]
[D] [G]
Heer is in jou en bewaar jou.
Het schijnt zijn aangezicht over jou.
[Bm] Mag Hij gnaden [Em]
bewijzen.
De Heer draait [C] zijn [G] gezicht naar jou.
Mag [D] Hij jouw [G] vrede geven.
[C]
[G] De Heer is in [C] jou [G] en bewaar jou.
Het schijnt zijn [D] aangezicht [G] over jou.
Mag Hij gnaden [G] bewijzen.
De Heer draait [C] zijn [G] gezicht [C] naar [G] jou.
Mag Hij jouw vrede geven.
[C] [Em]
[C] Amen, [G]
Amen, [D] Amen.
[Em]
[C] Amen, [G]
Amen, [D] Amen.
[G]
De Heer is in [C] jou en bewaar [Bm] jou.
Het [G] schijnt zijn [D] aangezicht over jou.
Mag Hij gnaden [Em]
bewijzen.
De Heer draait [C] zijn gezicht naar [Bm] jou.
Mag [D] Hij jouw [G] vrede geven.
[C] [Em] [C]
Amen, [G] Amen, [D]
Amen.
[Em] [C]
Amen, [G] Amen, [D]
Amen.
[Em] [C]
Amen, [G] Amen, [D]
Amen.
[Em] Amen, [C]
[G] Amen, [D]
Amen.
[Em] [G]
[D]
[G] Mag Zij grens recht door jouw leven, In het duissen, [C] generaties, [G] jouw familie.
In jou kennis, [D] in jouw [G] kennis, in jouw kennis.
[Em] Mag Zij grens recht door jouw leven, [G] In het duisen, [C] generaties, [G] jouw familie.
In jouw kennis, [D] in jouw kennis, in jouw [Bm] kennis.
[Em] Maar ze zijn gentres door jouw leven [C] in het zijn generaties
[G] Jouw family in jouw kenners, [D] in jouw kenners, in jouw kenners
[Em] Maar zijn gentres door jouw leven [C] in het zijn generaties
[G] Jouw family in jouw kenners, [D] in jouw kenners, in jouw kenners
[Em] Maar zijn vrienden, heel vooruit gaan, [C] achter jou staan, en lachen jou te staan.
[G] De donkere jou, hij is er jou, hij is [Bm] met jou, hij is met jou.
[Em] En je ogen, en je handen, [C] en jouw tonen, en jouw lach, [G] en jouw aanspieren, en jouw vruchten.
[D] Hij is met jou, hij is met jou, [Em] hij is met jou, hij is met jou, [C] hij is met jou
[G]
[D] [Em] [C]
[G]
[D] Amen
[Em] [C]
Amen
[G] [D]
[Em] [C]
[G] [D]
[Em] [Am] [Em]
[C] [G] [D]
Aanderman [Em] zijn [Am] aan aan [Em] aan
[C]
[G] aad
[D] a
[Em] [C]
[G] [D]
[Em] a
[C]
Amen, [G] Amen, [D]
Amen
[Em] [C] [G] [D]
[G]
Key:
G
C
D
Em
Bm
G
C
D
[G] _ _ _ _ _ _ _ _
De _ [C] _ _ _ _ [G] _
_ _ _ _ [D] _ _ _ [Em] _
_ _ _ [C] _ _ _ _ [G] _
_ [D] _ _ [G] _ _ _ _ _
Heer is in jou en bewaar jou.
Het schijnt zijn aangezicht over jou.
[Bm] Mag Hij gnaden [Em]
bewijzen.
De Heer draait [C] zijn [G] gezicht naar jou.
Mag [D] Hij jouw [G] vrede geven.
_ _ [C] _
_ _ [G] _ _ De Heer is in [C] jou [G] en bewaar jou.
Het schijnt zijn [D] aangezicht [G] over jou.
Mag Hij gnaden [G] bewijzen.
De Heer draait [C] zijn [G] gezicht [C] naar [G] jou.
Mag Hij jouw vrede geven.
_ [C] _ _ _ _ [Em] _
_ _ _ [C] Amen, _ _ [G]
Amen, _ _ [D] Amen.
_ _ [Em] _
_ _ _ [C] Amen, _ _ [G]
Amen, _ [D] Amen.
_ _ _ [G]
De Heer is in [C] jou en bewaar [Bm] jou.
Het [G] schijnt zijn [D] aangezicht over jou.
Mag Hij gnaden [Em]
bewijzen.
De Heer draait [C] zijn gezicht naar [Bm] jou.
Mag [D] Hij jouw [G] vrede geven. _ _ _
[C] _ _ _ [Em] _ _ _ _ [C]
Amen, _ _ [G] Amen, _ _ [D]
Amen.
_ _ [Em] _ _ _ _ [C]
Amen, _ _ [G] Amen, _ _ [D]
Amen.
_ _ [Em] _ _ _ _ [C]
Amen, _ [G] Amen, _ _ _ [D]
Amen.
_ _ [Em] _ _ Amen, [C] _
_ _ _ [G] Amen, _ _ [D]
Amen.
_ _ [Em] _ _ _ _ [G] _
_ _ _ _ _ _ _ [D] _
[G] _ _ Mag Zij grens recht door jouw leven, In het duissen, [C] generaties, [G] jouw familie.
In jou kennis, [D] in jouw [G] kennis, in jouw kennis.
[Em] Mag Zij grens recht door jouw leven, [G] In het duisen, [C] generaties, [G] jouw familie.
In jouw kennis, [D] in jouw kennis, in jouw [Bm] kennis.
[Em] Maar ze zijn gentres door jouw leven [C] in het zijn generaties
[G] Jouw family in jouw kenners, [D] in jouw kenners, in jouw kenners
[Em] Maar zijn gentres door jouw leven [C] in het zijn generaties
[G] Jouw family in jouw kenners, [D] in jouw kenners, in jouw kenners
[Em] Maar zijn vrienden, heel vooruit gaan, [C] achter jou staan, en lachen jou te staan.
[G] De donkere jou, hij is er jou, hij is [Bm] met jou, hij is met jou.
[Em] En je ogen, en je handen, [C] en jouw tonen, en jouw lach, [G] en jouw aanspieren, en jouw vruchten.
[D] Hij is met jou, hij is met jou, [Em] hij is met jou, hij is met jou, [C] hij is met jou
_ [G] _ _ _ _ _
[D] _ _ _ [Em] _ _ _ _ [C] _
_ _ _ [G] _ _ _ _
[D] Amen
_ _ [Em] _ _ _ _ [C]
Amen
_ _ [G] _ _ _ _ [D] _
_ _ _ [Em] _ _ _ _ [C] _
_ _ _ [G] _ _ _ _ [D] _
_ _ _ [Em] _ _ [Am] _ [Em] _ _
[C] _ _ _ [G] _ _ _ _ [D] _
_ Aanderman [Em] zijn [Am] aan aan [Em] aan
[C] _
_ _ _ [G] aad
_ [D] a
_ _ _ [Em] _ _ _ _ [C] _
_ _ _ [G] _ _ _ _ [D] _
_ _ [Em] a
_ _ _ [C]
Amen, _ _ [G] Amen, _ _ [D]
Amen
_ _ [Em] _ _ _ _ [C] _ _ _ _ [G] _ _ _ [D] _ _
[G] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
De _ [C] _ _ _ _ [G] _
_ _ _ _ [D] _ _ _ [Em] _
_ _ _ [C] _ _ _ _ [G] _
_ [D] _ _ [G] _ _ _ _ _
Heer is in jou en bewaar jou.
Het schijnt zijn aangezicht over jou.
[Bm] Mag Hij gnaden [Em]
bewijzen.
De Heer draait [C] zijn [G] gezicht naar jou.
Mag [D] Hij jouw [G] vrede geven.
_ _ [C] _
_ _ [G] _ _ De Heer is in [C] jou [G] en bewaar jou.
Het schijnt zijn [D] aangezicht [G] over jou.
Mag Hij gnaden [G] bewijzen.
De Heer draait [C] zijn [G] gezicht [C] naar [G] jou.
Mag Hij jouw vrede geven.
_ [C] _ _ _ _ [Em] _
_ _ _ [C] Amen, _ _ [G]
Amen, _ _ [D] Amen.
_ _ [Em] _
_ _ _ [C] Amen, _ _ [G]
Amen, _ [D] Amen.
_ _ _ [G]
De Heer is in [C] jou en bewaar [Bm] jou.
Het [G] schijnt zijn [D] aangezicht over jou.
Mag Hij gnaden [Em]
bewijzen.
De Heer draait [C] zijn gezicht naar [Bm] jou.
Mag [D] Hij jouw [G] vrede geven. _ _ _
[C] _ _ _ [Em] _ _ _ _ [C]
Amen, _ _ [G] Amen, _ _ [D]
Amen.
_ _ [Em] _ _ _ _ [C]
Amen, _ _ [G] Amen, _ _ [D]
Amen.
_ _ [Em] _ _ _ _ [C]
Amen, _ [G] Amen, _ _ _ [D]
Amen.
_ _ [Em] _ _ Amen, [C] _
_ _ _ [G] Amen, _ _ [D]
Amen.
_ _ [Em] _ _ _ _ [G] _
_ _ _ _ _ _ _ [D] _
[G] _ _ Mag Zij grens recht door jouw leven, In het duissen, [C] generaties, [G] jouw familie.
In jou kennis, [D] in jouw [G] kennis, in jouw kennis.
[Em] Mag Zij grens recht door jouw leven, [G] In het duisen, [C] generaties, [G] jouw familie.
In jouw kennis, [D] in jouw kennis, in jouw [Bm] kennis.
[Em] Maar ze zijn gentres door jouw leven [C] in het zijn generaties
[G] Jouw family in jouw kenners, [D] in jouw kenners, in jouw kenners
[Em] Maar zijn gentres door jouw leven [C] in het zijn generaties
[G] Jouw family in jouw kenners, [D] in jouw kenners, in jouw kenners
[Em] Maar zijn vrienden, heel vooruit gaan, [C] achter jou staan, en lachen jou te staan.
[G] De donkere jou, hij is er jou, hij is [Bm] met jou, hij is met jou.
[Em] En je ogen, en je handen, [C] en jouw tonen, en jouw lach, [G] en jouw aanspieren, en jouw vruchten.
[D] Hij is met jou, hij is met jou, [Em] hij is met jou, hij is met jou, [C] hij is met jou
_ [G] _ _ _ _ _
[D] _ _ _ [Em] _ _ _ _ [C] _
_ _ _ [G] _ _ _ _
[D] Amen
_ _ [Em] _ _ _ _ [C]
Amen
_ _ [G] _ _ _ _ [D] _
_ _ _ [Em] _ _ _ _ [C] _
_ _ _ [G] _ _ _ _ [D] _
_ _ _ [Em] _ _ [Am] _ [Em] _ _
[C] _ _ _ [G] _ _ _ _ [D] _
_ Aanderman [Em] zijn [Am] aan aan [Em] aan
[C] _
_ _ _ [G] aad
_ [D] a
_ _ _ [Em] _ _ _ _ [C] _
_ _ _ [G] _ _ _ _ [D] _
_ _ [Em] a
_ _ _ [C]
Amen, _ _ [G] Amen, _ _ [D]
Amen
_ _ [Em] _ _ _ _ [C] _ _ _ _ [G] _ _ _ [D] _ _
[G] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _