Chords for Rijk de Gooijer & Johnny Kraaijkamp Senior - Waterlooplein
Tempo:
150 bpm
Chords used:
F
Bb
Dm
C
Am
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[N] Weet u [F] wat ik aardig vond wat u met die kleine dikke [Bb] bracht?
Dat nummer, dat laatste [G] nummer van die dinges, van het oude kerksplein.
Oude kerksplein?
Het [F] waterloopplein?
Dat vond, ja, dat greep mij naar, [Dm] dat greep mij naar de [F] boezem.
Ja.
[Bb] Dat maakt, dat sprak mij naar.
[F] [G]
[C] Ging [Fm] een [Em] beetje door de stad, ik [Dm] had geen doel, ik deed maar wat.
[Bb] Toen bleek ineens, ik stond er weer, als [G] iedere [C] keer.
[F] Die oude plek in [Em] Amsterdam, waar [Dm] ik al [C] duizendmalen kwam.
En [Bb] waar ik altijd [A] weer wil zijn, [Bb] het [F] waterloopplein.
O, [Em] [Dm] waterlijn.
[Bb] [Am] O, [G]
waterloopplein.
[C] [F] Het is mooi en heerlijk tegelijk, [Dm] aardig en [Cm] toch ook weer rijk.
[Bb] Dus wie moet met een [Am] sleutje gijn, het [Bb] [F] waterloopplein.
Een vogelkooi, een [Em] mankenstoel, [Dm] een naaimachine [Cm] zonder spoor.
[Bb] Een oud bureau, het kost [F] bijna niets, [G] een roestige [C] fiets.
De [F] koopman zegt, het is echt antiek, [Dm] je zeurt en pingelt [Cm] zomenteen.
[Bb] Zo hoort het ook, [Am] zo moet het zijn, op het [F] waterloopplein.
[Em] O, waterlijn.
[Dm] [F]
[Bb] [Am] O, [G]
[C] waterloopplein.
[F] Het is mooi en heerlijk tegelijk, [Dm] aardig en toch ook weer rijk.
[Bb] Dus wie moet met een [Am] sleutje gijn, het [Bb] [F] waterloopplein.
[Dm]
[F] [Bb] [Am]
[G] [C] [F]
[Dm]
[Bb] [Am] [Bb]
[F] Een keuzepot, [C] een tolliekit, [Dm] een steenpot waar een [F] gat in zit.
Een [Bb] naakte [F] etalagekop, [G] maar dan zonder [C] kop.
[F] De Amsterdamse [Em] rommelmarkt, [Dm] van alles bij [F] elkaar gehakt.
[Bb] Een snootje en toch [Am] is het fijn, mijn [F] waterloopplein.
O, [Em] waterlijn.
[Dm]
[F] [Bb] O, [Am]
[G] waterloopplein.
[C] Het is [F] mooi en heerlijk tegelijk, aardig en toch ook weer rijk.
[Dm]
[Bb] Dus wie moet met [Am] een sleutje gijn, het [F]
waterloopplein.
O, [Dm] waterloopplein.
[F] [Bb] O, [Am] [G] [C] waterloopplein.
Het is [F] mooi en heerlijk [Em] tegelijk, [Dm]
[F] [Bb] aardig en toch ook weer rijk.
Dus wie moet met een [A]
sleutje gijn, het [F] waterloopplein.
[Em] [Dm]
[Bb] [Am] [G]
[C] [F]
[Ab] [Gb]
Dat nummer, dat laatste [G] nummer van die dinges, van het oude kerksplein.
Oude kerksplein?
Het [F] waterloopplein?
Dat vond, ja, dat greep mij naar, [Dm] dat greep mij naar de [F] boezem.
Ja.
[Bb] Dat maakt, dat sprak mij naar.
[F] [G]
[C] Ging [Fm] een [Em] beetje door de stad, ik [Dm] had geen doel, ik deed maar wat.
[Bb] Toen bleek ineens, ik stond er weer, als [G] iedere [C] keer.
[F] Die oude plek in [Em] Amsterdam, waar [Dm] ik al [C] duizendmalen kwam.
En [Bb] waar ik altijd [A] weer wil zijn, [Bb] het [F] waterloopplein.
O, [Em] [Dm] waterlijn.
[Bb] [Am] O, [G]
waterloopplein.
[C] [F] Het is mooi en heerlijk tegelijk, [Dm] aardig en [Cm] toch ook weer rijk.
[Bb] Dus wie moet met een [Am] sleutje gijn, het [Bb] [F] waterloopplein.
Een vogelkooi, een [Em] mankenstoel, [Dm] een naaimachine [Cm] zonder spoor.
[Bb] Een oud bureau, het kost [F] bijna niets, [G] een roestige [C] fiets.
De [F] koopman zegt, het is echt antiek, [Dm] je zeurt en pingelt [Cm] zomenteen.
[Bb] Zo hoort het ook, [Am] zo moet het zijn, op het [F] waterloopplein.
[Em] O, waterlijn.
[Dm] [F]
[Bb] [Am] O, [G]
[C] waterloopplein.
[F] Het is mooi en heerlijk tegelijk, [Dm] aardig en toch ook weer rijk.
[Bb] Dus wie moet met een [Am] sleutje gijn, het [Bb] [F] waterloopplein.
[Dm]
[F] [Bb] [Am]
[G] [C] [F]
[Dm]
[Bb] [Am] [Bb]
[F] Een keuzepot, [C] een tolliekit, [Dm] een steenpot waar een [F] gat in zit.
Een [Bb] naakte [F] etalagekop, [G] maar dan zonder [C] kop.
[F] De Amsterdamse [Em] rommelmarkt, [Dm] van alles bij [F] elkaar gehakt.
[Bb] Een snootje en toch [Am] is het fijn, mijn [F] waterloopplein.
O, [Em] waterlijn.
[Dm]
[F] [Bb] O, [Am]
[G] waterloopplein.
[C] Het is [F] mooi en heerlijk tegelijk, aardig en toch ook weer rijk.
[Dm]
[Bb] Dus wie moet met [Am] een sleutje gijn, het [F]
waterloopplein.
O, [Dm] waterloopplein.
[F] [Bb] O, [Am] [G] [C] waterloopplein.
Het is [F] mooi en heerlijk [Em] tegelijk, [Dm]
[F] [Bb] aardig en toch ook weer rijk.
Dus wie moet met een [A]
sleutje gijn, het [F] waterloopplein.
[Em] [Dm]
[Bb] [Am] [G]
[C] [F]
[Ab] [Gb]
Key:
F
Bb
Dm
C
Am
F
Bb
Dm
[N] Weet u [F] wat ik aardig vond wat u met die kleine dikke [Bb] bracht?
Dat nummer, dat laatste [G] nummer van die dinges, van het oude kerksplein.
Oude kerksplein?
Het [F] waterloopplein?
Dat vond, ja, dat greep mij naar, [Dm] dat greep mij naar de [F] boezem.
Ja.
[Bb] Dat maakt, dat sprak mij naar.
[F] _ _ [G] _ _
_ [C] _ Ging [Fm] een [Em] beetje door de stad, ik [Dm] had geen doel, ik deed maar wat.
[Bb] Toen bleek ineens, ik stond er weer, als [G] iedere [C] keer.
[F] Die oude plek in [Em] Amsterdam, waar [Dm] ik al _ [C] duizendmalen kwam.
En [Bb] waar ik altijd [A] weer wil zijn, [Bb] het _ _ [F] waterloopplein. _
O, [Em] _ _ [Dm] waterlijn. _ _ _
_ _ [Bb] _ _ [Am] _ O, [G]
waterloopplein.
_ [C] _ [F] Het is mooi en heerlijk tegelijk, [Dm] aardig en [Cm] toch ook weer rijk.
[Bb] Dus wie moet met een [Am] sleutje gijn, het [Bb] _ [F] waterloopplein.
_ Een vogelkooi, een [Em] mankenstoel, [Dm] een naaimachine [Cm] zonder spoor.
[Bb] Een oud bureau, het kost [F] bijna niets, [G] een roestige [C] fiets.
De [F] koopman zegt, het is echt antiek, [Dm] je zeurt en pingelt [Cm] zomenteen.
[Bb] Zo hoort het ook, [Am] zo moet het zijn, op het _ [F] waterloopplein. _ _ _ _
[Em] O, waterlijn.
[Dm] _ _ _ [F] _ _
[Bb] _ _ [Am] O, _ _ [G] _ _
_ [C] waterloopplein.
[F] Het is mooi en heerlijk tegelijk, [Dm] aardig en toch ook weer rijk.
[Bb] Dus wie moet met een [Am] sleutje gijn, het [Bb] _ [F] waterloopplein. _
_ _ _ _ _ _ _ [Dm] _
_ [F] _ _ _ [Bb] _ _ _ [Am] _
_ _ [G] _ _ [C] _ _ _ [F] _
_ _ _ _ [Dm] _ _ _ _
_ _ [Bb] _ _ [Am] _ _ _ [Bb] _
_ _ [F] _ Een keuzepot, [C] een tolliekit, [Dm] een steenpot waar een [F] gat in zit.
Een [Bb] naakte _ [F] _ etalagekop, [G] maar dan zonder [C] kop.
[F] De Amsterdamse [Em] rommelmarkt, [Dm] van alles bij [F] elkaar gehakt.
[Bb] Een snootje en toch [Am] is het fijn, mijn _ _ [F] waterloopplein. _
O, _ [Em] waterlijn.
[Dm] _ _ _
[F] _ _ [Bb] O, _ _ [Am] _ _
[G] waterloopplein.
_ [C] _ Het is [F] mooi en heerlijk tegelijk, aardig en toch ook weer rijk.
_ [Dm] _ _ _ _
[Bb] Dus wie moet met [Am] een sleutje gijn, het [F] _
waterloopplein.
_ _ O, _ _ [Dm] waterloopplein.
_ _ [F] _ _ [Bb] O, _ [Am] _ _ _ [G] _ _ [C] waterloopplein.
Het is [F] mooi en heerlijk [Em] tegelijk, _ [Dm] _
_ [F] _ _ [Bb] aardig en toch ook weer rijk.
Dus wie moet met een [A]
sleutje gijn, het [F] waterloopplein. _ _ _ _
_ _ [Em] _ _ _ [Dm] _ _ _
_ _ [Bb] _ _ _ [Am] _ _ [G] _
_ _ [C] _ _ _ [F] _ _ _
[Ab] _ _ _ _ _ [Gb] _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
Dat nummer, dat laatste [G] nummer van die dinges, van het oude kerksplein.
Oude kerksplein?
Het [F] waterloopplein?
Dat vond, ja, dat greep mij naar, [Dm] dat greep mij naar de [F] boezem.
Ja.
[Bb] Dat maakt, dat sprak mij naar.
[F] _ _ [G] _ _
_ [C] _ Ging [Fm] een [Em] beetje door de stad, ik [Dm] had geen doel, ik deed maar wat.
[Bb] Toen bleek ineens, ik stond er weer, als [G] iedere [C] keer.
[F] Die oude plek in [Em] Amsterdam, waar [Dm] ik al _ [C] duizendmalen kwam.
En [Bb] waar ik altijd [A] weer wil zijn, [Bb] het _ _ [F] waterloopplein. _
O, [Em] _ _ [Dm] waterlijn. _ _ _
_ _ [Bb] _ _ [Am] _ O, [G]
waterloopplein.
_ [C] _ [F] Het is mooi en heerlijk tegelijk, [Dm] aardig en [Cm] toch ook weer rijk.
[Bb] Dus wie moet met een [Am] sleutje gijn, het [Bb] _ [F] waterloopplein.
_ Een vogelkooi, een [Em] mankenstoel, [Dm] een naaimachine [Cm] zonder spoor.
[Bb] Een oud bureau, het kost [F] bijna niets, [G] een roestige [C] fiets.
De [F] koopman zegt, het is echt antiek, [Dm] je zeurt en pingelt [Cm] zomenteen.
[Bb] Zo hoort het ook, [Am] zo moet het zijn, op het _ [F] waterloopplein. _ _ _ _
[Em] O, waterlijn.
[Dm] _ _ _ [F] _ _
[Bb] _ _ [Am] O, _ _ [G] _ _
_ [C] waterloopplein.
[F] Het is mooi en heerlijk tegelijk, [Dm] aardig en toch ook weer rijk.
[Bb] Dus wie moet met een [Am] sleutje gijn, het [Bb] _ [F] waterloopplein. _
_ _ _ _ _ _ _ [Dm] _
_ [F] _ _ _ [Bb] _ _ _ [Am] _
_ _ [G] _ _ [C] _ _ _ [F] _
_ _ _ _ [Dm] _ _ _ _
_ _ [Bb] _ _ [Am] _ _ _ [Bb] _
_ _ [F] _ Een keuzepot, [C] een tolliekit, [Dm] een steenpot waar een [F] gat in zit.
Een [Bb] naakte _ [F] _ etalagekop, [G] maar dan zonder [C] kop.
[F] De Amsterdamse [Em] rommelmarkt, [Dm] van alles bij [F] elkaar gehakt.
[Bb] Een snootje en toch [Am] is het fijn, mijn _ _ [F] waterloopplein. _
O, _ [Em] waterlijn.
[Dm] _ _ _
[F] _ _ [Bb] O, _ _ [Am] _ _
[G] waterloopplein.
_ [C] _ Het is [F] mooi en heerlijk tegelijk, aardig en toch ook weer rijk.
_ [Dm] _ _ _ _
[Bb] Dus wie moet met [Am] een sleutje gijn, het [F] _
waterloopplein.
_ _ O, _ _ [Dm] waterloopplein.
_ _ [F] _ _ [Bb] O, _ [Am] _ _ _ [G] _ _ [C] waterloopplein.
Het is [F] mooi en heerlijk [Em] tegelijk, _ [Dm] _
_ [F] _ _ [Bb] aardig en toch ook weer rijk.
Dus wie moet met een [A]
sleutje gijn, het [F] waterloopplein. _ _ _ _
_ _ [Em] _ _ _ [Dm] _ _ _
_ _ [Bb] _ _ _ [Am] _ _ [G] _
_ _ [C] _ _ _ [F] _ _ _
[Ab] _ _ _ _ _ [Gb] _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _